BIJVOEGSEL OOESCMË COÜKAJN i ZATERDAG 16 MAART 1912 No 33 Gemeente-Publicatiën. LANDWEER. VERGOEDING EN ONTHEFFING. LANDWEER. VERGOEDING EN ONTHEFFING VOOR KOSTWINNERS ARTIKEL labis der LAN DWESRW KT. Binnenland. Armenwet. De Armenwet is gisterenmiddag in do Tweede Kamer zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Erfgooieiskwestie. De Tweede Kamer heeft gisteren middag het wetsontwerp tot regeling van den rechtstoestand der geineene weiden en heiden van Gooiland zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Ouderdoms verzekering. Het lid van de Tweede Kamer, de heer Dutje, heeft de volgende schrifte lijke vragen gericht tot MinisterTalma: Is de minister van landbouw, nijver heid en handel niet van meening, dat, mede met het oog op de behandeling van het ontwerp-Invaliditeits- en Ouderdoms-verzekering door de com missie van voorbereiding, eenige spoedige publicatie van het rapport betreffende de resultaten van de Engelsche staatspensionneering ge- wenseht is? Waaraan is het toe te schrijven, dat de publicatie van dit rapport zoo zeer wordt vertraagd Is de minister bereid te bevorderen, dat zoo spoedig doenlijk de gewenschte publicatie geschiedt Tegen wanneer kan deze ongeveer worden tegemoet gezien DISTRICT No. XXXVHI. Oproeping onder de wapenen tot het oefeningen in 1912. houden van De BURGEMEESTER vau Goes maakt bekend, dat de in het Landweer verlofgangers-register dezer Gemeente ingeschreven dienstplichtigen der Land weer, belmorende tot de hieronder genoemde lichtingen en wapens, bij deze, voor den tijd van ZES DAGEN, krachtens artikel II der Laudweerwef, in 191 2 tot het houden van oefeningen onder de wapenen worden geroepen, en dat zij zich daartoe moeten aanmelden op den dag, op het uur en op de plaats, in den hieronder vermelden staat aangegeven achter het wapen of het. onderdeel van het wapen, waartoe zij belmoren. Li ch ti n gen (jaren) van de Landweer. Wapen en AA onderdeel van het. N M E L D I N G. wapen. 1907, 190b, j 1910 en Uil. Kit de Pers. Stoelende op één wortel. De Tijd bevat een hoofdartikel „naar aanleiding van de rede by de overdracht van het rectoraat aan de Vrjje Universiteit, gehouden op 20 October 1910 door dr. H.H. Kuyper" getiteld „het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome" en, met aanteekeningen, als een boek van 180 biadzijden ver schenen. De slotsom van De Tijd is .Aangenomen (niet toegegeven) dat de beginselen der Hervorming zuiver en heilig waren dat het karakter der personen, die ze leidden, onberispelijk genoemd moeht worden dat de vrucht, die ze voortbracht heerlijk en over vloedig was, wat zegt dat alles Och, ook op een mestyaalt (sit venia verbo) kannen schitterende bloemen groeien. Ook zondaren doen wel ooit ietB goeds ook uit het kwade volgt dikwijls nog goed (ex malo s ïquitar quodlibett maar voor de Hervorming zegt dat alles niets, zoolang niet bewezen wordt, dat zij, die zo in het leven riepen, gezondenen waren van God, die ons met de bewjjzen in de hand tegemoet treden en zeggenzie hier onze zen ding, wie komen namens God, die zich aan ons geopenbaard heeft. Nu, dat bewijs zijn wjj nog altijd wach tende, en nu moge al een of andere roomsche schrijver zich min of meer vergist hebben in de voorstelling der feiten, ja, zelfs als zou hg gelasterd hebben (wat wy echter altijd zoo voet stoots niet aannemen) of andere on edele wapenen gebruikt, dat maakt het gemis aan bewgs van Goddelijke zending niet goed." De (vrg-liberale) Nieuwe Rott. Cou rant teekent hierbij aan „De vraag ligt voor de hand, welke waarde de bewering heelt, dat de Roomsche bisschoppen wel van God gezonden zyn, als men niet begint met dat te gelooven. Want waar zyn hun bewgzeu voor andereu dan die al overtuigd zyn En als men aan neemt, wat De Tijd niet toegeeft, komt, beter dan het beeld van den mest vaalt, het woord van pas, dat de boom gekend wordt aan zyn vrucht, in deze aan zyn „heerlijke en over vloedige* vrucht. Maar het merkwaardigst vinden wy in het artikel van De Tijd toch den laatsten zin, hoe weinig nieuws hg bevat, Want zou men verwachten, dat op het betoog, dat de rede van dr. H. H. Kuyper niets voor de Her vorming bewgst, deze woorden zouden volgen,'t Zal wel onnoodig zyn, hier bfl te voegen, dat het boek van dr. Kuyper, voor Katholieken, die daartoe geen speciaal verlof hebben van de Geestelgke Overheid, verboden lectuur is"?" Kunst en Wetenschap. i'isuisse en Blokzijl De heeren Pisuisse en Blokzijl dea len ons mede, dat zy in het aanstaan de winterseizoen niet meer te zarnen zullen optreden. De heer Pisuisse zal zich geheel aan de voordrachtskunst en in het algemeen aan een artistieke loopbaan gaan wgden, terwyl de heer Blokzijl, die geen neiging gevoelt voor de lange plaatselgke verbinte nissen, welke daarmee onvermijdelgk gepaard gaan, doch liever het geven van voordrachtavonden vereenigt met het maken van reizen in verband met journalistiek arbeid, nog dit jaar tot zyn vroegeren werkkring zal terug- keeren. Tot 1 September a. s. zyn de jour nalisten-chansonniers nog voor een aantal concerten, in Berlijn, St. Peters burg en Boekarest, zoowel als in Ne- derland, aangezocht. 1907, 1908, 1910 en 1911. Infanterie. Vesting - Artlllerle. 3Se Compagnie De verlofgan gers worden gelegerd en geoefend te 1912. 6 Mei. 9 voorat. 22 Apr. vóór 12 uur' middag. Goes (station). Beigeu-op- Zoom. Pontonniers. 1907, 1908, 1 e Compagnie 2 Sept. [Vóór 12 uur 1910 en 1911.j 2e Compagnie .;16 Sept.j middag of zoo spoedig mogelijk daarna. Kazerne Willemstad Willemstad.; De aanmel- I ding moetge- j schieden bij -den Detache- 1 ments-com- mandant van het 4e Regi- jment Vesting- Artillerie. 1907 en 1908 Genietroepen. le, 2e, 3e en 4e Compagnie. (Tot deze Compag nieën behooten zij. die in het leger niet geoefend zijn bij een der Telegraaf-Com- pagnieünl. 8 Juli 1910 en 1911. 1907 en 1910. Als voren. 15 Juli Als voren. Pontonniers kazerne te Dordrecht. De aanmel ding moet ge schieden bij den Kapitein, Commandant van de le Comp. Landweer pontonniers, Legerplaats bii Zeist. onder de wapenen of voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur behandeld, nadat tot zijne afvoering als deserteur door den Minister van Oorlog de last is verstrekt. De verlofganger, die zich niet tijdig op de aangegeven plaats van opkomst aanmeldt, maakt zich strafschuldig. Het niet ontvangen eener hoofdelijke oproeping ontheft den verlofganger geenszins van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst, duur deze openbare kennisgeving EENIG en ALLEEN als BEWIJS geldt., dat hij behoorlijk is opgeroepen. Zoodra de verlofganger In uniform is gekleed, staal hij onder de krijgswetten. Bepalingen nopens het verblijf onder de wapenen Aan de onder de wapenen komende verlofgangers kan, als gunst en voor zooveel de belangen van den dienst zulks toelaten, worden vergund om BUITEN DE KAZERNE TE OVERNACHTEN, alsook om onder genot van vergoeding voor levensmiddelen en van brood in EIGEN VOEDING TE VOORZIEN. Zij die voor geuoemde gunst of guusten in aanmerking wenschen te komen, moeten UITERLIJK VIER WEKEN vóór den dag voor de opkomst bepaald een desbetreffend verzoek indienen. HCUANTEIUE, tot hunnen LAND- Dit verzoek moet worden gericht door verlofgangers, behooveude tol de WEERD1STRICTSCÓMMANDANT door verlofgangers, beboorende tot de VESTING-ARTILLERIE, tol de PONTONNIERS of tot de GENIETROEPEN, onderscheidenlijk tot den GOM- MANDEKREN DE-OF PICT ER DER VESTING-ARTILLERIE ter plaatse, waar zij geoefend zullen worden, tot den COMMANDANT VAN HET KORPS PONTONNIERS en tot den COMMANDANT VAN HET REGIMENT GENIETROEPEN, dan wel tot hunnen LAN 1)W HERD lSTEtCTSCOM MANDANT. Door de lsraëlietisehe verlofgan gers, beboorende tot, de Pontonniers, die voor bel houden van oefeningen onder de wapenen worden geroepen op 16 SEPTEMBER 1912, kan tijdig tot hunnen