N\ 106 1912. Zaterdag 7 September. 998te jaargang. Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. 7 FEUILLETON. Het eenzame Kasteel. COURANT. Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Setebs. Uitgave van de Naaml. Vennootschap ,9oesche Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen. Oe|uitgave dezer Courant geschiedt jMaandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prtjs per kwartaal, In Goes 0,79, bulten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke noinmers 5 cent. Inzending van advertentiën op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer lOot. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels A 1,— berekend. Bewijsnummers cent. Gebrek aan Geestdrift. De christelijk-historische Unie heeft Dinsdag te Leeuwarden haar jaarver gadering gehouden. Waarschijnlijk achtte men het beter, de niet-ehristel{jk- hisiorische pers uit te sluiten althans Uit een verslag, in De Nederlander voorkomend, moeten de andere bla den putten. Voor zooveel wij uit het verslag van genoemd chriately k-historiaeh orgaan te weten zijn gekomen, behoeven de journalisten, wlen de toegang gewei gerd werd, zich daarover niet al te zeer te beklagen. Hetgeen in de jaar vergadering ter sprake is gebracht, had bitter weinig om het ljjf en deze conservatieve partij zal op den duur aan gebrek aan levens-vatbaarheid ten onder moeten gaan in een tyd, welke zich steeds meer democratiseert. De christelijk-historische Unie kan het verwjjt niet ontgaan, dat zy door- en-door conservatief is. Alles, wat wjj van haar hebben gezien, wijst daarop ten duidelijkste. Dn, om eiken twijfel aan haar ware wazen weg te vagen, heeft zij toegestemd in de opname van de nationaal-historisehe party in haar verbandeen party, waarvan eenmaal is gezegd, dat over tien jaar haar laatste aanhanger in een mnseum van rariteiten een eervolle plaats zou knnnen innemen. De nationaal-histo- rischen hebben nimmer op eenigen aanhang van beteekenis kunnen bogen, maar wat nog meer zegt, toen de party werd opgericht, deed men den volke kond, dat zij een party zou zyn, welke zich wenschte te kanten tegen de vermenging van godsdienst en politiek. De christeiük-historisehen hebben een ander standpunt ingenomen, toen z{j zich in de armen der roomseh-cal- vinistisehe coalitie wierpen. Om althans eenige maeht te knnnen verkrijgen, werd met den godsdienst het beste dat de mensch bezitten kan op ergerlijke wijze gesjacherd en wie daaraan niet meedeed, stond buiten de „christelijke", de zedelyke gemeen schap. Dit hoogst onbillijke vonnis ging ook den nationaai-historisehen aan, maar, wijl zy ultra-conservatief zyn, werd hun hetniet-politiek-.chris- ten"-zyn vergeven en werden zy ten slotte waardig gekeurd, in de gelederen der christelijk-historische unie opge nomen te worden. Het „christen" zijn bleek bfjzaak. Het conservatieve wezen was hoofdzaak. Alleen uit dat oogpunt is dan ook de fusie te begrijpen. Met recht mag dan ook worden be weerd, dat de christelijk-historische partg vóór alles een conservatieve is. De jaarvergadering te Leeuwarden heeft het opnieuw bewezen. Dr. De Visser, afgevaardigde ter Tweede Ka mer voor het district Leiden, sprak de openings rede uit. Wie het talent van dezen kansel-redenaar heeft leeren kennen, zal onmiddellijk toegeven, dat Roman van A. CONAN DOYLE. ,Het is niets, lieveling," sprak ik sussend. „Niet zoo bang zyn. Wat heeft ja toch zoo van streek gebracht?" „Ik ben zoo bang, John, voor.de Heatherstones. Waarom is het kasteel eiken avond toch zoo verlieht En waarom loopt de oude generaal weg jJb een opgejaagd hert, zoodra iemand hem nadert Er is iets niet in den haak, John, en dat maakt my zoo beangst." Ik trachtte het bevende meisje, zoo goed ik kon, gerust te stellen en ging met haar naar huis terug. Voorioopig vermeed ik angstvallig, over de Hea therstones te spreken, uit vrees Esther te veel op te winden. Uit zichzelf roerde te het onderwerp niet weer aan. Ik was overtuigd, uit hetgeen ik van haar