N°. 121 1912,
Zaterdag 12 October.
99"* jaargang.
Cacao
Bij dit uo, behoort een
Bijvoegsel.
FEUILLETON.
Het eenzame Kasteel.
Gebruiksaanwijzingen
voor
GOËSCHE
COURANT.
Oejjultgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrjjdagavond
^uitgezonderd op feestdagen.
"Prjjs per kwartaal, In Goes 0,75, buiten Goes, franco 6,25.
Afzonderlijke nommera 5 cent.
inzending: ran advertentlën op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
Telefoonnummer 33. Directeur A. F. A. van Setbks. Uitgave
van de Naaml.Vennootschap „Goasehe
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels50 et., elke regel meer 10e t
B{j directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wor<
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking bobbend
dankbetuigingen worden van 1—10 regels f 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 cent,
Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santbn
Van
Het rapport
Krevelen.Netscher.
Wjj hebben in ons blad reeds me
degedeeld, dat door de heeren D. A.
van Krevelen an Frans Netscher aan
het hoofdbestuur van den,Bond voor
Staatspensionneering" een rapport is
uitgbracht omtrent een onderzoek naar
de werking en de resultaten van de
Engelsche pensioen wetten van 1908
en 1911. Dit zeer leerzame rapport
dit even ter berinnering is ver
schenen by de firma H. D. Tjeenk
Willink en Zoon te Haarlem. Het is
onmisbaar materiaal voor hem, die op
de hoogte van het vraagstuk der
Staatepensionneering wil blfjven.
Onze eerste vermelding bepaalde
zich tot de conclusies van de heeren
D. A. van Krevelen en F. ans Netscher.
Thans wat nadere byzonderheden,
welke wy aan het rapport ontleenen.
Door de schry verB daarvan werd in
1909, op uitnoodiging van den Bond
voor Staatspensionneering, een studie
reis naar Denemarken ondernomen,
om zich door persoonlijke aanschou
wing op de hoogte te stellen van de
werking der Daensche wet op de
Ouderdoms-onderstenning.
Op het tydstip, dat zij deze Btudie-
reis ondernamen, was door het Kabi
net-Heemskerk nog geen wetsontwerp
ter voorziening in den nood der ouden
van dagen ingediend, ofschoon dit wel
sinds een paar jaar in het voornitzicbt
was gesteld. Vreezende, dat de zoo
genaamd .christelijke" regeering aan
het Dnilsche stelsel van dwangverze
kering de voorkeur geven zou, werd
het neodig geacat, het .rapport over
de werking der Deensche wet zoo
spoedig mogelijk het licht te doen
zieu, om h^t Uuitsehe Byateem, door
den heer Talma voorgestaan, «te kun
nen vergelijken mat de Deensehe wet,
welke gebazeerd is op het beginsel
eener uitkeering aan ouden van dagen,
van overheids-wege, zonder vooraf
gaande premie be.aling.
Het troi wel toevallig, dat, toen het
bekend was geworden, dat de heeren
Van Krevelen en Netscher de hier
boven bedoe de studie-reis zouden
gaan ondernemen, de regeering er toe
overging, ook een rapporteur over de
Deensche wet te benoemen, die even
eens zich ter plaatse in Oenemarken
op de hoogte zou gaan stellen van.
het daar vigeerend pensioen stelsel.
Met deze opdracht werd door Mi
uister Talma belast mr. W. H A.
Klink Schuurman te Hilversum, die
eveneens rapport over zjjn bevinding
uitbracht een rapport, dat door den
samensteller in Juli 1909 is gedag-
teekend.
Maar toen heeft zich iets eigenaar
digs voorgedaan.
TerwjU toch de rapporteurs van den
Boud voor Staatspensionneering on
middellijk tot publicatie van hun rap
port overgingen, hetwelk dan ook m
den loop van het jaar 1909 het licht
22
Koman van A. CONAN DOYLE.
Het eerste blaeka licht van den
oageraail werd juist la het oosten
zichtoaar, toea we ons voor den
tweeden keer naar het tooneel van de
schipbreuk begaven. De storm had nu
Uitgewoei, maar de zee stond nog hol
en de golven vertoonden ziedende,
schuimende koppen.
