Van houtcn's
Cacao
N°. 118 m,
Zaterdag 5 October,
998te jaargang.
Moeders geeft uw kinderen
dagelijks
Bij dit uo. behoort een
Bijvoegsel
Het eenzame Kasteel.
«0ESCHE
COURANT.
Telefoonnummer 23. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave va» da Naaml.Feaaiotactiap ^Qoesthe Couraut". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
Deuitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- ea"Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco l,S5.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
Inzending: van advertentlën op Maandag: en Woensdag:
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
De prijs der gewone ad vertentiën ia van 1-5 ra gels 50 et., elke regel meer lOr.t
B$ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelflk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbend
dankbetuigingen worden van 1—10 regels i 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 cent,
RONA
te drinken, dat is gezonder voor hen en
voor hunne zenuwen dan welke andere
drank ook; maar let er op dat ge van
deze krachtige pittige cacao niet veel
noodig hebt voor de bereiding, dan zult
ge ondervinden dat ge hun voor uiterst
weinig geld het gezondste te drinken
geeft dat maar te bedenken is.
„Christelijke" willekeur.
De rechterzijde is dus tot de over
tuiging gekomen, dat er slechts ééu,
belang bestaat. En dat belang is
het coalitie-belang. Met het Neder-
landsche volk wordt geen rekening
meer gehouden; de „christelijke" coa
litie gaat vóór.
Wie dit nog niet wist, heeft het
kunnen ervaren uit de Kamer-zitting
van j.l. Dinsdag. Het voorstel, om de
invaliditeits- en onderdomsverzekering
reeds 15 October a s. in openbare be
handeling te brengen, ging er door
in een stemming, zuiver rechts tegen
links. De numerieke macht deed zich
gelden.
Wij moeten ons, als minderheid
daarbij neerleggen. Op ons drukt de
verantwoordelijkheid niet. Wel op de
rechterzijde.
Die rechterzijde nu speelt een hoogst
gevaarlijk spel. In ons vorig nummer
legden wij er den nadrnk op, dat
vóór een invaliditeits-verzekering een
ziekte-verzekering behoort te gaan.
En wü herinnerden er aan, dat Mi
nister Regout in zijn dissertatie heeft
beweerd en nog onlangs Minister
Talma het openlijk verkondigd heeit
een andere volgorde zou millioenen
kosten, terwijl zonder bet bestaan der
ziektewet voor zeer vele arbeiders
de invaliditeitswet een doode letter
zou blijven. De heer Talma echter
schijnt nu reeds glad vergeten te zjjn,
wat hjj op 24 Mei j 1. zeide I
Steeds is het parool der rechterzijde
geweest: de ziekte-verzekering voor
op 1 De heer Talma hield zich 2 Juli
nog aan dit parool. Doch paus Kuyper
dacht er anders over en de heeren
draaiden subieteljjk hun rokje om.
Nu gaat, tegen het belang der arbei
ders in, de invaliditeitswet voorop.
Ee i groot volksbelang wordt, mir
nichts, dir nichts, geofferd, het wordt
een prooi van god Stemous l
Voor welke dingen zullen wij even
wel komen te staan?
Een invaliditeits- en onderdomsver
zekering, gelijk dit Ministerie in zijn
doodstrijd voorstelt, is toch waarlijk
geen kleinigheid. By" de algemeene
beschouwingen zal het kan niet
uitblijven een lans worden gebro
ken voor Staatspensionneering. Waar
is het rapport van den heer Kutgers
Anderhalf jaar geleden heeit Minister
Talma dezen Benjamin der Kamerleden
opgedragen, een rapport uit te brengen
over de werking der Staatspension
neering in Engeland, en hoewel de
heer Talma hem meermalen heeft aan
gespoord, kweet mr. Kutgers zich tot
nu toe niet van zijn plicht. Dit rap
port behoorde te zyn uitgebracht vóór
het algemeen debat een aanvang neemt.
Immersde heer Kutgers is naar
Engeland gezonden, omdat hij een
tegenstander is van Staatspensionnee
ring. Op welke gegevens kan de
i7 FEUILLETON.
Boman van A. CON AN DOYLE.
