N'. 151 1911.
Donderdag 21 December.
98sw jaargang.
Donkere Schaduwen.
Bij dit «o behoort een
Bijvoegsel.
uwjaarswenschen
*T FEUILLETON.
G0ESC1IE
COIRAIMT.
Telefoonnummer 22 Directeur A. F. A. van Setebs. Uitgave van de Naaral. Vennootschap ,Goesche Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, in Soes f 0,78, buiten Goes, franco f I,fi8.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
inzending van advertentlën op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
De prijs dergewoneadvertentiënis van l-5jregels50 ct., elke regel meer lOct
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts t w e e m a a 1 berekend.
Geboorte-, kuweljjk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels h 1,— berekend.
Bewfjsnnmmers 5 cent.
voorzien.
Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen. Alleen de heer Dekker
stemde tegen.
6. Verzoek van den heer W. H.
Stouten om eervol ontslag als onder
wijzer bp het O. L. orderwijs, met
ingang vsn 1 Febr. 1912, znlks we
gens zgn benoeming bij het onderwjjs
in Indië.
Op voorstel van B. en W. alzoo
besloten.
7. Verzoek van den heer L. A.
Knitei om eervol ontslag als lid van
het Burg. Armbest., znlks wegens ge
zondheidsredenen.
De voorz. spreekt den wensoh uit,
dat de heer Knitei geheel moge her
stellen, waarmee de vergadering onder
applaus instemt.
Onder dankzegging voor de vele en
l»ngdurige diensten, wordt dit ontslag
op de meest eervolle wijze verleend.
8. Wijziging der gem.-begr. voor
1911, in verband met de waterleiding.
Zonder discussie en h. s. alzoo be
sloten.
9. Voorstel tot het doen van een
geldelijke uitkeering aan een gedeel
te van het personeel in dienst der ge
meente, in verband met de duurte der
levensmiddelen.
B. en W. stellen voor, aan gehuwden
en weduwnaars met kinderen in vasten
dienst der gemeente en geen hooger
loon uit de gemeentekas ontvangend
dan f700 per jaar, een toeslag op dat
loon te verleenen, berekend naar 2 t/j
van hun inkomen en uit te betalen in
drie termijnen, t. w. December, Januari
en Februari.
Alleen die personen, die hun hoofd-
bestaan vinden in den gemeentedienst,
zullen van dezen toeslag proflteeren,
dus niet de gemeente-omroeper, klok
luider, gem. archivaris, e. d.
Voor dit doel is ongeveer f 300 noo
dig, welk bedrag op nader te bepalen
wijze verdeeld zal moeten worden over
de begrootingen van 1911 en 1912.
De ha. eomm. kon zich met dit voor
stel vereeaigen de heer Temperman,
lid dier comm., als voor de twee stokers
aan de Gasfabriek f 50 voor woning en
gas buiten rekening werd gelaten. De
heer Pilaar, eveneens lid der flu. comm.,
sympathiseert niet met de duurtebe-
weging, maar zou toch voorstemmen.
De heer Pilaar herhaalt, wat hij op
het advies der fin. comm. neersehreei.
Spr. vindt het verschrikkelijk opge
dreven en bovendien scheppen we
hier een gevaarlijk precedent. De ge
meente behoeft in dien zin toeh niet
aan liefdadigheid te doen. Hoeveel
menschen in particulieren dienst ver
dienen niet minder dan f 700 Spr.
kan dan nu ook ni it met h et voorstel
meegaan. Als de salarissen niet tegen
een dergeljjk stootje kunnen, moetsn
we betere salarissen geven.
De heer Hollmann wil 5 geven
en doet daartoe het voorstel.
De heer v. Schmidt zou eau vaste
som willen geveu. De minst gesala
rieerde krijgt bjj het voorstel het
minste. Daarom zou spr. ineens f20
willen geven.
De hoer Dekker heeft niet kunnen ont
dekken, dat hier noodtoestand heerseht.
De meeningen daarover loopen zeer
uiteen. Moet er een toeslag gegeven
worden, dan deugt onze salarisrege-
iing niet. Zou daarom geen duurte-
commissie gevormd moeten worden,
die de zaak kon onderzoeken, waarna
dan, zoo noodig, salarisherziening kan
plaats grflpen Spr. zal voor het
voorstel van B. en W. stemmen om
der reeds opgewekte hoop niet den
bodem in te slaan. Heerseht er nood
toestand, dan moeten we meer salaris
geven. Iemand, die f 1100 verdient,
heeft het vaak veel zwaarder te ver
duren in het financieele laven dan
een werkman, die f 700 verdient.