Langs het geheele strand waren
vissehera en boeren druk iu de weer,
de masten, planken en vaten naar zich
toe te halen, die onophoudelijk, aan
spoelden. Geen van hen had echter
een luk gezien en ze legdeu ons uit,
dat alleen drijvende voorwerpen eeni-
ge kans hadden aan wal te komen,
omdat de benedenstroom zoo sterk
was, dat alles, wat zich onder den
waterspiegel bevond, onvermijdelijk in
zee meegevoerd moest worden.
Over d« mogelijkheid, dat het den
oogelukkigeu passagiers gelakt was,
op een of andere wijze het strand te
bereiken, wilden deze mannen met
hu nuchter verstand niets hooren,
„want* zoo redeneerde ze,als
ze niet verdronken waren, zouden ze
tegen de rotsen te pletter zijn ge
zag, hield Minister Talma het rapport
van zjjn afgevaardigde nog langen
tyd jonder zich. Toch ware er voor
de regeering alle reden geweest, om
tot een zoo spoedig mogelyke publi
catie over te gaan. Toen mr. Elink
Schuurman het resultaat van zjjn reis
en van zyn onderzoekingen aan den
heer Talma ter hand stelde, was het
reeds te voorzien, dat in het najaar
van 1909, by de behandeling van de
staatsbegrooting voor het dienstjaar
1910 in de Tweede Kamer, het vraag
stuk der ouderdoms-verzorging in ons
land vooral ook met het oog op
da toen nog niet bekende plannen der
regeering ter sprake zou komen
Dit had Minister Talma knnnen en
moeten weten.
Hy liet echter het belangryke ver
slag In de regeerings-dossiers liggen.
En toen by de behandeling van
bedoelde begrooting, wegens gebrek
aan tyd, besloten werd, de de
batten over de sociale wetten uit te
Behakelen en deze in het begin van
het daaropvolgend jaar afzonderlijk
te doen plaats hebben, toen had,
in Februari 1910, Minister Talma nog
steedB aan de Kamer de gelegenheid
tot kennisname van het rapport-Elink
Schuurman onthouden.
Mag dau niet gezegd worden, dat
hier onwil In het Bpel was
Minister Talma moge een tegen
stander van Staatspensionneering zyn
waarom, weet hy vermoedeluk zelf
niet eens het rapport van den heer
Elink Schuurman had een beter lot
verdiend.
Aan de hand van het by de firma
Tjeenk Willink en Zoon verschenen
rapport wensohen wy, wat het Deen
sehe stelsel betreft, te wyzen op de
overeenstemming in de conclusion,
waartoe de rapporteur der regeering
en de rapporteurs van den Bond voor
Staatspensionneering", die afzonderlijk
en zonder met elkanler voeling te
houden of overleg te plegen by hun
onderzoek, op het slot van hun ver
slagen kwamen, en welke gunstig
luidden voor het Deensehe systeem
van ouderdoms-verzorging.
Aan het einde van het rapport van
mr. Elink Schuurman lezen wy toeh
,Is het Deensehe stelsel van Staats
pensionneering een hellend vlak,
ruïneus voor de schatkist Antwoord:
„neen".
„Bevordert het de zorgeloosheid?"
Antwoord: „neen".
Wat is de karaktertrek, waardoor de
vreemdeling vooral getroffen wordt
Antwoord: „de methode van het aan
passen der ondersteuning aan de be
hoeften van elk geval".
„Welke lichtzijden heeft de rege
ling?" Antwoord: „vooreerst de vol
maakte aanslniting aan het Deensche
milieu. Daarbij do vatbaarheid door
zyn eenvoud voor toepassing der
wet door de vertegenwoordigers der
burgerij zelf. Ten slotte d3 volkomen
harmonie van doel en middelen".
De coDClnsiën, waartoe de rappor
teurs van den „Bond voor Staatspen
sionneering" zyn gekomen, luidden
aldus
a) Een stelsel van Staatspension
neering, .gelijk het Deensche, met
slagen."