„Als de wind nit het westen blijft
waaien", zeide hij, „mogen die zeil
schepen daar wel oppassen, als ze
in het Noord-Kanaal komen. En de
kapitein van den driemaster daar
ginder zal bljj zijn, als hij goed en
wel in de Clyde is".
„Het schijnt toch heelemaal niet te
slingeren", merkte ik op, kykend naar
het bewuste schip, welks zwarte kiel
en glinsterende zeilen zich langzaam
op de deining bewogen. „Misschien
vergis je je, Jamieson, en krijgen we
geen storm".
De oude zeerob lachte medelijdend
en strompelde verder met zijn garna-
lennet, terwijl mijn zuster en ik lang
zaam naar huis opwandelden.
Thuis gekomen ging ik naar de
studeerkamer van mijn vader om te
intormearen, oi hij ook wat voor mij
te doen had op het landgoed, want
In den laatsten tijd kwam het prac-
tische beheer van de bezittingen ge
heel op rnjj neermijn vader werd
geheel in beslag genomen door zijn
vertaling van een werk over Ooster-
scha letterkunde.
Ik vond hem gezeten aan z(jn mime
'schrijftafel, die zóó was opgestapeld
Utet boeken en papieren, dat er niets
Kamer zich nu beroepen
Och, zegt de meerderheidnergens
op. Gij z(jt minderheid; wjj zullen n
de wet voorschrijven. Gij moogt spre
ken, amendementen voorstellen; wij
zullen stemmen. Gij kunt zeggen, dat
wij in strijd handelen met 's lands
belang; wij bekommeren ons niet om
's lands belang wij hebben met deze
invaliditeits- en onderdomsverzekering
slechts één doel: verkiezingspropa
ganda voor de coalitie. Als 't aan ons
ligt, worden wfl in 1913 wederom
voor vier jaren ingehuurd. Want...
er zijn nog veel meer vette baantjes
aan de mannen-broeders te vergeven.
Inderdaadzóó is de gedachten-gang
der coalitie heeren. En daarom door-
jassen! De heer Nolens schijnt plotse
ling tot de overtuiging gekomen te zijn,
dat aan de amendementen zoo goed
als geen waarde gehecht moet worden;
de ervaring leert, zoo zei h{j, dat zulke
wetten toeh ongewijzigd blijven.
Iemand, die een klein weinigje thuis is
in onze parlementaire historie, weet,
dat deze bewering een onjuiste is. De
heer Nolens in de allereerste plaats.
Doch hier werd wat met woorden ge-
gooeheld. Want de bedoeling des
heeren Nolens was zonder twijfel deze
gij, linkerzijde, kunt u zoo druk maken
over de amendementen als gij wilt, wij
bezitten nog altijd een machts-middel
rechts tegen links, 59 tegen 411 Een
nobele politiek is het, welke door lieden
gevoerd wordt, die voor zleh den naam
„christen" hebben opgeëiseht.
De brute macht eener onbenullige
meerderheid zal zieh doen gevoelen.
De voorstellen, waarop ernstige man
nen langdurig gearbeid hebben, om
de wet te verbeteren, schijnen alzoo
ongeboren reeds gevonnist.
En wjj vragen ons afwaarom zou
men eigenlijk, in de gegeven omstan
digheden, nog algemeene beschou
wingen houden Waarom het ontwerp
artikels-gewüze behandelen De meer
derheid heeft immers toch de macht
ia handen 1 Veel eenvoudiger ware het,
dat de voorzitter opstond en zeide:
„Hier, mijne heeren, heb ik een ont
werp invaliditeits- en onderdomsver
zekering. Er mag niet over gesproken
worden. Ja, ik vind feitelijk, dat
stemmen overbodig is. Want de rech
terzijde is er voor en zij bezit de
numerieke macht. Gij, linkerzijde,
kunt tegenstemmen, maar het baat
toch niet. GS hebt u te onderwerpen".
