N°. 144 1912. Donderdag 5 December. 99,te jaargang. vijftig cent, EenPremie voor onze Lezers. Avonturen van een Goeschen jongen in Amsterdam, 4 FEUILLETON. Oe Geest van Jan Steen. Buitenland. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Verschijnt iedere 14 dagen en is overal gratis verkrijgbaar voor iederen kooper van SOLO Margarine a 45 ct. per pond. GOESCIIE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prfja per kwartaal, In Goes f 0,75, buiten Goes, franco 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. inzending van advertentlën op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. COURANT. De prfls der gewone advertentlën is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ot. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels i 1,berekend. BewQsnummers 5 cent. Telefoonnummer 32. Directeur A. F. A. van Sbtbbs. Uitgave van de Naaml.Vennootschap ,Goes*he Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen. ZIJ, die zich met ingang van 1 Januari a.a. op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Tan de 400 exemplaren van het uitnemend kinderprentenboek hebben w(j er nog slechts een 40-tal over. Wie voor zijn kinderen dit prachtwerk nog niet heeft gekocht voor don luttelen prjs van haaste zich, dit alsnog te doen. Na Zaterdag a.s. bestaat daartoe gaan gelegenheid meer. DE ADMINISTRATIE. Daar zit de kneep l Het (roomsche) Centrum was dezer dagen hnilerig gestemd. Aangezien het blad erkennen moet, dat het „kos telijk" Kabinet-Heemskerk niet tot een enkele daad van beteekenis in staat is, doch znlks niet erkennen toil, zoekt het naar wat laag-bjj-de-grond- sche excuses. Het dankbaarste exeuns voor de onbenullige rechterzijde is natanrl(jk: de obstructie van links. Wanneer de redactie van Het Cen trum een oogenblik eerlijkheid wilde betrachten, zou z(j tot de bekentenis komen, dat links geen obstructie voert. Het is een bewuste leugen, waDneer een zoogenaamd .christelijk" orgaan beweert, dat de oppositie door voort durends veelpratery het zoover heeft gebracat, dat de behandeling van het invaliditeits-ontwerp geschorst moest worden. De zaken staan gansch anders. De rechterzijde kreeg van dr. Knyper bevel, te zwijgenhet ontwerp moest er in den kortst mogeltjken tijd worden doorgejast. Het volksbelang was bij zaak; alleen met klooster-snbsidies, bevoorrechting van de bijzondere school baantjes jagerB diende rekening gehouden te worden. Daarom wilde de coalitie althans met iets voor de kiezers komen, om, na dezen om den tuin te hebben geleld, opnieuw de macht te erlangen. En de linkerzjde zou dit alles rus tig aanzien? Zjj zou, zonder protest, dulden, dat, op bevel van een man als dr. Kuyper, wien slechts eigen glorie ter harte gaat, de sociale wet geving op haar kop werd gezet Had zjj zulks geduld, dan zou het nage slacht kannen zeggen, en met recht, dat ook ter linkerzjde de volks-be- langen niet veilig zjjn. Gelukkig heeft Oorspronkelijke Spiritistische Novelle, DOOK Ti. N. A. ,Wat is dat riep h(j verwijtend, „twisten in m(jn huis, in dit vertrek, voor altjjd gewijd en beroemd door de aanwezigheid van een der grootste en meest begaafde geesten Kom, laten we verstandiger zQn 1 Liefde en twist zjjn de grootste dwaasheden in 't menschelijk leven 1 Laten we het werk van den geest bewonderen". Zfin kalme, overredende stem bracht me tot de werkelijkheid terug. Ik zag in het rond. De kamer, waarin wjj ons bevonden, was onge veer vier bij vjjf meter, maar bijzonder hoog. Henbels waren er bijna niet aanwezig. Bjj de gangdeur stonden een paar kleine kastjes en een ouder- wetscho piano; achter in den hoek, waar de tusscbendeur uitkwam, zag ik het schrijfbureau, waarover de schemerlamp haar groene, afhangende kap welfde. Op den vloer, vlak onder den schoorsteen, lag een Ghineesche vaas in dnizend scherven, hier