N". 125 1911.
Zaterdag 21 October,
98s" jaargang.
Donkere Schaduwen.
Bij dit iio. behoort een
Bijvoegsel.
43 FEUILLETON.
GOESCHE
De uitgave dezei' Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, in Goes 0,71, buiten Goes, franco f 1,29.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
Inzending van advertentlön op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
Telefoonnummer 32. Directeur A. F. A.
COURANT.
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5,'regels 50 ct., elke) regeljmeerj lOct
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prjjs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels h f 1,berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
itebs. Uitgave van jde \Naaml. Vennootschap „Goesche Courant".
slaan, nu organiseert de administratie
van Het Volk een pleizierreis naar
Berlijn, tegen het bagatel van vijf-en-
zeventig gulden per persoon.
InderdaadHet Huisgezin heeft ge
lijk er tegen op te komen, dat in deze
dure tijden de socialistische admini
stratie armen drommels de oogen uit
steekt, door pleizierreisjes te organi-
seeren en brutaal in haar kolommen
te etaleeren
Natuurlijk krjjgen wjj nu van Het
Volk hetzelfde antwoord als de redactie
van het roomsch-katholieke orgaan
dat w(j van het geestesleven;van den
sociaal-democratischen arbeider|weinig
besef hebben. Dit is gemakkelijk ge
zegd, doch minder gemakkelijk be
wezen.
De socialistische redactie zit dan ook
met de handen in het haar, hoe zich
er uit te redden. En wjj moeten zeg
gen, dat de gewone spitsvondigheid
haar ditmaal leeljjk in den steek heeft
gelaten. Die pleizierreizen worden te
vens tot het versterken van internati
onale banden benut, zegt zy. Kan
zijn, doch of die banden juist nu
versterkt moeten worden en men daar
mede niet kan wachten totdat de
tijden wederom wat minder duur zjjn
geworden De redactie van Het Volk
glipt er wjjseljjk over heen.
Het tweede argument is al even
zwak. Daarin wordt beweerd, dat de
socialistische administratie de pleizier
reisjes organiseert in de vacantie-week
der diamant-bewerkers. Hiermee
toont onze administratie op welke
deelnemers zij voornamelijk rekent".
Merkwaardige uiteenzetting I Zijn
dan de diamant-bewerkers bevoor
rechte proletariërs Wij weten wel,
dat zy vaak een heel wat hooger loon
verdienen dan zoo'n gehate „bour
geois", doch zou het niet meer over
eenkomstig het solidariteitsgevoel zijn,
indien zij van het ,te veel* het, noo-
dige afzonderden, om daarmede ande
ren van dienst te kunnen zijn Wan
neer het geld, nu gespandeerd aan
een plezierreisje naar Berlijn, beBteed
werd als toeslag voor behoeftige ge
zinnen, dan zou het heel wat beter
aan zjjn bestemming beantwoorden.
Velen toch als wjj een wekeljjk-
schen toeslag van f 1,nemen
waren dan tot 1 April 1912 geholpen.
Doch neendie toeslag zal den
patroon, den kapitalist afgedwongen
worden desnoods. En ondertusschen
gaan de met aardsche goederen geze
gende proietaren zich amuseeren in
het veel amusement aanbiedend Berlij n.
Bet Volk heeft een derde argument,
nog ongelukkiger dan de twee reeds
genoemde. Het luidt aldus,De soci
aal-democratische arbeider nu, die
deze aankondiging leest en zelf er niet
aan denken kan, 75 gulden voor een
reis te bestemmen, zal hierdoor niet
afgunstig worden op zijn medestrijders,
die zich dat wel kunnen veroorloven,
zal er door geprikkeld worden om te
pogen zijn organisatie even sterk en
deugdelijk als die der diamantbewer
kers te maken, teneinde te trachten
ook voor zich zei ven te komen tot een
hooger levenspeil, dat hem meerder
genot en meerder gelegenheid tot ont
wikkeling maakt."
Is dit nu niet een verregaand schijn
heilig betoog, om den niet met aardsche
goederen gezegenden proletariërs het
mopperen te beletten De redactie van
Het Volk is toch wel zoo slim om te
weten, dat een organisatie van de
landarbeiders bv. het financieel nimmer
zoo ver zal kunnen brengen als die
der diamant bewerkers. En hun dan
iets dergelijks voor te spiegelen,
het is op zyn zachtst uitgedrukt on
behoorlijk.
