N°, 150 1912, Donderdag 19 December. 99'te jaargang. Nieuwjaarswenschen INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. (■OESCKE Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. jPr8s per kwartaal, in Goes f 0,75, bniten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. inzending van advertentlön op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. C01 KW"'. De prijs der gewone ad vertentiën is van 1-5 regels 50 ct., elke rog») uieor 10 st. B® directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word. de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels a 1,— berekend. Bewijsnummers 5 cent. Telefoonnummer 23. Directeur A. F. A. van Setbes. Uitgave vau de Naaml.Veunootscltap aGoeethe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. tan Santen. BES* Zij, die zich met ingang van 1 Januari a.a. op ons blad abonneeran, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. in het Nieuwjaars-nummer wor den, zooals gebruikelijk is, bij vooruitbetaling geplaatst tegen 35 cent voor hoogstens 8 regels. jfaÊf Deze advertentiön zullen Maandag 30 December, vóór 's middag* twa if uur, aan ons Bureau bezorgd moeten zijn. DE ADMINISTRATIE. Al te doorzichtig. Het vrijzinnig concentratie-program is als een roode vlag in den mist, heeft de Minister-president Heemskerk verkondigd, en hg moet, toen hy deze woorden sprak, een gezicht gatrokken hebben, dat een cateehiseer-meeater nit de onde doos tot eer zon kannen strekken. De heer Roodhnyzen heeft den Minister-president toegegeven, dat er inderdaad een nevel hangt, een nevel, waarin de coalitie-trein zich voortbeweegt, de nevel van den famenzen gemeenschappeigken wortel des geloofs. Ook is het zeer aannemeiyk, dat de Minister-president iets roods heeft gezien. Maar dat is geen roode vaanhet is het roode seinlicht, dat op onveilig staat en waarschuwt, niet op den noodlottigen weg voort te gaan. De heer Roodhnyzen is inderdaad dichter bij de waarheid dan de Minis ter president. Het vrjzinnig concen tratie-program voor te stallen als „een roode vaan in den mlat" is dan ook al te belacheigk. Wanneer de rechtsche heeren eanige notitie nemen van het geen in sociaal-democratische bladen geschreven, van hetgeen door sociaal democratische woordvoerders, in en bniten de Kamer, gesproken wordt, dan zonden zjj dergelijke enormiteiten, zelfs al komen zy nit den mond van een hun welgevalligen Minister-presi dent, niet toejuichen kunnen. Immers het concentratie program richt zich niet slechts tegen de rechterzijdehet maakt ook front tegen de sociaal- democratie. Men leze er één bewijs uit de veie de jongste redevoerin gen des heeren Schaper in de Tweede Kamer slechts op na. Evenwelde rechtsche heeren zijn zoo onnoozel toch niet, als zij zich 4 "fküilletön! De tfrouw in 't Spai. Een crimineele Roman nit hooge kringen ni. „Op mijn woord van eer", zei recher- cheur Goudsmit, terwijl hij zichzelven in den spiegel bewonderde, „ik heb de laatste twintig jaar al menig lastig karweitje met sncces opgeknapt, maar dit is toch al drommels lastig i' Mijnheer Gondsmit was gewoon, als voor den spiegel stond, in zich zelf te praten. Daar hij van de politie was, eprak hy nooit met iemand over zijn zaken. Als hy behoefte had, zjjn ge moed uit te storten, ging hy in zijn ■laapkamer en sprak tegen den spiegef. Dat was een veilige manier. Hij maakte den spiegel tot vertrouwde van zfin geheimen en hield er van, daarbij zflu eigen rood en welvoldaan gelaat te zien. Als die kleine, goed- koope spiegel, waarin mynheer Goud smit iederen morgen staarde, had kannen spreken, zou er heel wat ont huld z#n geworden over geheimen en zeden van Amsterdam De spiegel zweeg evenwel als een diplomaat. Dezen morgen was de rechercheur buitengewoon geanimeerd in zjjn ge sprek met den spiegel. De zaak van den moord in het rjjtuig was hem in handen gegeven en na dacht hjj er over, hoe hij een begin zou maken met het ond erzoek. „Komaan I een ding met een eind moet een begin hebben en als ik het bagfn niet heb, hoe moet ik dan het voordoen. Wanneer zy