N.°. 153 1912. Zaterdag 28 December. 99,te jaargang. Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. 7 FEUILLETON. De Vrouw in 'tSpei. Van Houtens GOESCHE Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. "Prjja per kwartaal, In Goes f 0,75, buiten Goes, franco 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. inzending van advertenttën op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. COURANT. De prijs der gewone advertenttën is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— berekend. Bewijsnummers 5 cent. Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Setbrs. Uitgave van de Naaml. Vennootschap ,Goes#he Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen. Nogmaals; de verkiezing des heeren Duyi. In één onzer vorige nummers schre ven wij, dat ae heer Duys, sociaal democratisch Kamerlid voor het dis trict Zaandam, zjjn zetel heeft te dan ken aan de houding der rechterzijde, dus ook aan die der antirevolutionairen. De Zeeuw bij ft deze bewering onjuist achten. Evenwelonze cijfers zijn niet aangetast geworden. Bet is dan ook voor geen weerlegging vatbaar, dat in 1909 een aantal kerkeljjken op den heer Duys bjj herstemming hun stem hebben uitgebracht. Wjj heb ben dit aantal zéér laag geschat; zooals men weet, kwamen wjj tot het cijfer 619wij namen de omstan digheden zoo gunstig mogelijk voor de rechterzijde. De Zeeuw neemt het thans reeds als natuurlijk aan wij gaan dus een schrede vooruit dat .enkele antirevolutionairen in Zaandam op Duys" hebben gestemd, maar, zegt het blad, het gros der antirevoluti onaire kiezers in dat district zal zich aan het advies gehouden hebben, om thuis te blijven. Goed; iaat dat zoo zjjn. Doch dan hebben dezen toch zonder twijfel indi rect de verkiezing des heeren Duys bewerkt. De geschiedenis van 1888 herhaalde zich. Toen bet in die dagen bij herstemming ging tnsschen den liberaal Heldt en den socialist Domela Nieuwenhuis, kort daarvoor nog we gens majesteitsschennis tot gevange nisstraf veroordeeld, heette het in een circulaire van het centraal comité van antirevolutionaire kiesvereenigin- gen.Voor de districten Winschoten(*) en Schoterland kunnen wü geen ad vies geven. Daar moet gij zeiven be slissen. Slechts tegen één ding waar schuwen wij uLaat ook daar nie mand op den liberaal stemmen". En het gevolg is geweest, dat de mannen die zoo gaarne als de echte oranje klanten poseeren, den socialist, den republikein Domela Nieuwenhuis in de Kamer brachten. Ook nu nog heet het telkens en telkens weer, dat het grootste gevaar voor de grondslagen onzer wetgeving isde Bociaal-demoeratie. De antire volutionairen in Zaandam hadden het in hun macht, dat gevaar te beperken, door een gematigd man als mr. dr. H. J. C. van Tienen in de Kamer te brengen. Dat z{j den liberaal niet bjj herstemmingen wilden steunen, is hun zaak, maar van hun onthouding moe ten zjj dan ook de consequentie aan vaarden dat de heer Duys naar het parlement werd aigevaaraigd. En dat er roomschen op den sociaal-democraat Aldaar ging het toen tusschen den radicaal Mansholt en den liberaal De Buiter Zijlker. Een crlmineele Roman uit hooge kringen. Toen Goudsmit het huis der weduwe Van Wijck verliet, twijfelde h|j er geen oogenblik meer aan, wie den moord had begaan De man in de lichte jas had gedreigd, Burgess te zullen vermoorden, zelfs op den pu- blieken weg, en er was geen twjjfel, of hjj had zjjn bedreiging volvoerd. Het plegen van den moord was het gestand doen der bedreiging, in toorn geuit. Wat den rechercheur nu te doen stond, was uit te vinden, wie de heer in de lichte jas was, waar hij woonde en, als h(j deze feiten had uitgevonden, moest hjj vaststellen, wat hij in den nacht van den moord had gedaan. Juffrouw Van Wijck had hem beschreven, maar kende zjjn naam niet en haar vage beschrijving paste op dozijnen jonge mannen in Amster dam. Er was, naar de meening van Goudsmit maar één persoon, die den naam van den heer in de lichte jas kon zeggen en dat was Ten Bope, de intieme vriend van den dooden man. Zij waren, volgens de mede- deellng van de hospita, zóó bevriend, dat het meer dan waarschijnlijk was, zonden gestemd hebben, om „den papen-hater Tideman" te weren, is natuurlijk een groote onjuistheid: de