N°. 24 1912.
Zaterdag 24 Februari
99st* jaargang.
Bij dit no, behoort een
Bijvoegsel.
7 FEUILLETON.
DE AFGEBROKEN UüMOTAM
Stel iets goeds
niet uit.
De beste voor den prijs
UOKSCHE
COURANT.
Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Venuootsehap „Gossehe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen
Prijs per kwartaal, in Goes f O,IS, buiten Goes, franco f 1,25,
Afzonderlijke nommers 5 cent.
Inzending van advertentlën op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VHIJDAG vóór 12 uren.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 ct., elkejregel meer 10 ct
Bjj direete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prfjs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels h 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
„Wij kunnen onze
Pappenheimers".
De korte Kamer zitting van j.l. Dins
dag is een zeer belangrijke geweest.
Belangrijker in onze oogen dan de
talrjjke bijeenkomsten, besteed aan de
behandeling der „zedeljkheids 'wetten
en de Militiewet De korte Kamer
zitting van j.l. Dinsdag heeft tevens
vonnis gestreken ovt-r het oeleid van
dit zoogenaamd christelijk" Kabinet,
dat er blijkbaar zijn hoogste „eere"
in stelt, een blanco-Kabinet te bij ven.
De „hulpe" der politieke „christenen",
waarop nog enkelen hebben gehoopt,
als het gold, sociale misstanden nit
den weg te ruimen, heeft op zich laten
wachten.
Zooals men weet, heeft de leider der
«oeiaal-democraten, mr. Troelstra, een
motie voorgesteld, om uit het ontwerp-
invaliditeitBverzekering van Minister
Talma, ter afzonderljke behandeling,
te lichten het artikel, dat den zeventig-
jarigen, bj de in werking treding dier
wet, een pensioen van twee galden
per week verzekert. De zeer gezonde
redeneering van mr. Troelstra was
dezehet kan nog jaren en jaren
doren, vóór een ontwerp, als thans
door Minister Talma is voorgesteld,
Wet zal zjn geworden. Intnsschen
ljden de arme ouden-van-dagen ge
brek. Laten wj dus bj wjze van
noodwet voorstellen en aannemen,
dat, vóór het ontwerp van Minister
Talma wet geworden is, den zeventig
jarigen een pensioen van twee gulden
in de week verzekerd wordt.
Ben zeer billijke eisch, nietwaar?
Bn men zon zoo mogen aannemen,
dat de rechterzijde, welke voor chris-
teljk wil doorgaan en aldus in de
eerste plaats barmhartigheid behoort
te betrachten, den heer Troelstra
dankbaar was voor het indienen van
zjn motie, waaraan jnist het motief
der waarachtig christelijke barmhar
tigheid ten grondslag ligt.
Bovendien de heer Troelstra diende
niet, wat men in het clericale kamp
zou kunnen noemen een specifiek „so
cialistische" motie in. Broeder Van
V.iet, het antirevolutionaire Kamerlid
voor Doetinehem, die telkens en tel
kens weur voor liet christelijk werk
lieden-verbond „Patrimonium" op
treedt, om de nooileu der kleine luyden
te bespreken, heeft zelf een paar jaar
geleden aangedrongen bj Minister
Talma op hetgeen de motie-Troelstra
vroeg. Uit den booze kan die motie
das niet genoemd worden. Anders zon
ook de antirevolutionaire broeder Van
Vliet uit den booze zjn.
Nog sterker: Minister Taima, op
wien zoovele „Patrimonium"-mannen
hoopvol het oog hebben gevestigd,
heeft zelt verklaard, dat het denk
beeld van broeder Van Vliet wat
volkomen hetzelfde is ais dat van den
sociaal-demooratischen leider, mr.
Troelstra aannemeljk kon geacht
Amerikaansche Roman.
Zjn waterige oogen werden een
oogenblik helderdertoen kwam de
droeve uitdrukking er in terug.
„Ja," zei hij, „Randall is een kranige
kerel. Wat jammer, dat de twee jon
gens niet heter samen konden opschie
ten 1 Wat een tragisch noodlot!"
Die woorden troffen mj onaange
naam.
„Het is altjd jammer, als broers het
aamen niet goed kunnen vinden," zei
ik eenigszins scherp, „maar het ge-
gebeurt vaakvooral wanneer zj
bijna even oud zjn en verschillenden
aanleg hebben. Doch Randall is altjd
een goed vriend voor zjn broeder
geweest. Herhaaldeljk is hj hem te
hulp gekomen in geldzaken en in
andere dingen. Randall heeft heel veel
goede en broederlijke dingen gedaan,
mjubeer Voriee, waarvan gj nooit
gehoord hebt."