„We hebben gedaan, wat we konden,"
zei myn vader bedroefd, toen we samen
hniswaarts keerden. „Maar zeg eens,
ik ben bang, dat het ongeluk dien
armen stnnrman in het hoofd is ge
slagen. Heb je gohjord, wat hy zei
overdeBoeddbistischu priesters,die een
storm zouden hu boon opgeroepen?"
Ik knikte.
„Het was bepaald pijnljjkom aan te
hooren," ging myn vader voort. „Ik
zou wel eens willen weten, hoe hy er
over dacht, als ik hi im een mosterd
pleister onder zyn boren legde. Dat
zou het bloed van zi jn hersens afdry-
ven. Wat dunkt je i iaarvan, Jaek
„Ik vind", zei ik gapend, „dat ge
hein maar met rust moest laten en
zelf' gaan slapen".
Vermoeid begaven we ons nn ter
ruste. Ik wierp my op .myn bed neer
en was weldra in eon vasten, droom-
loozen slaap verzon ken.
HOOFDSUUK XII.
DE dbie vheemdeIjINGSN OP DB KDST.
Het moet onge veer elf it twaalf uur
geweest zyn, eer ik wakker werd en
by het gouden zonlicht, da.t myn
kamer blnnenstr oomie, kwam het my
voor, alsof al net voorgevallene van
den vorigen avond, slechts een fantas
tische droom was. Meu kon na uwe-
ljjks galoaveri, dat het zachte briesje
Bereiding van
Waterchocolade per kop.
In den kop doet men
eerst suiker (2 a 3 thee
lepels) dan RrNA cacao
(1 theelepel ongeveer
6 a 7 gram).
Vervolgens opgieten
met goed kokend water en
dan eerst omroeren.
Bereiding van
Melkchocolade per kop.
In den kop doet men
3 a 3 theelepels suiker
en 1 theelepel R0NA cacao
(6 a 7 gram), maakt dit
met zeer weinig koude
melk tot een papje, en giet
daarop de goed kokende
melk.
Bovenop ziet men dan
een prachtig laagj e schuim.
Bereiding van
Melkchocolade per
grootere hoeveelheid.
Op 1 Liter (kan) melk
neemt men U/<> a 2 eet
lepels (35 gram) RON A cacao
en 21/o a 3 eetlepels (70 gr.)
witte suiker.
Roer in een schaal de
cacao en suiker droog door
elkaar. Maak daarvan met
kokend water een papje.
Giet die pap in de kokende
melk en laat even door
koken.
Uit 1 Liter melk schenkt
men ongeveer 7 koppen.
Natuurlijk kan men des-
gewensckt ook gedeeltelij k
melk en gedeeltelijk water
gebruiken.
1 kilo RöNA cacao van
1.50 geeft dus 200 koppen
chocolade.
K IN I
D I
U I T.
verdeeling der administratieve en
financieele lasten tnsschen r{jk en ge
meente, komt ook voor ons land aan
bevelenswaardig en uitvoerbaar voor
bEr zal echter een middel moeten
worden gevonden, om te voorkomen,
dat sommige gemeenten, binnen wier
grenzen door locale omstandigheden
veel pensioen-gerechtigden mochten
wonen (bjjv. in indnstrieele centra en
in visschersplaatsen) onevenredig ge
drukt zonden worden
c.) De leeftyd, waarop de pensioen-
gerechtigheid ingaat, behoort 65 jaar
te wezen j wanneer zich tegen dezen
leeftyd in den beginne te veel bezwa
ren verzetten, dan dient als overgangs
maatregel in hoogere leeftijdsgrens te
worden berust; en
d.) De gelden tot dekking der onkos
ten van znlk een Staatspensioen be-
hooren, evenals in Denemarken, ge
vonden te worden uit de opbrengst
van een tegelykertjjd en speciaal voor
dit doel in te stellen directe belasting,
welke geheven moet worden van het
bezit.
Tnsschen den regeerings-afgevaar-
digde en de officieels rapporteurs van
den „Bond voor Staatspensionneering"
bestaat alzoo groote overeenstemming,
wat de werking van de Deensche wet
betreft. Minister Talma heeft zich
daar evenwel in het minst niet aan
gestoord; hy bleef zjjn „liefde" voor
de Daiteche dwangverzikermg getrouw.