heer Tideman was geen candidaatin het district Zaandam. Wij houden daarom vol, dat de heer Duys in de Kamer is gebracht door de hulp der rechterzijde, ook door de antirevolutionairen. Zelfs al hadden dezen zich als één man onthouden, de heer Duys kon van hen geen beteren steun wenschen. En mogen wjj dan niet zeggen, dat de socialist de .favoriet" was van de rechterzijde? Men wist, dat onthouding zjjn verkiezing tot een feit zou doen wordenalzoo gaf men er de voorkeur aan, dat de heer Duys zjjn entrée in het parlement zon maken. Dat de vrijzinnigen bij een herstem ming de voorkeur geven aan den sociaal-democraat, en omgekeerd, de sociaal-democraten aan een vrijzinnige, het is volkomen waar. Doch men weet, waarom wederzijds deze taktiek gevolgd wordtom van twee kwaden het minste kwaad te kiezen. Wilden de antirevolutionairen in Zaandam dan in 1909 te kennen geven, dat van de twee kwaden vrijzin nige en sociaal-democraat de laat ste het geringste kwaad was, evenals Domela Nieuwenhuis in 1888 de voor keur verdiende boven den liberaal Heldt Wjj hebben er vrede mee. Doch waarom dat dan niet ruiterlijk erkend Dan had er over deze zaak noch in het parlement, noch in de pers be hoeven nagepleit te worden. Uit den duim gezogen. De Zeeuw verwyt het Kamerlid Roodhuyzen het blad noemt hem een predikantszoon te spotten met bjjbel-texten. De redactie beschuldigt hem: lo. Sprekende in een kiezers vergadering (te Amsterdam) het optreden van dr. Kuyper en dr. Scheurer, ten opzichte van de koloniale politiek, met deze woorden geteekend te hebben„Predikt het evan gelie aan alle creaturen en al het andere zal mjj een zorg zjjn" 2o. thans in de Kamer (bjj de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting) be weerd te hebben, dat dr. Kuyper, bjj het verlies van den Ommenschen zetel, hadmoeten zeggen „De Heere heeft gegeven, de Heere heeft ge nomen, de Naam des Heeren zjj geloofd.' De kiezers, die te Amsterdam de vergadering bijwoonden, vonden, volgens De Zeeuw, de schandelijke spotternij met den bijbel zóó prachtig, dat ze bjjna niet wisten, hoe ze hun vrooljjkbeid zouden uiten. En in de Kamer werd det weede geïaeriminoerde uitlating met luid gelach begroet. Wjj zullen het stukske van De Zeeuw even corrigeeren. dat Burgess aan Ten Hope alles om trent zjjn opgewonden bezoeker had verteld. Behalve, dat Ten Hope het ljjk en de kleeren van zjjn vriend zou herkennen, zou hjj ook antwoord ge ven op de vraag, wie de jonge dame was, met wie de overledene gezegd had, te zullen trouwen.Wat den recher cheur belang inboezemde, was te weten, of Ten Hope onkundig zou zjjn van den tragischen dood van zjjn vriend, terwijl toch de couranten vol waren van den moord en een uit stekende beschrijving gaven van zijn uiterlijke verschijning. De eenige wijze, waarop Goudsmit het onverklaarbaar zwijgen van Ten Hope kon ophelderen, was, dat hjj misschien uit de stad was geweest, en zoodoende geen cou ranten had gezien. Als dat zoo was, kon hjj wegblijven voor onbepaalden tjjd, ot misschim binnen enkele dagen terugkomen. In ieder geval was het wel de moeite waard, om 's avonds uaar de kamers van Burgess terug te gaan, want Ten Hope kon terng z{jn en zjjn vriend kom m bezoeken. Nadat Goudsmit thee gedronken had, zette hjj zjjn hoed op en ging naar den Willemsparkweg, hoewel hjj zich niet verhelen kon, dat de mogelijkheid, den vriend van den overledene te treffen, zeer klein was. Juffrouw Verwtjck deed de deur voor hem open en bracht hem nu niet naar baar eigen zitkamer, doch naar een meer weelderig ingericht vertrek, dat, naar Goudsmit giste. Eerste onwaarheid: de heer Rood huizen is geen predikants-zoon. Tweede onwaarheid: Toen de heer Roodhujjzen te Amsterdam de bewuste woorden ook niet zóó, als De Zeeuw ze neerschrilft had uitgesproken, werd er niet gelachen. De heer Rood- faujjzen critiseerde in ernstige bewoor dingen het feit, dat de -adja van Lewa, een hoogst ongunstig h ikendstaand in dividu, datzich aan de ergstemisdaden schuldig maakte en daarom verbannen werd een nog zeer zachte straf teruggezonden is op aandringen van ds. Wielenga en... omdat hjj christen is geworden. Men weet nu, en niet ten onrechte, dat de radja zich aan nieuwe gewelddadigheden suhuldig zal