N#. 65 i9i2. Dinsdag 4 Juni. 99"* jaargang. GOGSGHE COURANT. Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goasehe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santbn. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen 'Prijs per kwartaal, in Goes f 0,75, huiten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. Inzending van advertentiën op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels50 ct., elke regel meer lOct. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen- worden van 1—10 regels 4^/ 1,— berekend. Bewijsnummers 5 eent, liet Rapport vau de Staatscommissie voor de Grondwets 'herziening. De geschiedschrijver, die de ,faits et gestes" van het Ministerie Heems kerk voor het nageslacht opteekent, zal bezwaarlijk kunnen beweren, dat dit Kabinet in zjjn vjjf-en-een-half jarige loopbaan te veel ijver aan den dag heeft gelegd. De militaire kwestie, tot welker oplossing dit bewind zich geroepen achtte, is nog even ver van haar eindelykeoplossiag als voorheen de sociale wetgeving gaat haar slak- kengangetje, en wat er nog tot stand komt, is van dien aard, dat de meer derheid het maar slikt als een bittere pil. En het kiesrecht-vraagstuk, dat eveneens dringende oplossing be hoefde, zooals het heette in 1909, is rustig blijven rusten. Wy schrijven thans Juni 1912. De oogst is schraal tot nog toe. Buitengewoon schraal. En bijkans op het scheiden van de markt komt de verrassing: het rapport van de Staatscommissie voor de Grond wetsherziening. Onmiddellijk moet gezegd deze verrassing is wel van onaangenamen aard, want, behalve dan allicht op een enkel punt, moet dit rapport absoluut onaannemelijk worden verklaard. Een troost blijft ons echterhet rapport zal rapport blijven. De tjjd ontbreekt aan •en Kamer, welke weldra uiteen zal gaan, een zóó omvangrijke herziening van onze Grondwet ter hand te nemen. En dit is maar gelukkig ook. Wij beschouwen het rapport daarom als een parade-paard, waarmede de verkiezings-agencen van rechts in 1913 den boer zullen opgaan. Och, zóóvele beloiten van het .kostelijk" Kabinet- Heemskerk zullen in 1913 beloften gebleven zijn 1 Waarom zou men ook anders hebben gedaan? Zij, die „ge- looven", haasten niet! Het rapport van de Staatscommissie voor de Grondweta-herziening strekt waarlijk niet tot meerdere eere van het Ministerie Heemskerk, dat, gelijk dr. Kuyper het eenmaal uitdrukte, in onvoorzichtigheid geboren werd. De leerlingen willen de woorden van den leermeester blijkbaar niet bescha men, want onvoorzichtig was tot nog toe alles, wat het Kabinet heeft voer- gesteld of tot stand gebracht. Dit laatste is, zooals men weet, van bitter weinig beteekenis, en w|j wen- schen zulks thans niet nader uiteen te zetten. Waarom in herhalingen te vervallen Parade-werk is dan ook dit rapport van de Staatscommissie, welke over wegend uit mannen van rechts was saamgesteld. Vau de linkerzijde waren bovendien een, naar verhouding, ver- wonderiyk groot aantal oud-liberalen in de commissie gezeten. Van een democratische herziening onzer op ioo vele punten verouderde Grond wet kon, bjj de samenstelling der 10 feuilleton" De onzichtbare Dood. Uit het Amerikaansch. .Kijk eens, madame", zei ik, „wij hebben vandaag hier al genoeg last met Fransohen gehad en als u niet rustig heengaat, zal ik u de deur uit moeten zetten." ,Ik moet mister Vantine spreken", Bei ze uiterst snel. „Ik moet mister Vautine spreken. Het is beslist nood zakelijk, dat ik mister Vantine spreek." „Dan zal ik u de dear ait moeten Betten", zei ik en greep haar by den arm. En daarby schreeuwde zy en rukte Bich los en ik greep haar weer en toen opende mynheer Vantine deze deur