r
N°. 35 1912,
Donderdag 21 Maart.
99"® jaargang.
Van M@y!en'$
Cacao
Mooi licht van kleur
Goede pittige cacaosmaak
De beste voor den prijs.
i7 FEUILLETON.
DE AFGEBROKEN flONDENTAND.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, in Goes 0(75, bulten Goes, franco 5,25.
[Afzonderlijke nommers 5 cent.
inzending van advertentlën op Maandag en Woensdag
vóór'2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
De prijs der gewone ad vertentiën is van l-5regels50 ct., elke|regel meer 10 ct
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels A J 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
Telefoonnummer 22.
Directeur A. P. A. van Setebs. Uitgave van de Naaml. Vennootschap ,Goascho Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
GOESCHE
COURANT.
BBW Zij, die zich met ingang
van 1 April a. s. op ons blad
abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende num
mers gratis.
Staatspensionneering is
socialistisch
De... .bekwame rechtsgeleerde",
mr. J. A. de Wilde, die hier voor de
afdeeling van .Patrimonium" gespro
ken heeft, beweerde, dat Staatspen-
sionneering zou zijn een socialistische
eisch. Alles weten is alles vergeven.
Wij wensehen echter goedertieren te
zijn en den braven man er op te
wijzen, dat hij zulk een bewering niet
meer moet ten beste geven, wil hij
althans in eigen kringen nog doorgaan
voor een.bekwame rechtsgeleer
de".
In de eerste plaats zij gezegd, dat
uit de statuten van den Bond voor
Staatspensionneering, althans voor
ieder, die de eenvoudige kunst van
lezen verstaal, blijkt, dat de Bond
buiten elke politieke richting Btaat.
Maar lezen, goed lezen schijnt een
eisch te zijn, welken men in geen
geval aan „bekwame antirevolutio
naire rechtsgeleerden" stellen mag.
W{j zullen de zaak dus even recht
zetten.
Er zjjn drie stelsels, om in de noo-
den, welke de oude dag medebrengt,
te voorzien.
De sociaal-democratische arbeiders-
party, die vroeger de pensionneering
alleen wenschte nit te strekken tot
gehuwde landarbeiders, vraagt thans
pensionneering zonder premie-betaling
van arbeiders en daarmede gelykge-
stelden. Als men een klein weinig
logisch begrip bezit, zal men zeggen,
dat dit stelsel inderdaad socialistisch
is, al werd het vroeger door dr. Kuyper
gepropageerd. Dr. Kuyper is dus in die
dagen feitelijk socialist geweest en
z\jn volgeling door-dik-en-dun, mr. De
Wilde, is het nog, tenzij hp openlijk
de leer van zijn voorganger afzweert,
wat hjj tot nu toe niet gedaan heeft.
Het vroeger gepropageerde stelsel is
socialistisch, omdat het vraagtbe
voorrechting van één bepaalde klasse
(nl. die der arbeiders) door den staat,
ten koste van een andere klasse (nl.
die der patroons) om de arbeiders
klasse te versterken in haar klassen-
stryd.
Het tweede stelsel, aangehangen
door alle clericalen en weinig vrijzin
nig-democraten, ispremie-betaling,
gedurende niet minder dan 54 jaar,
door arbeiders en patroons, met een
toeslag van 8millioen gnlden door
den Staat. Dit stelsel is slechts uitvoer
baar door verzekeringsdwrany. Daar
door wordt het stelsel, gelijk de anti
revolutionaire professor Fabius heeft
doen uitkomen, gestempeld tot een
staats-socialistisch, wiji de Staat hier
dwiugt en in de levensverhoudingen
ingrijpt, en bovendien door den Staats-
toeslag ten koste der patroons-klasse
de aibeiders-klasse bevoordeelt en
Amerikaansche Koman.
En toen kreeg ik weer een andere
gedachte. Waarom zou ik het ïyk van
den hond niet opgraven, het meedra
gen naar het landgoed der Vorices,
het daar begraven, om dan te zorgen,
dat ik het zoogenaamd ontdekte in
tegenwoordigheid van Edwards Ik
zon het kunnen hegraven dicht by
het strand en het knnnen „ontdekken",
als wy samen gingen baden, zooals
wjj wel eens deden. Dat zou hem
zeker van de wys brengen, voor zoover
het getuigenis der hondeharen betrof.