maken. Ziehier nu wat de heer Rood hujjzen, op dit feit doelende, zeidat de heer Scheurer zich van al deze dingen afmaakt met den bjjbel-text: „Predikt het Evangelie aan alle crea turen", alsof hij er op wilde laten volgen,En de rest zal mjj een zorg z(jn", m. a. w. welke wantoestanden ook in IndiS worden geschapen. De heer Roodhujjzen sprak dus een ver onderstelling uit. Dat is heel wat anders. Derde onwaarheidde heer Rood huyzen heeft, over de verkiezing in Ommen, noch in eerste instantie (10 December j.l.), noch in tweede instan tie (16 Dec. j.l.) de woorden gebezigd „De Heere heeft gegeven'enz. Dit is een leugen van De Zeeuw. Vierde onwaarheid: de linkerzijde der Kamer kon om deze uitdrukking niet „luid lachen', om de eenvoudige reden, dat ze door den heer Rood huyzen niet gebezigd is. Eo nu vragen wjj in gemoede wat blijft er van al deze insinuaties aan he: adres des heeren Roodhuyzen over? Geen syllabe. Het is alles uit den duim gezogen. üaiteniand. Vrede In uitzicht. Is het onder den indruk van het Kerstfeest, de dagen van vrede en eendracht, dat de bultenlandsche pers de gebeurtenissen in en over den Balkan door een zoo optimistischen bril beschouwt, of zjjn er werkelijk teekenen, dat het bloedige oorlogsjaar niet ten einde zal gaan, alvorens een door beide partjjen geteekende over eenkomst de tot stand koming van een duurzamen vrede op den Balkan heeft verzekerd Want de vredeson derhandelingen te Londen, die reeds zoo dikwjjls door de halsstarrige hou ding der Turksche gemachtigden moesten afgebroken worden, zjjn nu in een stadium gekomen, waarin met recht een spoedigen en voor alle partijen geschikten afloop verwacht kan worden. In de laatste zitting is door do Turken niet meer over de approviandeering van Adrlanopal ge sproken en hebben zjj zich evenmin verzet tegen de aanwezigheid der Grieksche gedelegeerden. Bet is moei- ljjk, deze plotseling tegemoetkomende houding der Turken te verklaren. eens bewoond was geweest door Bur gess. Hjj keek de kamer rond en zjjn meening omtrent het karakter van den dooden man was dadelijk gevormd. „Een verkwister", zei hjj bjj zich zelf, „iemand, met veel vrienden en mogeljjk ook vjjanden". Wat Goudsm.it tot die overtuiging bracht, was hetgeen hjj om zich heen zag van But-gess' levenswijze. De kamer was mooi gemeubeld, de men- beien van donkerrood fluweel, de gordjjren voor de ramen en het vloer kleed van dezelfde kleur. „Ik hield net goed in orde", zei juffrouw Van Wjjck met oen glimlach van zelfvoldoening op haar hard ge laat. „Als men jonge menschen op kamers hebben wil, moeten ze goed gemeubeld zjjn en mjjnheer Burgess betaalde goed. Wat zjjn eten betreft, was hjj vrjj lastig en ik ben maar een gewone kookster, al die Fransche dingen, die iemands maag bederven, kan ik niet klaarmaken." De kap op de gaslamp was geel bleek van kleur en daar juffrouw Van Wjjck, in afwachting van Goudsmit's komst, het gas had aangostoken, viel er een zacht licht in de kamer. Goud smit stak zjjn handen in zjjn groote zakken en liep langzaam door de kamer, met een nieuwsgierigen blik alles opnemend. De wanden waren bed'kt met afbeeldingen van be roemde paarden en bekende jockeys. Deze werden afgewisseld door por- De complimenten van moeder en hier is een bus Moeder zegt dat Rona Cacao ook zoo goed is voor grootmoeder en o. het smaakt zoo lekker, alte dagen krijgen wij een paar koppen. ALTIJD EEN WELKOM GESCHENK. Men vermoedt, dat de groote mogend heden Turkjjo wel duideljjk znllen hebben gemaakt, dat het van nitstel niets had te verwachten en dat het op den stenn der groote mogendheden niet behoefde te rekenen. Langen tjjd toch heeft Tnrkjje gehoopt, dat het, door het doen mislukken der vre desonderhandelingen, de mogend heden als bemiddelaars kon doen op treden en daardoor sterker tegenover de verbondenen zou komen te staan. Uit de artikelen in vele Engelsche bladen heeft het Tnrsche rijk echter ten duidelijkste kunnen zien, dat de tnsschenkomst der mogendheden ten slotte nog wel heel gevaarljjk zon kunnen worden. De eischen, door de verbondenen thans voor het sluiten van den vrede gesteld, komen in hoofdzaak hierop neer, dat Tnrkjje slechts een klein gebied in Europa, met Gallipoli en de Dardanellen zon