in 1913 de boer moeten opgaan met het afgezaagde liedje van den éénen wortel des geloof s, maken z9 fiasco. Niemand gelooft daar meer aan; zij zeiven in de allerlaatste plaatB. Daarom willen zij het over een anderen boeg gooien en, hoewel deze kunstgreep ook verre van nieuw is, de goê-gemeente bang maken met het roode spook. Ziedaar de toeleg van Minister-president Heemskerk. En zQn u'tdrukking „een roode vlag in den mist", zal straks dankbaar worden geplagieerd door de Duymaers en de Oosterbaans, de Kolkm&ns en de Aal- berses, da De Vissers en de Anker mans. Men zjj echter op zijn hoede I Op daden kan de rechtsche coalitie niet wijzende gemeenschappelijke geioofswortel is in Ommen zoek ge raakt. Daarom, om althans eenige kans op Bucces te hebben, het vrij zinnig concentratie-programma als „een roode vlag in den mist* voorge steld 1 Waarom ook niet Op één leugentje meer of minder komt het den heeren der rechterzijde niet aan. Maar wy hebben wel zóóveel ver trouwen in het gezond verstand van ons volk, dat wjj den heeren kunnen voorspellen ook dat vliegertje van u zal niet opgaan 1 .Buitenland. De toeatand op den Balkan. Maandag zijn te .Londen de vredes onderhandelingen begonnen. Vooruit was bepaald, dat het voorzitterschap beurtelings zou worden waargenomen volgens de alphabetische volgorde van de namen der staten. Uit de nn enkele dagen gehouden besprekingen tus- acben diplomaten en afgevaardigden is gebleken, dat de verschillen van meening tusschen de bondgenooten en de Tarken een ernstig aanzien krggen, zoodat, in het begin der onderhande lingen, groote moeilijkheden te ver wachten zijn. Want in Turkije komt langzamerhand de oorlogszuchtige stemming weer boven. Gedurig zjjn nieuwe reserve-troepen uit Kleia-Azië aangebracht en door deze versterking van het leger voelt Turkije zich niet langer het verslagen en onderworpen land, maar weet het zich krachtig genoeg om, d jsnoods met geweld van wapenen, gunstige bepalingen te zjjnen opzichte te bedingen. Het gevolg daarvan is geweest, dat Nazim-pasja, de opperbevelhebber van de Turksche troepen, zich thans ook door de oorlogsstemming laat mede- sleepen en in een ministerraad aan drong op het afbreken der onderhan delingen of in ieder geval op een zoo halsstarrige houding bg die onder handelingen, dat zjj vanzelf zonden worden afgebroken. eind vinden De zaak staat zoo gegeven een man laten we zeggen een heer, die te veel op heeft en dus niet goed weet, waar hg aan toe is. Een ander, die over straat loopt, roept een aapje voor hem aan. Eerst zegt hy, dat hg hem niet kent en een oogenblik later bewjjst.hy dnldeliik, dat hjj hem wel kent. In een opwel ling loopt hjj weg, verandert van meening, komt terng en gaat in het rjjtaig zitten, na den koetsier gezegd te hebben, dat hp naar den Willems parkweg moet ryden. Dan vermoordt hg den dronken man met chloroform, gaat het rjjtaig nit, springt weer in een ander, rydt naar Watergraafs meer en ziedaar het raadsel, dat ik heb op te lossen, een raadsel, dat makkeig'k genoeg op te geven is, maar de oplossing... ho maar! Er zjjn drie dingen, die ontdekt moeten wor den. Eerstenswie is de doode man f Tweedens: waarom werd hy ver moord Ten derdewie deed het f Als ik het eerste maar heb gevonden, zal het misschien met de twee andere wel los loopen, want als men een man kent, kan men ook wel te weten komen, waarom een ander er oelang by heelt, hem uit den weg ta ruimen. De man, die den moord beging, moet er na- tuurlyk een motief voor hebben gehad. Maar welk Liefde Neen, dat was het niet, want in het werkeigke leven doen de menschen zoo'n stomme streek niet om de Ueide, dat gebeurt alleen in romans en op het tooneel, maar nit mgn ervaring ken ik zoo iets niet. Roof? Neen, want de vermoorde had nog geld genoeg in zyn zak. Wraak Ja, wraak voert de menschen meestal verder, dan ze eigenlQk wel wilden gaan. Er iB geen geweld gebruikt, Het is dan ook niet te verwachten, dat de onderhandelaars te Londen spoedig tot een algeheele oplossing zullen komen. De Engelsche minister, Sir Edward