Ja, ja, ja, dat weet ik", antwoordde
hj* haastig „Zooals zooveel menso ien
met een artistiek temperament, had
John weinig begrip van de waarde
van geld. Hebt g j John goed gekend,
dokter
Ik wou juiit antwoorden, toen Ed-
worden.
En het resultaat
De motie-Troelstra, om den armen,
hulpeloozen ouden-van dagen althans
eenigszins tegemoet te komen, door
een schamel pensioentje van twee
gulden in de week, werd verworpen.
Vóór de motie, voor de waarachtig
christeijke barmhartigheid stemden
de lieden, die door den verwaten
politicus Kuyper bj de paganisten
ajn ingedeeld. Tegen de motie stem
den de politieke „christenen".
Voor de zooveelste maal is gebleken,
welk een groote afstand er ligt tus-
schen christeljk „doen" en christeljk
„zjn". Die lieden toonden zich, nu het
er op aankwam, zóó weinig Christen,
dat z j met een oynisehen lach om de
lippen de armen en ouden van dagen
het erfdeel van Christus aan hnn lot
overlieten. De paganisten daarentegen
waren zoozeer van christeijke liefde
en christeijke barmhartigheid door
drongen, dat zij vóór de motie stem
den, wetende, dat die arme ouden-
van-dagen niet langer kunnen wach
ten, geen dag en geen nacht.
Doch het politieke „Christendom"
spotlaeht. Die stakkerds hebben al
zoo lang gewachtzeggen zj. Waarom
zonden z j nog niet even lang kannen
wachten Als het om maar goed
gaat! Als wij maar goede postjes, best
gesalarieerde baantjes kunnen ver
overen Als wij maar den (tussehen
twee haakjeszéér wereldschen) weg
naar roem en macht en eer onder de
menschen bewandelen, dan is alles
goed 1 Onze groote Voorganger naar
wien zulke lieden zieh ten onrechte
noemen deed wel gansch anders,
doch daar storen wj ons in dezen
t jd niet meer aanEerst w j ons zat
eten aan den wèl-voorzienen politieken
disch de kruimpjes, die er mis
schien o verbij ven, zjn nog goed
genoeg, om door de kleine lnyden
van tafel geraapt te worden, de kleine
lnyden, op wier rag de huidige poli
tieke „christenen" omhoog geklauterd
zjn, doch die zj na, cynisch glim
lachend om eigen wél-voldaanheid,
aan hnn lot overlaten.
Inderdaadzóó en niet anders rede
neert het politieke deel der natie, dat
zich met den Christen-naam getooid
heeft, om de meest materialistische
belangen na te streven.
De kleine luyden worden bedrogen.
Nooit is het duideljker door de
politieke „christenen" aangetoond, dau
j 1. Dinsdag in de Tweede Kamor der
Staten-Generaal. Broeder Van Vliet
wj wezen er reeds op die een paar
jaar geleden bj Minister Talma aan
drong op hetzelfde, wat de motie-
Tioelstra vroeg, stemde nutegen
die motieEn de afgevaardigde voor
Goes, jonker De Savornin Lohman,
heeft opnieuw den volke aangetoond,
wat waarde er aan zjn christeijke
gevoelens is te hechten.
Deze allermerkwaardigste volksver
tegenwoordiger toch noemde behan
deling der motie-Troelstra (vroeger
door zjn coalitiegenoot Van Vliet
aangeprezen)... tjdverspilling. Mea
lache niet. Deze politicus noemt, wan
neer politieke tegenstanders zoo spoe-
wards de kamer binnen kwam. Ik had
roeds opgemerkt, dat hj het er op
toelegde er hj tegenwoordig te zjn,
als ik mjn patient bezocht.
„Mjnheer Edwards was een intieme
vriend van John", zei de oude man.
„Zj hebben tjdens hun schooltjd
samen op één kamer gewoond. Mjn
heer Edwards had altjd de grootste
waardeering voor John's ongewone
gaven
Hj wendde zjn diepliggende ooge n
naar den secretaris.
„John Voriee was een buitengewoon
mensch", zei Edwards met zjn zware
basBtem. „Hj was op ende op artist.
Als hj eenmaal het verkeerde had
ingezien van het soort vermaken als
die, welke mannen met genie zoo vaak
aantrekken in hun jtugd, zou John
zich een naam gemaakt hebben in
de wereld."