behondeD, en dns al het overige Enropeesch gebied ook de eilanden zon moeten afstaan. Woensdag heeft de Turksche minister raad over deze eischen beraadslaagd De algemeene verwachting is, dat Tnrkjje ten slotte alle eischen der bondgenooten zal inwilligen, al wordt in Turksche offlcieele kringen ver klaard, dat men liever den oorlog opnieuw zal beginnen, dan Adrianopel aan Bnlgarjja afstaan. Een gevaar voor fretten van tooneeldames, meest Am- sterdamsche actrices, zeker eens door den overledene aangebeden. Boven den schoorsteenmantel hiDg een pjjpen- rek, daarboven, daarnaast en daar onder hingen portretljjsten in allerlei kleuren, waarnit mooie gezichtjes keken. Het was een opmerkelijk feit, dat al die portretten van dames waren en dat er geen enkel mannelijk ge zicht bjj was. „Gek op de meisjes, zie ik" zei Gondsmit en bewoog zjjn hoofd in de richting van den schoorsteenmantel. „Een troep nietten I" zei juffrouw Van Wijck njjdig. „Ik heb mjj nooit zoo geschaamd, als toen ik ze moest afstoffenzoo zonder kleeren, 't is of ze zoo pas uit haar bed komen, maar meneer Burgess scheen daarvan te honden'. „Dat doen de meeste jonge mannen", antwoordde Gondsmit droog en hjj liep naar de boekenkast. „Beesten 1" zei de vrouw deshnizes. „Ze noemen zich de heeren van de schepping, alBOf de vrouwen voor niets anders waren gemaakt dan om geld voor hen te verdienen, dat zjj ver drinken, zooals mjju m n deed. die nooit genoeg scheen te hebben Ik ben maar een arme vrouw, die alleen staat zonder gezin. Goddank 1 Want de kinderen zonden misschien de ge woonte, om te drinken, van hun vader hebben overgenomen." Mgnheer Gondsmit nam geen notitie van dien uitval tegen de mannen, vertraging van de onderhandelingen is zeker wel het optreden van onverant woordelijke partjjen in het Tnrksche rjjk, die, speculeerende op den oorlogs- lnst van een gedeelte van het leger, den strjjd wenschen voort te zetten. En met name van de Jong Turken, die in een veranderden toestand politiek voordeel hopen te behalen, dreigt hier ernstig gevaar. Het is dan ook te hopen, dat de regeering door een krachtig optreden de oorlogspartjj te sterk zal bljjken. Hoewel aan Tnrkjje is medegedeeld, wat de verbondenen alB oorlogsbuit zich toegewezen wenschen te zien, is vaneen onderlinge verdeeling van dien bnit onder hen nog niets bekend Ook die verdeeling kan wellicht nog tot heel wat moeilijkheden aanleiding geven. Hoewel dus de vredesonderhande lingen goeden voortganghebben,duren de gevechten in den Balkan voort. De Turksche troepen hebben voor Skoetarl aanzlenljjk terrein gewonnen en doen vanuit de vesting geregeld uitvallen. Na een verwoed gevecht met de Ser viërs zon het hun gelukt zjjn, levens middelen en ammunitie van buiten af binnen de vestine te brengen. Ook zonden zjj verschillende door de Ser viërs genomen stellingen weer heroverd hebben. Daartegenover staat weer een bericht nit Athene, dat drie Macedoni sche divisies de omgeving van Janina maar keek naar het boekenkastje, dat grootendeels Fransche romans en sport bladen scheen te bevatten. „Zola", zei Gondsmit nadenkenden nam een licht, geel boekje ter hand. „Ik heb van hem gehoord; als zjjn romans even slecht zjjn als zjjn repu tatie geef ik er niet veel voor, om ze te lezen". Er werd gebeld en juffrouw Van Wjjck sprong haastig op. „Dat zal meneer Ten Hope* zjjn", zei ze en de rechercheur haastte zich, om bet bonk weer in het kaBtje te zetten. „Ik krjjg nooit bezoek 's avonds, want ik ben een weduwe, die alleen leeft. Maar als hjj het is, zal ik hem hier brengen". Zjj ging de kamer alt en Gondsmit, die scherp toeluisterde, hoorde een mannestem vragen of meneer Burgess thuis was. „Neen, meneer, dat is hjj niet" ant woordde de wednwe, -„maar er is een heer op zjjn kamer, die naar hem gevraagd heeft. Wilt n niet binnen komen?" „Om een oogenblik te rusten", ant woordde de bezoeker en onmiddellijk achter juffrouw Van Wjjck verscheen de meest imieme vrier d v»n wjjlnn Burgess. Hjj was een lange, s.anke man, met blond krullend haar, een gee'bloode knevel, m één woord een aristocratische verschjjning. Hij was goed gekleed en had een koel, on verschillig nlterljjk. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1912 | | pagina 1