en kwam in de hal. „Wat beteekent dat, Hogers vroeg hy. „Wie is d.ar?" Maar voor ik kon antwoorden vloog die wiide kat naar hem toe en begon een stroom Fransehe woorden af te ratelen, zóó snel, dat ik niet begreep, waar zy den adem van.laan haalde. En mijnheer Vautine keek haar eerst verbaasd aan en toon begon hy meer belangstelling te toonen en ten slotte vroeg hy haar hier binnen te komen, •loot de dear en dat was het laatste, dat ik van hen zag." Je bedoelt, dat je de vrouw niet hebt uitgelaten vroeg Grady. „Heen, mijnheer, ik dacht, als mijn- commissie, reeds geen sprake zjjn. Laat ons enkele punten nit het rap port lichten. Men herinnert zich de huldiging van den paus der calvinisten op Tweedon Paaschdag te Utrecht. Van te voren had de vader der coalitie, in enkele plaatsen onzes iands optredend, te kennen gegeven, dat de lnst hem groot was, zich uit het parlementaire leven terug te trekken. Doch gaarne zou h{j, als het hem gegeven was, medewerken aan een herziening van de Grondwet dr. Kuyper was lid van de oom missie welke artikel 194 tot een doode letter maken zou artikel 194, waarbij bepaald wordt, dat het open baar onderwys een voorwerp van de aanhoudende zorg der regeering be hoort te zyn. Het is eenmaal door pans Kuyper gezegdthans hebben wy en het sloeg op het bijzonder onderwijs één derde der kinderenwy zuilen niet rusten, vóór wy drie derden hebben. Welnu; de meerderheid van de Staatscommissie voor de Grondwets herziening heeft uitgemaakt men moet toch waarlijk maar durven 1 dat het openbaar onderwijs de dood steek behoort te worden toegebracht. Immershet bijzonder onderwys krygt .de maerderneid der commissie haar zin zal regel worden, het open baar aanvalling. Men wil dus de rollen omkeeren. De „verdrukte min derheden" men bemerkt er bitter weinig van! zullen nu op haar beurt eens gaan onderdrukken. Werd vroeger met geeselen gekastyd, thans is de beurt aan de schorpioenen gekomen. Ons land heeft altoos de eer ge noten, op het gebied van onderwijs hoog te staan. Dit is niet gekomen door het bijzonder onderwijswel door het openbaar, liet openbaar onderwys toch stond onder een voort- dnrende contróle en doet dit nogde voorstanders van het secte-onderwys daarentegen hebben steeds tot doel gehad, zooveel mogelyk zich aan die contróle te onttrekken. En waartoe dit geleid heeft, men zie er do jongste onderwys-verslagen maar eens op na Zoo zal dus een poging worden gedaan, ons hoog-staaud volks-onder- wys, waarop Nederland altoos trotsch mocht gaan, in verkeerde banen te leiden. Men ziet, waartoe de jammer lijke politieke party-haat al niet voeren kan. Het kiesrecht-vraagstuk is voor de Staatscommissie „een appel van twist" geweest. Het tegenwoordige artikel 80, hetwelk beoogt, algemeen kies recht voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal uit te sluiten, en desondanks den wetgever eeu groots mate van vryheid te verzekeren men denke slechts aan de hoogst on- zedelyke kiezerakweek van onze dagen werd maar door één lid in be scherming genomen. Nog op een pnnt heer Vantine met haar wilde spreken, mij bestdat was zyn zaak en niet de mijneik ging dus heen om de keukenmeid met het zilver te helpen, ieder oogenblik verwachtend de schei te hooren. Maar er werd niet gescheld en na misschien een half nnr kwam ik weer in de hal om te zien oi de vrouw verdwenen was en ik liep langs de denr van deze kamer, maar hoorde niets en toen liep ik naar de straat deur en zag tot mijn verbazing, dat ze niet op slot was." „Misschien had je ze niet gesloten", zei Grady. „Het is een springslot, mijnheer", en toen de vrouw ze dicht sloeg, hoorde ik het slot pakken." „Ben je daar