Wy denken onwillekeurig aan hot
hoofdartikel, voorkomend in Het Volk
van Zaterdag 7 October j.l., hetwelk
den lezers voorgezet wordt onder het
snorkend opschrift,In den honger-
greep". Wij citeeren daaruit: Reeds
in het gunstige jaar 1910—1911 spreekt
uit al deze budgets (aardappelen,
boter, groenten, grutters- en kruide
nierswaren) maar één groot feit:
tekort. Voor de groote massa der ar
beiders, ja voor de best betaalden,
levert de eene maand na de andere
telkens weer een tekort op. Alleen
met buitengewone inspanning, alleen
door met geweld de behoeften omlaag
te schroeven, blijft het arbeidersgezin
.eerzaam."
En het artikel eindigt met een aan
sporing, de macht der bezitloozen te
versterken. Partjj genooten in het
heele land, de arbeiders wachten
op ul"
Geloove, wie het gelooven wil. De
arbeidorB, die weinig of niets bezitten,
die wellicht een kommervollen tijd
tegemoet gaan, zien .medestrijders"
buitenlaudsche pleizierreisj 9s maken,
en wanneer hun zoo iets te veel wordt,
dan komt het partij-orgaan hen paaien
met een wissel op de eeuwigheid....
tot zjj ook eenmaal financieel zoo
sterk zullen staan als de organisatie
der diamant-bewerkers 1
Zeggen en doen is twéé bjj de
sociaal democraten. Het hierboven
medegedeelde staaltje is uitnemend
geschikt, ons in deze wetenschap te
verstarken. v. S.n.
weerleggen.
De Zeeuw somt de werkzaamheden
op van „christelijke" Ministeries. Is
vooral oer-komisch, waar het betreft
het Kabinet Kuyper. De ingediende,
doch niet behandelde ontworpen doen
natuurlijk weer opgeld.
De Zeeuw beantwoordt ons verwijt
aan de huidige regeering, dat zjj niets
in het belang der kleine luyden heeft
gedaan, met deze opmerking„het
heeft zoo alles zijn gewonen loop
heeft nog anderhalf jaar voor den
boeg". Om u te dienenmaar het
Kabinet Heemskerk is, zoo ge uw
geheugen even opfrischt, 10 llaa t
1908 aan het bewind gekomen. Waar
het in ruim drie jaren niets heeft
uitgevoerd, zal het bezwaarlijk in
anderhalf jaar zijn schade kunnen
inhalen.
De Zeeuw beweert, dat de Liberale
kabinetten in de negentiende eeuw
niets voor de kleine luyden hebben
gedaan. Studie onzer parlementaire
historie zij den redacteur beBcheiden-
lijk aanbevolen. Als hij dit gedaan
heeft hij beginne maar by het
eerste kabinet Thorbeeke en be
wijzen van minder verbluffende „ver
strooidheid* aan den dag legt, zullen
wij nog eens nader met hem spreken.
Ten slotte deze opmerkingde re
dacteur van De Zeeuw kwalificeert
eenige malen onze beweringen als
„zot". Vermoedelijk moet dit woord
als kracht-term dienst doen, om zyn
wanhopige pogingen, recht te praten
wat krom is, daardoor eenigszins voor
zijn lezers te verdonkeremanen. Maar
ook op dit gebied heeft de redactie
het nog niet ver weten te brengen.
Zij liep al te zeer in den kijker.
v. S.n.
ER NAAST.
De antirevolutionaire, doch voor
christeljj k -historisch doorgaande Zeeuw
heeft een respectabel aantal kolommen
gewyd aan ons hoofdartikel van j.l.
Vrijdag, „Het beginsel zoek" getiteld.
Nu is ons niets aangenamer, dan met
een tegenstander op politiek gebied
van gedachten te kunnen wisselen,
zonder bitterheid of een verkeerde
voorstelling van zaken. Doch De Zeeuw
houdt er zulk een eigenaardige wijze
van polemiseeren op na, dat, gaat de
redactie van het orgaan aldus voort,
een wisseling van gedachten bezwaar
lijk, zoo niet onmogelijk wordt.
De kritiek op ons artikel gaat er
dan ook geheel en al langs j de kern
van de zaak wordt niet aangeroerd.
Van een dergelijke polemiek schijnen
de antirevolutionaire organen het mo
nopolie te bezitten.
Wij wezen op het militairistis ;h
karakter der dusgenaamde christelijke
Ministeries. De Zeeuw zwijgt er over
als een pot. Het biad heeft gelijk
zjj kan een dergelijke bewering niet
Buitenlaiid.