Daarom zou spr., als er noodstand
heerseht, veel verder willen gaan en
alle ambtenaren er bjj inhalen en een
grens van f 1200 salaris stellen. Zou
het verder niet wenschelijk zjjn de
bepaling in het voorstel optenemen,
dat de toeslag ten deel zal vallen aan
„ambtenaren, die daarvoor in aanmer
king komen, de beoordeeling daarvan
overlatende aan B. en W." Spr. be-
grjjpt wel, dat dit eenige moeilijkheid
voor B. en W. zal opleveren, maar in
andere gemeenten gebeurt het toch
ook zoo.
De heer van der Leeuw vindt het
jammer, dat de heer Dekker de niet-
ambtenaren-belastingbetalers er bni-
ten heeft gelaten. Spr. zon willen
voorstellen, als men toeh zoo veel
verder wil gaan dan het voorstel, dien
mensehen kwijtschelding te verleenen
van hun belasting.
De heer Fransen v. d. Putte meent,
dat er veel tegen en veel voor het
voorstel van B. en W. te zeggen is.
We moeten hier rekening houden met
hetgeen de gemeente kan doen. Het
idee van den heer von Schmidt lacht
spr. wel toe. In principe is daar veel
voor.
De heer Dekker herhaalt, dat hjj niet
weet of er een noodtoestand is of dat de
salarissen te laag zjjn. Als we het
denkbeeld van den heer v. d. Leeuw
volgen, zonden de belastingbetalers
voor het volgend jaar nog slechter af
z\jn, wjjl de gemeente dan geld zon
moeten leenen en de rente daarvoor
moet later ook worden opgebracht.
De heer v. d. Leeuw beantwoordt
den heer Dekker en zegt, dat het
geenszins zjjn bedoeling is, alle be
lastingbetalers kwijt te schelden.
De voort, deelt daarop mede, dat in
het college van B. en W. overwogen is
allen ambtenaren een toeslag te geven,
maar dat bleek te zwaar voor de
gemeentekas, die niet meer toelaat,
dan een toeslag aan beambten, die
minder dan f700 verdienen.
De heer Ritch sinit zich aan bjj de
zienswjjze van den heer von Schmidt.
De heer De Witt Ramer zegt, dat er
wel degeljjk noodtoestand heerseht. De
salarissen der ambtenaren zjjn tel
kens de laatste jaren verhoogd en
voor een noodtoestand kan men
geen salarisregeling maken. De nood
toestand gebiedt leniging te bren
gen van gemeentewege. De door den
heer Dekker aangehaalde bepaling
meent spr. ten sterkste te moeten ont
raden, daar dit z. i. de grootste moei
lijkheden zou meebrengen. De maatstaf
om allen evenveel te geven, acht spr.
ook niet aanbevelenswaardig, daar
degenen, die meer verdienen, ook meer
noodig hebben, vanwege den hoogeren
levensstandaard. De nitkeering in ge-
deelten wenscht bij ook vast te houden.
De heer Dekker erkent, dat we in
een duren tjjd ievenbljjft dat zoo, dan
noemt spr. dat dunrtetoestand.
Een noodtoestand heerseht z. i.
38V ZIJ, die zich met ingang
van t Januari a. a. op ens blad
•bonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende num
mers gratis.
in höt Nieuwjaars-nummer wor
den, zooals gebruikelijk is, bij
vooruit,betaling geplaatst tegen
35 cent voor hoogstens 8
regels.
Deze advertentiön zullen
Donderdag '38 December,
vóór 's '<»idd *gs twaalf nar,
aan ons bureau moeten bezorgd
zijn.
DE ADMINISTRATIE.
(■ieiueeiitcraad ran (*oes.
Dinsdagavond vergaderde de Raad
onzer gemeente. Voorzitter de heer
J B. de Bsau.ort, burgemeester. Af
wezig de heeren Donner, Kakebecke
en Van de Ven, alien met kennis
geving, en de heer v. d. Bout zonder
kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering
worden onveranderd vastgesteld en
daarna medodceling gedaan van de
volgende ingekomen stukken
a. Schrijven van den heer J. Fok
ken, waarom hjj dit jaar niet is op
geroepen om zijne reclame H. O. toe
te lichten.
In antwoord hierop deolen B. en W.
den Raad mee, dat van den heer
Fukken dit jaar geen reclame is in
gekomen en diens aanslag derhalve
op hetzelfde bedrag is vastgesteld als
het vorig jaar.
b. Goedgekeurde gem.-bogrooting
voor 1912.
c. Idem begrooting gasfabriek.
d. Procesverbaal van opname van
boeken en kas van den gemeente
ontvanger, waarbjj een en ander in
orde werd bevonden.
e. Dankbetuiging van de wed.