Zoo zou de Kamer gemakkelijk op
één dag alle begrootingen, de invali-
teiis- en onderdomsverzekering, de
ziekteverzekering, de tariefwet, het
debietrecht op tabak en nog wat mil
lioenen voor het secte-onderwijs er
kunnen doorjassen. Waarom doen de
heeren het niet? Bescheidenheid is
toch nimmer een deugd van de poli
tieke „christenen" geweest.
Wat zal de linkerzijde doen? Het
is goed, in deze dagen van „christe
lijke" willekeur aan de woorden van
jbr. mr. De Savoruin Lohman te den
ken „Tegenover zulk een taktiek bS
de meerderheid is by de minderheid
obstructie gerechtvaardigd".
Buitenland.
Is nu dan eindoijk in het zieke
Balkanrijk de crisis gekomen, is nu
Turkije op het gevaarlijke
keerpunt,
waarop het erop of eronder voor 't land
ha toekent een sterk oliatandig voort
bestaan, of het geknot en beperkt
worden in tal van zijn .tegenwoordige
rechten? Het schijnt wel zoo. Want
wat reeds tal van weken dreigde,
wat met den dag sterker werd, de
onderlinge aaneenslniting van al die
kleine naburige rSkjes tegen den ge-
maenschappolgken Turkschen vijand, j
heeft thans het hoogtepunt bereikt
on moet, op welke wSze dan ook, nu
een oplossing vinden.
Da Balkan-staten verlangen, dat
TurkSe in Macedonië autonomie zal
vcrleenen, maar, zal een Balkan-oorlog
voorkomen worden, dan zullen de
groote mogendheden een dergelijk
ultimatum met kraeht moeten beletten.
Turkije, dat zieh voldoende sterk
voelt, het tegen al die verbonden
buurstaatjes uit te bonden, zal nn
eenmaal niet toestaan, dat maatregelen
worden genomen, die in strSd zijn
met zjjn belangen en de mogendheden
znllen niet tot een onbillyken druk op
het Turksche ryk te bewegen zjjn.
Zy zullen integendeel alle pogingen
aanwenden, om de Balkan-staten te
overreden, genoegen te nemen met
wat zS ook voor TurkSe aannemelijk
achten en dit zal wel neerkomen op
uitvoering van het hervormingswerk
in Macedonië door een gemengde com
missie van de mogendheden, met waar
borg van de TurkBChe snzereiniteit
en de instelling van eeu buiten landsche
gendarmerie. Dat deverbonden Balkan-
staten met een oorlog uitbreiding van
eigen grenzen op hos oog .hebben, is
niet denkbaar en zou ook, onder geen
voorwendsel, door de mogendheden
worden goedgekeurd. Waar deze zich
meermalen uitdrukkeiSk voor het be
houd van den tegenwoordigen toestand
verklaarden, is het dan ook eigenlijk
niet goed te begrepen, met welk doel
een eventueale oorlog door de verbon
den Balkan-staten zou worden begon
nen. Want een dergelijke strSd zou
onmiddellijkeon vrede tussehen Turkije
en Italië beteekenen, waardoor de weer
kracht van het Turksche leger aan
merkelijk zou worden versterkt.
De groote mogendheden beginnen
inmiddels ook een beetje onrustig te
worden. Niet, dat zy zich niet sterk
genoeg gevoelen om, ieder voor zich,
in te grS'pen, wanneer haar tussehen-
komst noodzakelijk mocht zSn, maar,
zooals het gewoonlSk gaat, vertrouwt
het eene rijk het andere niet. In de
Oostenryksche pers uit zich voortdu
rend wantrouwen jegens Kusland en
Engeland en gelooft men algemeen,
dat de Balkan-staten zich, vóór hun
optreden, van de goeakeuriDg van
Kusland verzekerd hebben. Officieuze
verklaringen van de OostenrSksche
regeering trachten echter het wan
trouwen tegen Rusland weg te nemen
en wijzen er op, dat het Russische
kabinet, sedert het begin van de crisis,
niet opgehouden heeft, de krachtigste
vertoogen tot de Balkan-staten te
richten.
Dat de toestand kritiek is, blijkt wel
uit de handelingen dier staten, waarnit
ten duidelijkste het groote wantrouwen
tegen het Tursche rSk en de behoefte,
eigen belangen te besehermen, aan het
licht treden.