Landwecrdistrictscomman- dant het verzoek worden gericht om tot het vervullen van bedoelde oefe ningen onder de wapenen te mogen komen eerst op 4 NOVEMBER 1912 op het uur en de plaats, voor de op- Septembev 1912 bepaald. der lichting van1908 of van 1911, be- hooreudi' lol de 5de Compagnie Ge nietroepen, die voor het houden van oefeningen onder de wapenen worden geroepen op 20 JME1 1913, kan tijdig lot hunnen Lamlweerdistrictscom- mandant het verzoek worden gericht om tot het vervullen van bedoelde oefeningen onder de wapenen te mogen komen eerst op 7 0CT98EK 1913 op het uur en de plaats, voor de opkomst op 20 Mei 1912 bepaald. Dordrecht. 1908 en 1911. 5e Compagnie (Tot deze Compag nie behooren alle dienstplichtigen, die in het Leger zijn ge oefend bij een der Telegraaf-Compag- nieen). Als voren. 6 Mei 20 Mei Als voren. Legerplaats bij Zeist. Utrecht. (Geuie- kazerue). Utrecht. Bovendien de verlofgangers van de Landweer, ia ouderstaandeu staat ver meld, zich daartoe aan te melden op den dag, het uur en de plaats, mede in dien staat achter den naam van ieder hunner vermeld. Namen en Voornamen. ■ai Wapen en onderdeden van het Wapen. AANMELDING. Oa- I turn.1 u r. I 1J 1 a a t s. De verlofgan gers worden gelegerd en geoefend te: 1912 Van Riet, Johannes Eranciscus. 1911 Landweer genietroepen. 4e Compagnie. Vóór 12 uur Legerplaats i middag of bij Zeist, zoo spoedig mogelijk daarna. komst op lfi Door Israëlietisclie verlofgangers Het verzoekschrift kan op ongezegeld papier gesteld, doeh moet gefrankeerd verzonden worden, ln het verzoekschrift voorts het adres van den verlofganger d n i- d e 1 ij k en v o 11 e d i g te vermeiden. Wenscht. men alleen Den verlofgangers, die, op grond van kostwinnerschap, wenschen in aanmerking te komen hetzij voor ont heffing, hetzij voor ontheffing of, bij niet-inwilliging van deze aanvrage, voor eene geldelijke vergoeding, wordt aangeraden hun daartoe aan de KONINGIN te richten verzoek binnen TIEN DAGEN na de dagteekening dezer keunisgevng in te.leveren ter Gemeentesecretarie. Dit verzoek kan op ongezegeld papier worden gesclire- Goes, den 15 Maart 1912. ven. Wenscht, men alleen voor eem geldelijke vergoeding in aanmerking te komen, dan kan het ter Gemeente secretarie in to leveren verzoek aan den Minister van Oorlog worden gedaan. Overigens werd ten deze verwezen naar de afzonderlijke publicatie' betrekkelijk „KOSTWINNERS", en k unnen zoo noodig nadere inlichtingen mondeling worden gevraagd ter Gemeentesecretarie, .eiken werkdag tusschen 9 en 12 uur voormiddags. De Burgemeester voornoemd, J. B. DE BEAUFORT. Legerplaats bij Zeist. De opgeroepen verlofgangers zullen zorg dragen, dat zij, ieder op den voor zijn wapen of onderdeel aangegeven dag, in uniform gekleed en voorzien van de hun uitgereikte kleeding- en uitrustingstukken, wapenen, vooorwerpen van ledergoed, reglementen en dienstvoorschriften en van hun zakboekje, zich aan melden op den hiervoren voor elk wapen of elk onderdeel vau een wapen en voor elke lichting aangegeven tijd en plaats. Het is wenschelijk, dat de opge- roepenen zich op den laatsten werkdag vóór hun vertrek, des voormiddags tusschen 10 en 12 uur ter Gemeentesecretarie aanmelden, voorzien van huu zakboekje met daarin gehecliten verlofpas, tot het desgewenscht in ontvangst nemen van daggeld en ten einde in het bezit te worden gesteld van de noodige ver- voerbewijzen en passagebiljetten, een en ander voor zoover zij daarop recht hebben, en tevens om, zoo zij die geweascht achtten, inlichtingen aangaande de reis te bekomen. (Behalve vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk, heeft de verlofganger, die niet woont in de plaats van opkomst of die zich in zijne woonplaats moet aanmelden om nog op denzelfden dag te wor den vervoerd naar de plaats voor legering of oefening aangewezen, voor den dag van opkomst recht op een daggeld van f 0,25, waarvan de uitbetaling, desgewenscht, plaats