N\ 123 1911. Diosdag 17 October. 988M jaargang. 0ËSC1IÜ 101 l(A\T. Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Setbbs. Uitgave van de Naaml. Venuootschap „Goesche Courant". Da uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, in Goes f 0,73, buiten Goes, franco i,25. Afzonderlijke nomtners 5 cent. Inzending van advertentlën op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJ a AG vóór 12 uren. De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 et., elke' regeljmeer! lOct Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels h 1,berekend. Bewijsnummers 5 cent. inhoud van een geheime overeen komst openbaar, die tnssehen Don Mannel en den troonpretendent prins Miguel van Braganza moet bestaan. Volgens dit verdrag zal, indien de monarchisten overwinnen, een volks stemming in Portugal er over beslis sen of Manuel of Mignel koning van Portugal wordt. Als Manuel weder op den troon wordt hersteld, zal de wet over de verbanning van de familie Braganza worden ingetrokken en de heele familie weer als koninklijke prinsen naar Portugal terugkeeren. Z{j zullen jaarlijks 240,000 gulden aan apanage genieten. Voor hot ge val, dat -Vlanuel en zijn oom, de hertog van Oporto, kinderloos mochten over lijden, zal de oudste zoon van Miguei, die met de Amerikaansche Anita Ste wart is gehnwd, den troon bestijgen. Als Mignel den troon zon bestijgen, zal er een groote schadeloosstelling aan Manuel en aan den hertog van Oporto worden uitbetaald. Het geziene blad Novidades meldt, dat er een stuk in beslag genomen is, dat zou bewijzen, dat de royalis ten 180,000 gulden onder de troepen hebben verdeeld, opdat deze niet op hen zouden schieten. Deze publicatie wekt groot opzien. De regeering heeft een onderzoek ingesteld. De autoriteiten hebben ge constateerd, dat kapitein Coueeiro de BrazilaanBche monarchisten gevraagd beeft hem nog een half milliuen pond sterling te zenden. H(j verzekerde, dat dit het laatste geld was, dat hi] verlangde. De Brazilianen zonden het geld. De pers maakt een afschrift openbaar van de kwitantie van Cou eeiro, die als volgt luidt: „Ontvan gen van het monarchistische comité in Brazilië 500,000 pond, die ik terug betalen zal door het herstel van de monarchie in Portugal of met mjjn leven." De royalisten ondernamen in den nacht, onder de bescherming van duisternis en regen, een nieuwen aan val tegen Vinhaes. De repnblikeinsche troepen waren echter op hnn hoede en het gelakte hun de royalisten in te slniten. Deze moesten terugtrekken en braken door den kring heen en vluchtten naar Serra da Coroa, dat een halve mjjl van de Spaansehe grens afligt. Het aantal dooden en gewonden is onbekend, maar het gevecht was zeer hevig. Een afdeeling royalisten houdt een strategische positie in het gebergte Serra da Coroa en versterkt die met loopgraven en schansen. Men houdt deze positie voor onneembaar, te meer daar de royalisten voor den geheelen winter van proviand voorzier. zjjn. Ongeveer 250 man van hun man nen zjjn gedeserteerd. Velen daarvan zjjn door de Portugeesche troepen opgepakt. De regeering heeft 1500 Carbonado's naar het Noorden ge zonden, om de grensdistricten te be waken j Volgens de laatste berichten trok een deel van de royalisten uit Serra da Coroa naar Spanje terug, keerde echter in grooten getale op Portugeesch gebied terug en staat met 2500 man in de nabijheid van Segnirei, ongeveer 30 kilometer van C naves. Het blad Capital bericht, dat zich thans 4000 goed gewapende royalisten aan de grenzen bevinden. Zij schijnen echter zeer ontmoedigd te zijn. Uit Lissabon wordt geseind: De regeering heeft besloten om de bur gerlijke overheid in het distriet Bra ganza door de militaire overheid te vervangen. De royalisten hebben twee nieuwe aanvallen gedaan, maar het is onmogelijk om bijzonderheden te ver melden. Onder de hier aangekomen