N°. 22 1912
Dinsdag 20 Februari,
99"* jaargang.
CACAO
Zuiver
Goed en Goedkoop
B u i t e ti i a (i «i.
Vraa^ bjj Uw
winkelier een bus
er\ vergelijk deze
met andere soorten
van denzelfden prijs
Het is zeker dat Ge ze
dan bl ij ft drinker.-
XK°. bus ƒ1,50 IIXK? bus/0A25|
-0,80||V. -0.18
Overal verkrijgbaar.
5 FEUILLETON.
DG AFGEBROKEN Q0.WIAM
GOESCHE
COURANT.
Telefoonnummer 32. Directeur A. F. A. van Setbbs. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesehe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prgs per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco 1,25.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
Inzending van advertentlen op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 ct., elke|regel meer 10 ct
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 eent.
de religie bfj hun kind hoofdzaak is".
Zulke woorden typeeren in onze
oogen den bedorven geest van den
man, die ze neerschreef.
Onzerzijds slechts een korte opmer
king Kr zjjn tweeërlei soorten jour
nalisten-politicide eene soort, die
om de waarheid zich niemendal be
kommert, de andere soort, voor wie
de waarheid hoofdzaak is.
Het behoeft onzerzijds geen betoog,
onder welke soort dr. Kuyrer behoort
gerangschikt te worden.
Graaf Aehrenthal
De Oostenrijksch-Hongaarsche mi
nister van bnitenlandsche zaken,
graaf Aehrenthal, is Zaterdagavond
overleden. In de ruim vjjf jaren, ge
durende welke Aehrenthal de leider
was der Oostenrijksch-Hongaarsche
bnitenlandsche politiek, heeft hij zeer
veel voor zjjn vaderland gedaan, zich
vele vrienden, maar ook vele vijanden
verworven en de laatsten hebben hem,
vooral den laatsten tijd, zijn minister
schap dubbel zwaar gemaakt. Ook de
troonopvolger heeft hem meermalen
te kennen gegeven, dat de door den
minister gevoerde politiek hem zeer
onaangenaam was, maar de keizer
bleef den overledene steeds toegedaan
en nam hem steeds in bescherming,
gelpk nog onlangs bleek, toen de
keizer weigerde het wegens ziekte
aangevraagde ontslag te verleenen,
maar den minister een langdurig
verlof opdrong.
Aehrenthal was, voor hij de porte
feuille van bnitenlandsche zaken aan
vaardde, ambassadeur bfj het hof te
Petersburg.
Daar hij in de Russische hoofdstad
zeer gezien was en uitstekende be
trekkingen onderhield met Russische
leidende staatslieden, verwaehtte men,
dat onder zijn bewind de betrekkin
gen tusschen Rusland en Oostenrijk
zouden verbeteren. Dit bleek echter
een misrekening, die ten deele mis
schien te wfj ten was aan den tegenstand
van zijn Russischen ambtgenoot Iswol-
ski. Daarentegen betoonde Aehrentnal
zich een trouw vriend van üuitschland,
hetgeen dit rijk weder vergold o. a.
door z(jn krachtigen steun tfldens de
crisis tengevolge van de inlijving van
Bosnië en Herzegowina.
Die vriendschap was echter in den
jongsten tjjd eenigszins verflauwd
in de Marokkaansehe quaestie bleet
Oostenrijk neutraal, d tar Aehrenthal
van meening was, dat de monarchie
bij de Noord-Afrikaansehe aangelegen
heden in geen enkel opzicht geïnte
resseerd was.
Aehrenthal was een stille, stoere
werker, die volstrekt niet naar de
volksgunst streefde, daarom ook
weinig populaiiteit genoot, maar die
aan zijn land en zijn Keizer uitste
kende diensten heeft bewezen.
y-VAN Houtens
Rona
Nog op zijn sterfbed ontving hg
een bewijs van de hoogachting en de
dankbaarheid van den vorst, dien hij
met zoo groote toewijding had ge-
diend de keizer verleende hem n 1.
tegelijk met zijn ontslag als minister,
als waardeerjng voor zijn goede
diensten, het grootkrnis van de Ste-
phanns-orde met brilj anten.
