N°. 124 1912
Zaterdag 19 October,
998te jaargang.
Bij dit do, behoort eeo
Bijvoegsel
26 FEUILLETON.
Het eenzame Kasteel.
GÖESCHE
CÖEKANT.
Telefoonnummer 32. Directeur A. F. A. tan Setbbs. Uitgave van de Naainl.Vennootschap ,Gk>esehe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
Oe^nitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Pr(js per kwartaal, in Goes f 0,75, Puiten Goes, franco 1,25.
Afzonderlijke nommers 3 cent.
Inzending van advertentie» op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer 10 ct.
BJj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels h f 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
tegenstander op politiek gebied niet
kon getuigd worden van het Kabinet-
Kuypar, hei welk van 19011905 aan
het bewind was, noch van het huidige
Ministerie-Heemskerk.
Doch.dat de politiek thans zwijge
Bij de vele gelukwanschen, welke
inr. Goeman Borgesius zijn geworden,
voegen wij uit den grond van ons
hart de onze. Veel heeft de uiterst
sympathieke jubilaris voor ons land
en volk gedaanveel wordt nog van
hem, den jeugdigen vijf-en-zestig
jarige, voor ons land en volk ver
wacht. En wij kannen mr. Goeman
Borgesius. HG zal de laatste zijn, om
deze verwachtingen te beschamen.
Gemeenteraad van Goes.
Zitting van Donderdagavond 8unr.
Voorzitterde heer J. B. de Beau
fort, burgemeester.
Afwezig de heerenDonner en De
Witt Hamer, beiden met kennisgeving.
Da notulen van de vorige zitting
worden vastgesteld.
Tot de ingekomen stukken behoo-
ren eenige dankbetuigingen voor in
de vorige zitting genomen besluiten,
een proces verbaal van kasopneming
van den gemeente-ontvanger en eenige
goedkeuringen van raadsbesluiten door
Ged. Staten.
Nog is ingekomen een exemplaar
van het 35ste jaarverslag van het
Waterschap „de Breede Watering be
westen Ierseke" en een adres van het
R.-K. kerkbestuur van de H. Maria
Magdalena te Goes, met mededeeling,
dat dit bestuur voornemens is, een
gebonw, aan de Vlasmarkt gelegen,
af te breken, om daar een nieuwe
school te doen bouwen. De gevel aan
de Stalstraat vormt thans echter een
onmogoljjke gebroken ljjn en wordt
ontsierd door uitbouwen van een
schoorsteen, een stoep en een hekje
om het keldergat, waarom het bestuur
de medewerking van den raad inroept
tot het verkrGgen van een beter aan
zien, door aanwijzing van een andere
rooilfjn, door genoemden gevel bij het
begin aan de Vlasmarkt 40c.M. voor
uit te laten komen en vandaar een
rechte lijn te trekken op het volgende
perceel, thans stalling van den heer
Van Kalmthout, of zelfs daar iets
achteruit te gaan.
Besloten wordt, dit adres om advies
in handen van Burg. en Weth. te stel
len.
Afschrijving of teruggaaf van be
lasting of schoolgeld wordt toegestaan
aan de heeren C. Sch^f, F. J. Myus-
sen, J. Kooi, J. Eckhardt, A. Butey'n,
M. B. v. d. Bliek, A. Sliedrecht, A.
W. A. Ross, M. van Breen, J. W.
Sinke, F. D. van der Monde, C. Kloos
terman, W. Vroegop, I. do Meij, A.
Sliedrecht, H. A. Raams, J. S. Janssen
en G. Dirkzwager en de dames H. P.
Boudewijnse en wed. H. Burggraaff.
Vastgesteld wordt het le suppletoir
kohier van schoolgeld aan de meisjes
school, cursus 1911—1912, tot een be
drag van f 5.