zeker van?" „Heel zeker, mijnheer." „Wat deed je tosn?" „Ik sloot de deur, mijnheer, en ging toen terug de hal doorik voelde my onrustig «n bleef hier voor de deur staan luisterenmaar ik hoorde nietsen toen klopte ik, maar er kwam geen antwoord; ik klopte dus luider, terwijl mijn hart bonsde. En nog kwam er geen antwoord. Ik deed dus de deur open en keek naar biunon en de eerste, dien ik zag, was hy." Hogers zweeg plotseling en greep weer naar zyn keel. „Ik ben dadelyk weer in orde, mijnheer", hijgde hy. „Ik heb zooiets aikwyls." „Haast je niet", atelde Grady hem gerost. „Wat de vrouw niet hier was overeenstemming: men was het er over eens, dat de Grondwet zelve de toekenning van het kiesrecht be hoort te regelen. Overigens niets dan tegen strijdigheid ondar de leden der com missie Wjj zeiden het ^reeds in ons nummer van Zaterdag j. 1.de één was vóór algemeen kiesrecht voor mannen en vrouweneen ander wilde van vrou wen-kiesrecht absolnnt niets weten nummer drie bepleitte het algemeen kiesrecht voor maunen en vrouwen, die door eigan aanmelding toonen, op het bezit prys te stellen nummer vier zag ziju ideaal in het algemeen kies recht voor mannen en een attributief kiesrecht voor vrouwen, waarbij Het stelsel van eischen, aan maatschappe- lijken welstand ontleend, zon zyn uitgesloten. En weer anderen betoon den zieh voorstanders van een gezins hoofden-kiesrecht. Doch ook op dit pnnt liepen de meeningen zeer uiteen. Men ziet hetzooveel hoofden, zoo veel zinnen I Wat er van zoo n pot pourri zij heet, nota bene, oplossing van het kiesrecht-vraagstukmoet terecht komen, besett een ieder, die niet geheel en al een vreemdeling is in het politieke Jeruzalem. Een nieuwigheid ofschoon reeds eerder bepleit is het voorstel, den zittingsduur van de leden der Tweede Kamer van vier op vijf jaar te bren gen. Het salaris der Kamerleden men noemt het del'iig„schadeloos stelling" zal dan ook verhoogd worden van 2000 tot 2500 gulden. Bovendien wil men den leden niet alleen voor het bijwonen van alle vergaderingen van de Kamer, doeh ook voor die der commissién, ver goeding van reiskosten toekennen. Wy achten dezen maatregel niet verkeerd. Waar die vergoeding thans sleohts tweemaal per jaar wordt ge geven, slaan maar al te veel Kamer leden hun tenten te 's-Gravenhage op. Zij vervreemden daardoor hoe langer zoo meer van hun distriet. En al geven wy grif toe, dat een Kamer lid een uoite-vertegenwoordiger en niet een disincia-vertegenwoordiger is, toch komen de belangen van het district dikwerf genoeg ter sprake. En deze kunnen niet behartigd worden, zooals de kiezers znlks wenschen, wanneer de afgevaardigde met zyn district geen voeling houdt. Wat ons echter verwondert, is, dat niet voorgesteld wordt, het aantal Kamerleden, waar de bevolking zóó omvangrijk toenam, nit te breiden. Er zyn districten met vyftien duizend kiezers, en nog veel meerer zyn er ook die de helft hiervan niet halen. Waar men toch wilde wijzigen, had zonder bezwaar aan dit euvel tege moet kunnen worden gekomen. De Eerste Kamer zal geen recht van amendement krijgen, doch wel was er in de Staatscommissie een stre ven, haar het recht van „regres" toe te kennen, in dezen zin, dat zy, wanneer „Neen, mynheer." „Heb je de kamers doorgekeken „Neen, mynheer, toen ik de straat deur open vond, wist ik, dat zij was heengegaan. Zy had de denr niet ge sloten, omdat zy bang was, dat ik haar zou hooren." „Dat klinkt waarschijniyk", knikte Grady. „Zou je de vrouw herkennen, als je haar weer zag?" Hogers aarzelde. „Ik zou het niet zeker durven zeg gen, mijnheer", antwoordde hij einde lijk. „Misschien wel en misschien niet". „Roode lippen, een bleek gezicht