Ik bedacht, dat John in zekeren
zin al naam gemaakt had, al was het
niet van dien aard, dat hj ooit onder
de groote mannen zon worden gerang
schikt, en ook, dat het wel tjd ge
weest was, dat hj de dwaasheden
der jengd achter den rag had gehad,
daar hj op het oogenblik van zjn
dood zoowat vjf en-dertig jaar oud
was. Maar ik won dat alles niet zeg
gen tegen den diepbedroefden vader.
Daarom zei ik met zekeren nadruk:
„Het is, zeer zeker, een hoogst treu
rig feit, mjnheer Voriee, als een ge-
dig mogel jk een eind willen maken aan
de schrjnende nooden van hen, die
oud en arm zjn, een dergeljk op
treden tjdverspilling1 Zeker
de heer De Savornin Lohman, man
van adelljken huize, behoefde vóór
of op zjn zeventigste jaar niet zjn
laatste levensdagen te sljten, smee-
kende om een aalmoes aan de denren
der verharden-van-hart. Voor hem
staan de deuren van het armhuis niet
dreigend open. Maar mag zoo iemand
van tjdverspilling spreken, waar het
geldt, hun tegemoet te komen, die
oud en arm zjn
Jonker De Savornin Lohman is
trouwens Dinsdag in de Tweede Kamer
der Staten-Generaal niet eerljk ge
weest.
In zjn christeljk-historisch dagblad
De Nederlander zjn vier hoofdartikelen
verschenen, waarin hij zich deed ken
nen als een fel tegenstander van
Minister Talma's ontwerp-invaliditeits-
en ouderdomsverzekering Wj zullen
de laatste woorden van zjn laatste
artikel hier nog even gecursiveerd
aisehrjvenHet doet ons leed, niet
te kunnen meegaan met een wetsontwerp,
waaraan zooveel scherpzinnige arbeid
is besteed". En nauweljks veertien
dagen later durft dit Kamerlid
in de Tweede Kamen verklaren, dat
allen, die iets voor de totstandkoming
van Talma's invaliditeits- en ouder
domsverzekering gevoelden, zooals hj,
tegen de motie-Troelstra moesten stem
men
Is dit nu volksbedrog of niet?
Jonker De Savornin Lohman denkt
zekerwj, mannen van de reehter-
zjde, kennen onze Pappenheimers. W j
kunnen de kleine lnyden met een
kluitje in het riet sturen, waaneer en
zoo dikwjls wj dit wiilen. Een der-
geljko handelw jze" noemt men tegen
woordig „christeijke" politiek.
Wj danken voor zulk een politiek,
jnist omdat wj trotsch gaan op dat
Christendom, hetwelk zieh niet uit in
woorden, doch zieh toont in daden.
Zoo zal ook en dit bljft onze
troost het Nederlandsohe volk er
over gaan denken, eerder dan de
eigenreehtige naam-ehristenen zulks
vermoeden.
De heeren kennen hun Pappenhei
mers nog niet goed geno»e.
Buitenland.
De mijnwerkers-staking in
Engeland.
De regeering heeft pogingen aange
wend om tot een bemiddeling tnssehen
mjneigenaars en mjnwerkers te
komen. Minister Asquith heelt namel jk
afgevaardigden van beide part jen ver
zocht, een bespreking b j te wonen en
van beide zjden is dit voorstel aan
genomen. Deze gebeurtenis stemt ver
scheidene Engelsehen weer gerust.
Men geloott nu algemeen, dat een
bevredigende oplossing zal gevondeu
worden en de dreigende staking daar
door zal komen te vervallen. Toch is
dit optimisme nog geheel zonder grond.
De „English Conciliation Board," wier
werking zich over Noord-Wales ende
niaal mensch in den bloei zjns levens
wordt weggerukt. Maar dit is nu een
maal 's werelds beloop, en wj moeten
ons daaraan onderwerpen. Treuren
leidt tot niets j integendeel, ons over
te geven aan hopeloos verdriet, voert
slechts tot smart en ljden. Denk aan
uw zoon Randall, mjnheer Voriee.
Dat is een jongmensch, dat u niet
anders dan geluk en vreugde heeft
veroorzaakt. Hj moge dan al geen
genie zjn, maar hj is een goed
menseh en een flinke kerel, die
niet anders doet of doen kan dan wat
eerljk en degel jk en rechtschapen is.