gevangenen bevonden zieh ook graaf Restello, die een groote som voor de armen aangeboden heeft, mits hy niet met de andere gevangenen door de stad zon worden gevoerd. De regee ring heeft dit aanbod evenwel afge slagen. binnenland- De ramp in Zeeland. De Londensche berichtgever van het Bbl. meldt „Onze consul-generaal, de heer H. S. J. Maas, heeft het initiatief genomen onder zijn landgenooten hier gelden bijeen te orengen tot hulp aan degenen, die door den orkaan van 30 September te Brninisse en elders in Zeeland zoo zwaar getroffen werden." Door de te Kampen wonende Zeen- wen is een commissie gevormd om met welwillende medewerking van Kamper jongedames, giften te doen inzamelen voor de getroffenen in Zeeland. School en Kerk. Traktementeverbetering. Het provinciaal college van toezicht op het beheer der kerkelijke goederen eu fondsen van de Hervormde Ge meenten in Zeeland, heeft een cir culaire uitgevaardigd aan de kerk voogdijen in die provincie, waarin ten sterkste aangedrongen wordt op ver hooging der predikantstraktementen. De centrale commissie voor de ver hooging der predikantstraktementen heeft besloten de eommissie uit te breiden met drie leden en noodigde daartoe nit, dr. Bruins te Idaard, ds. Groot Enzerink te Leeuwarden en dr. de Lind van Wij gaarden te Putten De Alg. Synode en het Alg. college v. Toezicht znllen gevraagd worden, zich in de oommissie te doen verte genwoordigen. In 227 predikantsplaatsen bedraagt het traktement minder dan f 1050.— Landbouw, Veeteelt en Vhscherij. Bijenteelt. Ofschoon de aecynsvrije sll ker wel wat laat is ontvangen, hebben de bijenvolken de suikeroplossing toch nog spoedig opgehaald. Vele imkers hadden zich al bezorgd gemaakt, dat 't by de verlaagde temperatuur uiterst langzaam zou gaan. Dank zy 't nn en dan zonnige weer vliegen de byen van tijd tot tyd nog lustig rond, ja, wat meer zegtze brengen ook nog stuifmeel aan. „Zouden er dan nu nog genoeg bloemen zijn, welke door de bijen bevlogen kannen worden Zeker. We zagen hedenmiddag nog vrij wat bijen op de door den regen opgefleurde heidebloempjes ook op de thans bloeiende klimopplanten krioelt 't vaak van onze yverige diertjes. Ofschoon de weersgesteldheid, zooals we reeds schreven, thans nog telkens vrij sun stig is, langzaam maar zeker nadert toch de rusttyd der byen. Voor 't zoover is, moeten we onze volken in korven en kasten zorgvul dig hebben ingewinterd. In de eerste plaats moet elke byen- kolonie onverschillig in welke wo ning voldoenden wintervoorraad hebben. Verder moeten de vlieggaten, zoowel bij bijenkasten, als by boog korven en gewone korven, aanmerke lijk worden verkleind. Gedurende 't koude jaargetijde late men geon twee vlieggaten open 't bovenste dient, ter vermijding van te sterke afkoeling, terdege te worden dichtgemaakt. Onder de gewone korven en zoo noodig ook onder de boogkorven, legge men takjes van een jenever- bessen6truik, of andere takjes met scherpe naalden, ten einde daardoor de muizen af te schrikken. Een bin nengeslopen muis vernielt niet alleen de honigraten, ze doet zieh ook te goed aan 't zoete vocht. En, wat nog wel 't ergste is, ze verontrust ook telkens de byen. Van een bijenkolonie, in welker woning een muts zich eeni- gen tyd heeft opgehouden, komt ge- wooniyk niet veel terecht. Verleden voorjaar liet een imker my een zwak bevolkten korf zien, waarin een doode muis, bekneld tns sehen twee spyitjes. De byen hadden om de brutale indringster, nadat ze bezweken was, kleefwas en raat aan gebracht, en wel zoodanig, dat de muis geheel ingesloten was. Waar schijnlijk hadden de byen geen kans gezien, om de muis te verwyderen nu moest ze maar op bovengenoemde manier aan haar oog onttrokken wor den, waarbij tegeiyk werd verhinderd, dat een sehadeiyke lucht tot de bijen doordrong. Thans hebben wij nog de inwinte- ring der