en schitterende oogen zegt niet veel", sprak Grady. „Kan je niet een nadere beschryving geven „Ik vrees van niet, mynheer. Ik heb maar zoo'n algemeenen indruk gekre gen van haar gezicht door den sluier heen". „Hoe wist je, dat mijnheer Vantine dood was? Waarom heb je niet ge tracht hem te helpen?" „Een blik was genoeg om my te zeggen, dat hier niet te helpen viel", zei Hogers en zag met zichtbaar afgrijzen naar de ineengedoken gestalte op den vloer. Grady keek hem een oogenblik scherp aan, maar er schoen geen reden te zyn om aan zyn verhaal te twijfelen. Toen keek de detectievo de kamer door. „Er is één ding, dat ik niet begrijp", zei hy, „en dat is, waarvoor mynheer Vantine al die lichten, noodig had. i Wat deed bjj daar?" een wetsontwerp haar tot ernstige bedenkingen aanleiding geeft, deze, gesteand door haar gezag, aan de Tweede Kamer zou kunnen voorleg gen en aldns wellicht voor een andere oplossing de baan openen. Van zoo danig recht dient, volgens de com missie, slechts spaarzaam en niet dan bij het bestaan een overwegende be zwaren gebrnik te worden gemaakt. De Grondwet kan dit bevorderen door te bepalen, dat de Eerste Kamer, een wetsontwerp met een besluit tot wy- ziging terugzendend, geacht, wordt, tot verwerping te hebben besloten, indien de Tweede Kamer niet genegen blijkt, wijzigingen aan te brengen. Een vreemd voorstel, dnnkt ons. De parlementaire machine ten onzent werkt tóch al zoo langzaam, mede door de schnld van de Eerste Kamer. Gaatmennn voor de Tweede Kamer toeh altoos de zuivere volksvertegen- woordiging een „tweede lezing" der wetsontwerpen invoeren, dan zal er nog minder tot stand worden ge bracht. Een „spaarzaam" gebrnik van het recht tot terugzending zal de Eerste Kamer waarlijk niet maken reeds te langen tijd hebben wy den remmenden invloed van dit college leeren kennen. Meer zeggen wij op het oogenblik van dit water- en- melk-rapport niet. Het ademt een conservatieven, hier en daar zelfs een reactionairen geest. Stemplicht, evenredige vertegenwoor diging, zy zullen, even zoo goed als een zuiver algemeen kiesrecht, tot de vrome wenschen blijven be- hooren. Wij gaven reeds te kennen en dit is een lichtpunt dat het rapport wel, rapport blijven zal. De eenige, die er goed mee is geweest, is de papiar-leveraneier. Voor het Neder- landsche volk, dat meer en meer naar eendemocratische ontwikkeling streeft, is het absolnut waardeloos. Buitenland. Een premie op het moederschap in Frankrijk. Het gaat in Frankrijk niet goed met de bevolking. Ondanks de theorie van Malthas, welke leert, dat de bevolkingsvermeerdering zich in den loop der tijden als een meetkundige reeks voordoet, zoodat iedere jongge borene weer bestemd is, de stamvader van een talrijk nageslacht te worden, trekt men in Frankrijk algemeen be zorgde gezichten en gaan er zelfs stemmen op, die een ontvolking van het land voorspellen. En daar is dan ook wel eenige reden toe. Terwijl in de 19de eeuw slechts in 10 verschillende jaren een deficit ge constateerd kon worden, waarvan 4 malen voor 1890 met zeer verklaar bare redenen(de eholera-epidemie in 1854 en 1855 en de oorlog in 1870/71), is dit deficit tnsschen 1890 en 1912 nu reeds zeven malen voorgekomen. En nn weer heeft de statistiek over „Ik weet het niet zeker, mynheer, maar ik veronderstel, dat hy keek naar de menbels, die hij nit Europa had meegebracht. Hij was een ver zamelaar, zooals n weet, mynheer. Er zijn vijf of zes stnks in de aangren zende kamer". Zonder een woord te spreken stond Grady op en ging in de andere kamer, wy achter hemalleen Hogers bleef zitten, waar hy was. Ik herinner mij, dat ik omkeek en oplette, hoe hij, zoodra wy