Blackstone voor de betoonde deelne
ming b(j het overlijden van harén
echtgenoot.
f. Goedgekeurd Raadsbesluit lot
wijziging der gem.-begrooting voor
1911, zulks in verband met de deel
name in de waterleidingmaatschappij.
g. Verslag van opneming der voet
paden en kunstwegen in de gemeente
Goes.
h. Idem van de Commissie der
Oeconomische Spjjsuitdeeling, blijkens
natwelk in het afgeloopen jaar is ont-
vangenf 1275.155, uitgegeven! 1192,735,
batig saldo alzoo f82,42.
f. Schrijven van den heer P. J.
van de Ven, d. d. 15 Dec., dat hij,
wegens vertrek uit de gemeente, ont
slag neemt als lid van den Raad.
De voorz. wenscht den heer Van
de Ven nog een lange rust toe in z'n
Naar het Dnitsch.
Wat een schande, zei hjj toen
plotseling. Hoe dnrf je het wagen,
Rudolf, zoo iets verschrikkelijks uit
te spreken Hugo v. Eugler, de ver
loofde van je zuster, zou een moor
denaar zjjn, en dia man, dien zjj van
daag veroordeeld hebben, is tenslotte
zeker volkomen onschuldig
Ja, vader, dat is hij ant
woordde Rudolf. Gjj allen hebt hem
bitter onrecht aangedaan; eindelijk is
ale beproeving voorbij on is het dag
geworden voor den armen, zwaar be
proefden man.
En hoe weet men dat nu alles
uw plotseling t vroeg de oude heer
■driftig. En jij, mjjn zoon en erf
genaam, die de dubbcla verplichting
hebt, mgn eer hoog te houden, jij bent
hét zelf, die smaad en schande over
mijn huis brengt?
Kalm keek Rudolf zjjn woedenden
vader aan.
Ja, m«t trets en voldoening, al
nieuwe woonplaats.
Sehrjjven van Ged. Staten of
bezwaar bestaat tegen het houden van
een paardenmarkt te Bergen op Zoom.
Daartegen bestaat geen bezwaar.
Overigens alles voor kennisgeving
aangenomen.
2. Verschillende aanvragen om af
schrijving van belasting worden inge
willigd.
3. Omtrent uitbreiding van het
onderwijzend personeel aan school A
waren verschillende rapporten inge
komen, nl een schrijven van den
heer A. BreetVelt, Hoofd van die school
waarin hjj te kennen geeft accoord to
gaan met een hem toegezonden advies
van den arrondissementsschoolopzie
ner om aan school A. nog een on
derwijzeres aan te stellen en adviseert
een oproeping te doen voor bevoegden
met acten j. en k. In een tweede
schrijven wenscht de heer Breetvelt
school A. gehandhaafd te zien als
voorbereiding voor de R. H. B. S.,
waarvoor alleen Franseh noodig is.
Meerdere overlading van de her
senen der leerlingen acht hjj verkeerd.
Wenscht evenwel toeh het gemeente
bestuur uitbreiding van het leerplan
met Duitsch of Engelsch, dan zaltoe-
voeging van een 8e en 9e kla.se
nooJzakeljjk zjjn. Of er evenwel finan
cieel voordeel uit zal voortvloeien,
meent de heer Breetvelt te mogen
betwijfelen.
Z. i. is er hier ook geen behoefte
aan M. U. L. O., waar er reeds een
R. H. B. 8. en een Meisjesschool zijn.
H\j adviseert dan ook geen verande
ring aan te brengen.
De Commissie van Toezicht op het
L. O. zegt in haar rapport met instem-
miHg te hebben vernomen, dat de Raad
in principe geen bezwaar hseft tegen be
noeming van twee leerkrachten. Waar
het evenwel betreft het leerplan van
school A. zoo te wijzigen, dat behalve
de vakken a.-k. tenmiaste twee
der vakken 1., m., n. en p. zullen
worden onderwezen, meent ze daar
tegen ernstige bedenkingen te moe
ten maken. Wil de Raad aan school
A M. U. L. O. doen geven, dan
juicht de oommissie dat zeer toe,
maar dit kan ze niet uit het haar
toegezonden sehrjjven opmaken.
Door eenige lesuren wekelijks meer,
zal den leerlingen slechts eenige ele
mentaire kennis bijgebracht worden,
waarvan ze in hun verder leven
weinig of geen nut zullen hebben.