byenvolken, welke in kasten verblijven, te behandelen. In 't algemeen kan worden gezegd, dat de bijen in die woningen 't best znllen overwinteren, waar ze, by vol doend voedsel, een ruimte hebben overeenkomstig de volkssterkte en waar ze 't noch te koud, noeh te warm hebben. De gevulde honigraampjes moeten op den bepaalden afstand naast elkan der hangen. Met een verkleinplank worde de inwendige ruimte geregeld. Hoe dichter de byen 's winters bij elkander vertoeven, hoe beter. Enkel wandige byenkasten hebben eene flinke bedekking noodig aan alle zyden. Op dubbelwandige, waarin de bijen aan de bovenzijde worden behandeld, legge men tnssehen de raampjes en 't deksel een kassen van koehaar of vilt, of een stroomat. By de Albertikast en andere soorten, waarin de koloniën aan de achterzijde worden nagezien, brenge men de kussens of de stroomatten aan de binnenzijde van den achterwand. Daar waar van een verkleinplank gebruik wordt gemaakt, kan de ont stane opene ruimte worden aange vuld met papier, houtwol, enz. Een stnkje ongebluschte kalk kan daar eveneens worden neergelegd, waarin 't overtollige vocht kan trekken. Een te lage temperatuur, onver schillig in welke by en won mg, nood zaakt de bijen meer warmte op te wekken, dat wil hier zeggen, dat ze daardoor als 't ware gedrongen wor den meer voedsel tot zich te nemen. Een te hooge warmtegraad in den winter is echter ook niet goed, want daardoor worden de bijen aangezet tot bewegingde stofwisseling neemt daardoor sterk toe en een rnimer voedselverbrnik is ook daarvan 't gevolg. Hierbij komt nog, dat eene sterke opneming van voedsel leidt tot ontlasting van overtollige stoffen en als 't nn buiten daarvoor te kond is, worden de raten en wanden der bijenwoningen met de uitwerpselen der byen verontreinigd, een onzuivere lucht is dag en nacht in de byen- woning en ziekte of kwijning van 't byenvolk kunnen daaruit voortko men. De byenvolken moeteD 't dus niet te kil, maar ook niet te warm in hnnne verblijven hebben, als straks de winter regeert. Uit de Pers. Dr. Bronsveld-kroniek. Dr. Bronsveld, de bekende Utrecht- sche predikant, beeft het in zijn jongste kroniek in de Stemmen voor waarheid en vrede over de zaken, die in Sep tember in Den Haag zyn geschied. Hij betreurt het, dat de Koningin zich zelfs dan terugtrekt als wet en traditie Haar roepen om onder ons te ver- Buitenland. DE OORLOG. De lectuur der berichten over de gebeurtenissen in Tripolis is thans niet alleen gelijk de laatste week reeds het geval geweest is weinig be langwekkend, maar zij begint bepaald weerzinwekkend te worden. Dat heb ben wy te danken aan de zelfver heerlijking der Italianen, die niet beter weten te doen dan aan hun bladen berichten te seinen als deze dat de soldaten, die in Tripolis worden ontscheept zulk een voortreffelyken Indruk maken op de ;inboorhngen dat deze bet martiale uiterlijk der Italianen bewonderen, hen met ontzag en zolts met vreugde begroeten, als hun bevrijders van onder het Turkaehe juk. De proclamatie van den gouver neur zon een nitmnntenden indruk hebben teweeggebracht, vooral de passage waarin wordt gezegd dat Italië den godsdienst zal eerbiedigen. Kortom, de Arabieren beschouwen het volgens deze Italiaansohe berienten als een gelnk dat de Italianen in hun land aan wal gestapt zyn, en zouden by de ontscheping zelfs hebben ge roepen: „Welkom! Leve Italië!" Het behoeft nauwelijks betoog dat de waarde dezer berienten minder is dan nul. Dat de Arabieren in Tripolis geen vijandige houding aannemen tegen een 20 h 25,000 Italiaansche soldaten, die bovendien nog beschermd worden door schepen op de reede, is nogal duidelyk. Maar daarmee is niets gezegd over hun houding, wanneer eenmaal die duizenden soldaten ver spreid zullen zyn over het zoo moeilijk toegankelijke binnenland. Eerst 'dan zal kunnen biyken hoe de inboorlingen