Nog worden vastgesteld hat 3e sup
pletoir kohier van sehoolgeld voor
school A, cursus 1911—1912, tot een
bedrag van f 25,60, het primitief ko
hier van schoolgeld voor school A,
cursus 19121913, ten bedrage van
f 1265,20 en het primitief kohier van
schoolgeld voor de meisjesschool, cur
sus 19121913, bedragende f 1005.
De begrooting voor 1913 van het
B. A. wordt overgelegd. Zij bedraagt
in ontvang en uitgaaf f 97226 50.
De begrooting wordt goedgekeurd.
Goedgekeurd wordt eveneens de be
grooting voor 1913 van het Gasthuis-
bestuur, in ontvang en uitgaaf bedra
gende f 15533,35.
De gemeentebegrooting voor 1912
wordt met f 901,81 vermeerderd en
verminderd.
Ingekomen is een verzoek van de
Nederlandsehe vereeniging van school
artsen, om een verordening in het
leven te roepen met betrekking tot
het van de school verwijderd houden
van kinderen, die lijdende zjjn aan de
ziekten in de verordening genoemd,
of die tehuis in aanraking kunnen
komen met lijders aan die ziekten.
Burg. en Weth. meenen, onder over
legging van een rapport van den ge
meentegeneesheer, dat zonder aan
stelling van een schoolarts bezwaarlijk
aan het verzoek kan worden voldaan,
terwijl de gemeente-ficanciën h. i.
zulk een aanstelling niet toelaten,
ongerekend nog de bezwaren, die zich
mogelijk zouden kunnen voordoen ten
opzichte van de verschillende soorten
van scholen, die er in onze gemeente
bestaan.
Aanvulling in den geest van het
adres van het bepaalde bjj art. 8 van
de verordening, regelende het L. O.
in onze gemeente, welk artikel in
houdt, dat het hoofd der school een
zieken leerling van de school kan ver
wijderen, achten Burg. en Weth. niet
doeltreffend, aangezien deze verorde
ning alleen geldende ls voor de O. L.
scholen.
Zij stellen dus, op grond van een
en ander, voor, het schrijven voor
kennisgeving aan te nemen.
Den heer Pilaar spijt het, dat Burg.
en Weth. geen ander advies kunnen
uitbrengen.
HG ziet niet in, dat het onmogelijk
is, aan het verzoek te voldoen, zonder
aanstelling van een schoolarts. Wel is
het voor een onderwpzer moeilik, zelf
de ziektegevallen te ccnstateeren, maar
art. 8 der verordening op het L. O.
wGst toch ook reeds op een zoodanigen
toestand. Z. i. is een schoolarts in deze
onnoodig, en hij geeft Burg. en Weth.
daarom in overweging, een ander ad
vies uit te brengen.
De Voorzitter wGst er op, dat een
nieuwe verordening alleen toepasselijk
zou zün op de O. L. scholen. Het
kwaad heelemaal wegnemen kan men
dus toch niet.
De heer Pilaar zou toch eenige ver
betering willen aanbrengen, al zal men
dan niet aan het geheele verzoek
kunnen voldoen.
Mr H. Goeman Borgesius,
Een groot vaderlander heeft gis
teren gejubileerdmr. H. Goeman
Borgesius, oud-Minister van Binnen-
landsche Zaken, voorzitter van de
Liberale Unie. Gedurende vijf-en-
dertig jaren heeft hij onafgebroken
zitting gehad in de Tweede Kamer
der Staten-Generaal. En in dien tijd
ia hij in de gelegenheid gesteld ge
worden, ons land vele en gewichtige
diensten te bewijzen.
Allereerst heeft mr. Goeman Bor
gesius de zaak der vooruitstrevend-
vrijzinnigen met de pen gediend; in
1871 werd hjj hoofdredacteur van het
twee jaar te voren opgerichte Vader
land. Zes jaar later deed hü zjjn
entree, als afgevaardigde voor Win
schoten, in de Tweede Kamer en sinds
dien had hG zonder onderbreking
zitting in dit college. Nog altoos is
hü daar een primus inter pares.