Behalve dat tal van extra, militaire
maatregelen ia het leven geroepen
worden, maakt men alle verdachte
zendingen voor Turkije eenvoudig
open en neemt den inbond in beslag,
als deze oorlogsmateriaal blSkt te zijn.
Men wil dit in onderpand houden
voor de ServiBehe patronen, welke
door Turkpe in beslag zyn genomen.
Maar ook in dit rijk zit men niet stil.
Van alle zflden zSn landweer en
reservisten opgeroepen en worden
verbeteringen in de legertoestanden
aangebracht. De Turksche vloot is
Woensdag van de Dardanellen te Con.
stantinopel aangekomen en het zal
haar taak zSn, den rechtervleugel van
het leger te dekken.
Ook Griekenland heeft uitgebreide
maatregelen genomen. De kroonprins
is tot opperbevelhebber van het leger
benoemd, terwijl een groot aantal
Grieken, die in het buitenland ver
toefden, naar hnn vaderland gesneld
zjjn en de Kretenzers die trouwens
nooit hnn haat tegen Turkije ver
loochend hebben zich openljjk ter
beschikking van de Grieksche regee.
ring hebben gesteld.
Een Engelsch blad, de Westminster
Gazette, dat wel geacht kan worden
de meening van het Engelsche minis
terie van buitenlandsche zakeD weer
te geven, dringt er krachtig op aan,
Macedonië onder snzereiniteit van
Turkije te laten, maar dan met een
hervormd bestuur, onder waarborg
van de mogendheden tegenover Bul-
garSe, dat zy in Macedonië zullen
doen wat noodig is, en tegenover
TurkSe, dat zy het op die voorwaarde
voor aanvallen van buiten znllen be
hoeden. Het blad acht dit de verstan
digste oplossing. Mocht het echter toch
tot een oorlog komen, dan kunnen de
mogendheden niet beter doen.dan deze
lokaliseeren en oppassen, dat zS er
zelf niet door verdeeld raken.
Een onmiddellijk, en wellicht niet
zoo spoedig verwacht, gevolg van de
Balkanverwikkelingen kan wel het
van hem te zien was dan zSn grijze
krnin
„Myn waarde zoon", zei hS, „het
spjjt mg zeer, dat je niet meer met
het Sanscriet op de hoogte bent".
„Het spyt my ook, vader", ant
woordde ik, „dat ik uw polyglotiseh
talent niet heb geërfd".
„Ik heb my zelf een taak gesteld",
hernam mSn vader, „die, als ze slechts
tot het einde toe in onze familie wordt
voortgezet, den naam West onsterfe-
lyk zon maken. Het is niets meer of
minder dan de nitgave van een En
gelsche vertaling van de Boeddhisti
sche Djarmas met een voorrede, die
eenig denkbeeld geeft van het Brah-
minlsme vóór de komst van Sakya-
munie. En ik hoop, door heel ijverig
te werken, nog voor mSn dood een
gedeelte van de voorrede te kunnen
sehryvsn".
„Maar vader, hoe groot zal dan het
geheela werk zSn, als het voltooid is
„De verkorte nitgave in de Keizer
lijke Chineesche Bibliotheek", zei mSn
vader, zieh in de handen wry vend,
„bestaat nit 325 deelen, elk van ge
middeld 400 bladzy ien. De voorrede,
handelend over het Kig-veda, het
Sama-veda, het Yagnr-veda, het Athar-
va veda en de Brahmanas, zal ter
nauwernood uit mindor dan tien
deelen kunnen bestian. Als we nu
rekenen dat er voor elk deei een jaar
noodig is, dan zon de gezamenlyke
familie tegen het jaar 2250 het werk
hebben voltooid*.
