Cacao
N*. 53 1912.
Zaterdag 4 Mei.
99"* jaargang.
De beste voor den prijs
1 Kg.TTöÖpK^f 0.421- I
Bij dit fit»- bekoort een
Bijvoegsel.
EEUILLETON.
Dfi AFGEBROKEN BOMWD.
GOESCHE
Telefoonnummer 23. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave vau de Naam'. Vennootschap jGjsssha Courant". Hoofdredacteur W. j. C. van Santen.
De uitgave dezer Conrant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen
Prgs per kwartaal, in Goes 0,75c huiten Goes, franco J' 1)25.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
inzending van advertentisn op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 5') ct., elke'regal meer 10c
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels A 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
bemannen en spoort intussehen tal
van arbeidswilligen in andere steden
op, om de opengevallen plaatsen te
bezetten. Ook in ons land, te Rotter
dam, is men bezig, hulppersoneel aan
te werven.
Daar zij het vooruitzicht hebben,
blijvend als schipper aangesteld te
worden, zgn velen volstrekt niet onge
neigd, op den Rijn dienst te doen. In
tussehen blijven de stakers ook niet
werkeloos. De reeders beklagen zich
er over, dat de stakers met booten
naar de Bchepen komen en er, door
gebrek aan voldoende politietoezicht,
alle arbeidswilligen weer vandaan
halen. Ook schermutselingen tnsschen
stakers od onderkruipers zgn aan de
orde van den dag, al zijn tot nu toe
nog geen ernstige ongeregeldheden
voorgevallen.
Men deelt mede, dat de staking zich
alleen tot den Reder-Rijn bepaalt, daar
de reeders aan den Boven-Rijn het
loontarief der stakers zouden aange
nomen hebben.
Staking ta Peteraburg.
De staking onder de werklieden te
Petersburg, als protest tegen het ge
welddadig optreden van de troepen bij
de staking der arbeiders in de goud-
wasscherijen aan de Lena, breidt zich
snel uit. Aan de Putilof-fabrieken, de
groote staalfabrieken te Petersburg,
staken al 10,000 arbeiders. In de
Obnchow-fabrieken en in de fabrieken
achter Newski-barriè-e staken ook
groote aantallen werklieden. In Was-
sili-Ostrow staken alle arbeiders, even
als in de krnitiabriakeu achter de
Moskou-barrière en in alle drukkerijen
der stad.
Dat kan in Rusland nog wel eens
tot bloedige botsingen tusschon stakers
en militairen leiden 1
iiiniteiiiaiid.
ChristelijkeJournalistiek.
Het Roomseh-katholieke Buisgezin
schrijft, naar aanleiding vau het
Dinsdag door den heer De Savornin
Lohman uitgelokte tumult iu deTweede
Kamer: „Men moest Troelstra een
voudig zich laten dood-razen."
De „christelijke" pers gaat tegen
woordig wel een vreemden koers uit I
De bakkerswet
De Vereeniging van Broodbakkers-
patroons wees in een adres aan de
Tweede Kamer op de ongelijkheid,
die door het ontwerp-Bakkerswet ge
schapen zou worden, indien nl. aan
banketbakkers wél werd vergund op
elk gewenscht nur te bakken.
Daartegen komt de BaDketbakkers-
vereeniging in een adres op, er op
wijzende, dat het van a'.gemeene be
kendheid is, dat in het banketbakkers
bedrijf eigenlijke nachtarbeid niet dan
bjj hooge uitzondering voorkomt, en
het niet aangaat een bedrijf te gaan
binden aan bepalingen, alléén gevor
derd door misstanden in een ander
bedrijf.
De vrees, dat na invoering der wet
banketbakkers een soort gebak zouden
gaan fabrieeeren, dat het brood zou
kunnen vervangen, zoifder onder dat
FAan het publiek kali het
oordeel worden gelaten, cl
inderdaad is
U/2 - 0.80 Mo., -0.18 J
.-'...11
begrip te kunnen worden gerang
schikt, noemt het adres een hersen
schim.
jstaten-tieneraal.
TWEEDE KAMER.
Nade zeer rumoerige Dinsdag-zitting,
waarin de afgevaardigde Ds ó'avornin
Lohman (e.-h.), wederom probeerde,
president te spelen en daardoor het
gausche tumult uitlokte, is de Woens
dag kalm verloopen. Maar toch verre
van aangenaam voor den Minister van
Marine, die zijn benuht pantserschip
te verdedigen krijgt. Het begon met
een aanval op den bewindsman vaD
coalitie-zijdede heer Van Wassenaer
van Catwijck (c -h.) verklaarde, zijn
stem aan het pantserschip niet te
kunnen geven. Men had er, volgens
hem, niets aan.