Er zijn iu ons land weinig Staats
lieden, die op een zoo eervolle en
sucees-volle loopbaan kunnen terug
zien als mr. Goeman Borgesius. Hij
is een man van het echte ras Zü,
die het voorrecht mochten hebben,
hem ce leeren kennen, zullen hem
schetsen als een persoonlükheid, welke
men nimmer weer vergeet. Toen wy
voor het eerst met hem kennis zouden
m iken dit „persoonlijke" feit mag
hier wel vermeld worden zagen
WÜ tegen den gang eenigszios op
er bestaat ook een respectabele afstand
tusschen een ond-Minister, die zelfs
aan een Kabinet zün naam heeft
kunnen geven, een leider aener in-
vloed-rüke staatkundige partü, en een
eenvoudig kranten-man. Maar nauwe-
lüks één minuut waren wij met mr.
Goeman Borgesius onder vier oogen,
of er bestond geen beklemdheid meer.
Deze Staatsman is de goedhartigheid
in eigen persoon waar hij kan, reikt
hü de behulpzame handtrots is hem
ten eenenmale vreemd. UreD, met mr.
Goeman Borgesius doorgebracht, be-
hooren tot de aangenaamste, maar
tevens tot de meest leerzame.
Hü was en is een hard werker. Van
het oogen blik af, dat hü zyn intrede
deed ia ons parlement, heeft zün woord
gezag gehad En wat deed hü niet in
het belang van ons volk, tot hG door
de Koningin tot Minister van Binnen-
landsche Zaken was benoemd 1In
die vier jaren kwam een zeer byzon-
dere karakter-trek van den Staatsman
tot zy'n volle rechtniet slechts praten,
doch ook doen.En deze karakter
trek heeft het Ministerie, waaraan ook
zün naam verbonden werd, in waarheid
gemaakt tot het Ministerie van sociale
hervormingen.
Aan zün onvermoeibare werkkracht
heeft het Nederlandsehe volk een
aantal wetten van diep-ingry'pande
Roman van A. CON AN DOYLE.
Ik had er nog geen half uur ver
toefd, toen ik het knarsen van een
slot hoorde en de generaal de voor
deur uitkwam.
Tot mün verbazing was hü in uni
form, doch niet ia de gewone aaiform,
die thans bij het leger in gebruik is.
De roode jas was van een zonder
lingen snit en geheel verschoten
daarby droeg hü een broek, die oor
spronkelijk wit, nu vaal-geel was ge
worden. Met zün roode sjerp over de
borst en het rechte zwaard aaa zga
züde, leek hü wel een officier uit den
tüd van veertig jaren her.
Hü werd gevolgd door korporaal
Rufus Smith, die, nu goed gekleed en
welgedaan, naast zyn meester voort-
hinkte over het grasveld, in druk
gesprek met hem gewikkeld. Van tyd
tot tüd bleven ze staan en keken
scbichtlg om zich heen, alsof ze bang
waren overvallen te zullen worden.
Ik had liever den generaal alleen
gesproken, maar hiertoe geen kans
ziende, sloeg ik luide met mün stok
tegen de schutting, om hun aandacht
te trekken. Onmiddellük draaiden ze
zich om en uit hun gebaren merkte
ik op, dat ze hevig schrikten.
Toen zwaaide ik met myn atok boven
sociale beteekenis ta danken. Als de
voornaamste mogen wü noemende
Ongevallenwet, de Gezondheidswet,
de Woningwet en de Leerplichtwet.
Niet één Kabinet heeft nadien zóó
veel in 's lands belang tot stand
gebracht. En dit zün slechts de
grootste werken. Het zou ons begrü-
pelykerwyze te ver voeren, om alle
daden van het Ministerie, genoemd
naar de heeren Pierson en Goeman
Borgesius, hier op te sommen. Maar
enkele mogen nog gememoreerd wor
den de afschaffing van de plaatsver
vanging, welke in 1898 eindeljk haar
beslag kreegde oprichting van een
afdeeling Landbouw, waardoor de
grondslag werd gelegd voor de latere,
zoo gelukkige ontwikkeling van de
regearings-bemoeiïng met dien ge-
wichtigen tak van volkswelvaartde
afschaffing van de Rijkatollen op land
en, waterwegen; de keuring op de Boter-
wet; de wüziging der bepalingen
betreffende het straffen en de straf
rechtspleging teil aanzien van jeugdige
personen, enz. enz.