Als opvolger van Aehrenthal is
thans graat Berehtold, vroeger Oos-
tenrjjksch Hongaarsch ambassadeur te
Petersburg, benoemd.
De dreigende mijnwerkers-
staking in Engeland.
Nauwelijks is de mijnwerkers
staking in de Belgische Borinage
bedwongen, of een nog veel grootere
dreigt in Engeland uit te breken. Ook
hier geldt het weer een loonkwestie.
Wel heeft de verzoenings-eommissie
voor de steenkoolnijverheid in Zuid-
Wales, na het uitbrengen van een
beslissende stem van den onafhan-
kelijken voorzitter der mijnwerkers,
een algemeenen loonopslag toegekend
maar de eisoh van een minimum loon
is door de patroons afgewezen.
Er z(jn nog wel eenige Engelsche
bladen, die de hoop blijven koesteren,
dat een conflict zal kunnen worden
vermeden, maar over het algemeen is
de opvatting pessimistisch en vreest
men, dat de strijd, die over enkele
weken zal moeten beginnen, niet
meer kan worden voorkomen. Zeer
pessimistisch is bijv. de „Times", die
een hoofdartikel aan de kwestie wijdt,
voor een langen duur van den
strijd vreest en de ernstige gevolgen
van zulk een langdurigen stilstand
van den arbeid in de kolenmijnen
uiteenzet. Men kan die gevolgen
zeker nauwelijks overdrijven. Het
geheele maatschappelijke en indu-
strieele leven is afhankelijk van
den ongestoorden aanvoer van kolen.
Het verbruik is zoo groot, dat de pro
ductie der mijnen gewoonlijk direct
al benoodigd is en slechts iu betrek
kelijk weinig gevallen voorraden zul
len kannen zijn opgelegd, die van
eenige beteekenis zijn, in het geval
van oen algemeene staking der pro
ductie. De sluiting van de mijnen zal
dus ook de sluiting van tal van andere
bedrijven tan gevolge hebben en een
nationale mijnwerkersstaking zal dus
in breede kringen en dan juist zeker
vooral onder de armere bevolkings
klassen, werkloosheid, ellende en ge
brek brengen.
Geen wonder, dat men in Engeland
Droeve uitvlucht.
Wanneer de linkerzijde kritiek uit
oefent op het Ministerie-Heemskerk,
den nadruk legt op de totals onvrucht
baarheid van dit bewind, bl(jkt de
rechterzijde niet in staat, deze kritiek
te ontzenuwen. Hoe kan het ook In
plaats echter te erkennen, dat de vrij
zinnigen schoon gelijk hebben dat er
in waarheid uiet de minste kracht
uitgaat van dit zooals dr. Kuyper
het eenmaal noemde „in onvoorzich
tigheid geboren" Kabinetdat van de
zoo plechtig afgelegde beloften er nog
niet één in vervulling is gegaan,
gaat men de goê-gem -ente op de erger
lijkste wijze beliegen en bedriegen,
beweert men, dat de kritiek ongemo
tiveerd is, want.de .groote" sociale
wetsontwerpen zijn reeds ingediend.
Een treurige uitvlucht 1
Wjj hebben nooit gezegd, dat die
ontwerpen niet zgn ingediend. Wij
spreken slechts onze verontwaardiging
uit over het feit, dat van al het beloofde
nog niemendal tot stand gekomen is.
Tusschen indienen en tot stand bren
gen ligt een hemels-breed verschil.
Dr. Kuyper, die vau 19011905 aan
het bewind is geweest, diende in een
ziekte-verzekering, een invaliditeitB-
en ouderdomsverzekering.
Zgn door dat iudienen de zieken
geholpen
Of de invaliden
De ouden van dagen soms
Men weet wel beter. De nooden der
zieken, invaliden en hoog bejaarden
zjjn nog even schrijnend. Zg hebben
van het .christelijk" bewind niet de
minste hulp mogen vinden.
Zoo gaat het ook thans weer bij
het Kabinet-Heemskerk. Men dient
ontwerpen in. Doch men waeht er zich
wel voor, die ontwerpen tot wet te
doen verheffen.
