Dinsdag 8 October, 99We jaargang. Het eenzame Kasteel. Buitenland. OOIRAM. Telefoonnummer 33. Directeur A. F. A. van Seteks. Uitgave van de Naaml.Vennootschap ^Gfossehe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen. Oe'uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, in Goes f 0,75f buiten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. inzending: van advertentlën op Maandag en Woensdag vóór a uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. De prjja der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer lOct BJj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbend dankbetuigingen worden van 1—10 regels a 1,— berekend. Bewijsnummers 6 cent, Draaierij. De bladen der rechterzijde staan voor het mjeilyke geval, dn uitspraak der Tweede Kamer-meerderheid, om de invaliditeits-verzekering vóór de ziekte-verzekering te doen gaan, voor haar lezers goed te praten. En het ligt voor de hand, dat zij er niemen dal van terecht kunnen brengen. Bet Centrum beweert brutaal-weg, dat de invaliditeits-verzekering van meet af aan voor Kabinet en rechter zijde hoofdpunt op het regeerings- program is geweest Het is sterk, zulk een bewering klakkeloos te durven neerschrijven, waar niemand minder dan Minister Talma op '24 Mei jl. te kennen gaf: „Nu wil ik eerlijk ver klaren, dat, wanneer iemand tegen mij zeide wanneer die ziekteverzeke ring niet tot stand zon zijn gekomen en dat it zij niet hoe zoudt gij dan de invaliditeits-verzekering uit voeren ik antwoorden zondan zou naar mijn meening de invaliditeits verzekering niet alleen in da uitvoe ring ontzettend veel geld kosten, maar bovendien zou zjj voor een groot aantal abeiders in het geheel niet uitgevoerd mordenWjj hebben de wooiden, waarop het hier aankomt, gecursi veerd. Dat klinkt heel anders dan de bewering van het roomsche Centrum l Maar een leugentje meer oi minder, wat stoort zich de zoogenaamd .christelijke" pers er aan De roomsche Tijd kan niet ontken nen, dat de regeering van taktiek veranderd is. Maar, zegt het blad, de omstandigheden zjjn nog meer veran derd. En dan heet het, „dat ieder toch wel moest verwacht hebben, dat Octo ber zon bestemd worden, om een groot wetsontwerp af te doen. Bij de vraag welk wetsontwerp? heeft eenvoudig de belangrijkheid der gereedliggende voorstellen beslist. Het bei ingrijkste in de huidige omstandigheden en in het belang des volks is de invalidi teits-verzekering. Daarom moet deze voorgaan. Is er daarna nog tjjd, dan komt onmiddellijk de ziekteverzeke ring ook nog". Alles goed en wel; maar hiermede is de zaak niet recht gezet. Wanneer de maand October bestemd was voor een groot wetsontwerp, dan behoorde de ziekte-verzekering in behandeling genomen te zijn, wijl deze de basis is, waarop de invaliditeits-verzekering nehoort te rusten. Het kan geen kwaad, De Tijd even te nerinneren aan de woorden van haar partijgenoot mr. Ke- gout, den Minister van Waterstaat. In zija dissertatie over „Arbeidersverze kering" sehrgit deze op pagina 223 „De verzekering tegen invaliditeit en ouden dag most ook voorafqeqaan voorden door de ziekte- en ongelukken- verzekering, want indien men niet eerst zorgt, dat de zieke en gewonde arbei ders behoorlijk verpleegd worden en althans een gedeelte van hun loon gedurende hnnne ziekte of na hunne verhouding ontvangen, dan bestaat er veel kans, dat hun gezondheid door 20 fc'KUiLLKiUiS, Roman van A. CONAN DOYLE. We ijlden naar het strand, vergezeld door een twaalftal inwoners van Branksome. De storm was eer toe- dan afge nomen en de wind hnilde met een helsch gesteun. Zoo geweldig was zjjn kracht, dat we slechts met de grootste inspanning vooruit fcODden komen en half-verblind werden door het zand en de kiezels, die ons tegen het ge zicht sloegen. Het was nauwelijks licht genoeg, om de jagende golven te onderschei den overigens was alles in duister nis gehuld. We stonden tot over de enkels in het natte zand en zeewier en tuurden, de oogeo met