hem den rag toekeerden, voorovergebogen in zyn stoel zat, als of hij verpletterd werd door een zwa- ren last. Maar ik vergat Hogers in het be schouwen van het tooneel voor my. De binnenkamer was schitterend verlicht en de meubelen stonden overal verspreid, zooals ik ze in het begin van den dag had gezien. Slechts één ding was verplaatst. Dat was het Boulle kastje. Het was in het midden van de kamer gezet onder den vollen glans van het licht der kroon. Het stond daar glinsterend io trotsche schoon heid. Wie had Vantine geholpen, het te verplaatsen Hogers noch Parks had den erover gesproken. Ik keerde terug naar de voorkamer. Rogers zat voorovergebogen in zyn stoel, zyn handen voor zijn oogen, en ik kon voelen, hoe hy zenuwachtig ineenkromp, toen ik zyn schonder aanraakte. „O, bent a het, manheer Lester?' 1911 bedroevende resultaten opgele verd. Het aantal geboorten daalde van 774.390 in 1910 op 742.114 in 1911, terwyl het aantal sterfgevallen met 74.011 is gestegen. Geen wonder dan ook, dat men naar een middel omziet om de be volking weer op het normale peil te krijgen en een eerste gevolg daaraan is dan ook wel, dat men heelt voor gesteld het krijgen van kinderen te bevorderen, door aan de moeders voor iedere geboorte een premie toe te kennen. Dat zal wel helpen, denkt de Fransehe Staat: als de vrouwen dan niet nit zichzelf genoeg kinderen aan 'tland willen schenken, dan znllen wy ze ervoor betalen. De ond-minister van oorlog, Messimy, heeft dan nn bij de Kamer een wets voorstel ingediend, teneinde te trachten paal en perk te stellen aan deze ontvolkingscrisis. Messimy is van meening, dat een premie op de ge boorte van elk kind van eenzelfde moeder, te rekenen na haar derde, het aantal geboorten zondoen stijgen. Hy wil 500 francs voor elk zoo'n kind toekennen, waarvan 250 francs, by de geboorte, aan de moeder zou worden uitbetaald en de andere helft gestort zon worden in de „CaisBe Nationale des retraites", om de moeder een pensioen te verzekeren, dat haar uit betaald zal worden onder de bepa lingen en voorwaarden van dit pen sioenfonds. Dit pensioen zou verschil len naar gelang van den leeftyd, waarop de moeder 'tkind ter wereld bracht en den ouderdom, waarop het pensioen zon ingaan. Zoo zou bijv. een vrouw, die 8 kinderen kreeg, tnsschen haar 21ste en 30ste jaar, op 60-jarigen leeftijd een jaarlijksche nitkeering van 518 francs krygen. Het wetsvoorstel voorziet ook in de hijgde hij. „Vergeef my, mijnheer, ik ben niet goed in orde". „Dat zie ik", sprak ik kalmeerend, „en geen wonder. Ik wilde je alleen maar vragen heb jij geholpen bij het verplaatsen van de meubels in de andere kamer?" „Neen, mijnheer, ik heb niets aan geraakt". „Dan is het goed", zei ik, en keerde terng naar de binnenkamer. Vantine had gezegd, dat hij van plan was zoo ganw mogelyk het kastje nanwkenrig te onderzoeken; ik herinnerde mij, hoe zijn oogen glansden, terwyl hy ernaar keekhoe zyn hand had ge trild bij het streelen der arabesken. Ongetwijfeld was hy met zyn onder zoek bezig, toen hy de vronw had hooren praten en naar de hal was gegaan om te zien, wat er aan de hand was. Hy en de vrouw waren samen de voorkamer binnengegaan. Hy had de deur gesloten on toen Als een bliksemstraal schoot een gedachte door myu horsous een reden een verklaring wiid, on waarschijniyk, onzinnig, maar toon een verklaring! Ik weerhield den kreet, die op myn lippen kwam en deed wanhopige pogingen om myzalf in bedwang te honden en betooverd als door een gevaarlijke slang, bleef ik staren naar het kastje. Want ik voelde het daarin lag de sleutel van het geheim. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1912 | | pagina 1