De heer Verhey (unie-lib.) sloot zich
in hoofdzaak bij het betoog des heeren
Van Wasseeaers van Catwijck aan. Maar
den scherpsten aanval had de Minister
Woensdag van den sociaal-democra-
tischen afgevaardigde Uugenholtz te
verduren. Tegen 's Ministers schip
voerde hij tal van argumenten aan en
hij gaf te kennen, indien hem geen
andere kenze stond dan tnsschen een
artillerie-vloot en een torpedo boot,
deze laatste te znllen kiezen. Maar
ook daartegen was heel wat aan te
voeren, volgens den heer Bugenholtz.
Bjj twee onderdeden van zijn betoog
viel de afgevaardigde voor Weststel
lingwerf Bcherp uit.
Het was, toen hij den Marine-
autoriteiten verweet, „gezwegen te
hebben als stommen," wanneer ieder
jaar vier millioen tweehonderdduizend
gulden voor aanbouw nutteloos werd
besteed, en de volksvertegenwoordi
ging niet te hebben voorgelicht bjj al
de voorstellen tot aanbouw van de
onbruikbare schepen, welke sedert 1901
zijn aangeschaft.
Het andere onderdeel was, toen hg
den Minister als het ware uitdaagde,
om nu toch eindelijk eens te zeggen,
wanneer het voorstel in zake de kust
verdediging opnieuw door de regeering
Waarom Concentratie?
i.
Meer en meer wordt door de lin
kerzijde op concentratie, op samen
werking aangestuurd. Daar is reden
tos de Btembus van 1913 is reeds
zeer nabij. Fn wat het Ministerie-
Heemskerk tot nog toe den volke
heeft vertoond, is van dien aard, dat
naar een herhaling niet wordt ver
langd.
Op een aaneensluiting van vrijzin
nigen, op een wei-overwogen program,
is door hoogst bekwame mannen als
dr. Bos en mr. Levy b{ herhaling
aangestuurd en een doodgewone
m&rkt-politiek is niet iu staat, zulk
eeu concentratie in de oogen des
volks verdacht te maken.
Nu de vrijzinnigen hun dierbaarste
belangen, hun hoofd-beginseien iede-
ren d >g meer bedreigd zien, komeu
er stemmen, en nog wei zeer gezag
hebbende stemmen, welke aandringen
op samenwerking tussohen de drie
vrijzinnige fracties b(j de stembus
welke het openlijk uitspreken, dat,
waar de drie zoogenaamd „christe
lijke" partijen, trots alle beginsel-ver
zaking, welke daardoor voor haar
eisch wordt, steeds nauw verbonden
optrekken, het een levensbelang is
voor de drie vrijzinnige fracties, op
samenwerking aan to sturen, te meer,
waar deze zonder opoffering van be
ginselen kan verkregen worden.
Zoo heeft zich de vrjjzinnig-demo-
cratische voorman Bos uitgelaten en
in denzelfden geest sprak de nestor
der Liberale Unie, de eeuwig-jeugdige,
onvermoeide strijder, mr. Levy. En wij
weten, dat zij daarbij naar net hart
hebben gesproken van duizenden en
nogmaals duizenden vrijzinnigen Id
Nederland, die absoluut uiots gevoelen
▼oor de geschilllen,waarover de leiders
zich soms zoo druk maken.
Hoe staat eigenlijk de zaak, en wat
is op dit oogenblik de beteekenis van
de regeerende, zoogenaamd „christe
lijke" coalitie voor ons volksleven
Om deze vraag juist te beantwoorden,
dienen wij even een blik achterwaarts
te slaan en ons voor dan geest te
halen, waardoor het aan dr. Knyper
en dr. Schaapman ten slotte gelukt is,
trots alle bezwaren want die waren
vele de coalitie tot stand te brengen,
waarom het hnn geiukte, de roomsoh-
katholieken, die niets van het calvi
nisme hebban moeten, niet alleen met
de felste calvinisten in één verbond
op te nemen, maar daarin ook plaats
te geven aan de christelij k-historischen,
die Rome altijd als den oer-vijaud be
schouwd hebben.
Het was de onderwgs-kwestie.
