N'. 133 1911.
Donderdag 9 November.
98"" jaargang.
Bij dit do. behoort een
Bijvoegsel,
FEUILLETON.
üonkara dchadu^an.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjji per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco f l,M.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
Inzending van advertentlën op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJOAG vóór 12 uren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van l-5 regels50 ct., elke regel'meer lOct
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels i. 1,berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
Telefoonnummer 83.
Directeur A. F. A. vak Setbxs. Uitgave van de Naaml. Vennootschap ,Gcesehe Courant". Hoofdredacteur W. j. C. van Santen.
«V* Hetgeen men voorlichtennoemt.
In ons vorig nummer hebben wij
gewag gemaakt van de opening eener
bijzondere school te Nunspeet en van
het gezegde des burgemeesters, dat
de kinderen van de bijzondere schooi
op straat lastiger waren dan die van
de openbare, met andere woorden
zich in meerdere mate aan straatschen
derü schuldig maakten. Ben rechtzin
nig paedagoog, de heer Fijnvandraat,
moest dit beamen en gaf voer het
geïncrimineerde wangedrag een ver
klaring, komieker dan komiek.
De redactie van een orgaan, dat
niet voor zijn ware richting durft
uitkomen en zich christeljjk-historisch
blijit noemen, hoewel het een trawant
van De Standaard is, werd uit haar
tent gelokt en gaf op hóór beurt een
verklaring, welke in komiekerigheid
voor die des heeren Fijnvandraat niet
onderdoet. De straatschenderij wordt
goedgepraat op deze wijzede chris
telijke school kweekt geen kwezeltjes,
geen brave-Hendrikken.
O, heilige onnoozelheid l...
De redacteur van het onder vreemde
vlag varend orgaan heeft zeker nooit
de propagandisten van het bijzonder
onderwijs gehoord? Hij heeft zeker
nooit prospeeti gelezen, welke de
wereld werden ingezonden, om geld
voor een seote-school bijeen te krijgen
Zooveel naïeveteit in een antirevo
lutionair journalist 1 Naïeveteit van
verdachte soort, welks in haar ware
wezen uitkomt in deze woordendat
nu .ieepe (of onkundige vrijzinnige
redacties zotte gevolgtrekkingen* uit
de woorden van den heer Fijnvandraat
gaan maken.
De zotheid is hier geheel aan de
zijde van het nieuwsblad, dat zich
schijnbaar voor zijn eigen richting
schaamt. Eu over onkundigheid de-
batteeren wij nu maar liever niet met
deze redactiedoor haar artikeltje
„De School* heeft zij zich zelve reeds
ongevraagd een brevet van onkunde
uitgereikt.
Ten slotte wjjzen w[j nog op deze
kenschetsende uitspraak.Toch had
den wjj wei gewenscht, dat dit school
hoofd de heer Fijnvandraat zjjn
opmerking voor zich gehouden* had.
Te drommeldat gelooven wjj óók
graag I
B u i t e n_lji n d.
DE OORLOG.
Tripolis en Barka zijn in naam on
der de opperhoorigheid van het ko
ninkrijk Italië gebracht, in werkelijk
heid daarentegen is het nog bjj lange
na niet zoover en wi) betwijfelen het
ten zeerste, of het wel ooit zoo ver zal
komen. Italië krjjgt voortdurend klop
en de onophoude jjke aanvallen van de
Arabieren hebben de ltaliaansehe
troepen blijkbaar ontzenuwd. Ze zijn
sedert weken niet uit hun kleeren
geweest en slapen nooit ongestoord.
Bovendien is ook de verpleging ge
brekkig, zoodat de soldaten zelf zeg
gen, zich onmogelijk op de been te
50
Naar het Dnitseh.
Ik stel daar een andere en naar
mijn inzicht veel waarschijnlijker
opinie tegenover. Uit het getuigen
verhoor is ons gebleken, dat de over
ledene Dora v. Gerstenberg precies
wist hoe zij de brandgast moest ope
nen, want ai meermalen was haar
door haar oom het openen en sluiten
toevertrouwd. Wat is nu aannemelij
ker, dan hetgeen ook door den officier
als niet onmogelijk is aangegeven,
dan dat z(j minstens medeplichtig is
aan den moord van haar oom?
Ik stel mij de feiten aldus voor, dat
zij tegelijk met haar medeplichtige
de slaapkamer van haar oom is bin
nengekomen. Terwijl de eerste nu
nog in een strijd met den ongeluk
kige gewikkeid was, gelukte het Dora,
Óen sleutel onder het hoofdkussen
vandaan te halen, Zij snelde naar de
aangrenzende kamer, opende de kast
en plunderde haar uit.