Niemand kon veronderstellen, dat
Clarence Chisholm het lijk van het
dier den heelen weg naar de Vorices
had geslourd, om het daar in den
grond te stoppen.
Ik zou zelfs Randall's medewerking
knnnen verkrijgen en ik twijfelde niet,
of hy zou er desnoods met pleizier
een eed op gedaan hebben, dat hijzelf
den hond begraven had, ais ik hem
de zaak in alle détails verteld had
vooral als ik hem gezegd had, hoe
weinig het maar gescheeld had, of
hyzelf was van den moord aange
klaagd, ten gevolge van een reeks
van schijnbare bewijzen, verzameld
door iemand, van wien hp niet erg
wel uit deze klasse slechts diegenen
die de Staat eerst heeft gedwongen,
de premie te betalen.
Daarnaast staat het stelsel van.den
Bond voor Staatspensionneering. Het
vraagt Staatspensionneering voor allen,
zonder premie-betaling. Hierbij is dus
geen sprake van bevoorrechting der
arbeiders-klasse tegenover en ten koste
van de patroons-klasse. Dit stelsel
vindt zijn rechtsgrond in, en ber ust op
de stelling, dat de Staat elk deel der
bevolking te hnlp moet komen, om
dit deel te versterken, indien die ver
sterking is in het belang van den
Staat zelf. De ouden-van-dagen vormen
natanriyk nooit een klasse of stand,
welke tegenstrijdige belangen heeft
met een andere klasse of stand, zoodat
hulp aan alle ouden nooit kan zijn het
versterken van de ééne party by het
voeren van haar kl&ssenstryd.
Zóó is het stelsel van den Bond
voor Staatspensionneering: een hulp
verleening van den Staat aan een deel
der bevolking of der samenleving, om
dat deel, hetwelk door verlies van
arbeidskracht niet meer by machte is,
voldoende in eigen Levensonderhoud
(en in dat dor echtgenooten) te voor
zien, zoodanig te versterken, dat het
in dit levensonderhoud voorzien kan,
zoodat daardoor de maatschappelijke
welvaart, die de onmisbare voorwaarde
voor den bloei van den Staat zelf is,
bevorderd wordt. Door die verhoogde
maatschappelyke welvaart en de daar
mede gepaard gaande toeneming van
den bloei van den Staat, versterkt de
Staat zich zelf. In het welbegrepen
eigenbelang van dien Staat is dus het
stelsel, dat door den Bond voor Staats
pensionneering wordt gepropageerd,
en niemand zal kunnen beweren, dat
het is in het belang van één klasse.
Nu kunnen wy het ons voorstellen,
dat „bekwame rechtsgeleerden", geiyk,
mr. De Wilde, van het Btreven van
den Bond voor Staatspensionneering
niemendal weten. Voor hun algemeene
ontwikkeling pleit dit niet. Maar als
zulke„bekwame" rechtsgeleerden,
die zich op het terrein der politiek
bewegen, blyk geven niet op de hoogte
te zyn van het Bociaal-democratiscti
6treven en door gebrek aan kenDis,
elk eeulyk strijder voor Staatspension
neering voor een socialist uitmaken,
om daardoor bij gemis aan zuivere
argumenten de Staatspensionneering
verdacht te maken, dan zouden we
willen bidden: geet ons liever één
nuchter-denkend burgerman, dan een
dozijn van zulke „bekwame" rechts
geleerden
li u i t e n 1 a u d.
De staking in de steenkolenmijnen.
In Engeland.
Het wetsontwerp op de minimum-
loonen zal na een einde maken aan de
Engolscho staking. Er valt echter wel
op een krachtige oppositie te rekenen,
zoowel van de arbeiderspartij als van
de mijneigenaren. Nu reeds heeft een
der leiders van de mynwerkers, tevens
lid van het uitvoerend comité, ver
hield. Bandall was dadelyk bereid
geweest Chisholm te besehermen door
te zwijgen, en was overtuigd, dat hy
met alie genoegen een meer werkzaam
aandeel zon nemen in de verdediging
van den artist.