Eu hierin stonden {deze drie zoo
genaamd „christelijke" fracties sterk,
omdat zij het gelijk aan haar zijde
hadden j z(j kwamen op tegen geleden
onrecht. Het gemeenschappelijk on-
derwijs-belang waB het cement, dat de
drie partijen aaneen bond. Maar met
Amerikaansehe Roman.
Ik sloeg eeu breede laan in, die
pas kort geleden door het bosch ge
maakt was.
De weg was slecht en werd gauw
•rger, vol wagensporen gemaakt door
stoenkarren en met gele, kleverige
kuilen vol natte aarde. Wjj gingen
▼oorbü een nieuw station, waar een
lokaaltreintje stond te blazen en zoo
onder de lijn door. Daar voorbij
kwamen wij aan de scheidingslijn
tnsschen de stad en het open veld
«n hier werd het op z'n ergst.
Hier en daar stonden wat onge-
schilderde loodsen. Langs don weg
lagen riool- en waterpijpen, terwijl
op demiast verwachte punten nieuwe,
witte huurhuizen trotsch afstaken
tegen de nabijgelegen getimmerten.
Een enkele maal passeerden wj een
een mooi, oud buiten, eenzaam staan
de tnsschen een oase van boomen j
een treurig gezicht voor den gevoels-
jnensch, maar heel wat prettiger voor
den eigenaar, die nu tegen stadsprjj-
zen kon verkoopen, wat misschien
woor een paar koeien gekocht was.
Weer gingen wjj een station voorbjj,
de oplossing van het onderwijs-vraag-
stuk door dr. Kuyper, zjj het dan ook
goen finale oplossing was ooit iets
fisaal in deze „zondige" wereld?
is alie reden van bijeen te blijven
voor de coalitie weggevallen. Als zij
bijeen bleef, was het slechts, omdat
zij van 1901 tot 1905 had leeren ken
nen, hoe zoet de macht is, en hoe
heerlijk het is, over de benoemingeu
ta beschikken te hebben. Speciaal die
twee soorten benoemingen, waarvoor
geen enkele waarborg van bekwaam
heid wordt geëiseht: het burgemeester
schap eu hot srhoolopzienerschap. Dr.
Kuyper heeft door de grootst moge
lijke vrijmoedigheid, waarmede hij
deze beide ambten als hemelsch manna
over zijn volgelingen uitstrooide, de
zucht tot behoud der coalitie niet
weinig versterkt.
En al was de tegenwoordige Minis
ter-president, mr. Heemskerk, in deze,
vooral in den beginne, wat voorzich
tiger, nu hij geheel onder den
verderfeljjken Kuyperiaanschen in
vloed is gekomon, gaat het vrijwel
denzelfden weg uit. Do voorbeelden
daartoe zijn voor het grijpen.
Om kort te gaande coalitie, welke
eens als onderwjjs-eoalitie reden van
bestaan had, is uitgeleefd eu als enkel
machts coalitie overgebleven dat zij,
over zoo groote meerderheid in beide
Kamers van onze Staten-Generaal be
schikkend, na ruim vier jaren regee-
rens aan geen enkel der groote vraag
stukken van den dag gezonde oplossing
vermocht te geven, teekeüt haar on
macht om te regeeren zóó duidelijk,
dat wij daaraan verder geen woord
verspillen zullen.
Bulte niaitd.
Het gevaar voor schepen in de
Oardaneilen.
Het begon voor de schepen, die
zich op het oogenblik van het bom
bardement in de Dardanelien bevonden
en daarna ingesloten waren, mat recht
een vervelende historie te worden.
Maar hoe gevaarlijk het bovendien is
voor schepen, om een tocht door de
Egeïsche Zee te maken, heeft dezer
dagen het stoomschip „Texas" bewe
zen. Volgens sommige berichten stiet
het in de Golt van Smyrna op een
mjjn, volgens andere werd het door
de Turksche kustbattrrgeu in den
grond geboord. Zooveel is zeker, dat
onverwachts door een hevigen stoot
of een schot een groote ketel ont
plofte en het schip eeu oogenblik
later in de golven was verdwenen.
Het stoomschip, dat ouder Amerikaan
sehe vlag voer, had 111 passagiers
aan boord, waarvan er 69 bij de ramp
zijn omgekomen. Woensdagavond
onderging de sleepboot „Semendar"
een zelfde lot. Bjj het iuspecteeren
van de booten in de Dardanelien stiet
zij op een mijn, waardoor het schip
ontplofte en 16 personen werden ge
dood. Intussehen zijn, vooral op aan
dringen van Rusland, de Dardanelien
nu weer geopend en is het bericht
daarvan in handelskringen met blijd
schap ontvangen.