Wy liopen meerdere wetenswaardig
heden uit het rapport der heeren Van
Krevelen en Netscher te putten.
De (Christ, hist.) Nederlander dealde
mede, dat eindelyk het rapport-Kutgers
tegen de staatspensionneering ge
richt verschenen is.
Zoodra wjj het in handen hebben
gekregen, zullon wij het toetsen aan
de gegevens, welke het bezonken
dat zoo liefeljjk ruischte tusschen de
klimop aan myn venster, veroorzaakt
werd door hetzelfde element, dat het
huis, eenige korte uren tevoren, op
zyn grondvesten had doen schudden.
Het was, alsof de natuur berouwvol
trachtte, haar tydelyke drift te doen
vergeten door warmte en zoDneschyn.
Toen ik beneden kwam, vond ik in
de hal een aantal schipbreukelingen,
die, verkwikt door een gezonden slaap,
een kreet van blydschap en dankbaar
heid uitten, zoodra ze mjj ontwaarden.
Er was bepaald, dat ze per rytnig
naar Wigtown zonden gaan, om van
daar met den avondtreiu naar Glas
gow te kunnen voltrekken en myn
vider had bevel gegeven, dat men
elk van een pakje met boterhammen
zon voorzien.
Kapitein Meadows bedankte ons,
ook nit naam van ziin matrozen, voor
de vriendelijke, gastvrije wjza, waarop
wjj hen hadden ontvangen en hij
eindigde met een hoera, dat door de
bemanning luidkeels driemaal her
haald werd. Na het ontbjjt gingen hij
en de stnnrman met ons mee, om een
laatsten blik te werpen op de plaats
des onheils.
De zee znchtte zwaarkrampachtig
richtten de golven zien op en braken
snikkend tegen de rotsen, maar er
was niets meer te bekennen van de
onstuimigheid van dien nacht.
rapport, uitgebracht voor den „Bond
voor Staatspensionneering", ons ver
strekt.
Buitenlaud.
De oorlog is wel op een zonderlinge
wijze begonnen. Terwijl geheel Europa
het oog op Bulgarije en Servië gericht
hield en het al ot niet uitbreken van
een Balkanoorlog
geheel van deze beide rijken afhan
kelijk stelde, komt daar plotseling het
bericht van Montenegro's oorlogsver
klaring. Is het dolle overmoed, die
dit vorstendommetje tot een zoo ge
vaarlijken stap deed besluiten, is het
overschatting van eigen krachten, of
staan de werkelijke acteurs, nog niet
gereed voor het eerste bedrijf, achter
de coulissen en wordt dit Montene
grjjnsehe kind het tooneel opgeduwd
om het publiek bezig te houden en
tyd te winnen voor eigen optreden?
Hoe 'took zjj, de oorlog is ver
klaard en de goed geschoolde en goed
gedisciplineerde Turksehe troepen
raken slaags met Montenegro's berg
bewoners. En sterk is die Montene-
grijnsche legermacht niet. Welk ean
leger kan een land voortbrengen, welks
aantal inwoners nog geen 250,000
bedraagt? En daar komt nog by,
dat dit leger in een diep treurigen
staat van verval verkeert. Montene
gro's strijdmacht is verdeeld in vier
divisies met elf brigades, te zamen
56 bataljons infanterie tellend, welke
bataljons deels met een nieuw geweer
van Kussiseh maaksel, deels met oude
OoBtenr jjksehe geweren zyn gewapend.
Iedere brigade heeft een bergbatterjj,
een compagnie verkenners en een
teehnisehe afdeeling. Bovendien be
schikt Montenegro over zes veldbat-
Op een honderd meter afstands van
het strand zagen we den grooten
mast van het wrak op de golven
drjjven, nu en dan onderduiken en
opnieuw verschjjnen, om zich eindelijk
hemelwaarts te verheffen als een reus
achtige werpspies en dan weer geheel
voor ons oog te verdwijnen.
Het strand was bezaaid met ontel
bare planken en kisten, die zorgvuldig
door de boeren en zeelui bijeengezocht
en op een veilige plaats geborgen
werden. Vele meeuwen scheerden,
schelle, ranwe kreten nitend, over dit
alles heen en staarden met haar ronde
oogen in de diepte der zee, als zagen
ze daar vreemde dingen.