Veel beter zou het daarom zijn twee
klassen aan het leerplan toe te voegen,
maar dan zal meerdere uitbreiding
noodig zjjn dan thans wordt voorge
steld.
De arrondissements-schoolopziener
tenslotte meent, dat men om fin. voor-
deelen niet tot uitbreiding van het
leerplan behoeft over te gaan. Hij
wjjst er verder op, dat door uitbrei
ding met Engebeh of DuitBoh mis
schien een hoogere Rijksbijdrage zou
kunnen worden verkregen, maar kan
de wenschelijkheid dier uitbreiding
niet zonder voorbehoud onderschrijven.
Wil men geen 8e en 9e leerjaar, dan
oordeelt de heer schoolopziener het 't
best het leerplan onveranderd te
laten.
B. en W. stellen voor met het oog
op den leeftijd van den heer Breet
velt geen ingrijpende verandering te
brengen en te blijven bij het besluit
is het dan ook aan den anderen kant
met heftig leed, beken ik, zoo ant
woordde hjj met opgeheven hoofd,
dat het aan mjjn voortdurende be
moeiingen grootendeels te danken is,
dat wjj het resultaat van heden be
reikten.
Wat een schande 1 zeide de fa
brikant.
Als u het een schande noemt,
dat een onschuldige eindelijk recht
wedervaart, en een ellendeling, die
tot na toe reine mensehen door zijn
nabijheid te schande maakte, ont
maskerd, en voor zjjn rechter gebracht
wordt, viel Rndolf hem vol edele
verontwaardiging in de rede, dan
zal ik mjj gaarne laten verachten,
maar ik hoop, dat u nog zal inzieD,
dat ik alleen handelde, zooals eer en
plicht mfl voorschreven.
Hildegard was in weerwil van haar
merkbare zwakheid overeind geko
men nu trad zij met gevouwen han
den dicht op Rndolf toe.
Wat zeg je stamelde zij met,
bevende lippen. Noem je Hugo een
moordenaar O, Rudolf, wat doe je
mfi daarmee veel leedl
Hugo is geen moordenaar 1 Neen,
neen, spreek mjj 'dat niet tegen. Ik
om één leerkracht aan te stellen.
Aldus besloten.
Verzoek van den heer M. de Bokx,
ter verkrijging van een strookje ge
meentegrond, ter breedte van 1 M.,
voor zijn woning aan den Westwal,
in erfpacht, teneinde daar een ijzeren
hekje te kannen plaatsen.
Aangezien de verkeersweg door in-
willigirg van dit verzoek versmald
zou worden en B. en V,". er juist steeds
naar streven de toegangswegen te
verbreeden, stellen zij voor afwijzend
te beschikken.
De heer Dekker zegt, dat de bewo
ners van den Westwal veel last hebben
van daar spelende kiuderen en vindt
het onbillijk, dat dit verzoek zal wor-
dcD afgewezen. De breedte van den
weg wordt er niet door verminderd
als daar een hek komt en de bewoners
zouden van een grooten last bevrijd
zijn.
De voorz. meent geen antecedenten
te moeten scheppen.
De heer Dekker antwoordt, dat het
woord antecedent eeu kapstok is om
alles aan op te hangen. We scheppen
hier geen antecedent.
De heer de Witt Ramer zegt, dat
het hior gaat om het principe. Wan
neer men het hier toestaat, krijgt men
van alle kanten aanvragen om hekken
te mogen plaatsen. Spr. zelf heeft ook
veel last van schoolkinderen, maar de
ruimte moet met hand en tand ver
dedigd worden. Waar blijft overigens
de grens
De heer Dekker dupliceert en vindt
het geval voor de woning van den heer
de Witt Hamer heel iets anders dan
dat van den heer de Bokx. In het
eerste geval is het immers wandelweg
en op den Westwal geenszins. Boven
dien kan men den heer do Bokx op
leggen het bek vlak tegen de stoep
te plaatsen.
Het voorstel van B. en W. wordt
daarna aangenomen. Alleen de heer
Dekker stemde tegen.
6. Verzoek van den heer L. Snoep
om de stoepoverdekking van percsel
C no. 141, aan de Lange Voiststraat,
te mogen doortrekken voor perceel
C no. 140.
Keuzelfde verzoek werd reeds in
Aug. j.l. afgewezen, omdat inwilligen
aanleiding zou geven, dat vóór de
rooilijn zou worden gebouwd. Ook
thans stellen B. en W. voor afwijzend
te beschikken.
De heer Dekker stemt toe, dat dit
gedeeltelijk parallel loopt met punt 4.