Tot zoover was ik in myn over
peinzingen gekomeD, toen ik in de
haag aan den overkant eenig geruisch
hoorde. Toen werden de struiken van
elkaar gescheiden en Agnes stond in
de laan. Ik liep haar snel tegemoet.
„Kom verder de laan in", zei ik.
„Er zon iemand op den weg knnnen
komen en ons hooren praten. Ik heb
u iets te vertellen. Ik hoop, dat gjj,
als ge my hebt aangehoord, niet allen
eerbied voor mij zult hebben verloren,
maar het scheen zoo by onze taak
van hedenavond te behooren".
„Wat bedoelt ge?" vroeg ze Bnel.
„Ik heb voor spion gespeeld; voor
luistervink. Kom hierheen".
Toen wy wisten, dat men on3 van
den weg af niet kon hooren, bleven
wy staan.
„Kom hier tusschen de struiken",
zei ik, „zoodat men onB niet kan zien,
als iemand toevallig voorbijgaat".
Zy aarzelde een oogenblik en volgde
my toen naar de beschutting van een
laag-neerhangenden boom.
„Dit is een eenigszins zonderlinge
manier, dokter Forsyth", zei ze.
„Zeker", stemde ik toe, „en niet
heel erg romantisch om een dooden
hond op te graven, die een maand
klaard, dat de arbeiders geen hevel
zullen aannemen om naar de mynen
terng te keeren, voordat een voor
hen aannemelyke wet is aangenomen.
En een mSneigenaar nit Wales deelde
mede, dat hy en zyn medestanders
krachtige waarborgen zullen eischen
tegen vermindering der productie en
tegen dagdieverij en dat zy zekerheid
moeten krijgen, dat de contracten
moeten worden nageleefd. Wanneer
de arbeiders weigeren te werken op
de aangenomen voorwaarden, moeten
de trade-unions geldelijk aansprake
lijk worden gesteld. De fondsen van
de unions raken echter langzamer
hand uitgeput. Men heeft dan ook
reeds verklaard, dat als de staking
zes weken duurt, ongeveer alle weer-
stand8kassen uitgeput zullen zijn. De
orde in de SehotBohe distrieten, waar
Zaterdag ongeregeldheden hebben
plaats gehad, is nu hersteld. Alleen
te Bells-Bill, waar een vijandige
menigte een aantal niet-aangesloten
mynwerkers aanviel en de politie
met steenen wierp, is het nog even
tot een treffen gekomen.
Het wetsontwerp tot regeling van
een minimumloon is Dinsdag in het
Lagerhuis, in eerste lezing, met alge
meene stemmen aangenomen. Men
gelooft algemeen, dat het ontwerp
Zaterdag a.s. wet zal worden.
In Duitschland.
Hier hervat een met den dag toe
nemend aantal stakers het werk. De
Silezisehe mynwerkers hebben be
sloten nog niet tot staking over te
gaan en de pogingen van de sociaal
democraten om de stakingsbeweging
naar het Saargebied te doen over
slaan, knnnen als mislukt worden be
schouwd. Een poging te Neuhanson
een staking nit te lokken, had geen
succes.
Intusschen zyn in de Pruisische
Kamer interpellaties der burgerlijke
party'en over de staking aan de orde
van den dag. Van conservatieve en
centrnmszyde spreekt men steeds van
een Bympathie-staking met de Engel-
sche mynwerkers, wat door de libe
ralen wordt ontkend. De minister van
handel, Sydou, kwam op tegen den
eiBch der mynwerkers tot verhooging
der loonen met 15 Dallwitz, de
minister van binnenlandsche zaken,
verdedigde het zenden van militairen
naar de stakings-districten.
Uit Boehum is intusschen bericht
gekomen, dat de distrietseonferentie
van den mijnwerkers-driebond besloot
tot hervatting van den arbeid, daar
de staking nutteloos is.
De toestand van de Engelsche
marine.