Het spreekt van zelf, dat zy, vooral
-wanneer men aanneemt dat zij het
kunnen houden. De verliezen van de
Italianen moeten zeer groot zijn,
want alle hospitalen zijn overvol. De
vraag is verder op het oogenblik niet,
of zjj nog zullen optrekken, maar of ze
niet heelemaal verdreven zoilen wor
den. De moeilijkheden van de ltali
aansehe benden zijn nu nog toegeno
men, doordat de regentijd, die aan
vankelijk op zich had laten wachten,
ingevallen is. De correspondent van
de Secoio seint tenminste, dat de
troepen er reeds onder te lijden gehad
hebben. En als het niet regent, waait
telkens de wind uit de woestijn, de
dzjibili of samoem, wolken fljn,
gloeiend zand in de oogen van de
Italianen, dezelfde zandwolken, die
aan de Turksehe artillerie zulk een
uitstekende dekking verschaffen.
Een allesbehalve prettige positie
dus voor Italië.
Trouwens
de toestand in Turkije
is nu ook niet direct wat je noemt
dat 1 Het succes in Tripolis heeft nl.
niet zooveel invloed op den binnen-
landschen toestand van het Ottomaan-
sche rijk gehad, dat deze toe
stand wat klaarder 1b geworden. Wel
hoort men nu en dan, dat de geschillen
tnssehen de partijen voor een oogen
blik bijgelegd worden, maar uit de
verschillende berichten bljjkt toch, dat
er in Turkije bij lange na niec de zoo
noodige eendracht heerscht. Het Jong-
Turkencomité tracht het succes in
Afrika ten eigen bate te exploiteeren.
De berichten van de in Afrika ver
toevende comitéleden worden op ruime
schaal verspreid en de Jong-Turken
trachten de bevolking wjjs te maken,
dat het grootste deel van het saccos
aan hun organisatie te danken is. Niets
is echter minder waar dan dit. De
Arabieren in Tripolis, waaraan dan
per slot van rekening het succes der
Uttomaansche wapenen te danken is,
moeten niets van de Jong-Turken
hebben en staan zelfs tot op zekere
hoogte vijandig tegen het comité. Deze
houding der Arabieren zal natunrljjk
invloed hebben op de vredesonderhan
delingen. Zjj hebben de Porte te ver
staan gegeven, dat zjj zooveel kan
onderhandelen als zjj wil, maar dat
zjj zich aan geen onderhandelingen
zuilen storen en kalm zullen voort-
vechten, totdat het hun zal believen
vrede te sluiten. Met deze verklaring
der Tripolitiaansehe Arabieren zit het
Tarksche kabinet natunrljjk zeer ver
legen. Men acht te Constantinopel het
tegenwoordige oogenblik, nu de Turk
sehe strjjdkrachten in Afrika succes
hebben, zeer geschikt om onderhan
delingen te beginnen en men verwacht,
zooal niet Italië met een uitsluitend
economische positie in Tripolis te
kunnen afschepen, dan toch de soeve
reiniteit van den sultan te kunnen
redden.
Dan heeft de Porte verder rekening
te houden met Engeland. De Engol-
schen geven bjjna dagelijks te kennen
door hnn bonding aan de Egyptische
grens, dat het Turksehe succes in
Tripolis voor een groot deel aan die
houding te danken is. Ook in de bin-
nenlandsche politiek vanTnrkjje tracht
Engeland den ouden invloed te her-
krjjgen.
Ünnenlasd.
rumoer van den strjjd in de slaap
kamer hooren moest, buitengewoon
opgewonden was. Haar handen beef
den, zij moest bakken om het sleutel
gat van de kast te vinden, daarbjj
kunnen er druppels kaarsvet op den
ondersten rand van de kast gevallen
zjjn. In haar opgewondenheid had zjj
den Blentel in de kast gelegd en de
deur sloeg toe.
Als men dit aanneemt, wordt ook
de andere, geheel onbegrijpelijke om
standigbeid duidelijk, dat er heel wei
nig uit de kast gestolen was, dat het
grootste gedeelte totaal niet aange
roerd is.
Men moet niet zeggen, dat de mis
dadiger zoo verstandig geweest is, de
effecten te laten liggen. Zooveel vrees
voor publicaties van de politie bezitten
inbrekers, en vooral zoo'n bloeddorstige
schurk als de moordenaar van baron
v. Engler moet zjjn geweest, gewoon-
ljjk niet. Hjj zou stellig ten minste
geprobeerd hebben, de papieren van
waarde aan den man te brengen.