De toestand in Tripolis-
ln Tripolis schijnt alles volkomen
naar wenseh te gaan, de stad is kalm,
de bevolking toont zich niet vijandig
tegen het nieuwe bewind, de zaken
worden hervat. De Banco di Roma
bijvoorbeeld werkt weder met voltallig
personeel. In de moskeeën bidden de
geloovigen als voorheen. Meer dan
vier duizend Arabieren hebben hun
geweren aan den Italiaanschen com
mandant afgegeven in ruil voor 10
lire zilver per stuk. De nachtelijke
gevechten echter bjj de bronnen van
Boerneliana honden aan. Daaruit blijkt
ten zeerste hoe allerongelukkigst het
Turksche leger dicht bjj Tripolis er
aan toe is, het ontbreekt den Turken
aan water. De kwellende dorst drijft
hen er toe zich tot een gevecht met
de overmacht te wagen. Want het is
een overmacht, ruim 25 duizend man
troepen zjjn door de Italiaansche
transportschepen ontscheept, die de
voorloopige bezetting der matrozen
hebben vervangen. Gedurende die voor
loopige bezetting hebben de Turken een
goede kans laten voorbijgaan, vooral
op het oogeublik, dat een groot deel
der Italiaansche vloot zich had ver
wijderd om de transportschepen van
Augusta te escorteeren. Toen hadden
de Turken een kans gehad de water
putten te bemachtigen, thans is die
kans uitgesloten en is het Turksche
leger er ongelukkig aan toe. Hoe
ongelukkig, bljjkt wel hieruit, dat
honderdvijftig Turksche officieren zich
ter beschikking van den gouverneur
van Tripolis hebben gesteld, hun
wapens overgevend.
Ook den Turkschen troepen, die
zich in den Dzjebel terugtrokken,
schjjnt het lot kwaadgezind. Het gevaar
toch bestond voor Italië, dat de Tur
ken vele aanhangers zouden vinden
onder de Arabieren, en dat dezen
zich zouden aangorden tot den „hei
ligen oorlog"- De natuurlijke antipa
thie van den Arabier uit Tripolitanië,
die het woord „Italiaan" nooit uit
spreekt zonder op den grond te spu
wen, deed het, tezamen met den gods-
dienstigen haat, zéér waarschijnlijk
voorkomen, dat men met de inboor
lingen nog heel wat te stellen zon
krijgen. Die kans schjjnt echter ver
keken voor de Turken. Dezen ge
dreven door den honger schijnen
een stam te hebben aangevallen om
graan en vee te verkrijgen en thans
schijnen de sjeichs hun niet alleen
alle levering van levensmiddelen te
hebben ontzegd, doch hen zelfs te
hebben aangevallen.
Voor Turkjje staat het er dus slecht
voor. En men kan in Turkjje gemak
kelijk mobiliseeren, maar hoe denkt
men de troepen in de Afrikaansche
provincies binnen te brengen, waar
van de Italiaansche vloot de geheele
kuBt blokkeert 't
De contra-revolutie in Portugal.
Uit Badajoz wordt aan het Berliner
Tageblatt geseind
Volgens berichten uit Lissabon be
reiden de royalisten ongetwijfeld een
nieuwen inval in Portugal voor, en
wel in het district Montalegre. Zy staan
op een K.M. afstand van de grens,
hebben Maxim-kanonnen, doch zjjn
slechts 800 man sterk. De regeering
concentreerde reeds 500 man van alle
wapens bij het bedreigde punt. Moch
ten de royalisten het nog wagen door
te dringen, dan zouden zjj een ge
voelige nederlaag ljjden. Men vermoedt
echter, dat zjj aan de grens bljjven,
om de regeering moeilijkheden te ver
oorzaken en op hooge kosten te jagen,
daar het leger en de marine voort
durend op voet van oorlog gehouden
moeten worden. De groote grondbe
zitters in Portugal zjjn algemeen van
meening, dat het onrechtvaardig is,
dat den monarchisten de rente van
hun grondbezit uitbetaald wordt, daar
zjj met dit geld het nieuwe régime
bestrijden. De republikeinsche demo
craten zyn van plan een wetsontwerp
in te dienen, volgens hetwelk alle
monarchisten, die niet bekend staan
als samenzweerders, uitgenoodigd zul
len worden binnen een bepaalden tijd
naar Portugal terug te keeren, daar
anders hun eigendommen geconfiskeerd
zullen worden. De eigendommen van
de royalisten, die aan de grens staan,
zouden onmiddellijk in beslag worden
genomen en eveneens die van den
ex-koning Manuel en het huis Bragan-
za. De regeering zal voorstellen de
royalisten, die zich in Portugal op-
Woorden en Daden.
Tusschen hot roomsch-katholieke
Huisgezin en het sociaal-democratische
Volk is een polemiek ontstaan, welke
van een te eigenaardig karakter is,
om er hier niet even de aandacht op
te vestigen.