en daar een papier, een vouwbeen, wat verder een penhouder, alsof de geesten duch tig hadden huisgehouden met den in houd van 't antieke schrijfbureau. Over het altgetrokken blad daarvan lagen alle papieren in de grootste wanorde verspreid. Bij den poot van links een beter inzicht gehad en niet duidelijker dan door die zoogenaamde, uit den duim gezogen veelpraterjj kon het Nederlandsche volk voor het misdadig bedrijf der rechterzijde wor den gewaarschuwd. Het (roomsche) Centrum schrijft voorts klakkeloos neer, dat de linker zijde het thans er op toe schijnt te leggen, dat de Staatsbegrooting vóór Kerstmis niet afgehandeld wordt. Een nienwe bewuste lengen. Bnitenlandsche zaken en Jnstitie op de eindstemming na, noodig geworden door een afzonderlijke be handeling van art. 3 zjjn reeds klaar. Koloniën duurt lang dit jaar, doch alleenlijk door de schnld van Minister De Waal Malefijt zelf, die tot verzet geprikkeld heeft door zijn uiterst ge vaarlijke zending-politiek. En weder omzon de linkerzijde, zonder in het parlement op de krachtigst mogelijke wijze protest aan te teekenen, mogen toestaan, dat men, alleenlijk om offers te brengen op het altaar der schijn heiligheid, onze koloniën in ernstig gevaar brengt Het Centrum moest verstandiger zUn. Dat het zoo'n ellendig gangetje gaat, het is alleenlijk de schuld der regeering, welke voor haar taak niet berekend blijkt. Aan een „getuigende" regeering heeft ons land niets. Ons land, ons volk vraagt een bestuur, dat werkelijk tot besturen in staat is. En w(j zonden al te onbillijk wezen, zoo iets van het droevig Kabinet- Heemskerk te eischen Brutaal Plagiaat. Het Maandag-avond verschenen nr. van de zieh christelijk-historlsch noe mende Zeeuw ving aan met een gedichtje G{j badt op oenen berg alleen, en... Jesu, ik en vind er geen waar 'k hoog genoeg kan klimmen om U alleen te vinden. De Zeeuw vermeldde als bron van dit gedichtje, waarvan wij alleen de eerste vier regels citeeren, ...De (antirev.) Rotterdammer. Dat de redactie van het zich ten onrechte christelijk-historlsch noemend orgaan niet beter weet, nemen wy onmiddellijk aan. Maar De (antirev.) Rotterdammer heeft een hoofdredactie, bestaande nit twee hoogleeraren van de „vrjje" Universiteit. Hebben zjj het bedoelde gedichtje waarlijk zonder meer in hnn blad dnrven opnemen Dit zon bnitengewoon kras z{jn. Het gedicht toch is vanGnido Gezelle. Den naam van den dichter vinden wij niet vermeld in De Zeeuw, welker redactie er klakkeloos onderzet: De Rotterdammer. En heeft ook het Botterdamsche antirevolutionaire or gaan den naam des diehtera verzwe gen, dan is hier een bnitengewoon brntaal plagiaat gepleegd, waarop de aandacht gevestigd dient te worden. een stoel stond een schilderspalet half overeind, de verf was nog nat en vormde kleverige, bonte mengsels. Toen trok Hudson een laadje open en haalde er een stnk schildersdoek alt. „Zijt ge bekend met de methode van schilderen onzer groote meesters?" vroeg hy me. Ik antwoordde bevestigend. „Ziet", zeide hjj en legde het doek voor me neer, „wat is dit?" Ik bekeek het aandachtig. Over het geheele doek was een laag glin sterende, witte vernis gestreken, alsof kort geleden de veri er mee was bedekt. Inderdaad, dit moest een Jan Steen zijn. Die kleuren, die eigenaardige schakeeringen, die nitbeelding zjjner alom bekende typen maakten vergis sen onmogelijk. „Nu vroeg Hudson in de grootste spanning. „Het is echt", zeide ik, „er valt niet aan tb twijfelen". „Maar", opperde Laroche, „zon er iemand te viaden zjjn, die 't als zoo danig zal erkennen?" „Ze moeten", riep ik opgewonden nit, „de echtheid kan geen oogenblik betwijfeld worden „Wat is het waard?" vroeg Hudson. Ia stilte taxeerde ikeen overmoe. dig denkbeeld maakte zich van m(j meester. Waarom zon ik het niet koopen Deze menschen hadden blijk baar