Bjj deze gelegenheid moet ik mjin
verwondering uitdrukken, dat de ge
achte officier zoo weinig nadrnk heeft
gelegd op het beruchte verdwijnen
van het testament 1
Wjj hebben de getuigenis van het
dienstpersoneel gehoord. Beiden waren
De Moerdijkbrug.
De brug aan den Moerdjjk is giste
ren aangevaren door een sehip. Het
spoorwegverkeer behoeft echter Diet
gestaakt te worden, slechts moeten
de treinen langzaam rjjden. Uit Dord
recht is personeel vertrokken om de
brug na te zien.
De Armenwet.
Omtrent den stand van de werk
zaamheden der Commissie van Voor
bereiding uit de Tweede Kamer be
treffende de Armenwet, kan worden
medegedeeld, dat de commissie gereed
is met haar verslag en ook met haar
besprekingen met den Minister van
Binnenlandsche Zaken. De ronddeeling
van het verslag kan tegen 1 Decem
ber worden tegemoet gezien, tenzjj
inmiddels door leden der Kamer ge
bruik worde gemaakt van het reeht
om amendementen in de dienen, in
welk geval deze nog nadere overwe
ging in de commissie zullen eischen.
üjtaten-Beiieraal.
TWEEDE KAMER.
De Kamer heeft zich gisteren vlug
ger dan verwacht werd door artikel
67 van de Militiewet heêngewerkt.
Zooals men weet, betreft dit artikel
het onderzoek tot het verwerven van
het bewjja, dat voldaan is aan de
eischen van voorgeoefendheid, om
schreven in een bjj de wet gevoegd
programma. DaD wordt de eerste oefe-
ningstjjd van 8'/j op 6maand ge
steld. Links was men niet tevreden
met het voorneman van Minister Colijn,
het programma van eischen in de
Militiewet vast te leggenmen wilde
het eenvoudig bjj algemeenen maat
regel vun bestuur geregeld zien.
Een vjjital amendementen was in
gediend. Na een vervelende en lang
dradige rede van den sociaal-demo-
eratischen afgevaardigde Ter Laan, een
nadere uiteenzetting van zjjn standpunt
onzen lezers reeds bekend van
den heer De Sauornin Lokman, stelde
de heer Nolent (r.k.) de volgende
motie voor
„De Kamer, van oordeel, dat het
programma, bedoeld in artikel 67, niet
behoort te worden opgenomen in de
wet, doch vastgesteld bjj algemeenen
maatregel van bestunr, gaat over tot
de orde van den dag
Minifter Colijn sputterde nog wel
wat tegen, doeh ten slotte verklaarde
hij, dat door aanneming van de motie-
Nolens de regeering niet zoo onaange
naam getroffen zou zijn, dat zjj daarom
artikel 67 zou intrekken. De motie werd
daarop aangenomen met 39 tegen 26
stemmen. Vóór stemden de geheele
linkerzijde, 9 roomseh-katholieken en
3 anti-revolutionairentegenalle
ehristelijk-historisohen (10), 10 anti-
revolutiouairen en 6 roomsch-katho
lieken.
Artikel 67 werd daarop zonder hoof
delijke stemming aangenomen. Zoo
ging het ook, na eenig debat, met
artikel 68, toewjjzing der miliciens
voor de keuze-wapens.
Breedvoerig werd vervolgens ge
sproken over artikel 69bepalingen
omtrent de inljjving. De christeljjk-
historische afgevaardigde Van Veen
lichtte een amendement toe, strekkende
om de regeling der tijdstippen van de
inlijving niet in de wet op te nemen,
doch bjj Kon. besluit te regelende
heer Ter Laan wilde den diensttjjd van
6 i/s maand op 51 /g maand terugbrengen.
Aan het slot der zitting kwam laatst
genoemde afgevaardigde nog met de
volgende motie: „De Kamer, van oor
deel, dat de bezwaren omtrent de
vie-maanders aan de Kamer volledig
bekend moeten zjjn, eer een beslissing
over art. 69 kan worden genomen, gaat
over tot de orde van den dag."
Deze motie wordt heden behandeld.
Provinciale Staten
van Zeeland.
Gisteravond werd de najaarszitting
van de Provinciale Staten geopend.