Uier is het evenwel eeu bestaand
geval, feitelijk alleen een verzetten
van een zijschot. Wat is daar nu
tegen? Het bezwaar, dat iedereen,
na inwilliging, zal komen met dit
verzoek, vervalt. Deze overkapping
bestaat reeds lang en er komt heele
maal geen dergolgk verzoek. In andere
plaatsen staat men het inwoners ook
toe en we kunnen elk geval op zich
zeil behandelen.
De heer De Wilt Ramer meent, dat
de Lange Vorststraters wel inzien,
dat ze met een dergelijk verzoek bot
zouden vangen en daarom niet zoo
iets verzoeken. Staat men dit toe, dan
moet men het toch aan anderen ook
toestaan en dan wordt de straat een
nauw steegje.
De heer Dekker zou het wel aardig
vinden, dat de geheele Lange Vorst-
straat van dergelijke luifels werd
voel het diep iu mijn borst, dat hij
wel lichtzinnig geweest kan zijn, maar
niet slecht.
Rudolf drukte hartelijk, haar handen.
Arme, arme zuster, fluisterde
hjj met zachte stem. Ik begrijp, hoe
hoogst pjjnlijk je deze onverwachte
slag van het noodlot getroffen moet
hebben, als een bliksemstraal uit 'n
helderen hemel. Ik heb alles al lang
te voren vermoed, maar durfde je
altijd nog niets zeggen. Eerst was
het niets dan een gevoel van wan
trouwen tegenover je verloofde. P is
hedenmorgen toen ik op het punt
stond, do rechtzitting bjj te wonen,
zijn mjj zulke bozwarendo,omstandig -
heden medegedeeld, dat ik ternauwer
nood m ier aan zjjn schuld kon twij
felen. Verrassend snel volgden da ge-
beur;enio»en elkaar op, die mij gelijk
gegeven hebben en die tot zijn ge
vangenneming aanleiding gaven.
En al getuigt ook de geheele
wereld tegen hom, dan zog ik nog
ge vergist u, Hugo is geen misdadiger,
hij is goaa verloren man I
Plotseling wendde zjj zich tot haar
vader.
Ik verzoek u, ik verzoek u met
kracht en aandrang, wend uw invloed
aan om Hugo uit dien vreeseljjken
toestand te bevrijden, verzocht z(j,
men zal hem zeker tegeu schadeloos
stelling vrij laten. Het kan u als een
man van invloed niet zwaar vallen
Nooit en nimmer, riep de fa
brikant in de grootste opgewonden
heid uit. Wat ik mijn leven lang
met de grootste moeite opgebouwd
heb, zie ik nn door mijn eigen kinde
ren vernietigd. Hoe het ook zij, laat
mij buiten spel
Hfj keerde zieh om en verliet de
kamer, de deur met een harden slag
achter zich dichttrekkend.
Hildegard stond eenige seconden lang
met bijna wezenioozen blik voor zich
uit te staren, toen wendde zij zich e e hter
met een hartstochtelijke beweging
plotseling tot haar broeder.
Rudolf, je hebt een edel hart. Ik
kan niet gelooven, dat jij den onge-
lukkigen Hugo zoo gauw en onge
hoord zult vervloeken. Bedenk, Rudolf,
dat een mensch zich kan vergissen I
Ik zweer, dat Hugo niet schuldig is,
zooals jjj denkt, ik zou mij zelf be-
leedigeu als ik aannam, dat hij met
een met moord bezwaard geweten
weken, maanden achtereen dagelijks
met mi) omgegaan ion hebben en
daarbij gewaagd zon hebben, mij zoete
woorden vol liefde toe te fluisteren.
O, geloof mij, Rudolf, voegde zjj er
bjj, toen de laatste zich met een som
bere uitdrukking op het gelaat van
haar afwendde, er is een ongeluk
zalig misverstand in het spel, dat op
gelost moet worden.
Arme zuster, hernam hij op
onderdrukten toon, de daad is zoo
goed als bewezen.
En de jonge advocaat vertelde zijn
ademloos toeluisterende zuster van alle
verdenkingen, die tegen Hugo ge
rezen was.
Maar zijn woorden maakten heele-
maal geen overtuigenden indrnk op
Hildegard.
Neen, Hugo is niet schuldig, hg
heelt ook dien uitdrager niet ver
moord, hield zjj vol. Er mag
overigens gebeurd zijn wat wil, ik
moet hem nog heden spreken, men
mag mij als zgn verloofde er niet van
afhouden met hom te spreken. Ik be
hoef hem maar in do oogen te küSeu,
en dan weet ik moer dan gij allen I
Zjj greep beide handen van haar
broeder.
(Wordt vervolgd.)