De kwestie is dezeDe administra
tie van het socialistisch hoofd-orgaan
heeft een pleizierreis georganiseerd
naar Berlijnde deelnemers moeten
hiervoor betalen een bedrag van vijf-
en-zeventig gulden. Een nieuwtje is
dit nietreeds eerder hadden plei
zierreizen naar Brussel en Parijs plaatB
en, voor zoover wy weten, hseft toen
niemand er aan gedacht, den sociaal
democraten daarover eenig verwjjtte
maken.
Wanneer men er dus thans wél
over valt, moet daarvoor een bijzon
dere reden zjjn.
En die er ook, naar onze meening.
Wjj kunnen met hetgeen door Bet Buis
gezin in het midden is gebracht, vol
komen accoord gaan.
De S. D. A. P. wil er steeds den
nadruk op zien gelegd, dat zjj is een
arbeiders-party, neen de arbeiders
partij bjj uitnemendheid I Men behoeft
slechts te letten op wat door de spre
kers in socialistische bijeenkomsten
in het midden wordt gebracht. Libe
ralen van allerlei schakeering, vrijzin
nig-democraten, de partyen van rechts,
zjj zjjn de gewetenlooze uitbuiters
van het zwoegend en slavend proleta
riaat zjj hebben Blechts één ideaal
hooge dividenden te maken, ten koste
van het volk, dat van de hand in
den tand leeft. Doch de sociaal-demo
craten, dat zjjn de ware arbeiderB-
vrienden j op hen kan men huizen
bouwenzjj zullen aan de kapita
listische overheersching een einde
maken, en dan is de socialistische
toekomst-staat geboren.
Een oud lied, op honderd manieren
al gezongen. De waarde, welke er
aan moet worden toegekend, is zoo
ongeveer nihil. Men komt tot deze
overtuiging, als men de theorie der
sociaal-democraten aan de praktjjk
toetst.
Men weet, dat wy op het oogen-
blik dure tijden beleven. Huisgezin
nen, die met een karig weekloon
moeten toekomen, gevoelen dien druk
het zwaarst. Natuurlijk slaat de soci
aal-democratie uit deze omstandigheid
munt, en nog onlangs kon men in
Het Volk de vreemde bewering lezen,
dat de duurte van dezen tjjd een ge
volg is van de bestaande kapitalis
tische samenleving.
In Berljjn, in België en Frankrijk
hebben de socialisten bereids protest
vergaderingen tegen de dure levens
middelen belegdook in ons land
trok reeds menig socialistisch spreker
den boer op, om daartegen zjjn protest
te doen hooren. En nu, terwijl velen
niet weten, hoe zjj met een niet toe
reikend loon er zich zullen doorheen
Naar het Duitseh.
Ik zie geen enkele reden voor die
oproeping, zei de officier van justitie
dadelijk daarop. De baron is door
den eveneens als getuige hier aan
wezigen rechter van instructie Alberti
voor het protocol gehoord, hjj weet
niets, heelemaal niets van de bewuste
misdaad.
Dat spreek ik niet tegen,
antwoordde Rudolf. Maar baron
Hugo v. Engler is, zooals u de hier
als getuige aanwezige commissaris van
politie Grösser bevestigen zal, van
gisteravond half elf tot (vanmorgen
kwart voor vjjf in het huis van den
Uitdrager Schimmel geweest, dat tegen
woordig door hem alleen bewoond
wordt. Hjj is toen haastig en blykbaar
verstoord het huis uitgeloopon, en de
uitdrager, die anders als een zeer
voorzichtig man bekend staat, heeft
tegen de verwachting iu zjjn huisdeur
niet achter hem op slot gedaan.
Ik zou niet weten, wat dat met
de behandeling van onze rechtzaak
te maken heeft, antwoordde de
officier. Het schijnt den verdediger
or om te doen te zjjn, gedaan te krij
gen, dat da behandeling dezer zaak
verdaagd wordt. Daar zal ik my be
slist tegen verzetten, want de zaak
is volkomen rjjp. Ik kom daarom
tegen de aanvraag op 1
Eu ik ontzeg den officier van
justitie het recht, een van mij uit
gaande ambtelijke aanvraag aan crl-
tiek te .onderwerpen, antwoordde
Rudolf driftig. Overigens houd ik
mijn aanvraag vol en merk daarbij
nog op, dat ik, wanneer mijn aan
vraag niet ingewilligd wordt en in
geval myn cliënt zou worden veroor
deeld, ik dadelijk een verzoek tot
nietigheidsverklaring zou indienen.