Hj houdt zielsveel van u. Zjn eerste
gedachte is altjd voor uw welzjn en
als hj soms aanmerkingen maakte
op het gedrag van zjn broer, dan
was dit voornamoljk uit liefde voor
en terwille van u. Gj zjt een oud
man en ofschoon gj nog jaren in
vrede en geluk kunt doorbrengen,
moet gj niet de levensjaren, die u
nog gegund zjn, vergiftigen door
jdele smart. Bovendien is dat niet
billjk tegenover Randall".
En na nog eenigen tjd in denzalf-
den geest met hem gesproken te heb
ben, verliet ik hem.
Dien avond zei ik na het diner
tot Edwards
„Mjnheer Edwards, ik moet er be
slist op aandringen, dat gj mjnheer
Voriee niet aanmoedigt om over zjn
zoon John te spreken. Hj zit toeh al
meeste Engelsche kolendistricton uit
strekt, hield Dinsdag verschillende be
sprekingen, maar volgens later berich
ten ging de vergadering weer uiteen,
zonder eenig resultaat te hebben op
geleverd. Zoolang de arbeiders aan
een algemeene regeling bijven vast
houden, zal een toenadering tnssehen
beide partjen niet heipen.
De arbeiders hebben verklaard, van
geen partieele regeling te willen we
ten, en zonder goedkeuring van alle
betrokkenen is het dus niet mogeljk,
yen schikking tot stand te brengen,
tenzj de arbeiderB der verschillende
districten zich va» elkander los maken.
En de weigering der arbeidersgedele
geerden om de voorstellen der mjn
eigenaars te aanvaarden, zal dan ook
wel een gevolg zjn van bet verlangen,
dat ditmaal niet een partieele, maar
een algemeene regeling worde ge-
tioflfen, ook aanneme.jk voor de ar
beiders in Schotland en Zuid Wales,
welk laatste distriet wel de grootste
hinderpaal voor een vredelievende
oplossing biedt.
Men moet natnurljk afwachten, wat
de besprekiug met minister Asqnith
zal uitwerken, maar voorloopig schjnt
een optimistische opvatting nog wel
wat voorbarig.
Het is waar, dat onder de leiders
der Engelsohe arbeiders er velen zjn,
die vurig een strjd wenschen te ver-
mjden de arbeiders verlangen den
str jd niet, zoo verklaarde o.a. de leider
der mjnwerkers in Northumberland,
en elke bevredigende oplossing zouden
ze gaarne aanvaarden, zelfs zouden
ze zieh bereidwillig onderwerpen aan
een uitspraak van minister Asquith,
indien deze als onpartjdig scheids
rechter zou optreden maar de groote
vraag is of die bezadigde elementen
wei voldoende overwicht hebben. In
den laatsten tjd is in Engeland al
zoo herhaaldeljk gebleken, dat de
leiders bun volgelingen niet meer in
de hand hebben en dat de meer radi
cale, onverzoenljke elementen groo
teren invloed oefenen, dan de oude
beproefde leiders.
Nu komt te Londen een conferentie
bjeen van bet bestuur van de Inter
national Miners' Federation, waarin
besproken zal worden, welke houding
de mjnwerkers op het Europeesche
vasteland zullen aannemen in geval
van een nationale staking in Engeland.
Hoe die honding zal zjn is dus nog
niet te zeggen, maar verwacht mag
op grond van vroegere beriuhten toeh
wel worden, dat in elk geval door de
georganiseerde mjnwerkers in Fran-
krjk, België en Daitschland getracht
zal worden, den uitvoer van kolen naar
Engeland te beletten.
Of het in deze Europeesche landen
ook tot staking zal komen De moge-
Ijkheid bestaat, nu ook in kolen-
districten van het vasteland door de
mjnwerkers loonqnaesties aan de orde
zjn gesteld. In het Kuhrgebied gist
het en tegen Zondag a. s. vinden in
dit geheele gebied vergaderingen
plaats ter bespreking van de loon-
quaestie. Van de besprekingen, te
bonden door het internationale comité,
veel te veel over diens treurig einde
te peinzen."
Edwards sloot zjn lippen vaster
opeen.
„Het sehjnt hem eenige verlichting
te geven," zei hj toen.
„Zoo is het ook, als men een gene
zende wonde krabt," antwoordde ik.
„Maar toeh deugt het niet. Mjnheer
Voriee komt op die manier in een
toestand van gevaarljke melancholie.