denken over de verjagers van den „Tnrksehen onderdrukker". De berichten maar ook deze ko men uit Rome over den toestand der Tnrksche soldaten, die uit Tripolis geweken zijn by de bezetting door de Italianen, zyn zeer bedroevend de menschen zonden er ellendig aan toe zyn wegens het gebrek aan het allernoodigste, er zonden er by hon derdtallen deserteeren, en Moenir Pasja, hun aanvoerder, zou inzien dat alle tegenstand nntteloos is en daar om het voornemen koesteren zieh over te geven. Ten slotte ook een staaltje van Tnrksche beriehtenverspreidinghet blad Saba weet mede te deelen dat de Italianen een heuvel nabij Tripolis wilden bestormen, maar teruggeslagen werden met een verlies van 1600 dooden en gewonden 1 Wie dat gelooft is evon goedgeioovig als wie de Ita liaansche berichten voor zoete koek opneemt. De monarchisten in Portugal. Aan het Berliner Tageblatt wordt uit Badajoz geseind Thans wordt de 41 EJüqiLLErOX. i DonKarö Schaduwan. Naar het Duitseh. XV. Nog om tien uur van den volgenden dag hing er een dichte, wilte Ootober- nevel over de stad, slechts zoo nu en dan even gescheurd door een konde windvlaag, die sinds den afgeloopen nacht niets aan heftigheid had ver loren. De weinige voorbijgangers haastten zieh snel hun beschermend tehuis weer op te zoeken. Alleen voor het paleis van justitie had zich onbekommerd over het koude, natte weer, al sinds den vroegen morgen een dichte menigte nieuws gierigen verzameld, die voortdurend het portaal bezet hield, dat toegang gaf tot de rechtzaal. Het was niet het gewone pubiiek, dat zieh bij derge lijke gelegenheden verzamelt, maar de élite der samenleving scheen heden ▼oor de deur van het gerechtsgebouw te staan wachten. Eenige minuten na het openen van de zaal was de ruimte voor het pu bliek al zoo goed bezet, dat de zaal deuren gesloten moesten worden. Rudolf was al om acht uur 's mor- genB naar zyn cliënt gegaan om hem moed in te spreken voor hetgeen hem te wachten stond. Hij had Beek tame- ljjk kalm en vastbesloten gevonden, terwijl hij zelf alleen met groote moeite zyn gedrukte stemming meester kon bljjven. Toen Rudolf de gevangenis weer *erl»ten had. trof hij in de breede zuilengang den politie-commissaris Grosser aan, die ook als getuige moe3t optreden in het proces tegen Beek. Nauwelijks zag hy Rudolf, of hij stapte haastig op hem toe. Ik zoek n al een half uur lang overal vergeefs in dit gebouw, zei hy fluisterend, terwijl hij Rndolf mee trok achter een zuil. Ik heb mij vanmorgen al bij u aangediend, maar kreeg het bericht, dat n al niet meer thnis was. Is er wat bijzonders? vroeg Rudolf den commissaris vol verwach ting en onrast aankijkend. Deze knikte ijverig met het hoofd. Eigenlijk ben ik het daarover tot op dit oogenblik nog niet geheel met mij zelf' eens, antwoordde hij, maar de zaak kan in elk geval znlke onberekenbare gevolgen hebben, dat... Spreek dan toch, als 't u blieft, drong Rudolf ongeduldig aan. Het staat toch zeker in betrekking tot den uitdrager Schimmel? Juist. Ik wilde n alleen maar den naam van den onbekenden brief schrijver meedeelen, maar schrik als 't u blieft niet. Wat bedoelt u daarmee ant woordde Rudolf, terwijl er een zenuw achtige trek om zyn mond kwam. De persoon, dien u bedoelt, is toch niet—... Do commissaris van politie knikte ernBtig. De naam van den onbekenden briefschrijver is Hugo von Engler. Rndolf werd doodsbleek. Zyn trek ken verrieden zyn groote opgewon denheid. Dus is het wantrouwen in mijn hut maar al te zeer gegrond geweest I riep hij luider dan hy zelt wilde. Hoe is het mogelijk? Ik zocht altijd nog naar de veront schuldigingen, antwoordde de com missaris, want alleen om uwentwil, mynheer Wichern, zijn de gevolg trekkingen, die u zelf zooeven geuit heeft, hoogst pynljjk. Maar er komt nog wat by, dat ik u evenmin ver- zwygeD mag. De commissaris trok den