geen verstand van schilderijen, beseften in 't minst niet de groote waarde van het stuk, dat door een toevallige omstandigheid in hun han den was geraakt. f De atrljd op den Balkan. .Uit Constantinopel wordt gemeld, dat de wapenstilstand gisteren ge sloten is. Mocht dit juist zijn, dan hebben de onderhandelingen al spoe dig tot een goed resnltaat geleid. Want 't bleef in de laatste dagen suk kelen met het sluiten van dien wapen stilstand. Over enkele onderdeelen bleek nog ernstig verschil van mee ning ie bcBtaan, voornamelijk over de nienwe grensregeling. Constantinopel met de Dardanellen en een gedeelte langs de Zwarte Zee zon wel Tnrkseh bljjven, maar hoever of de noorde- lilke grenslijn zou loepen, was nog een kwestie, die men van Tnrksche zijde anders dan van Bulgaarsche zijde bezag. Tnrkjje zon natuurlijk graag Adrianopel willen behonden en stelde daarom een grens voor, die bepaald wordt door den loop der Maritza, van den mond aan de Egelsche Zee tot aan Adrianopel en vandaar in een l{jn naar de Zwarte Zee. Bulgarije daaren tegen was van maeniug, dat Turkije al heel bljj mocht zijn, als dit rijk het ge bied achter de Tsjataldzja-linie mocht behouden. De onderhandelingen znllen dus ook wel op een tussehenvoorstel uitgeloopen zijn. In het protocol, be- treffeade een wapenstilstand, is o. a. opgenomen, dat, gedurende den tijd, dat de vijandelijkheden gestaakt wor den, Adrianopel en Skoetari van leef tocht voorzien znllen worden, en de Grieken de blokkade van de Tnrksche havens znllen opheffen. (Griekenland scbijnt hierin das ook toegestemd te hebben). Het is anders te begrijpen, dat dit land tegen dergelijke voor waarden ernstig protesteerde Waartoe dient het wekenlang nithongeren van een vesting, als men zoo nu en dan even panseert om nieuwen leeftocht binnen de wallen toe te laten? Een wapenstilstand van veertien dagen zal in dat geval niet alleen opnienw wekenlange belegering noodzakelijk maken, maar bovendien het moreel van het vesting-garnizoen niet weinig ver beteren. Bovendien, wanneer Grieken land de blokkade van de Tnrksche havens opheft, zal Tnrkje zieh onmid dellijk van steenkolen voorzien, waar aan thans groote behoefte bestaat, zoodat men Turkije daarmede bijzonder in net nanw gedreven heeft. Uit alles biykt wel, dat de Grieken, in tegenstelling met de Bnlgaren, den wapenstilstand niet noodig achtten en dat de voorwaarden, waaronder deze tot Btand zon komen, nog tot ernstige geschillen tnsschen de verbondenen hadden kannen leiden. De verhouding tnsschen Griekenland en Bnlgarije laat tenminste alles te wenschenover.Beeds hebben wij gemeld, dat Bnlgaren en Grieken in botsing kwamen om het bezit van Seres, in welk gevecht 200 Bnlgaren gesneuveld zouden z{jn en telkens blijkt weer, dat naijver en „Ik wil n er dadelijk 5000 francs voor betalen", zeide ik en keek in verwachting naar mijn gastheer. Hadson weifelde een oogenblik en wisselde een snellen blik met Laroche. Plotseling stond miss Chess ter aan mt'n zijde en legde, met een betoo- verend glimlachje, haar arm c»p m{jn schouder. „Geef tiendnizend', zeide ze .zacht, „ge weet, dat het dit waard is'. Eén seconde was ik in tweestrijd, maar de druk van den arm der jon ge vronw maakte me willoos. „Afgesproken", stemde ik opga- wonden toe, „10000 francs, maar ik heb ze niet hier". Hadson stond op, liep naar de schrijf tafel en sohreel iets op een vel papier. „Wees zoo goed, dit bewijs te tee kenen*, zeide hy en legde het voor me neer. Ik zette mijn naamHudson stak de schuldbekentenis bij zich en verliet de kamer. Op hetzelfde oogenblik klonken korte, krachtige hoefslagen door den stillen nacht „Uw rijtuig, mijnbeer", zeide Laroche, „mag ik zoo vr(j zijn, n te geleiden Ik keerde me om, teneind e afscheid te nemen van de jonge vrouw. Zü was plotseling verdwenen. „Kom", zeide Laroche