Wat heeft de arbeider aan e.n ge
dekte tafel, ais de spijs, waarmede
zich voeden moet, ontbreekt Een
regeering, welke wetsontwerpen in
dient, dekt de tafel, om een oude
Nfajuiaard-beeldspraak te gebruiken.
Doch wanneer zjj die wetsontwerpen
rustig wetsontwerpen laat blijven
zooals de huidige onthoudt zg hun,
die er reeds zoo geruimen tijd op
wachten, de hoog-noodige spijs.
Daarom herhalen wijhet indienen
geeft niets. Een regeering, die, bg
manier van spreken, honderd-en-één
wetsontwerpen indient en daarvan
er niet één tot wet weet te verhef
fen, kan bij geen mogelijkheid het
verwijt van onvruchtbaar-zijn ont
gaan.
Dit weten „christelijke" schrijvers
en sprekers zeer goed, even goed als
wij, ai stellen zij het ook anders voor.
Zjj leiden bewast het goed-geloovig
kiezersvolk om den tuin.
En anderen wjj behoeven in Goes
niet eens ver te zoeken bauwen
zulke scribenten na. Hun volslagen
onkunde, waar het de meest eenvou
dige eiscaen van regeeringsbeleid be
treft, doet ons clement zgn. Zjj weten
immers niet beter?
Doch verstandiger zouden zjj doen,
zoo spoedig mogeijjk een andere car-
nère te zoeken dan die van volks
voorlichter. Nog altoos geldt het
nuchtere, maar door zgn nuchterheid
zoo rake Hollandscne gezegde
„Schoenmaker, hou je bjj je leest
Ken schitterende argumentatie
Dr. Kuyper is in zgn Standaard
weer eens aan het orakelen. Hg be
spreekt de pensioen-motie-Troelstra,
om zoo spoedig mogelgk, ojj wjjze
van noodwet, allen benoeftigen zeven-
tig-jarigen een pensioentje van twee
gulden per week toe te kennen. Waar
achtig '„och geen overdaad I
Ware dr. Kuyper, waarvoor hjj zich
zoo gaarne uitgeeft: een Christen in
den waren zin des woords, dan zou
hjj, door barmhartigheid gedreven,
geen oogen Dlik aarzelen eu onmid-
dellgk zich vóór de motie-Troelstra
verklaren. Nu gaat hg echter naar
uitvluchten zoeken, om de motie voor
zgn „beminde en dierbare" kleine
iuyden als onmogelgfc voor te stellen.
Deze merkwaardige politicus toch
schrijfttieei die motie van Troalstra
is een speculatie op de domueid van
de arbeiders, die opperbest begrijpen,
dat snel afdoen van het ontwerp het
zekerste middel is om raad te schaf
fen. Ook zgn ze goochem geuoeg om
te begrijpen, dat Troelstra's motie toch
niets zou helpen, als er niet eerst geld
komt, daar zonder de Tarief we. de
Minister voor een ieege kas staat en
geen pensioen geven kan*.
Ziezoo, denkt de goocheme dr. Kuy
per dat heb ik nu eens netjes gezegd
De arbeiders mogen goochem zgn,
dr. Kuyper geeft door zgn geschrijf
blijk, het absoluut met te zuu.
Want de arbeider vindt het verre
van aangenaam, door een tariefwet
zgn noodzakelgke levens-beboetten in
prjjs te zien Biggen. Een aroeider
zelfs de stakker, die tweehonderd
heele guldens in het jaar verdient
vindt het verre van aangenaam,
wekelijks, gedurende 54 jaar, een
premie van minstens tien cent in de
week te mogen betalen voor een
pensioen, waarvan hjj vermoedelgk
nimmer „genieten" zal. Bjj het stelsel-
Talma mogen de duizenden ongeluk-
kigen voor de zéér weinige gelukki
gen betalen.
Dr. Kuyper Bchrjjft er evenwel maar
op los. Kieskeurig in zjjn argumenten
is deze politicus niet.
Wat dit laatste betreft, willen wjj,
nu we het puut toch aanroerden, een
frappant staaltje vermelden.
in zgn Standaard typeerde dr. Kuy
per eenigeu tjjd geleden de voor- en
tegenstanders van het openbaar onder-
wgs aldus: „Tweeërlei ouders zgn
er. Ouders, die om geen religie bjj
hun kind geven, en ouders, voor wie
niet en het bevalt mij nog minder.