heeft ter Gemeentesecretarie of anders na aankomst bij het korps). Degenen, die per spoor reizen, moeten ziek ten minste een kalf uur mót M vertrek van den trein aan hef station aanmelden Ingeval ziekte de opkomst mocht verhinderen, moet de verlofganger hiervan zoodra mogelijk doen blijken door overlegging van eene gelegaliseerde genees kundige verklaring ter Gemeentesecretarie. Betreft het verlofgangers, die zich buitenslands bevinden, dan geldt in het bijzonder, dat het over te leggeu geneeskundige getuigschrift moet zijn eene behoorlijke gelegaliseerde uklaring, afgegeven door een ter verblijfplaats van den verlofganger tot uitoelening van de genees en heelkunde bevoegd geneeskundige, houdende, dat de i;i die ver klaring met naam en voornamen aan te duiden peisoon door hem ongeschikt wordt geoordeeld om werkelijken dienst te verrichten in het daarvoor bij deze openbare kennisgeving aangewezen tijdvak. De verlofganger van de Landweer, die niet voldoet aan eene oproeping In verband met de bij openbare kennisgeving gedane oproeping onder de wapenen van landweerplichtlgen voor de in dit jaar ie houden oefeningen ingevolge artikel 11 der Landweerwet, brengen Burgemeester en Wethouders der gemeente GOES bij deze ter openbare kennis de hieronder vermeide bepalingen nopens het toekennen van vergoeding aan de achterblijvende familiebetrek kingen van dienstplichtigen der Landweer en het vsrleetien van ontheffing van den werkelijken dienst tot deelnenrng aan varen- bedoelde oefeningen Indien blijkt, dat ten gevolge van het verblijf, onder de wapenen of in werkelijken dienst van een dienstplichtige bij de Landweer door het gezin, waartoe deze behoort of waarin hij is opgenomen, of door den persoon of de personen, in wiens of in wier levensonderhoud hij voorzag of hielp voorzien, niet of niet voldoende in eigen onderhoud kan worden voorzien, dan wordt aan dat gezin, aan dien persoon of aan die personen, naar door Ons te stellen regelen, voor eiken dag, dien de dienstplichtige onder de wapenen of in werkelijken dienst is, op hun verzoek uit's Rijks kas eene vergoeding toegekend van ten hoogste EEN GULDEN EN VIJFTIG CENT, tenzij aan den dienstplichtige door Ons ontheffing van den wer- keliiken dienst wordt verleend. De uitbetaling der vergoeding geschiedt naar voorschriften van Onzen Minister van Oorlog. Vergoeding, als in het eerste lid bedoeld, wordt niet toegekend voor den tijd dien de dienstplichtige vrijwillig, krachtens artikel 13 onder de wapenen is. De regelen, waarvan iu vorenvermeld wetsartikel sprake is, zijn vast gesteld bij Landweer-Besluit UI en behelzen o.a. de navolgende bepalingen Artikel 1. liet hoofd van het ge zin, waartoe de dienstplichtige bij de Landweer behoort, of waarin hij is opgenomen, dan wel de persoon of de personen, in wiens of in wier onder houd de dienstplichtige vóór zijne opkomst onder de wapenen of in wer kelijken dienst voorzag of hielp voor zien, zal of zullen, om toekenning van vergoeding te kunnen erlangen, daartoe het verzoek hebben le richten tot Onzen Minister van Oorlog. Onze voornoemde Minister regelt de wijze, waarop zal worden onderzocht, of en in hoeverre er grond bestaat het verzoek in gunstige overweging te nemen. Artikel 2. Blijkl uit het ingestelde onderzoek betrekkelijk een verzoek om vergoediug, dat er termen aanwezig zijn, dendienslplicMige ingevolge artikellSiw der Landweerwei in aaniperkiug te doeu komeu om van den werkelijken dienst te worden ontheven, dan zal aan den dienstplichtige vanwege Onzen Minister vau Oorlog worden kenbaar ge maakt, dat hij zich tot Ons zal kunnen wenden met een verzoek tot het erlan gen van de hierboven bedoelde ont heffing. Artikel. 3. De vergoeding mag niet te boven gaan het bedrag jat inkomsten, dot door het verblijf onder de wapenen ol' de vervulling van den

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1912 | | pagina bijlage 1