Grey, opende de samen komst met een in het Fransch gestelde redevoering, waarin hjj, namens den Engelschen koning, alle afgevaardig den welkom heette. De BulgaarBche en GriekBchejministers-presidenten en verschillende afgevaardigden voerden daarna het woord. Deze week zullen eveneens te Lon den de besprekingen tosschen de verschillende gezanten gehonden wor den. In goed Ingelichte kringen te Sint Petersburg is men van meening, dat de invloed van deze conferentie op de besprekingen te Londen reeds na enkele dagen zal bigken. Ondanks alle vredesonderhandelin gen wordt de stryd tusschen Grieken en Tarken met kracht voortgezet. Wat echter het resultaat van de ver schillende gevechten is, kan niet met zekerheid gemeld worden. Evenals in den Italiaansch-Turkschen oorlog schryven thans weer Grieken en Tarken zich de meest glorieuze over winningen toe. Ook van de gevechten tusschen Grieksche en Turksche sche pen, in de Egeïsche zee, valt niets posi tiefs te vermelden. Wel staat vast, dat de Turken in Skoetari weer een ver woeden nitval hebben gedaan, maar door de Moutenegrynen ternggeslagen werden. Evenals de Tnrken van plan schgnen, bg niet voldoening aan hnn eischen, naar de wapenen te grgpen, blykt ook Bnlgarjje nog alles behalve vrede lievend gezind te zyn. In de troonrede is het al medegedeeld, dat, zoo de vredesvoorwaarden niet de rechtma tige voldoening brengen, de strgd opnieuw zal worder. hervat. De bond genooten eischen nn eenmaal afstand van het gehaele Turksche gebied in Europa, met inbegrip van Adrianopel en iÜrk-Kiliase, dus tot op een kleine sti ook na, waarvan de grenzen nader zuilen moeten worden bepaald. Gebeurt dit niet, dan is hervatting van den stryd te wachten. Hoe het conflict tnsschen Oostenrgk cn Servië opgelost zal worden, blijft een raadsel. Hoewel voortdurend ver zekeringen gedaan worden, dat geen enkele mogendheid er aan denkt, den vrede om een Servische haven te verstoren, gaat de Donanmonarchle voort, zich tot de tanden te wapenen. Servië heeft thans besloten om, indien Oostenryk in den vorm van een ulti- matnm een antwoord eisoht, de raad gevingen van de mogendheden van de Triple Entente te volgen en, in overleg met haar, voornamelyk met Rnsland, een antwoord in te zenden. In dat geval kan van een Oosten- rgksch-Servisch conflict geen sprake want de kleeren van den doode waren niet geBchenrd. Het moet gebeurd zyn, vóór de ander het wist. Ik geloof haast, dat ik die kleeren niet vol doende onderzocht heb; er kan wel iets zyn, wat een aanwyzing geeft. In leder geval is het de moeite waard, ze nog eens grondig te onderzoeken". Nadat Gondsmit zich gekleed en ontbeten had, ging hjj naar het politie bureau, waar hy beval, hem de kleeren van den overledene te brengen H(j ging daarmee iu een hoekje zitten en begon zyn onderzoek Er was aan de jas niets byzonders, ze was goed en degeigk gemaakt, en met een zekere teleurstelling legde hy die weer weg, om het vest aan een nauwkeurig on derzoek te onderwerpen. Hier vond hjj iets, wat hem zeer interesseerdeeen zak aan den linker binnenkant. Goudsmit krabde zich het hoofd. „Wel drommels 1 'tls toch gaeu ge woonte, om znlk een zak te hebben in het vest van een gekleed pak, waar in men 's avonds uitgaatEn ik zie, dat die zak geen kleermakerswerk isi hy heeft dien zelf gemaakt od vry slecht ook. Hy heeft zich dus de mo ilie gegeven, zeif een zak te maken, zoodat niemand anders er wat van weten kou. Die zak moet iets van waarde hebben bevat, dat hy zelfs by zieh wilde dragen, als hy 's avonds uitging. Ahal daar is een torn, o er iets met geweid is uitgehaald. Nn zie ik het. De doode man bezat iets, wat de ander noodig had en wat hy wist, dat de doode by zich droeg. Hg ziet hem dronken, gaat in het rytnig en tracht te krjjgen, wat bij hebben wil. De man biedt weerstand, waarop de ander hem doodt door middel .van chloroform, EN-IS OVERAL ËRATIS VERKRIJGBAAR VOOR-ELIVKOOPER VAN JIT O L. O MARGARINE A EÜCT PER-POND meer zgnj en staan de mogendheden van het Drievoudig Verbond recht streeks tegenover die van de