Natuurlük is de weg van mr. Goe
man Borgesius in de politiek niet
altoos over rozen gegaan. Hü heeft
zün banyders gehad en dit zün de
gevaarlükste vijanden, wjjl zij steeds
in duister werken. Maar het moet den
jubilaris een voldoening zün te weten,
dat allen, die niet door partjj-haat met
blindheid geslagen zün, zün naam met
eerbied en dankbaarheid uitspreken
En dat dankt mr. Goeman Borgesius
hieraan, wyl hü nooit eigen glorie,
doch alleenlGk 's lands belang op het
oog had.
En de felste tegenstander, de meest
onvermoeide bestrijder van het Kabi-
net-Pierson-Goeman Borgesius, het
Kabinet der sociale hervormingen,
moest dan ook met lof over dit bewind
spreken. Want dr. Kuyper en groo-
ter tegenstander heeft dit Kabinet niet
gevonden zei op 4 December 1900,
by de algemeene beschouwingen o /er
de laatste begrooting, welke het Ka
binet zou indienen, het volgende
Niet nit plichtpleging, maar
uit overtuiging begin ik ook mij
nerzijds met een woord van hulde
aan het Kabinet, én voor de
werkkracht, door meer dan één
Departement ontwikkeld, èn voor
de zaakkennis en degelijkheid,
soms ook weisprekendheid, waar
mede de ingediende wetsontwer
pen door meer dan één Minister
zün verdedigd. En ik voeg daar
aan toe een woord van dank voor
de hoflelykheid, wiarmede van
de Regeeringstafel één incident
uitgezonderd ook de oppositie
is bejegend geworden, en niet
minder voor den eerbied, d,en het
Kabinet getoond heeft te koesteren
voor de overtuiging van de min
derheden.
Wy hebben hier enkele regelen
gecursiveerd. Het is een beschamend
vonnis voor den woordvoerder van 4
December 1900, dat zoo iets door den
de schatting, om huu te tooaen, waar
het geluid vandaan kwam. Dit ziende,
kwam de generaal op mü toe, als
iemand, dia zich op het ergste voorbe
reidt, maar de ander pakte hem bü
den arm en trachtte hem te weer
houden.
Eerst toen ik mün naam uitriep en
hun verzekerde, dat ik alleen was, kon
ik hen er toe brengen, mü te naderen.
„Het doet mü allemachtig veel ge
noegen, je te zien, West", sprak de
generaal op harteljjken toon. „In
tyden als deze leert men zyn ware
vrienden kennen.Ik kan je niet vragen,
binnen te komen en een poosje te
blüven praten, maar zeg mg, wat je
hier komt doen."
„Ik was ongerust over u, generaal,"
zei ik, „want het is al langen tyd ge
leden, sedert ik u gezien of iets van u
gehoord heb. Hoe gaat het u?"
„Och, zoo goed, als men het onder
de gegeven omstandighaden kan ver
wachten. Als deze dag maar eerst
voorby is, meneer West, dan gaat het
wel weer. Wat zeg j g, korporaal
„Ja, gen iraal," zei deze, de hand aan
zün pet brengend als militair saluut.
„Morgen zyn we weer andere men-
achen."
„De korporaal en ik maken ons een
beetje bezorgd," legde de generaal
uit, „maar ik twyfel niet, of het zal
wel iosloopen. We zün allen in Gods
band en we kunnen niet meer doen,
dan op de Voorzienigheid vertrouwen
En hoe maakt gy het, meneer West?"