Wil je wei gelooven, Billy, dat het
mjj soms net is, alsof die vervloekte
Edwards denkt, dat ik er van af weet,
hoe John om het leven kwam
„Dat zou wat moois zijn!" riep ik
uit. „En jedenkt.dat hjj je vader te
gen je in het harnas jaagt?"
„Dat durf ik niet zeggen. Maar er
is iets aan de hand. Ik most met
dien kerel open kaart spelen, zoodra
ik terug ben. Maar als je denkt, dat
hjj een slechten invloed op vader's
gezondheid heeft, dan gooi je er hem
op staanden voet uit. Ik heb hem ge
zegd, dat je gezag onbeperkt is, wat
je ook doet."
„Wat zei hij daarop?" vroeg ik met
een onbehagelijk gevoel.
„Hjj zei niets, maar zjjn mager
gezicht werd vreeselijk donker. Doch
misschien ben ik overdreven gevoelig
of haal ik mjj gekke dingen in het
hoofd. Misschien komt het door die
beroerde hitte of door gebrek aan
frissehe lucht. Verandering van om
geving zal me goed doen".
Randall's optreden was zeor'nerveus
en ik dacht ojj mgzelven, dat zjjn
verbeelding hem parten speelde, als
gevolg van het werk en de hitte en
het jagen en draven, dat voor iederen
Amerikaanschen zakenman onvermij
delijk is. En dus beloofde ik hem,
dat ik den volgenden dag gepakt en
gezakt naar Pinemont zou komen.
Het was een heerlijke afwisseling
r.it den braadoven van de stad. Ran
dall vertrok eerat een paar dagen
later. Ik arriveerde op Zaterdag eu
Zondagnamiddag nam Randall mij.
mee voor een middagbezoek bij de
Dalziels. Het gezin bestond uit kolonel
en mevrouw Dalziel en de twee doch
ters Mary en Agnes. Mary, de oudste,
was ongeveer twee-en-twintig jaar,
een prachtig meisje van het groote,
lorsche, blonde type. Agnes, drie jaar
jonger, gaf mij reeds bg de eerste ont
moeting en ook steeds later den
indruk van het meest bekoorlijke
schepseltje, dat ik ooit gezien had.
Agnes gaf mg hetzelfde opbeuren
de, heerlijke, krachtige gevoel van
frisehheid als het geurige landschap,
dat mjj bij mijn aankomst te Pinemont
tegenlachte, toen ik daar warm en
vermoeid was gearriveerd na een dag
van zwaar werk in de stad. Zg was
als een krachtige wijn. Niet dat ik
in den regel een afgemat ventje ben,
die krachtige wijnen noodig heeft om
hem op te wekken. Maar ik had ge
werkt als een paard en geleefd in
een atmosfeer van zieken, tot de na
tuurlijke levenskracht, waarmee ik
zeker zoo rijkelijk bedeeld was om
anderen, minder gelukkigen, te kun-
ken dienen, zeer geslonken was. Ag
nes bracht ze mjj in een oogenblik
terug.
Agnes was naar mijn meening een
schepseltje, dat alles vlug deed. De
levensvreugde straalde uit haar. Zjj
was lieflijk als een boschnymfj niet
zooals artisten ze schilderen, maar
zooals ze werkelijk geweest moeten
zgnkrachtig gebouwd, door de zon
verbrand, guitig en eigenzinnig; too-
nende, dat ze weer en wind en ver
moeienissen trotseoren, evenals Agnes
■deed, want ze was in de bosschen ge
weest en haar lief gezichtje had
schrammen opgeloopen evenals haar
krachtige, ronde onderarmen. Juist
toen we elkaar ontmoe'ten, kwam zij
van het tennisveld en haar dik,
kastanjebruin haar hing neer over een
heel era verhit en hooggekleurd jong
voorhoofd.
Een poosje later, toen ik haar zag,
koel en frisch in een eenvoudig mouB-
seline japonnetje, waarin ze een lief
klein meisje leek, dat plotseling vol
wassen was geworden, ontdekte ik
weer nieuwe bekoorlijkheden in haar.