„En hoe zouden onze afstamme
lingen moeten leven, vader", vroeg
ik glimlachend, „terwSl ze met deze
groote onderneming bezig waren
Mfln vader werd driftig en zei:
„Wat ben je toch verduiveld onprac-
tisch, JackInplaats van je aandacht
te bepalen tot het ten uitvoer brengen
van myn grootsch plau, verdiep je je
in allerlei kleine byzsken. Begrüp je
dan niet, dat het geheel van onder
geschikt belang is, boe onze afstamme
lingen leven, als ze zich maar bS de
Djarmas blijven bepalen Ga nn naar
do hnt van Fergus McDonald, om
naar het rieten dak te kyken. En
Willie Fullerton heeft mij bericht ge
zonden, dat zijn koe ziek is. Ga daar
in het voorbijgaan even aan en vraag,
hoe bot er mee staat."
Ik begaf my opweg, om aan zyn
verzoek te voldoen.
Des avonds over de heide terug-
keerend, zag ik, dat er zieh aan den
westelijken horizon zware grauwe
wolken hadden samengepakt.
Tegen haar donkeren achtergrond
vertoonden zich een paar dreigende
zwavelkleurige vlekken de wind be-
j gon op te steken en de zee liet een
zacht klagend geluid hooren, als
voelde ze een groote beroering na
deren.
Ver in het Kanaal zag ik een stoom
boot zich snel in de richting van
Belfast Lough voortbewegen, terwijl
de driemaster, dien ik des morgens
reeds had gezien, naar het noorden
had koers gezet.
Om negen uur woei er een flinke
bries, die om tien uur in een harden
wind overging en vóór middernacht
woedde er de hevigste storm, dien ik
ooit op deze kust had bygewoond.
Ik bleef eenigen tyd in onze kleine
voorkamer zitten lnisteren naar het
steunen en huilen van den wind en
het kletteren van regendroppels, zand
en kiezelsteentjes tegen de rniten.
Toen ik een oogenblik het getraliede
venster opende om naar buiten te zien,
sloeg de regen mS met een rak in
het gezicht en met gierend geluid
vloog er een groot stuk zeewier naar
binnen en kwam op de tafel terecht.
Slechts met de grootste moeite kon ik
hot venster weer slniten, door er met
alle macht tegen aan te duwen.
Vader en Esther hadden zich reeds
ter ruste begeven, maar ik was te
opgewonden om te slapen en bleef
nog eenigen tijd by het smeulende
vnnr rooken.
„Wat zou er nu op de Hall ge
beuren?" dacht ik. „Zon Gabriëlle
bang voor den storm zyn En welke
nitwerking zon de huilende wind heb
ben op den onden man, die des nachts
door zSn huis ronddwaalt Zonden
deze geweldige natuurkrachten lem
aangenaam aandoen, ais zijnde in
overeenstemming met zyn eigen on
gedurige, gejaagde gedachten
Nog slechts twee dagen en we had
den den datum bereikt, die, naar tay
my verzekerd had, een crisis izQn
leven zou vormen. Zon hS dezen plot
seling opgekomen storm in verband
brengen met het geheimzinnige nood
lot, dat hem bedreigde
Over dit alles dacht ik lang na,
terwyl ik daar by den haard zat, zóó
lang, dat de kolen reeds waren uit
gedoofd en de kille nachtlucht my
noopte, mSn bed op te zoeken.
Ik had misschien een paar uren
geslapen, toen ik gewekt werd door
iemand, die mS woest bS den schouder
greep en, my oprichtend, zag ik bfj
het flauwe schijnsel van een nacht
lichtje myn vader half-gekleed naast
myn bed Btaan.
„Sta op. Jack, sta op!" riep hy
zenuwachtig uit. „Er is een schip ge
strand in de baaide arme drommels
zullen verdrinken. Ga naar beneden,
myn jongen, en laat ons zien, wat we
kutvnen doen'.
De goede man scheen geheel buiten
zichzelf te zijn van gejaagdheid en
ongeduld
Ik sprong het bed nit en schoot
haastig eenige kleeren aan, toen een
dof, dreunend geluid weerklonk, boven
het hnilen van den wind en het beuken
van de golven nit.
„Hoor, daar heb je het weer 1 Hoor 1"
riep mSn vader. „Dat zyn hnn sein
schoten, die stakkers 1 Jamieson is met
de visschers bened»n. Trek je oliejas
aaD en zet je zuidwester op. Vlugl
Elke seconde beteekent misschien een
mensehenleven l"
{Wordt vervolgd J