Na kort beraad van de rechtbank
verkondigde de president nogmaals,
dat de aanvraag van den verdediger
afgewezen was en met de behandeling
der zaak zou worden voortgegaan.
Rudolf werd in het oogvallend bleek
en keek als om raad zoekend naar
den politie commissaris, die niet ver
van hem afstond.
Maar deze knikte hem onmerkbaar
als vertroostend toe, als wilde hij hem
aanmoedigen, op den ingeslagen weg
voort te gaan.
In de gebruikelijke termen werd
toen aan de getuigen verzocht, voor-
loopig heen te gaan.
Hedwig ging niet weg, vóór met
een langen blik van haar vader af
scheid genomen te hebben, terwijl zy
besliBt den blik van Rudolf vermeed.
die vol verlangen een blik van haar
trachtte op te vangen.
Beklaagde, sta op, zei nu de
president tot den gevangene, nadat
de getuigen vertrokken waren. U
heet Karl Beck, is zes-en-veertig jaar
oud, van den Protestantschen gods
dienst en u is weduwnaar
Een diep bedroefd trekje kwam by
de laatste woorden van den president
op het tot op dat oogenblik onbeweeg
lijk gezicht van den beklaagde. Deze
liet zijn hoofd op zyn borst hangen.
Ja, mijn vrouw is dood, mom
pelde hij. Zy stierf op den dag van
myn gevangenneming.
U is vader van een dochter,
onvermogend en tot uw inhechtenis
neming toe kunstslotenmaker ge
weest
Deze vragen beantwoordde de be
klaagde, wiens gelaat met een gloeiend
rood overtrokken werd, toen de voor
zitter nog de gebruikelijke slotvraag
deed, namelijk of hij al eerder door
de rechtbank veroordeeld was 1
D weet, zoo begoa nu de
president het eigenlijke verhoor,
welke aanklacht tegen u is ingediend.
Bekent u schuldig te zijn?
Een doodsche stilte heerschte in de
zaal. Aller oogen hingen aan de lippen
van den gevangene, die zich trotsch
en zelfbewust oprichtte.
Neen, ik ben onschuldig, zoo
waar als God mijn getuige is, ant
woordde Beek plechtig, terwijl hjj de
linkerhand tegen zjjn borst drukte.
De president keek hem scherp en
doordringend aan.
Beklaagde, dat beweert ge al
van het begin uwer gevangenneming
af, ofschoon de bewijzen verpletterend
tegen u sohynen, vermaande hjj.
Ik raad u aan te bedenken, dat
alleen een berouwvolle, onomwonden
bekentenis u als ge veroordeeld mocht
worden, de welwillendheid en toege
vendheid van de rechters kan ver
zekeren. Wat heeft u daarop te ant
woorden
Ik ben onschuldig, verzekerde
Beek opnieuw, terwijl hij den (blik van
den rechter rustig beantwoordde.
Een zacht fluisteren ging door de
groote zaal. De meeningen onder het
publiek schenen niet allemaal gunstig
voor den beklaagde te zijn.
De president ging met het verhoor
verder, maar bjj alle vragen, die ge
leken op die, welke rechter Alberti
bij het vooronderzoek tot Beek gericht
had, bleef deze bij de bewering van
zjjn volkomen onschuld.
U weet dus niets van de be
wuste bankbiljetten, niets van het
halssieraad? vroeg de president
met aandrang, terwyl hij wees op de
voorwerpen, die met het bewuste gra-
veermeeje, ecu glas en andere voor
werpen, die op den moord betrekking
konden hebben, op de groene tafel
uitgespreid lagen. U bljjft dus bij
uw bewering, dat een onbekende, ter
wijl gij voor het open staande venster
in slaap waart geraakt, deze bank
biljetten door dat venster op uw werk
bank gelegd moet hebben
Beek knikte bevestigend.
Ik kan alleen herhalen, mijnheer
de president, dat die moord my even
als u een raadsel is, antwoordde
hfi op luiden, ver door de zaal klin
kenden toon. Ik geef u zonder aar
zelen toe, dat de schijn in veel op
zichten tegen mij is, maar ik ben
onschuldig, en als die uitdrager Schim
mel zich niet aan een meineed had
schuldig gemaakt, dan
Beklaagde, in kan niet toelaten,
dat u de afwezige getuigen op eeni-
gerlei wjjze beschuldigt, zei nu de
president dadelijk. Heeft u anders
nog iets in 'tmidden te brengen?
Op de ontkenning van Beek ver
klaarde de president het verhoor van
den beklaagde afgeloopen, en nu be
gon het getuigenverhoor, dat betrek
kelijk langen tijd in beslag nam.
(Wordt vervolgd