Het aantal schepen, dat opgesloten
was, bedroeg 99, waaronder UNeder-
gingen weer onder de ljjn door,
reden toen een lichte helling op, waar
bovenop een klein hótel stond, leeljjk
als de dood, maar pretentieus met een
terras en een tuin. Even daar voorbij,
op een onbebouwd terrein, stond eeu
groot gebouw in den vorm van een
schuur, op welks blinde zijde m_t
zwarte letters van zes voet hoog ge
schilderd was
DAWSON'S ATELIER
VOOR TOONEELDECORS.
De heele omgeving van die wieg
van het tooneel was een groote vuil
nisbelt.
„Laat de auto hier in Mike's hötel,
dokter," zei Murphy, wjjzende op het
aau den weg gelegen huis. „Ik moet
bij Mike de sleutels halen."
Die woorden beteekenden voor mg
niets, maar ik hield stil voor het ter
ras. Murphy stapte uit en ging naar
binnen. Ik keek naar Edwards, die
weer flauwtjes glimlachte.
Een oogenblik later kwam Murphy
naar buiten, gevolgd door een zwaar
gebouwd man met dikke, rechte,
zwarte wenkbrauwen, een gezicht met
diepe groeven, vierkante schouders
en die in zijn hemdsmouwen liep,
maar met een diamanten knoopje in
de borst.
„Mijn vrienden, mijnheer Grogan"
zei Murphy met een sierlijken zwaai
landsche.
Toch is het allen schepen, die daar
niet noodzakelijk moeten zgn, geraden,
vooreerst geen uitstapjes naar de
Egeïsebe Zee te maken, daar de Tark-
sche regeering zich het recht voor
behoudt, de Dardanelien weer teBluiten,
zoo spoedig zij dat noodzakelijk aeht.
Van de vernieling van enkele sche
pen heeft de Italiaansche pers een
dankbaar gebruik gemaakt. Uit de
omstandigheid, dat do Turken zelf
niet eens weten waar hun gevaarlijke
mijnen, waarvan er verschillende los
geraakt en afgedreven zijn, zich be
vinden, leiden de Italiaansche bladen
ai, dat de Turken eigenlijk nergens
vorstand van hebben en gevaarlijk
zjjn, niet alleen voor anderen, maar
ook voor zich zelf.
De „Giornale d'Italia", een der voor
naamste Italiaansche bladen, schrijft
b. v.
„De scheepvaart in de Egeïsche
Zee is tegenwoordig een gevaarlijk
werkje, want iedereen weet, dat de
Turken eigenlijk niet kunnen omgaan
met mijnen en er gaen ondervinding
van hebben.
Al waren er geen andere redenen
daartoe, dan zou de catastrophe van de
„Texas" voldoende zijn, om de aan
dacht der mogendheden te vestigen
op de gevaren, welke Turkije niet
alleen voor zich zelf schept, doch ook
en in hoofdzaak voor Europa. Turkije
zal door haar eigeu wapens getroffen
worden."
De Turksche regeering heeft zich
het recht voorbehouden, da Dardanel
ien, zoo noodig, weder te sluiten
de afgezanten der mogendheden zullen
den Turk gaarne dezen schijn van
zelfstandigheid gelaten hebban. Hoofd
zaak is nu, dat de zeeëngte geopend
is Vermoedelijk zal zij ook wel ge
opend blijven.
Do staking der Rijnschippers.
Onder de Rijnschippers is een sta
king uitgebroken, welke hoofdzakelijk
van de vakvereenigingen uitgaat. Men
wenschte reeds lang een staking, maar
werd daarin belet door de aetie der
kolenmijnwerkers, waardoor het ver
keer gering was. Maandag is echter
de staking der Rgnschippers uitge
broken en een bewjjs, hoeveel macht
een degelijke organisatie bezit, is zeker
wei, dat 75 pet. van de matrozen,
stokers en hulpkrachten georganiseerd
zijn en de rest, uit vrees voor moei
lijkheden, nu eveneens het werk neer
legde.
Bovendien is de toestand der Rijn-
Boheepvaart nog moeilijker geworden
door het snelle vallen van het water
op den Midden- en Boven-Rijn, zoodat
bijzondere maatregelen dienen getrof
fen te worden. Dat leidt natuurlijk tot
moeilijkheden, omdat het scheepsper-
soneel, met uitzondering der scheeps
kapiteins en oppermachinisten,van den
Boven-Rijn tot Holland de vaartuigen
verlaten heeft. Deze toestand der Rijn-
scheepvaart, welke den stakers en hnn
leiders natuurlijk bekend was, doet
hun optreden bijzonder onverantwoor
delijk voorkomen.