vernam, dat ze reeds gedurende eeni gen tfid haar waarnemingen had gedaan omtrent onze buren en daardoor haar zenuwgestel eenigBZins overspannen had, want het feit alleen, dat de Hall des avonds geheel verlicht was, had haar niet zoo van streek kunnen brengen. Dit moest Bleohts een schakel gjjn in een reeks gebeurtenissen, die alle te Bamen genomen een hoogst «ubehagelijken indruk bö haar hadden het een lust moet zjjn geweest, zijn woord te hooren. Maardaarmede is dan ook alles gezegd. Een schoon opgezette redevoering, met talent voor gedragen, is niet datgene, waarnaar de meerderheid van het Nederland- sche volk verlangt. Vaagheid en nogmaals vaagheid is het, wat dr. De ViBser met zyn gaven als spreker wilde verbergen. Hoe kan hy er toe komen te zeggen, dat echt- Nederlandsche gedachten ehristelyk- historische „beginselen" zijn? Elke motiveering van deze woorden ont breekt in De Nederlander. En het wil ons voorkomeB, dat de spreker zich op gevaarlijk terrein begai, toen h,j beweerde, dat die beginselen wyzon een vaste lyn, „waarlangs wij voor af dalingen in aristocratischen of democra- tisehen kastegeest worden bewaard" Dat de cbristelyk-historischen aan de democratie een broertje dood hebben, wisten wij reeds, vóór de heer De Visser deze woorden op de jaarver gadering te Leeuwarden uitsprak. Zulks was oud nieuws. Maar die aristocratische kastegeest Niet één van de vele partyen in ons kleine landje kan op zóóveel „mannen met twee namen" destijds door dr. Kuy- per veiioeid wijzen, als de chris telijk-historische. Zij, met haar weinige afgevaardigden in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, beschikt over jonkheeren, baronnen, zelfs een graaf... En van die zyde zal toch waarlyk de democratie geen hulp erlangen I Wat ons echter bet meest trof in de redevoering van den heer De Visser, was dit: met acrobatische vlugheid werd over de belangrijke onderwer pen van onzen tyd haengegleden Over het kiesrecht geen woord. De sociale wetgevingzij werd terloops aldus aangeroerd „Op sociaal gebied leeren ons de tallooze uitingen van eigen kracht en de heerlflke openbaringen van sociaal met en voor elkander gevoelen, dat de wetgever deze aller eerst leiden en sterken moet." Wij zouden dr. De Visser willen vragenwaar zijn die uitingen en die „heerlijke" openbaringen? Ligt het aan onB, dat wy ze niet vinden kunnen We gelooven het niet. Immersop het gebied der Bociale wetgeving is, den iaatsten tyd, de grootste tegenstand gekomen van christelijk-historische zijde. Wil deze partij van sociale wet geving niemendal weten, het zy zoo. Zelve zal zij dit moeten kunnen ver antwoorden. Doch dan onthoude men zich op jaarvergaderingen en by andere gelegenheden van een sehijn-vertoon, alsof men tegenover de sociale wet geving nog niet zoo vijandig staat. Een redevoering kan schitterend ingekleed, schitterend voorgedragen zijn en toch.ten slotte niemendal zeggen. Dit is met de redevoering van dr. De Visser het geval geweest. De spreker kon niet anders. Voor de christelijk-historische beginselen loopt het Nederlandsche volk niet warm en de geestdrift voor de coalitie dooft hoe langer zoo meer. Wie tusschen de regelen vermag door te lezen, beseft dit uit de rede des heeren De Visser. achtergelaten. Aldus redeneerde ik en ik heb nu het bewijs, dat ik my in mijn rede neering Diet vergiste en dat myn zuster meer reden had dan ik, om te veronder stellen,dat er over Cloomber iets spook achtigs lag. Hoewel onze belangstelling aanvan kelijk misschien louter uit nieuws gierigheid voortsproot, nam de zaak plotseling zulk een wending, dat onze lotgevallen nauw met die der Heather stones samengeweven zouden worden. Mordaunt had van m|jn uitnoodiging gebruik gemaakt en kwam dikwijls by ons. Van tyd tot tijd bracht hfl zyn zuster mee. Met ons vieren plachten we dan over de heide te dwalen, of, als het weer het toeliet, maakten we zeil tochtjes in onze kleine boot op de Iersche Zee. Hoe uitgelaten lachten broeder en zuster dan by die