de handen beschermend, in den donkeren nacht. Een oogenblik meende ikmensche- lijke stemmen te vernemen, die luide sehreenwden als in doodsangst, maar temidden van de woeste elementen was het moeilijk, bet eene geluid van het andere te onderscheiden. Daar schitterde plotseling een sein licht en bij dat licht ontwaarden we. een omgekanteld schip midden op een der klippen, en ik herkende het on middellijk als deuzelfden driemaster, dien ik den vorigen avond in het fanaal had opgemerkt. verwaarloozicg en gebrek zoodanig ondermijnd wordt, dat zij eenerzjjds de ouderdomsrente nooit zullen ge nieten, doch anderzijds veel te vro-g door een on gewen echte invaliditeit aanspraak op invaliditeitsrente zullen verkrijgen. Op deze wijze beantwoordt de verzekering geenszins aan haar doel". Tijdens het Miniaterie-Kuyper, op 3 Februari 1905, heeft de heer Regout deze woorden nog eens herhaald en gezegd: „Ik wil hier terloops bijvoegen, dat de ziekteverzekering moet vooraf gaan aan de verzekering tegen inva liditeit en ouden dag, zoowei wegens da groote administratieve voordeelen, alsook omdat men eerst moet zorgen, dat de arbeiders in geval van ziekte behoorlijk geneeskundig worden ver pleegd en bij ongeschiktheid door ziekte althans een gedeelte van hun loon ontvangen, opdat niet gemis van geneeskundige hulp of gebrek ge durende de ziekte de oorzaak zullen zjjn van het ontstaan van een vroege invaliditeit of zelfs van een vroeg- tijdigen dood en daardoor elke kans worde verbeurd, om deu voor de ouderdomsrente vastgestelden leeftijd te bereiken". Duidelijker kon het toch al niet uitgedrukt wezen. Maar de rechterzijde heeft blijk ge geven,een verzekering te willen,welke, volgens da woorden van de Ministers Regout en Talma, niet aan haar doel beantwoordt. W0 zullen het onthouden. De rechterzijde heelt op ondubbel zinnige wjjze aangetoond, dat het arbeiders-belang voor haar slechts bjjzaak is. Hoofdzaak ishet behalen van succes aan de stembus van 1913. Maar het gaat toch te ver, zulk een succes te Villen behalen ten koste van zóó gewichtige volks-belangen 1 Het is een ernstige, een zeer ernstige crisis, die het Turkache rjjk doormaakt. Want van het al ot niet uithreken van een Balkanoorlog hangt, in de tegenwoordige omstan digheden, het behond van zijn voort bestaan af Winnen kan het, in het beste geval, niets, verliezen daaren tegen alles. Sedert een jaar is het Turksehe rijk in oorlog gewikkeld met Italië. Het is door inwendige twisten door en door verzwakt en het bestaar van de Jong- Turksche regeering is niet geschikt gebleken, om de uiterlijke kracht van het r0k paar behooren te versterken. Eu thans rukken op den Balkan alle vijanden van den Islam op, hebben al die kleine staatjes hun onderlinge grieven vergeten, om zich voor hoe korten tijd aaneen te sluiten ter bastrijding van den gemeenschappe- 1 jjken vijand, ter verdelging en ver drijving van den Turk. Het Turksehe De masten, het touwwerk, alles was duidelijk zichtbaar. Van aohter het schip kwamen, nit de duisternis, onophoudelijk lange rijen hnizenhooge golven aanrollen, met groote vlokken schuim bedekt. Ze schenen steeds geweldiger en omvangrijker te worden, tot ze zich eindelijk met donderend geraas op haar prooi wierpen. We zagen, hoe tien twaalf lieden van de bemanning zich wanhopig vastklemden aan het want, en ons ban blueke gezichten toewendden, met stneekend gebaar, bljjkbaar nieuwe hoop puttend uit ouze aanwezigheid. Deze ongelnkkigen waren echter niet de eenigen aan boord. Op den achtersteven stonden nog drie man nen, die van een ander ras en anderen aard schenen dan de rest. Leunend over de verbrijzelde ver schansing, spraken ze zoo kalm en onbezorgd met elkaar, alsof ze zich in hot geheel niet bewust waren van het dreigende gevaar, dat hen om ringde. Hy het spookachtig seinlicht, dat boven hun hoofd heen en weer flik kerde, kon ik van het Btrand af zien, dat dit onverstoorbaar drietal tot een Oostersch ras behoorde, aan