Als hj probeert over John te gaan
praten, moeten wj zjn gedachten op
een ander onderwerp zien te brengen".
Ik las een zekeren onwil in zjn
gezicht.
„Begrjpt u vroeg ik scherp.
„Ik begrijp u. Maar ik kan niet zeg
gen, dat ik het met u eens ben".
„Dat is ook niet noodig. Mjnheer
Voriee is mjn patient, en de behan
deling, die ik voorsohrjf, moet ge
volgd worden. Denk u daaraan, alstu
blieft. En als u dat niet verkiest te
te doen, zal ik n moeten verzoeken
ontslag te nemen als secretaris".
Edwards keek mj aan met een
spottenden glimlach.
„U sehjnt nogal haast te hebben,
dokter Forsyth, met het gebruik
maken van nw nieuw gezag. Wat
geeft u aanleiding te denken, dat ik
de gewoonte heb om den dood van
John Voriee met zjn vader te be
spreken
„Wat betreft de uitoefening van mjn
Koop dus nog heden
bij Uw winkelier een
bus
1 Kg. ƒ1.50
'/2 - 0.80
'4 Kg. f 0.42Ï
Mo-0.18
zal het na wa&rschjnljk afhangen,
of in het Ruhrgebied tot een ge-
meenschappeljke of althans geljk-
tjdige actie met de Engelsche kame
raden zal worden besloten.
De tien-uren-dag In Frankrijk.
De Fransche Kamer is thans be
gonnen met de behandeling van het
wetsontwerp tot vaststelling van een
maximalen arbeidsdag van tien nar
voor de geheele industrie. Daar ook
hier hevige tegenstand te verwachten
is van hen, die het standpunt der
patroons verdedigen, laat het zieh
aanzien, dat de debatten over dit
ontwerp zeer lang zullen doren.
De wet van 1841, de eerste wet
die in Frankr jk een regeling van den
arbeidsdag bedoelde, bemoeide zich
alleen met heel jonge kinderen. In
1874 werd de arbeidsdag van jeugdige
personen en minderjarige meiBjes
geregeld, terwjl in 1892 de wet ein-
deljk uitgebreid werd tot de volwas
sen vrouwen. Door de ingewikkelde
regeling en de verschillende bepalin
gen voor volwassen vrouwen, meisjes
en kinderen was de toepassing van
deze wet eehter bjzonder moeiljk.
In 1900 werd deze wet wet aange
vuld in dien geest, dat ook volwassen
manneljke arbeiders van de gunstige
bepalingen zouden genieten, indien
z j werkzaam waren in dezelfde werk
plaatsen en lokalen, waar ook vronwen
of kinderen werkten. In dat geval zon
echter voor allen de tienurige arbeids
dag gelden.
Het gevolg daarvan was eehter dat
in vele industrieën de patroons in
grooten getale de vrouwen en kin
deren begonnen te ontslaan, ten einde
niet genoodzaakt te zjn, den tienuri-
gen arbeidsdag in te voeren.
De thans ingediende wet stelt voor
alle arbeiders, zonder onderscheid, den
maximalen arbeidsdag van tien uur
vast.
gezag", antwoordde ik, „dat ben ik
zoo gewoon als het de behandeling
van mjn patiënten betreft en ik zie
geen enkele aanleiding om daarvan
ai te wjken. En tweemaal heb ik
gehoord, dat gj met den ouden man
over dit onderwerp gesproken hebt.
Ik wil, dat daar een einde aan komt.
Dat is alles. En nu, als ge daar lust
in hebt, zullen wj een partj biljart
spelen".
Weer lachte Edwards spottend en
toen volgde hj mj naar de biljartzaal.
Als men nu nagaat, hoe dnideljk
ik bem toen mjn meening gezegd
had, kan men begrjpen wat ik voelde,
toen ik een paar dagen later, naar
de kamer van mjn patient gaande,
Edwards hoorde zeggen
„De laatste maai, dat zj rnzie
hadden
„Geen ruzie, mjnheer Edwards",
viel mjnheer Voriee hem met zjn
bevoade stem in de rede. „Zj hadden
woorden, meer niet".
Er was iets Bmeekends in de stem
van den ouden man. Hj voelde mjn
tegenwoordigheid en hield plotseling
op, waarbj hj mj eenigszins angstig
aankeek en zenuwachtig met zjn
vingers over zjn lippen streek.
„Ah, dokter", zei hj „Ikvrees.dat
ik uw bevelen niet heb opgevolgd"
(Wordt vervolgd).