advocaat wat dichter naar zieh toe, omdat hij opgemerkt had, dat eenige der om hen heen staande personen hunne aandacht op hen gevestigd hadden. De baron is niet alleen de onbe kende schrijver van de bewuste cijfer- brieven, maar hy was ook van gister avond half elf tot vanmorgen kwart voor vyf in de woning van Schimmel, toen verliet hy blijkbaar in groote haast het huis. Ik verbaasde mij er over, dat de anders toch zoo voorzich tige uitdrager de huisdeur niet achter hem op slot deed, maar dat de deur van dat oogenblik af aan open bleef staan. Rndolf zuchtte diep. Dan is werkelijk ook de laatste schakel gevonden, mompelde hy op onderdrukten toon. Arme zuster, hoe zal zij de gedachte verdragen, door een ellendeling bedrogen te zijn 1 Maar wat sta ik hier myn tyd te verpraten. Mijn plicht dwingt mü, dadeijjk naar den president van de rechtbank te snellen, en hem van het voorgevallene in kenni3 te stellen Maar de cómmisBaris greep hem bij den arm. Doe dat niet, mijnheer Wichern, zei hy. Zoowel uw aanstaande zwager «la da uitdrager zullen als getuigen aanwezig zijn. Gy zult ge legenheid hebben tijdens het verhoor de waarheid van hen te weten te komen. Maar ik mag in het belang van myn cliënt niet zwijgen, zei Rudolf. Ik verzoek u, houd u bedaard en wees koelbloedig, zoo vermaande Grosser den jongen advocaat. Laten wij niet op het laatste oogenblik door een domheid het geheele plan beder ven. De bewijzen, die wy tot nu tegen baron v. Engler in handen hebben, zouden ons zoo gemakkeiyk weer kun nen ontglippenbedenk eens, wat weten wij eigenlijk tegen uw aanstaan den zwager Uit verschillende aan wijzingen meenen wy te mogen be sluiten, dat met hem niet alles in den haak is. Zyn geheimzinnige brief wisseling met den uitdrager, zijn nachtelijk bezoek by den laatste is zeker wel verdacht, maar wij kunnen de feiten nog in geenerlei velband brengen met den moord. Ja, wel zeker, de onbekende aangever van het aangeteekende pakje en myn zwager Zyn volgens onze meening een en dezelfde persoon, zei nu de commissaris. Maar daaruit volgt nog niet de waarsohyniykheid, dat ook andere personen dat vermoeden zullen deelen. Maar ik kan toch niet toelaten, dat men aan het verhoor tegen myn cliënt begint, terwijl de naam van den waren moordenaar mij op de lippen zweeft, stamelde Rudolf. Beste mijnheer Wichern, ik be grijp nw ongeduld, maar ik kan het niet billijken, zei de commissaris nu weer. Het zijn alleen maar ver moedens, van ons beiden, veronder stellingen, die toch geen vaste opinie wettigen. Laten wy als 't u blieft voorzichtig zijn in ons optreden en niets overhaast doen. U heeft alle gele genheid by het kruisverhoor der recht bank en der gezworenen klaren wjjn te schenken, het toeval heeft dikwijls wonderbaarlijke gevolgen, de verle genheid, waarin uw aanstaande zwager moet geraken, ais n hem zijn nachte lijk bezoek bij den uitdrager herin nert, kan voor ons de beste vruchten afwerpen. Rudolf schudde het hoofd. Daaraan geloof ik niet, mom pelde hy, wij hebben met een al'te doortrapt misdadiger te doen. Als u wist. hoezeer deze mensch de gave heeft zich anders voor te doen dan hij is Zelfs op gevaar af, dat nw cliënt vandaag veroordeeld wordt, mogen wy nu nog niets doen, zei nu de com missaris zeer heslist. Een oordeel kan worden opgegeven, maar een on vergeeflijke domheid nooit weer goed gemaakt worden. Ik zeg n nogmaals, wy hebben met een sluwen vos te doen, daarom moeten wy uiterst voor zichtig zyn Rndolf dacht een oogenblik na. Hoe zon het zijn, als ik hem geheel onverwacht de verdenking voor de voeten wierp? zei hy toen, De baron zou dan in elk geval ge noodzaakt zijn, zyn alibi te bewijzen in den nacht van den moord en dat kan hy waarschynlyk niet. De commissaris glimlachte. (Wordt vervolgdJ

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1911 | | pagina 1