da op vallend donkere gelaatskleur en den ro iden fez, dien ze droegen. We hadden echter weinig tyd, om op znlke kleinigheden te letten. Het schip ging langzaam te gronde en er moesten pogingen in het werk geBteid worden, om de arme kerels te redden. rijk heeft dan ook in de laatste jaren geen rustigen tijd meer doorgemaakt. Het begon met de Tnrksch-Montene- grijnsehe grensincidenten, toen volgde de opstand der ALbaniërs en der christelijke Malisoren en te midden daarvan kwam de scheuring in Tur kije zeli, het verzet in het leger en den val der Jong-Tnrksehe partij. Daarna volgde de anarchie in Alba nië, de concessies door Tnrkjje ge daan, de muiterij in het Turksehe leger eu de conflicten met Servië en Bulgarije. VVel heeft de Oostenrijksche minister van bnitenlandsche zaken, graai Berchtold, de groote mogendheden tot een bespreking van den toestand en tot het nemen van maatregelen tot behoud vau deu statusquo uitgenoo- digd, maar tot ernstige resultaten is dit streven tot dusver niet gekomen. De Balkanstaten hebben heel goed ingezien, dat ij verzucht on wantrouwen de mogendheden tegen elkaar in het harnas joegen, en dat zij, meer nog dan voor het behoud vau den vrede, bezorgd waren voor haar positie op den Balkan, haar eigen belangen aller eerst op het oog hadden en iederen mededinger uit den weg wilden hou den. Na gaan de kleine Balkanstaten hun eigen weg en dit is in de eerste plaats te wjj ten aan de verkeerde politiek der groote mogendheden. Wanneer deze er niet meer in kunnen slagen, de reeds gempbiliseerde troe pen naar huis te zenden, dan zullen zjj in elk geval moeten zorgen, dat de strijd gelocaliseerd wordt en zich daarin geen elementen mengen, wier optreden een verstoring van het Euro- peesch evenwicht tengevolge zou kannen hebben. Om de mogelijkheid van een zeer langdurigen strijd te voorkomen, moeten de mogendheden de Balkan staten tot kalmte aanmanen en tevens aan zoodanigen druk op Turkije uit oefenen, dat alle concessies, die dit rjjfc nu nog weigert, worden toege staan. En met beloften, den toestand der christelijke bevolking in Macedonië te verbeteren, zal men zich niet meer mogen tevreden stellen. Reeds te vaak z(jn dergelijke beloften, van Turksehe zijde gegeven, waardeloos gebleken. De mogendheden moeten, zoo zij werkelijk wat willen doen, den Balkan staten duidelijk maken, dat zij een verdeeling van de Europeescne vilajets ondergeeu voorwaarde zullen toelaten, ook al zonden de verbonden staten militaire voordeelen behalen. Want een verdeeling van Tnrkjje zou groote en belangrijke gevolgen kunnen heb ban voor de rast en den vredo in Europa. Wanneer het werkelijk tot een verdeeling zou moeten komen, zoudan al heel spoedig de Balkan-staten, na nog eendrachtelijk verbonden, de meest vijandige houding tegenover elkander aannemen by den strijd om bezit van het veroverde land zouden Serviërs en Bnlgaren, Monteoogrynen en Grie ken onderling in de bloedigste oor- De naaste reddingsboot lag in de Baai van Luce, tien mijlen van ons verwijderd, maar we hadden gelukkig nog een ruime roeiboot op het strand liggen, die in een minimam van t(jd door onze dappere vissohers bemand werd. Op mijn vraag, of ik meemocht, knikten ze toestemmend en het vol gend oogenblik was ik in de boot, die vlug van wal werd gestoken. Hoewel er zes paar armen de riemen hanteerden, hadden wij groote moeite, tegen de woedende golven op te roeien, die onze boot als een notendop heen en weer slingerden. Toch naderden wc gestadig het schip. Het scheen echter, dat al onze po gingen per slot van rekening op niets zouden uitleopen. Een torenhooge golf hief plotseling het heele schip als een veer in de lucht en smakte het toen omlaag. Een oorverdoovend gekraak volgde het was op een rif terecht gekomen en geheel doormidden gebroken. Het achterdek verdween mot de drie Oos terlingen in de schuimende branding, terwyl het voordek onheilspellend heen en weer Blingerde, in evenwicht gehouden door