Alleen de heeren Van Rompn en Eras
mus waren afwezig. De Ci-mmissaris
der Koningin, mr. H. J. Djjekmeester,
hield bjj de opening de volgende rede
Bjj den aanvang van deze vergadering
verwacht gij van U-ven voorzitter een
woord over de gebenrtenissen in onze
provincie, die in de laatste weken Uwe
gedachten in beslag namen. De storm
van 30 September op 1 October 1.1,
heeft op zeer vele plaatsen van ons
vaderland, maar in het bijzonder in
Zeeland, betreurenswaardige verwoes
tingen aangericht, heeft Bruinisse ge
teisterd en te Ierseke en elders groote
Bchade gebracht. De schade door dezen
storm veroorzaakt aan zeeweringen en
polders, met name op Noord- en Zuid-
Beveland, Tholen, Schouwen en in
Zeeuwseh-Vlaanderen, is op tal van
plaatsen aanzienlijk.
De nieuw-bedijkte polder aan de
Noordzijde van den spoorwegdam, die
Zeeland met Noord-Brabant verbindt,
liep onder. De bovenzijde van den
zwaren dijk werd weggeslagen.
De djjken van sommige polders
werden dermate beschadigd, dat het
al of niet doorbreken van de weers
gesteldheid der eerste dagen van de
ramp afhing.
Reeds in den avond van den lsten
October ontving ik de mededeeling,
dat H. M. de Koningin, ten zeerste
getroffen door het bericht van de
ernstige ramp, die Brninisse teisterde,
een bezoek aan die plaats wensohte te
brengen. Dit bezoek had Dinsdag 3
October plaats. Ged. Staten vonden
hierin aanleiding zich tot H. M. te
richten met een adres, waarvan ik
den griffier verzoek voorlezing te
doen".
De griffier las hierop het volgende
adres d.d. 6 October voor
„In Maart 1906 trof onze provincie
een zware watersnood en was Uwe
Majesteit met Z. K. H. Prins Hendrik
der Nederlanden een der eersten ter
plaatse, om met woord en daad van
Uwe harteljjke belangstelling, van
Uwe diepe deernis te doen bljjken.
De herinnering daaraan ligt allen Zeen
wen nog na aan het hart, want niet
licht vergeten zjj het vele goede, de
weldaden en de trouwe zorg, die dit
gewest alle eeuwen door en telkens
er over eens, dat volgens hun beste
weten hnn vermoorde mee-ter zjjn tes
tament in de brandkast bewaarde. Het
verdwjjnen van dittestament.van welks
bestaan ook andere onbevooroordeelde
getuigen zeker waren, heeft overigens
al tot een ander civiel proces aanleiding
gegeveD.
Welke reden zou nu mijn cliënt,
indien hjj werkeljjk de moordenaar
geweest was, gehad hebben, een testa
ment, dat voor hem geheel zonder
waarde was, te doen verdwjjnen Ik
beweer, dat, als mijn cliënt werkeljjk
de inbraak gepleegd had, hjj zich zelis
niet eens de moeite gegeven zou heb
ben, het testament door te lezen. Daar
voor zou hjj waarschijnlijk geen tjjd
gehad hebben.
Dat de overige inhond van de kast
volkomen onaangeroerd is gebleven,
pleit, dunkt mjj, des te meer voor mjjn
opinie.
De dader moet dus noodzakelijk
iemand geweest zjjn, die er belang
bjj heeft, het testament te laten ver
dwjjnen. Nu zal de officier wel in 't
midden willen brengen, dat juist om
die reden misschien de overleden Dora
v. Gerstenberg een assitent heeft willen
hebben bjj den dood op haar oom.
Maar welke reden zou de dame ge
had hebben, om het testament te laten
verdwjjnen Was zjj niet volgens al
gemeen gevoelen, wat feiteljjk door
uitlatingen van haar oom ondersteund
is geworden, de eenige erfgenaam van
den laatste Onder alle omstandigheid
kon er dus haar niet weinig aan ge
legen zjjn, het testament in stand te
houden. Zelfs echter het vermoeden,
dat het testament in waarheid niet
ten gnnste van Dora was, en dat zjj
daarom haar best deed, het te ver
nietigen, verdwjjnt, als wij bedenken,
dat zjj heelemaal niet de naaste erfge
naam van haar oom was, dat zjj alleen
maar door een zjjlinie van moederszij
de aan hem verwant was, terwjjl hjj
een neef heeft, die de zoon is van zijn
eigen broeder. Het niet vinden van
een testament na den dood van haar
oom, stond voor de overleden Dora
gelijk met onterving.
Dus noch Dora, noch haar zooge
naamde assistent konden belang ge
had hebben bjj het vernietigen van
het testament Ook kan het testament
niet toevallig verloren zjjn gegaan
maar ik beweer, dat de geheele daad
alleen bedreven is terwille van het
testament.
Het is verre van mjj, iemand ver
dacht te willen maken, al moet ik
dan ook mijn spjjt te kennen geven,
dat het besluit van de rechtbank on-
opnieuw van het geliefde Oranjehuis
mocht ondervinden.