gelegenheden I Het was een genot hen te zien, tjdelyk verlost uit hun eentonige vesting, te midden der vrjje natuur. Dit samenzijn van vier jonge men sehen, dieeon verboden, maar daardoor des te aangenamer omgang met elkaar voerden, had, zooals niet te vei won deren is, tengevolge, dat de kennis making "tot een warme vriendschap leidde en dat deze plotseling opvlamde tot een vurige liefde. Terwijl ik schrjjf, zit Gabriëlle naast mij en zo is hat volkomen met mij eens, Wij voor ons betreuren dat gebrek aan geestdrift niet. De coalitie heeft met onze volks-belangan op onverant woordelijke wjjze gespeeld. En wie de grootste schuld daaraan heeit, doet hier niet ter zaketen slotte staan alle drie de groepen van de coalitie er even schuldig aan. En dit zal zich wreken. O» het verkeerde spoor. In ons vorig nr. hebben wy als onze meening te kennen gegeven, dat de hoofdredacteur van De Zeeuw zich aaa overdrijving sehuldig maakte, toen hij beweerde, dat te Goes op Zondag kermis werd gehouden, wyl alleen aan een circus een gesloten tent vergunning was verleend, om acht uur des avonds, na kerktjjd dus, een voorstelling te geven. Het doet ons leed te moeten zeggen, dat het woord o ver dr 5 ving door ons te zacht gekozen is. Het hardere woord houden wij voorioopig liever nog maar in de pen. De Zeeuw heeft thans haar nr. van gister verlucht met een artikelTen toon stellings-bacehanaliën". De bedoe ling van dat artikel is misleidend. Allereerst wordt beweerd„Uit de advertenties in sommige Goesche bladen dat kunnen er hoogstens twee zyn in dit geval I heeft men kunnen lezen, hoeveel kermispret de commissie aan deze nuttige zaak wist te verbinden". Wy zouden gaarne van De Zeeuw willen vernemen, welk Goesch orgaan in de advertentie-kolommen zooveel kermis-vermakelijkheden heeft aange kondigd. Bedoelt het blad daarmede soms een concours hippique, een voet balwedstrijd, een festival of... het bezoek van den PrinB Dan is het onderscheidings-vermogen al zeer ge ring. Voorts beweert De 'Zeeuw op auto- ritairen toon, dat, wanneer een Berg- sche tentoonstelling wederom „baoeha- naliën" mocht meebrengen, het blad er zichmen lache nietkrachtig tegen zal verzetten. Te drommel, dat zal invloed hebben 1 En nog erger: dan zal het blad den iandbonwers, die er even bekrompen denkbeelden op nahouden als de hoofdredacteur van De Zeeuw, ernstig aanraden, niets in te zenden en zeiven er ook niet heen te gaan. Deze hoofdredacteur voelt zich Jammer echter, dat hy bekennen moet, er zelf niet geweest te z^n. Zeer jam mer. Hjj had dan anti-revolutionaire boeren en boerinnen in den stoom- draaimolen van Janvier kunnen zien genieten en van alle andere kermis vermakelijkheden profiteeren. Zulks zal een volgende maal ook gebeuren, al verheft deze bnitengewoon invloed rijke man er zijn stem tegen. Maar het fraaist is het slot van zyn artikel. Wjj schrijven latterlyk af„Br schijnt in het Booinsehe Noord-Brabant nog heel wat te rnoetyn gedaan wor den, eer men er de meuschen, ook wat de Zondagsviering betreft, in bet rechte spoor heeft." Wat leest man hieruit? Dat de Wy eursiveeren. dat, hoe na ze ons ook aan het hart ligt, de geschiedenis van onze weder- keerige genegenheid van te intiemen aard is, om er veel ov er te zeggen in dit myn verhaal. Het zy voldoende te ver melden, dat, eenige weken na onze eerste ontmoeting, Mordaunt Heather- stone het hart veroverd had van myn dierbare znster en dat Gabriëlle my een eed van trouw zwoer, die zelfs door den dood niet kan verbroken worden. a^Na onze verloving werden de be zoeken aan Branksome uit den aard der zaakveelvuldiger en onze vrienden zagen soms kans, een geheelen dag by ons door te brengen, wanneer de generaal voor zaken in Wigtown werd geroepen of de jicht hem aan het bed gekluisterd hield. _,Wat onzen besten vader betreft, die was altijd gereed hen te begroeten met een grap of een toepasselijk brok stuk uit Oostersehe gedichten, want voor hem hadden we geen geheimen en hy beschouwde ook hen reeds als