de puntige riffen. Een kreet van afgrijzen steeg van het wrak op, dat door Gods genade bleef drijven, tot wg er eindelijk met de grootBt mogelijke inspanning in slaagden, den boegepriet te naderen en de arme bemanning te redden. Nauwelijks waren we halverwege den vasten wal, of een tweede zie dends golf, sloeg het verbrijzelde logen worden gewikkeld en de vrede in Enropa zeer groot gevaar loopen, verstoord to worden. Mochten, van de andere zijde, de Turken erin Blagen, hun aanvallers te weerstaan, dan zou oen nieuw tijdperk van rebellie en onderdrukking der Balkan-christenen zeer zeker zijn aangebroken. Maar nog is de oorlog niet uitge broken en nog kan hy voorkomen worden, wanneer de EuropeeBChe di plomatie wat krachtiger optreedt, wat minder angstvalligheid en wantrouwen toont. Oogenblikkelyk ingrijpen is dan echter noodzakelijk Raeds wordt ge meld, dat de Turksehe regeering Zaterdag een telegram heeft ontvangen met mededeeling, dat een incident op Montenegro's grens is voorgevallen, van zoo ernstigen aard, dat het feite lijk kan beschouwd worden als het begin der vijandelijkheden. Waar het oorlogsgevaar met ieder uur vermeerdert, is het te begrijpen, dat langdurige conferenties tusBchen de mogendheden onderling onmoge lijk zijn. B(j het zoeken naar een be vredigende oplos ting is de voornaam ste moeilijkheid echter in de gespan nen en naflvorige verhouding tus- sohen de Triple-entente en het Drie voudig verbond gelegen en deze moei- ljjdheid mag dan ook wel bet grootste bezwaar voor een spoedig ingrijpen van buiten genoemd worden. Komt men nog tot overeenstemming, dan dient allereerst onder het oog te wor den gezien, op welke wijze hervormin gen in Tnrkjje zullen moeten tot stand komen, en zullen de mogendheden tegenover de Balkan staten wel de verplichting op zich moeten nemen, dat afdoende hervormingen in Mace donië zullen worden ingevoerd. Het heet thans, dat de tekst van een gemeenschappelijke verklaring der mogendheden reeds ontworpen is en men nog slechts op de goedkeuring van eenige rijken wacht, om deze nota aan Tnrkije en de Balkanstaten te overhandigen. Dat de toestand hoogst ernstig is, blijkt wel uit de voorbereiding van een opstand in Macedonië, de pessi mistische zinsneden uit de door de koningen vau Bulgarije en Servië voorgelezen troonreden, nit de alge meen oorlogszuchtige stemming der bevolking van de Balkanstaten en nit de geestdriftige manifestaties, ten gnnste van een oorlog, in het geheele Turksehe rjjk gehouden. Wat een oogenblik reeds een feit leek, de beëindiging van den Turksch-ltaliaanschen oorlog, blykt tot nn toe echter nog geen resul taat gehad te hebben. De Turksehe en de Itaiiaansche vredesgezant zijn thans naar hun regeeringen teruggekeerd en brengen haar de voorioopige vredesvoorwaarden over, gelijk zjj ze bij hun onderhandelingen heb ben opgesteld. Over het algemeen wordt niet gevreesd, dat deze voor stellen verworpen zullen worden. voordek van het rif af, doofde het seinlicht uit en onttrok het huivering wekkend tooneel aan ons oog. Onze vrienden op het strand be groetten ons met uitbundige juich kreten en bleven niet in gebreke, de schipbreukelingen hartelijk te ver welkomen en woorden van troost toe te spreken. Ze waren met hun der tienen, allen verkleumd en als ver lamd van schrik, behalve de kapitein, een stoere, krachtig gebouwde man, die zichzelf volkomen meester was gebleven. Eenige der schipbreukelingen wer den in verschillende visschershntten ondergebracht, maar het meerendeel ging met ons mee naar Branksome, waar we hen bjj de kenkenkachel zooveel mogelijk van droge kleeren en van bier en vleesch voorzagen. De kapitein, Meadows genaamd, wrong zijn forsche gestalte in een pak van wij en trad daarna de bniskamer binnen, maakte zich een glas grog klaar en gaf mijn vader en mjj een verslag van het ongeluk. „Zonder n, mijnheer, en uw dappere metgezellen", zei hy, tegen mS glim lachend, „zouden we nu op den bodem van de zee