„la de eerste plaats heb ban we het
erg druk gehad," zei ik. „U heeft zeker
wel van de groote schipbreuk ge
hoord
„Geen woord," klonk het lusteloos.
„Ik vermoedde al, dat u door den
storm de signaalschoten niet kondt
hooren. Er is eergisteren een schip
gestrand in de baal een groote drie
master uit Indië.
„Uit Indië?" viel de generaal mü
in de rede.
„Ja, doch alle lui aan boord zyn
gelukkig gered en naar Glasgow ver
trokken."
„Allen?" vroeg de generaal met
lykkleurig gelaat.
„Allen, behalve drie vreemdelingen,
die beweren Boedhiatische priesters te
zün. Dezen zü'n van plan, eenige dagen
hier te vertoeven."
Deze woorden waren nauwelüks uit
mün mond of de generaal viel op zyn
knieëa neer en hief de lange magere
armen hemelwaarts. „Ach God I" riep
hü uit.
Maar langzaam richtte hij zich weer
op en mompelde: „Uw wil geschiede,
Heer!"
Door de opening zag ik, dat het
gelaat van korporaal Smith eveneens
doodsbleek was geworden en dat hü
zich het zweet van het voorhoofd
wisebte.
„Groote Hemel 1 na al d-ze jaren,
juist nu ik een gemakkelijk baantje
heb gevonden," Bteuade hü-
„Bedaard maar, mün jongen," suste
de generaal, opstaand en een here
houding aannemend, „wat het ook zyn
moge, we zuilen het gevaar onder de
oogen zien, zooals het een Britsch
soldaat betaamt. Denk eens aan, hoe je
in Chilltanwallah je kanonnen in den
steek moest laten, om naar een eska
dron te snellen, toen de Sbikhsche
cavalerie zich donderend op onze
infanterie wierp. Toen zyn we niet
teruggedeinsd en dat zullen we ook
nu niet doen. Ik voel mü al beter, dan
ik in jaren heb gedaan. Het was de
onzekerheid,die my langzaam doodde."
„En dat helsche getjingel," voegde
de korporaal er bü-
„Welnu, als het er dan van komen
moet, dan gaan we met elkaar dat
is ten minste een troost."
De generaal stak mü de hand toe.
„Vaarwel West," zei hg, „wees een
goed echtgenoot voor Gabriëlle en
bezorg myn arme vrouw een tehuis.
Ik geloof niet, dat ze je heel lang
zal lastig vallen. Vaarwel 1 God zegen
je, mya jongen."
Nu kon ik het niet meer uithouden
en ik riep: „Neen, generaal, dit kan
ik niet langer verdragen. Het heeft
reeds veel te lang geduurd!"
In mün drift brak ik een stuk hout
uit de schutting om mü beter met hem
te kunnen onderhouden.
„Wat bateekenen al deze wenken,
toespelingen en raadselachtige gezeg
den Het wordt hoog tijd, dat we eens
ronduit met elkaar spreken. Antwoord
mü, waarvoor is ueigenlyk zoo bang
Voor den dag er meeVoor deze
Hindoes Zoo ja, dan kan ik za krach
tens mijns vaders ambt immers als
De heer Van den Bout acht toege
ven aan de aanvraag onnoodig. Het
verzoek is zoo uitgebreid, dat hü niet
eens de namen van al de genoemde
ziekten kan uitspreken en hoe zou
een onderwüzer ze dan kunnen con-
st at eer en Bovendien, wordt de veror
dening nauwlettend nageleefd, dan
loopt men kans, dat geheele scholen
ontvolkt zullen worden.
Hü leest vervolgens de namen der
ziekten voor, maar staat er niet voor
in, dat hü ze alle goed nits preekt.
De heer Pilaar: „Dan zou ik ze ook
maar niet voorlezen."
De heer Risch meent eveneens, dat
de uitvoering van het verzoek zonder
schoolarts heel moeilijk zal zün.