zyn kinderen. Er waren evenwel tyden, dat het Gabriëlle en Mordaunt, wegens een bnitengewoon sombere of rnstelooze bui van den generaal, onmogelijk werd gemaakt, vele weken achtereen een voet buitan hun grondgebied te zet ten. Dan placht by ben te bewaken al3 een norsche schildwacht, het hek en de geheele oprijlaan in het oog roomsch-katholieken in Brabant niet alleen op het punt van Zondagsviering, maar ook op ander gebied zonda ren zijn. Iemand toch, die het rechte spoor niet volgt, is een zondaar. En hier staat nog iets andersmen heeft de menschen niet in het rechte spoor. Met die men kunnen slechts de geestelijke leiders des volks bedoeld zyn. Hoogst aangenaam moet zoo iets den roomsch- katholieken in de ooren klinken Het wordt nu toch op den duur eehter wel al te gek. Wy hebben het reeds gezegd de hoofdredacteur van De Zeeuw, het „christelyk-historiech"- antirevolntionair orgaan, is tevens marktmeester. In die functie is hy met de zorg voor de kermis-aangelegen- heden in onze stad belast. Hij verdient er zyn geld voor. Maar welk opreeht man wil geld verdienen uit een zaak, die, zooals hij zelf in zijn blad te kennen geeft, zondig is en in strijd met hetgeeD door de calvinisten ge predikt wordt? Daar kunnen wjj met ons niet-cal- vinistiscb verstand onmogelijk bij. En wij meenen dan ook ta mogen zeggen, dat de hoofdredacteur van De Zeeuw op het verkeerde spoor is, waar hg, alleen uit geldelyka over wegingen, een bg-baantje uitoefent, dat hem, volgens zyn beweringen, in strijd met God's ordinanties brengen kan. Geld verzoet veel, maar mag toeh o, hoofdredacteur van De Zeeuwde „dierbaarste beginselen" niet in het gedrang brengen. Doet men dit toeh, dan mag van zulke lieden gerusteigk gezegd wor den, dat zy behooren tot het gevaarlijke soort predikers, wier eerste en eenige theorie isdoe wel naar myn woorden, maar niet naar myn werken. Buitenlaud. Oe Duitsche keizer op bezoek. De Duitsehe keizer is by zyn Zwit- serschen buurman te gast. Dia buur man heeit 't wel niet zoo ruim als zgn keizerlijke logé, maar doet toch zyn best, het den voornamen bezoeker zoo aangenaam mogelyk te maken. En daar het bekend is, dat Duit3ch- land's keizer dol is op soldaten, para des en militaire vertooningen, heeft de Zwitsersehe gastheer het aardig gevonden, hem te onthalen op een kykje op de groote manoeuvres van het dappere Zwitsersehe leger. Dat is een schouwspel, dat Wilhelm niet gauw vergeten zal. Gewoon aan uitstekend en langdurig gedrilde en gedisciplineerde troepen, komt hg hier te staan voor eeu volks leger, waarbg niet alleen de oefentijd bnitengewoon kort is, maar waarvan ook vele hooggeplaatste officieren openly ker vooruitkomen, dat zij eigen- ïgk in hart en nieren sociaal-de mocraat zyn. Doch, er gaat niets van afkeizer Wilhelm is in Zurich heel hartelijk ontvangen. Wel heeft hy door ongesteldheid en regeeringsbezwaren een groot deel van het programma moeten schrappen, maar er was toch nog tijd genoeg houdend, als bevreesd, dat men zou trachten tot zyn afgezonderd verbiyf door te dringen. Menigmaal, als ik er 's avonds voorbijging, zag ik zyn donkere, on heilspellende gedaante in de schaduw der boomen heen en weer bewegen, of zijn hard, hoekig gelaat achter dochtig tusschen de spylen van het hek doorgluren. Wie kou geloofd hebben, dat deze angstig rondsluipende man ééns een kranig officier was geweest, die velerlei veldslagen meegemaakt en lauweren voor zijn dapperheid had behaald als de moedigste van allen 1 In weerwil van de waakzaamheid des ouden krijgsmans, wisten we ech ter steeds met onze vrienden in aan raking te blijven, daDk zg een ge deelte in de schutting, waar men de planken gemakkelyk kon uitnemen, waardoor we ons met elkaar konden onderhouden, al was het ook slechts voor korten tyd, want er was geen dnimbreeds gronds, die niet steeds door den generaal op het alleronver wachtst bezocht werd. Hoe levendig staat my zelfs nu nog een dezer haas tige bijeenkomsten voor den geest I Ik herinner my, hoe