zyn. Wat de „Belinda" betreft, dat was een oud lek schip en goed verzekerd, daarover behoeven de maatschappij en ik ons het hart niet te breken." „Ik vrees," merkte miin vader be kommerd aan, „dat we uw drie pas sagiers nooit weer zullen zien. Ik heb eenige mannen bevolen, op het strand Turkije erkent het besluit tot inlij ving van Tripolis door Italië en Italië erkent het godsdienstig gezag van den kaliof te Constantinopol over het ingelijfde gebied. Tnrkije zal dan een schadeloosstelling krijgen en zyn invloed op de Arabieren aanwenden, de vijandelijkheden te staken. Reeds heeft de TurkBChe ministerraad over deze voorstellen vergaderd en ziet men binnen enkele dagen een wapenstil stand tegemoet. Hoe in Spanje de spoorwegstaking verloopt, is niet recht duidelijk. Vol gens een telegram nit Valladolid heb ben de stakers, op het oogenblik, dat de officieren aankwamen om de orders betreffende de mobilisatie nit te voeren, het personeel, dat onder de wapenen was geroepen, ged «rongen, onmiddellijk het werk neer te leggen. Het personeel van den spoorweg van Flassa naar Palamo staakt thans ook, terwijl de directeur van de Znider Spoorwegmaatschappij alle stakende beambten heeft ontslagen. Daarentegen meldt een telegram uit Barcelona, dat de staking geëindigd is, dat een formule voor overeen stemming is gevonden en het verkeer heden zon worden hervat. Uit Madrid wordt gemeld, dat deze overeenkomst echter niet danrzaam, maar van t'yde- lijken aard is. De staking zou name lijk zijn uitgesteld tot na de opening van de Spaansche Kamer. Binnen laud. Ommen. Aan de Zwolsche Ct. wordt bericht, dat de candidatuur voor de Tweede Kamer van mr. M. baron Mackay (chr.-hist.) gehandhaafd blijft. Het Kamerlid voor Zwolle. Naar De Ned. verneemt, heeft de heer A. baron Van Dedem, Tweede Kamerlid voor het district Zwolle, te kennen gegeven, dat hy zich voor de verkiezingen in 1913 niet meer wenscht beschikbaar te Btellen. De heer Van Dedem, die in 1S38 te Daltsen geboren werd, nam in 1867 zjjn ontslag uit den militairen dienst en is sedert 1879 lid der Tweede Kamer voor Zwolle. Invaliditeits- en ouderdomsverzekering. De Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers zet in een adres aan de Tweede Kamer haar bezwaren uiteen tegen de aanhangige wettelijke rege ling van de verzekering van werk lieden tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom. Zij verwerpt het beginsel van de dwingende regeling, geeft verre de voorkeur aan van overheidswege ge leide en gesteunde vrijwillige voor ziening, die niet alleen aan loontrek kende arbeiders, doch aan alle ge gadigden ten goede komt, doch. indien d.e Tweede Kamer niettemin het Steriel te blyven, ingeval hun 10ken soms mochten aanspoelen, maar ik denk niet, dat het iets zal baten. Ik zag ze in de branding verdwijnen, toen het schip uiteensloeg „Ik heb er my over verbaasd," zei ik, „dat ze zoo onverschillig konden blyven bjj zulk een dreigend gevaar. Wie waren het?" Wie ze zijn of waren," antwoordde de kapitein, peinzend eenige rook wolkjes uitblazend, ,is niet gemakke lijk te zeggen. Ze zyn aan boord gekomen in onze laatste haven, Kur- ruehee, in het Noorden van Indië, als passagiers voor Glasgow. De jongste heette Ram Singh en met hem ben ik alleen in aanraking geweest, maar het schenen alle drie bedaarde, vreedzame lui te zijn Ik heb er weliswaar geen onderzoek naar gedaan, doch ik zou zeggen, dat het kooplui waren uit Hyderabad, die voor zak on naar Enropa gi .gen. Waarom de beman ning zoo bang voor hen was, i« mij een raadsel en vooral den stuuitnun had ik vers'andiger geacht." „Bang voor hen?" vroeg ik vei baasd. „Ja, ze hadden zich vast in het hoofd gehaald, dat ze gevaarlijk waren. Ik twjjiel niet, of, als ge naar de keuken gingt, zondt ge hooren, dat ze allen zonder onderscheid onze passagiers als de oorza.k van het heele ongeluk beschouwen." (Worfi vervol aft.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1912 | | pagina 1