De heer Pilaar handhaaft zijn mee
ning. Wellicht bedoelen de Latünsche
namen heel gewone ziekten, die iedere
onderwijzer kent.
Het voorstel-Pilaar wordt niet onder
steund.
Da raad gaat daarna met het voor
stel van Burg. cn Weth. mede.
Ingekomen is een verzoek van het
gemeentebestuur van Hoede ker skerke,
om adbaesiebetuïging ten aanzien van
een adres, door genoemd bestuur
gezonden aan de Staten van Zeeland,
inzake uitbreiding van de Prov Stoom
bootregeling op de Wester-Schelde.
Burg. en Weth. stellen voor, aan het
verzoek te voldoen, aangezien zulk
een uitbreiding voor een groot ge
deelte van Zuid-Beveland zeer zeker
van belang kan worden geacht.
De raad keurt dit goed.
De onderwijzers C. S. Kriense Lok
ker, J. de Kramer en J. Ruisaard
verzoeken, gebruik te mogen maken
van een lokaal van school C voor het
houden van een teekencursus. Zy"
willen een bedrag van f2,50 betalen
voor het gebruik van vuur en licht.
Burg. en Weth. geven den raad in
overweging, het verzoek in te willigen.
De raad doet dit.
Burg. en Weth. stellen voor, een
geldie ning voor de gemeente-gasfa
briek aan te gaan, voor den dienst
1912 en de begrooting voor die In
richting over 1912 te wüzigen.
Het voorstel, in de vorige raads
zitting genomen, tot het aangaan van
een geldleening van f 15200 is door
Ged. Staten niet goedgekeurd, aange
zien directe aflossing wenschelük
wordt geacht. Burg. en Weth. stellen
nn voor, op advies van de gascom-
missie deze leening te verhoogen tot
f 21700, voor de aanschaffing van een
derden half-generatorovec met omloop-
regulateur ad f 6500, en dan over te
gaan tot onmiddellüke aflossing, aan
vangende in 1913 met miDstens f 500
per jaar, en f 4000 van 1928 af, zoodat
de leening in 1931 zal zün afgelost.
In verband daarmede zal de be
grooting voor 1912 van de gasfabriek
gewüzigd moeten worden.
De financieele commissie vereenigt
zich met het voorstel van Burg. en
Weth.
De heer Dekker kan zich niet ver
eenigen met het inbrengen, in den
schurken en vagebonden laten arres
teeren."
Neen, neon, datis onmogelük, "zuchtte
hü, droevig het hoofd schuddend. „Ach
jongen, ge zult gauw genoeg alles
omtrent die treurige geschiedenis
hooren. Mordaunt weet, waar de pa
pieren zyn, die er betrekking op heb
ben. Ge kunt er hem morgen naar
vragen."
„Maar als het gevaar zoo dreigend
is, kan er toeh wel iets gedaan wor
den, om het af te wenden, zou ik
zeggen. Beste generaal, als u mü maar
wilde zeggen wat het is, dat u zoo
beangst maakt, dan zou ik weten, wat
my te doen Btaat."
„Mün jongen, geloof mü, er iB niets
aan te doen; wees dus bedaard en
laat alles op zyn beloop. Het is een
groote dwaasheid geweest, my achter
schuttingen en muren te verschansen,
maar, voor don drommel, het was mij
onmogelük stil te blijven zitten en ik
vind alle voorzorgen, hoe nutteloos
ze ouk mochten zjjD, beter dan iüde-
lyke berusting. Mün nederige vriend
hier en ik hebben onazelven in ecu
positie gebracht, waarin ik hoop, dat
niemand na ons zich ooit weer zal
bevinden. We kunnen slechts vertrou
wen op da onuitpmtelüke goedheid
van den Almachtigen God en hopen,
dat al het ljjden, dat wy in deze we
reld verduurd hebben, in verminde
ring mag dienen van onze straf hier
namaals En nu, mijn jongen, moetik
ja verlaten, ik heb nog vele zaken te
regelen. Vaarwel!" Wordt wrvolgd.