ik vlug over de weilanden liep, het gras vochtig van den morgendauw en de lucht bezwan gerd met den renk der pas omge ploegde aarde. Gabrielle wachtte mij op onder den hagedoorn, vlak achter over, om met Zwitserland en zyn be woners van alle zijden kennis te maken. Hoewel de keizer Dinsdag eerst te half zes verwacht werd, was om drie uur het stationsplein reeds met een dichte menschenmenigte gevuld. Klokslag hali zes reed de keizerlijke trein het station binnen. De keizer, die er zeer opgewekt uitzag, begroette den bondspresident op zeer hartelyke wjjzo, waarop de keizer, onder het bulderen der kanonnen en het spelen der muziek, zich naar buiten begaf. Zoodra hg voor de dichte menschen menigte zichtbaar werd, brak een luid gejubel los. Kenners van het Zürieher volkskarakter verzekerden zulk een vuur en enthusiasme niet verwacht te hebben. De keizer nam in een open rijtuig plaats naast den president, waarop men langzaam het stationsplein afreed, om zich naar de villa „Rietberg" te begeven. Evenals aan het station, was ook hier een eerewaeht opgesteld, die den keizer by diens aankomst aan de villa de militaire eer bewees. Commandant dezer eerewaeht was de socialistische kantonsraad Enderli, die te Ziirich als een buitengewoon goed schutter be kend staat. Het diner vereenigde om den kei zer en den bondspresident alle hooge Zwitsersehe autoriteiten. De circa dertig gasten waren om een ronde tafel gezeten, die fraai met bloemen was versierd. De maaltijd verliep in zeer opgewekte stemming. Offieieele redevoeringen werden niet gehouden. De keizer voerde eehter voortdurend een zeer levendig gesprek met zijn tafelburen, president Forrer en den chef van het militaire depar tement, Hoffmann. Herhaaideigk druk te hy er zyn leedwezen over uit, het programma te moeten bekorten en afstand te moeten doen van den tocht naar de Jungfrau. Na afloop van het diner begaf de keizer zich naar de vestibule van het hötel, ten einde de zanguitvoering van twee „Zürieher mannen-zangvereeni- gingen by te wonen, die zich voor het hótel opgesteld hadden. Hy ontbood den dirigent bij zich en complimen teerde hem met de schitterende pres tatie zyner vereenigingen. Natuurlijk was ook thans een enorme menigte op de been, die den keizer levendig toejuichte. In de stad was gedurende den ge heelen dag geen enkele rustverstoring voorgekomen. By 's keizers aankomst beproefden alleen twee Italianen te fluiten. Zy werden eehter zeer spoedig tot rede gebracht. De manoeuvres zyn nu achter den rug en moetan, volgens verscheidene bladen, heel goed geslaagd zijn. Her haaldelijk betuigde Wilhelm zijn in genomenheid met alles, wat hg te zien kreeg. Woensdagavond heeft men tereere van den hoogen gast op het meer van Zürieh een avondfeest aangericht, waarbg de verlichting van bergen, oevers en huizen meer dan sprookjes achtig moet geweest zyn. de opening in de schutting, en hand in hand stonden we te turen naar de wijde, uitgestrekte heide en het broede, blauwe kanaal. Ver weg, in het Zuid oosten, schitterde de zon op den hoo gen top van den Throston en we zagen den rook van de stoombooten, die langzaam kwamen aangevaren. „Is het niet wonderschoon riep Gabrielle uit, haar hand op myn arm leggend. „O, John, waarom kunnen we niet samen gindsche golven door klieven en al onze zorgen aan land achterlaten „En waaruit bestaan die zorgen, liefste? Kun je ze mg niet toever trouwen, om ze je te helpen dragen?" „Ik heb geen geheimen voor je, John. Ons grootste verdriet wordt, zooals je wel kunt gissen, veroorzaakt door het zonderlinge gedrag van myn armen vader. Is het niet treurig voor ons om aan te zit n, hoe een man, die zich zoo roemryk onderscheiden heeit in de wereld, van het eene onbekende plaatsje naar het andere sluipt en zich achter grendels en sloten moet opsluiten als een gewone dief, die aan het gerecht tracht te ontsnappen Dit is een verdriet, John, dat zelfs gy niet kunt verzachten." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1912 | | pagina 1