„Het was een lek, oud wrak", zei
de kapitein met een droevigen blik,
„maar toch stemt het zien van znlk
een verwoesting een mensch altyd
treurig".
„Hoe vreedzaam ziet nu alles er
uit", merkte ik op. „Wie zou zich
kunnen voorstellen, dat drie mannen
vannacht in ditzelfde water den dood
vonden?"
„Arme drommels", zei de kapitein.
„Mochten ze na ons vertrek aan
spoelen, meneer West, dan ben ik
overtuigd, dat n de edelmoedigheid
znlt hebben, ze fatsoenlijk te laten
begraven".
Ik opende joist den rhond, om hem
te antwoorden, toen da stuurman in
teryen en veertig zware kanonnen.
De gemiddelde sterkte der bataljons
bedraagt 600 man, maar, daar het zoo
goed als zeker is, dat' talrjjke dienst
plichtigen de wijk naar Amerika ge
nomen hebben, zal ieder bataljon wel
100 man minder tellen en het geheele
Montenegrjjnsehe leger dus uit 28,000
manschappen beBtaan. Daarbij komt
nog, dat machinegeweren ontbreken
en het geaohnt verouderd is. Een ver
plegingsdienst bestond tot nn toe niet
en het geheele leger is slecht, door
buitenlandsche officieren, geschooid.
Wanneer niet spoedig de Bulgaa-sehe
en Servische vriendjes te hulp komen,
zullen de Tnrksehe troepen Montene-
gro'B krijgsmacht, die nog het beste
op een guerilla-oorlog aangewezen is,
zeer zeker tot nog beduidend kleinere
afmetingen brengen.
Maar vol moed trekt het dappere
volkje tegen de Tnrksehe overheer-
schers op. Met trotsch spreekt koning
Nitika van zyn „50000 helden" en
vermaant zjjn onderdanen, hun broe
ders in Oost-Servië te hulp te komen,
Woensdag deden de Montenegrjjnen by
Podgoritsa reeds een aanval op een
sterke Tnrksehe stelling, Prins Peter,
de jongste zoon van don koning, loste
het eerste kanonschot, waarna aan
stonds een artilleriestrjjd langs de
geheele linie volgde. De Turken ont
ruimden hun stelling en, onder ba-
schutting van kanonvuur, rukten de
Montenegrjjnsehe troepen op tegen de
sterk versohans1 e Tnrksehe stellingen
van den berg Detsits, op den weg naar
Skoetari gelegen. In den namiddag
volgde een algemeen gevecht aan den
oever van het meer Skoetari, dat
langs de geheele uitgestrekte linie
gevoerd werd.
Gisterenmiddag is de Turksehe stel
ling eehter gevallen. De bevelhebber
een schaterlach uitbarstte en zich
tegen de djj sloeg van pret.
„Als ge ze wilt begraven", laohte
hy, „dan moet ge er gauw by zyn,
anders zjjn ze het land nit. Kjjk eens
naar den top van dien heuvel en zeg
mjj, of ik gisteren gelijk had of niet
Langs het strand verhief zich een
hooge duinenrjj en op een dier duinen
stond de gedaante, die de aandacht
van den stuurman had getrokken.
Met een nitroep v-an verbazing hief
de kapitein de handen op, toen hjj
de gestalte iu het oog kreeg.
„God in den hamel!" riep hjj nit.
„Het is Bam Singh zelfl Ving, er
aohter aanen in zijn opgewonden
heid begon hjj langs het strand te
rennen, op de hielen gevolgd door
den stuurman en mjj en door een paar
vissehers, die eveneens den vreemde
ling hadden opgemerkt.
Zoodra deze ons zag aankomen,
verliet hjj de hoogte en kwam bedaard
op ons toe, het hoofd op de borst ge
zonken, als iemand, die in gedachten
verdiept is.
Ik kon niet nalaten, onze haastige
drift te vergelijken met de ernstige
waardigheid, waarmee daze Oosterling
ons naderde en toen hjj de donkere,
peinzende oogen op ons richtte, voelde
ik mjj als een schooljongen in tegen
woordigheid van den meester.
(ffordi vervolgd.)