In het Engelsche Lagerhuis heeft
minister Churchill, by de indiening
van de marinebegrooting, zeer open
hartige mededeelingen omtrent den
toestand van de vloot gedaan.
„De tijd is gekomen", zoozeidehy,
„dat Duitschland en Engeland beide
moesten hegry'pen, dat het voor Enge
land alty'd voordeelig zon zyn, als het
by een zeeslag telkens een schip van
geleden onder den grond is gestopt.
Vertel my nu eens, juffouw Dalziel,
wist u, dat uw zuster kennis had aan
Edwards, den secretaris van mynheer
Vorice
Agnes aarzelde, voor zy antwoordde.
Toen zei ze
„Zoo! Is dat ook al aan bet licht
gekomen? Ik moet erkennen, dat myn
liefhebberij in speurders-werk hoe
langer hoe geringer wordt."
„En "de mijne hadt n enkele oogen-
blikken geleden voor een schyntjo
kunnen koopen," antwoordde ik, „met
m[jzelt op den koop toe. Het is myn
pijnlijke plicht geweest om zooeven
een samenkomst te bespieden, waar-
sehynlijk nog in gang, tusschen uw
zuster on dien man, Edwards."
„Wat!" riep Agnes nit. „Waar?"
„In het tuinprieel," antwoordde ik
en vertelde haar vervolgens alles, wat
ik gezien en gehoord had. Toen, vóór
zy tijd had gehad om te bekomen van
den schok, legde ik haar myn plannen
uit, om de justitie te dwarsboomen.
Agnes luisterde in stilte.
Zeer tot myn verbazing strekte zy,
toen ik geëindigd had, haar hand nit
en drukte zacht de myne.
„U bent een baas, dokter," zei ze.
„Ik zal u helpen. Het kan my niet
schelen, al is Clarence schuldig. John
Vorice was een misselyke kerel en
verdiende wat hem gebeurd is. Ik had
hem zelf eens op een dag kunnen
vermoorden, toen hy probeerde mij te
elke [klasse verloor tegen een soort
gelijk verlies van Dnitschland en dat
deze jwyze van vermindering der vloot
aan Engeland, zy het dan ook langs
een zeer ongewenschten weg, de over
winning zou brengen en de absolute
superioriteit".
De minister bepleitte niet het leggen
van twee kielen door Engeland tegen
elk schip, dat Dnitschland mocht
bonwen. Dat zou misschien nog noodig
worden, zei hy, maar was het thans
nog niet.
De tegenwoordige standaard, aan
genomen door de Admiraliteit, is een
overwicht van GO proeent boven de
Dnitsche dreadnoughts en kruisers.
Naar aangenomen kan worden, zal
die maatstaf de eerste vier of vijf
jaren kunnen blijven gelden. Wanneer
Duitschland aan zyn program van
vlootbouw binnen de eerste zes jaar
twee nieuwe schepen toevoegt, dan
zal Engeland vier schepen bouwen.
Maar iedere vermindering van den
bouw in Duitschland zal ook door
Engeland in de zelfde verhouding
worden gevolgd.
Dit zal totaal voldoende zyn om de
mededinging krachteloos te maken.
Churchill roerde daarna het gevaar
lijke probleem aan van het gebruik
van olie als brandstof, die daarvoor
onbetwistbaar te verkiezen is hoven
kolen, hy vroeg echter: „Kunnen wy er
zeker van zijn steeds voldoende voor
raden voor redelijken prys te krijgen
Zon het mogeiyk zijn een voldoenden
reserve-voorraad byeen te brengen en
dien behoorlyk te vrijwaren tegen
sabotage door aeroplanes?" Hy betoog
de, dat de taak van de Britsehe vloot
zoenen. Hy was toen half dronken."
Ik h&d de grootste moeite om haar
niet te vertellen, dat ook ik hem met
pleizier zou hebben vermoord, als ik
or by was geweest, toen de overledene
dat kunstje wilde uithalen. Maar de
toestand was te ernstig voor compli
mentjes.
„Twee jaar geleden hebben Mary
en Edwards elkaar ontmoet in Bar
Harbor," begon Agnes. „Ik was toen-
tertyd met vader en moeder in Europa.