mw, „wat talmt ge nog Neem nw sc hilderstnk en volg me". Werktnigeiy k volgde ik hem. We kwamen in dezelfde, donkere gang, doordezelfd t, geheim zinnige poort en, vóór ik 'twist, zat ik in het rijtuig en reed naar hnis. Dien naeht had ik rust noch duur. In mjjn hoofd hamerde en .klopte het onderling wantrouwen, ook over het bezit van Saloniki, deze bondgenooten meer en meer van elkaar verwijdert. Aan de waarschuwingen der mogend heden, betreffende Albanië, schijnen Serviërs en Grieken zich weinig te storen. De Serviërs hebben,volgens een officieel bevestigd bericht, de stad El Bazan in Albanië, zonder verzet, genomen en een Grieksehe kanonneer boot heeft het wachthuis van den onderzeeschen kabel te Wa'ona bn- met geweldige slagen. Een onbegrijpelijke angst 'maakte zich by 't overdenken van den zonder lingen avond van my meester TegeD den morgen viel Ik in een onrustigen slaap en stond laat op met een ge weldige hoofdpyn. Mjjn eerste ge dachte was, naar de schlldery te zien. Het vernis was gedroogd en liet duide lijk iedere byzonderheid uitkomen. Er was geen twijfel mogelijk, de schilderij was echt. Voor alle zekerheid riep ik een rijtuig aan, pakte het stuk voorzichtig in en reed naar een myner vrienden, een kunsthandelaar. Zoo iemand, dan zon hij de echtheid erkennen- „Wat Is dit?" vroeg ik in spanning en toonde het schilderstok aan zijn verbaasde blikken. „Groote godenriep hij ontzet nit, „dat is de Jan Steen, die terleden week nit het stedelijk museum ge stolen isl* „Gestolen?" hijgde ik. „Waarachtig 1 Tot nu toe is er geen spoor van ontdekt. Hoe kom je er aan Ik was niet in staat te antwoorden. De groote omvang van het brntale bedrog had me sprakeloos gemaakt. „Wat zal ik u verder zeggen?" vervolgde de heer James zuchtend. „U kent natunriyk het vervolg van de geschiedenis, 's Morgens, lang voor dat ik opgestaan was, is by mijn bankier op vertoon van een door my geieekende cheque een bedrag van 10000 francs uitbetaald En het huis, waar ik zulke ontzettende avonturen doorleefd had, werd denzelfden dag schoten. Ü38SSS De beoordeeling van het Oosten- rijksch-Servisch conflict is te Weenen niet gewijzigd. Men geeft daar toe, dat de toon van de Servische perB gematigder is geworden, al is Ser vië dan ook nog niet tot beperking van zijn eischen gekomen. Men gelooft algemeen, dat het gerucht, als zou Bus- land de aanspraken van Servië niet steunen, onjuist Is. Veeleer is nit ver schillende gebeurtenissen op te ma- nog nauwkeurig doorzocht. Alles lag precies eeDder als den vorigen nacht, maar van de bewoners was geen spoor meer te vinden. Niemand kende ze en niemand had ze gezien". „En wat wenschte n nu van mij vroeg de inspecteur vriendeiyk. „Er is te New-York een jonge dame gestorven, haar beschrijving trof me en herinnerde my aan deze geschie denis. Bij de arrestatie van een bende valsche monters bekwam ze een sabel houw en stierf dienzelfden nacht. Uw betrekking brengt n in aanraking met veel van deze lieden en bovendien, het misdadlgersalbnm is onder nw berusting, zon n misschien „Hoe was de naam van de ge storvene „Eline Bank, meldde de courant." „Inspecteur Winkler stond op en zocht eenige oogenblikken tnsschen den enormen voorraad misdadigers- portretten in de kast achter hem. Eindelijk keerde hy zich om, legde een klein portretje op de tafel en las aan de achterzijdeEline Bank. meer bekend als Maria Josine Cbesster, zes en-twintig jaar, laatst gewoond hebbende te Pariis, vermoedelijk naar Amerika vertrokken, een der gevaar lijkste avonturiersters van dentegen- woordigen tyd Langzaam kwam de heer JsmeB dichterby en keek over den schouder van den inspecteur. Van 't kleine portretje keken een paar doordrin gende oogen naar hem op. „Ja", zeide hy, „dat is ze". EINDE.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1912 | | pagina 1