Men tracht nu enkele booten met
het nog overblijvende personeel te
van zjjn hand. „Stapt uit, heeren j wij
zullen de auto hier laten. De bediende
zal er op letten."
Grogan keek mij vragend aan en
knikte toen. Hij en Murphy gingen
voornit om het huis heen en over de
plaats voor de stallen, waar wij een
pad vonden, dat door de wildernis
naar het atelier leidde. Edwards en
ik volgden in stilte. Bjj een kleine
deur opzij van het gebouw stond Gro
gan stil en haalde een bos sleutels
uit zijn zak. HQ ontsloot de deur en
gaf ons een teeken om binnen te gaan.
Het gebouw was ruim en hoog, met
décors tegen alle muren geplaatst en
allerlei rekwisieten overal verspreid;
rustieke bruggetjes, randen voor een
put, heggen, boomen, wapenrustingen,
alles wat maar op een tooneel noodig
kan zijn, was daar te vinden. Som
mige voorwerpen lagen onder doeken,
andere lagen open en bloot en bedekt
met slot. Een groot, half-voltooid land
schap was op den muur gespannen
en daarbij stonden emmers met verf
cu kwasten ter grootte van een bezem
Van den wand hingen schilden, vlag
gen en wapenen van alle mogelijke
vormen.
Murphy keek rond en wendde zich
toen tot mij.
„Welnu, dokter," begon hjj, „den
avond, waarop mijnheer John Vorice
gewond werd, wilden wij een groot
hondengevecht orgauiseeren, waarvan
het hoofdnummer zou zjju een ronde
tnsschen mjin Tammany en een bull-
terrier van mijnheer Grogan. Er kwa
men een massa lui met mjj mee in
mijn tweo omnibussen. De entree
kostte vjjf dollar per persoon. Er wa
ren geen vreemden bij, alleen vrienden
en de vrienden van vrienden.
Welnn, mijnheer, kort voor dat wij
zouden vertrekken, kwam een mijn
heer binnen in een blauw costnum
en met een strooien matelot op. Hjj
dronk een paar groote glazen whisky
en bemerkte al ganw, dat er wat
gaande was.
„Mag ik er bjj z{jn vroeg hg.
Ik bemerkte dadelijk, dat het een
sportsman was. Hij was eeu groote
vent; zoo groot als uzelf, met een
zwarte snor, opgedraaid aan de pun
ten, wat hem het voorkomen gaf van
een vreemdeling.
„Het is niet veel zaaks," zei ik,
„alleen eeu hondengevecht
„Zoo veel te beter," antwoordde hij.
„Ik heb in jaren geen hondengevecht
gezien en het is een mooie sport."
Das verkocht ik hem een biljet en
kort daarna gingen wg' op weg. Ik
had er erg op, dat hg geen vost
droeg, maar een gordel van gevloob-
ten leer, met een groote gesp van
opengewerkt koper.
Wjj klommen in de omnibussen
waarvan ik er een bestuurde en Jimmy
Fiynn de andere Wjj reden aan één
stuk door en stopten alleen een oogen
blik bjj Billy om een glaasje te drin
ken een en p ,ar vrienden op te baien.
Hii keek naar Grogan.
„Vertel jjj nu de rest, Mike.»
Grogan wendde zich tot mg.
„Ik dacht, dal wij van dé politie
geen last zouden hebben", zei hg,
„maar er was zoo'n beroerde inspec
teur, dien ik niet kon vertrouwen, en
zoo zette ik een paar schildwachten
uit. De heele boel stroomde toen naar
binnen en ieder trachtte een mooi
plaatsje te bemachtigen. Ik herinner
me heel goed, dat ik speciaal lette
op dien vent met dien glinsteronden
gesp, die boven op dien schoorsteen
stond".
Hjj wees op een groote kist, die
zoo beschilderd was, dat ze e»n stea-
nen' schoorsteen voorstelde en die
tegen den muur stond, zoowat in het
midden van het atelier.
Ik keek naar den schoorsteen
en keek toen schirper. Want even
links daarvan, hangende aan den
muur, zag ik een tooneelsehiid waar
op vjjf korte vlaggestokken waren
aangebracht, met vergulde, spservor-
mige punten.
(8lot vólgtJ,