Triple Entente. Deze mogendheden znllen dan te beslissen hebben of de kwestie al dan niet met de wapens zal worden nitgemaakt. Volgens verschillende bladen zon Servië er zelfs niet aan denken, het advies der mogendheden niet jop te volgen en waar deze ge- meenschappeiyk slechts den vrede willen, zou een bloedige strgd zeker achterwege bly ven. Maar des te meer biyft de honding van Oostenryk daar om de aandacht trekken. Wanneer die monarchie immers vrede wensehte, zon zg niet, zooals nn, 300.000 man onder de wapenen roepen en de meest dat hg bg zich heeft. Bang, dat men het ontdekken zal, als het rjjtnig stil houdt, neemt hy, wat hy noodig heeft, zoo snel, dat het vest schenrt. Dat is dnideigk genoeg, maar de vraag is, wat was het, dat hg noodig had? Een doosje met jnweelen Neen, het kan niet iets van eenigen omvang zyn, als de man het altgd in een binnenzak van zyn vest droeg. Het was iets plats, dat gemakkeiyk in een zak gingeen document, een doeu- ment van waarde, dat de moordenaar in zyn bezit wilde hebben en waar voor hy den ander doodde." „Dat is alles goed en wel", dacht Gondsmit bg zichzelf, terwyi hy het vest weer neerlegde, „maar op die manier schenk ik al myn aandacht aan nummer twee, terwgi ik nummer één nog niet heb. De eerste vraag is wie is de vermoorde man Hy is een vreemdeling in Amsterdam, dat is vry duideiyk, anders zon iemand hem zeker wel hebben herkend na de be- achrgving, die gegeven is bij de uit geloofde belooDiog. Zou hy hier familie gehad hebben Neen, dat kan niet, anders zon men gezocht hebben, Maar één ding is zeker, hy moet op kamers hebben gewoond, want in da open lacht zal hij zyn verblyf toch wel niet hebben gehonden. Hg zon ook wel in een hótel gewoond kunnen hebben, maar iedere hótelhouder zou hem hebben herkend uit de beschry- ving. Het is meer waarsohynigk, dat hjj gewoond heeft by een of andere hospita, die geen conranten leest. Maar als dat zoo is, zou dan zyn hospita zieb, na zyn plotseling verdwynen, geheel stil gehouden hebben? Het is een heele week geleden. Dus zal ze wel geïnformeerd hebben. Maar als, uitgebreide maatregelen voor een oorlog nemen. Dat verontrast niet alleen Servië, maar geheel Enropa. De Servische regeering heeft zich by den Oostenrykschen gezant over deze oorlogstoebereidselen beklaagd en zal aan haar gezant te Weenen opdragen, op hoffelyke wjze de aandacht van de Oostenryksehe regeering eveneens te vestigen op de hinderlyke maatrege len, die tegen Servische onderdanen, die in Oostenryk reizen, genomen worden. Binnenland). Departement van Landsverdediging. Het plan is, de vereeniging van de wat ik onderstel, die man een vreem deling is, zal ze niet weten, waar ze navraag moet doendaarom zon voor haar, onder deze omstandigheden, de meest natnnrigke weg zyn, dat ze een advertentie plaatste. Ik zal daarom eens de couranten nakyken." Goudsmit kreeg een stapel verschil lende nieuwsbladen en keek nauw- kenrig de advertentie kolommen na, waarin vermiste vrienden oi menschen, die iets in hnn voordeel willen hooren, gewoonigk worden gewaarachnwd. „Hy is vermoord", zei Gondsmit bg zichzelf, „op een Vrgdagmorgen tus schen een en twee nur en kan tot Maandag zyn weggebleven, zonder dat verdenking behoefde te rgzen. Op Maandag zal de juffrouw zich niet op haar gemak bevonden hebben en Dinsdag is z8 gaan adverteeren. Dus moeten wy in de conranten van Woensdag kyken." In de Woensdagsche couranten stond echter niets en in die van Donderdag evenmin; maar in een blad van Vry dag las by „Daar de heer A, C. Burgess sindB een week niet op zyn kamers, Willems- p.rkweg 343, is geweest, wordt hy beleefd verzocht, m-de te deelen, of hy aldaar nog terugkeert. Zoo niet, dan kunnen de kamers verhuurd worden. Wed. Van Wgck." „A. C. Burgess", herhaalde Gond smit langzaam „en de letters op den zakdoek, welke den vermoorde toe behoorde, waren A. C. B. Ik ben be nieuwd, of de weduwe Van Wyck iets van de zaak weet. We zullen in ieoer geval een» op onderzoek uitgaan.* (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1912 | | pagina 1