In haar oogen zag ik de lentehet
waren rustelooze, veranderlijke, vlugge
oogen en toeh zoo helder, dat men
het opkomen van iedere gedachte erin
zien kon, zoodra ze een vorige ver
joeg. En toch kende men die gedachte
zelve niet en als men er te lang naar
keek, werden de oogen ondoorgronde
lijk en duister als de nacht. Inderdaad
ik was zeer door haar getroffen.
Ik had dit dwaas van mg gevonden,
als ik mij den tjjd genomen had, er
over na te denken. Maar Agnes was
een soort meisje, dat een jongen man
er toe dreef om te werken en a han
delen, en niet om te gaan zitten en
peinzen. En zoo zat ik hier op den
rijpen leeftijd van dertig jaar, een
rustige dokter en chirurg, en werd op
het eerste gezicht verliefd op een
eigenzinnig kind van negentien jaar.
En daarbij een coquette, zelfs op dien
jeugdigen leeftijd, te oordeelen naar
een eigenaardig glimlachje.
(Wordi venxdgd).
Amerikaansche Roman.
„Hos houdt Chisholm zich, als jullie
elkaar ontmoet vroeg ik.
„Sinds John's dood is hij dezelfde
man niet meer, maar of dit komt door
een schuldig geweten d«n wel, omdat
Mary Dalziel wat minder hartelijk
voor hem was geworden, durf ik niet
zeggen. Hjj is dol verliefd op het
meisje."
„Denk je, dat zij iets vermoedt?"
vroeg ik.
„O, neenl Hoe zou ze daartoe ko
men Wjj zelf zouden hem ook niet
verdenken, als je niet het haar en den
tand hadt gevonden. Maar ik voor mjj
twijfel er geen oogenblik aan. Zooals
je weet, heb ik een advortentie ge
plaatst, waarin ik twee-honderd-vjjfilg
dollar heb uitgeloofd voor wien mg
Jefl terugbezorgt, maar er is niets op
gekomen."
Randall en ik hadden reeds vroe
ger over de verdwijning van den
hond gesproken en waren tot de con
clusie gekomen, dat John Vorice hem
In het gevecht waarschijnlijk gewond
had en dat Chisholm hem toen had
afgemaakt en het lijk verborgen.
Zoowat een maand na dit drama
kwam Randall op een goeden dag by
mjj, om ma te vertellen, dat hg zoo-
wat zes waken voor zaken op reis
moest. Hu maakte zich erg ongerust
•over dm gezondheidstoestand van
zgn vader en wilde, dat ik gedurende
zijn afwezigheid te zjjnen huize in
Pinemont zou wonenik zou dan
iederen dag, of zoo vaak als ik het
noodig oordeelde, in de stad kunnen
komen om mijn praktijk waar te
nemen. Hy deed mg daarvoor, zake
lijk gesproken, een bijzonder royaal
aanbod en daar bet in de Btad gloeiend
heet was, nam ik het met vreugde
aan.
„Ik ben van plan, je heelemaal
baas te laten, Billy", zei hij. „Je zult
absolute macht hebben over den heelen
boel: huis, stallen, garage, het jacht
en alles. Als iets niet naar je zin is,
dan verander je het maar, Als je
iemand ontslaan wil, dan gaat hy de
straat op."
„Waarom zou ik iemand willen
ontslaan I" vroeg ik glimlachend.
Randall fronste het voorhoofd.
„Ik dacht aan dien Edwards," zei
hg. „Dat sujet is heelemaai veranderd.
Verscheiden malen in den laat
sten tgd scheen h® op het punt
te staan, mg openigk te bruta-
liseeren. Of kg soms denkt, dat
de heeie boel van hem is, weet ik
niet. Sinds John's dood is hg stil en
somber en zgn manier van doen be
valt mg niet en ook niet de wgzs,
waarop hg mg aankgkt. Ik vrees, dat
hy een siechten invloed op vader heeft.
Meermalen als ik binnen kwam om
naar den onden heer te zien, vond ik
die twee samen in gesprek en zoodra
ze mg zagen, hielden ze op. In den
laatsten tgd vond ik dat vader mg
met zoo'n eigenaardige uitdrukking op
zijn gezicht aankeek. Ik begrgp het