Andermaal werd de bevolking van
Zeeland, nauwelijks een week geleden,
op het onverwachtst opgeschrikt door
een nienwe waterramp, wel niet zoo
algemeen als de vorige maal, maar
toch plaatseljjk van geweldige kracht
en voor de voornameljjk getroffen
vissohersbevolking een bron van diepe
en nog onvoorziene ellende.
Nauweljjks had de mare Uwe Majes
teit bereikt, of andermaal gevolg
gevende aan de edele opwelling van
Haar bart, ontjj noeh ongerief ont
ziende, besloot Uwe Majesteit zich
naar het meest geteisterde pnnt te
begeven, teneinde zich op de plaats
zelve van den omvang van de ramp,
van het leed en den nood der bevolking
rekenschap te geven.
Uwe Majesteit gaf te Bruinisse aan
de gansche natie het voorbeeld door
de diepe ontroering van Haar mede
lijdend hart, dat steeds leeft het leven
van Haar volk en zich ook ditmaal
zoo treffend uitte in woorden van
troost en opbeuring en een waarljjk
vorsteljjk stoffelijk hulpbetoon. Die
ontroering des harten heeft, stil maar
krachtig en alom, weerklank gevonden
in de harten Uwer trouwe Zeeuwen,
al behoefden zij ook geen nieuwen
prikkel voor hunne historische en
welbekende verknochtheid aan Uwe
Majesteit en Haar Doorluchtig Hnis.
En als vertegenwoordigers van het
Zeeuwsche volk èn persoonlijk hebben
wjj gemeend aan de gevoelens, welke
ons allen bezielden, uiting te moeten
geven en aan Uwe Majesteit den in-
nigen en diepgevoelden dank der inge
zetenen te moeten overbrengen voor
wat Uwe Majesteit weder in deze ure
der beproeving voor het zwaar be
zochte gewest ten beste gedaeht en
gedaan heeft".
Na de voorlezing gaven de leden
der Prov. Staten door applaus bljjk
van hnn instemming. De voorzitter
vervolgde hierna
„Ged. Staten vertrouwen door de
aanbieding van dit adres in uw geest
te hebben gehandeld en de gevoelenB
te hebben vertolkt, die dit bewjjs van
belangstelling van H. M. bjj u zal
gewekt hebben. (Applans)
Tot leniging van den nood en van
de schade, ontstaan door deze storm
ramp, is het Provinciaal Watersnood
comité onmiddelljjk aan het werk
gegaan. Van alle zjjden gesteand, mag
het verwachten, dien arbeid tot bevre
digende nitkomsten te zullen brengen.
Polder- en waterschapsbesturen
namen meerendeels ki achtdadige
maatregelen om de djjken in zooda-
nigen staat te brengen, dat geen da-
deljjke vrees voor bezwjjken meer be
hoeft te bestaan. Ged. Staten, bijge
staan door onzen Hoofd-ingenieur en
door den dienst van den Provincialen
Waterstaat, trachten de afdoening van
hetgeen tot hun taak behoort zooveel
mogeljjk te bespoedigen. Moge het
U, Mjjne Heeren, en aan het College
van Ged. Staten gegeven zjjn om
met gebruikmaking van de macht,
U bjj wet en verordening ver
leend, en gesteund door de Hooge
Regeering, Zeeland meer en meer te
beveiligen tegen rampen als 1906 en
mogeljjk gemaakt heeft, dat baron
H-ugo v. Engler als getuige gehoord
wordt, zooals door mjj was voorge
steld. Maar terwille van het belang
van mjjn cliënt moet ik laid en in
't publiek verkondigen, dat er werke
ljjk personen bestaan, die groot belang
kunnen hebben bjj het verdwjjnen van
het veelbesproken testament.
Geachte verdediger, ik moet u
ernstig verbieden op dergeljjke wjjze
afwezige personen te oordeelen, viel
hem nu de voorzitter stroef in de rede.
U heeft niet in 't minst het recht, ge
volgtrekkingen te maken, die de eer
aantasten van een onbesproken man.
Ik doe den geachten voorzitter
opmerken, dat ik hier sta als plaats
vervanger van den man, wiens eer en
wiens leven door een onrechtvaardige
aanklacht bedreigd is, antwoordde
Rndolf, en dat ik alleen mjjn plicht
meen te vervullen, als ik de edelacht
bare jnry er op attent maak, dat er
andere menschen bestaan, die veel
meer voordeel kunnen hebben van den
ouden heer v. Engler, dan in het
gunstigste geval mjjn ongelukkige
cliënt.
Wordt vervolgd.)