Mary was op bezoek bij vrienden van
ons. Edwards werd erg verliefd op
haar en ik geloof, dat zö zich ook wel
aangetrokken voelde tot hem. Zy vond
hem een krachtige persoonlykheid.
Toen op eon avond toonde Edwards
zyn kracht op een heel ongeschikte
manierhy nam haar in zyn armen
en kuste haar. Mary was woedend.
Zy verbood hem ooit weor tegen haar
te spreken en den volgenden dag
reisde ze af. Het was voor haar een
schok en een beleediging. Ik geloof,
dat Edwards werkelyk veol verdriet
had van wat hy had gedaan. Hij
schreef haar de meest hartroerende
brieven, waarin hy haar smeekte, hem
weer te woord te staan maar zy bleef
weigeren. Wy wisten, dat hy bij de
Voriees was en eenmaal hebben wij
hem ontmoet, toen wjj gingen baden.
Randall stelde hem voor, maar Mary
maakte alleen een hoofdbuiging en
zei niets. Het is eerst sinds den dood
van John Vorice, dat hij haar weer
van zuiver defensieven aard is en
stelde het denkbeeld van een aanval
op Duitschland of eenig ander land
in een belachelijk daglicht.
Nadat de minister de onderlinge
verhouding tusschen Duitschland en
Engeland had behandeld, kondigde
hy een totalereorganisatie van de
marine aan, waarby hy drie vloten
wonscheiyk verklaarde voor de ver
dediging van het land zelf. De eerste
en de tweede vloot moesten respeetie-
velyk bestaan uit vier en twee eska
ders slagschepen met volledige beman
ning en kader en een derde van twee
slagschip-eskaders met een kern van
bemanning. Engeland zou dan 65 slag
schepen beschikbaar hebben tegen 38
van de mogendheid, wier vlootsterkte
op die van Engeland volgt.
Hat is te begrijpen, dat de Dnitsche
bladen deze vlootplannen met een
waDtrouwig oog beschouwen.
Al is de toon in de bladen nog min
of meer terughoudend, van een nieuwe
vriendschap met Engeland is heel
weinig sprake.
li i n ti e n 1 a 11 «I.
De verkiezing te Hoorn.
Men meldt uit Hoorn aan Het Vad.
Naar wy vernemen, zullen de
roomsch-katholieken vermoedelijk niet
met een eigen candidaat uitkomen,
doch onmiddellijk steunen den candi-
daat der anti-revolutionnairen, den
heer Vegtel.
Onder de partijen van rechts heerscht
zeer weinig animo, een verschijnsel,
dat onder regeeringspartyen meer
malen, doch hier al bijzonder sterk
aan den dag treedt.
lastig heeft gevallen. Ik wist reeds,
wat u rny gisteren vertelde. Dat was
oen der redenen, waarom ik by u
kwam."
„U bent in vele opzichten lang niet
zoo'n kind, als ik dacht," zei ik. „Na
moet u my nog den naam zeggen van
den man, met wien gy een afspraakje
hadt."
Agnes nam onmiddellyk een afwe
rende houding aan.
„Dat is geen mooie manier van
spreken van u", zei ze.
„Goed, dan nw regeling, rendez
vous, ontmoeting, bespreking het
beteekent allemaal hetzelide, niet
waar Ik wil weten, wie die man was."
„En waarom, als ik vragen mag?"
vroeg Agnes trotsch.
„Omdat hy de man is, die Edwards
vertelde, dat hy iemand, die op John
Vorice leek, het buiten van Chisholm
zag ingaan. Edwards' eigen woorden
waren, dat hij het gehoord had van
een man, die aan het eind van den
weg stond te wachten op een meisje."
„WatI" riep Agnes verschrikt.
„Dat is precies, wat hy zei. Natunr-
lyk kan het een ander afspraakje
geweest zijn. Er zyn verscheiden
dienstmeisjes in
„Wilt u je mond houden riep zij
woedend.
Er waren tranen in haar stem, maar
ik was in een meedoogenlooze stem'
ming. (Wordt vervolgd.)