N\ 107 Oil I Zaterdag 9 September, 98ste jaargang. Donkern Schaduwen. Bij dit bo behoort een Bijvoegsel. Onze geïllustreerde Premie. 26 FEUILLETON. GOESCHE Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, in Goes 0,75, huiten Goes, franco 1,^5, Afzonderlijke nommers 5 cent, inzending van .-"Ivertentl&a op Maandag en Woensdag v5ór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. feleloonnuinnièr 22 Directeur A F. A. van Setebs. Uitgave var de Naaml. Vennootschap „Goesshe Courant". Hoofdredacteur mr. W. S. Kalma. COURANT. De prijs der gewone advertentiën ia van 1-5 regels50 et., elkej regel meer lOet Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— berekend. Bewijsnummers 5 cent. Ka.,' BLC Het is ons aangenaam onze lezers de rnededeeling te kunnen doen, dat wij een overeenkomst hebben getroffen met de directie van bet Geïllustreerd Weekblad „Pak-me- mee" waardoor wij in de gelegen heid zijn, bij den aanvang van bet derde kwartaal deze gewilde illu stratie, tegen verminderden prijs, als premie aan ons blad te ver binden. „Pak-me-mee" verschijnt elke week in 16 pagina's en bevat in woord en beeld, de voornaamste binnen- en buitenlandscbe gebeur tenissen, terwijl, zoowel in de rubriek van Redacteur X, als in het onderhoudend geschreven Kin dernummer „Ons Prinsesje", we kelijks tal van prijsraadsels en puzzles worden opgenomen, waar aan verbonden fraaie prijzen. Zoo worden in het Nummer van Zater- 30 September, een trfestal prijs raadsels opgenomen en voor de goede oplossingen, niet minder dan dertig wit marmeren salonk'ok- Jes beschikbaar gesteld. Wij twijfelen er niet aan, of onze talrijke lezers zullen met ingeno menheid vernemen, dat wij voor den verminderden prijs van 35 cent voor abonnés binnen Goes en 45 cent voor abonnés buiten Goes per kwartaal eene waardevolle Illustra tie kunnen leveren, die anders 5 cent per nummer, of 6JV2 ct. per 3 maanden kost. Wij bieden onzen lezeis bij dit nummer van ons blad een gratis proefnummer ter kennismaking aan, en zijn er van overtuigd, dat, na inzage daarvan, velen onzer abonnés zich zullen gedrongen gevoelen, om door invulling van bet, in dit nnm- mer voorkomend Inteekenbiljet, hun wensch te kennen te geven, onze premie geregeld elke week bij hunne courant te ontvangen. Wat zuilen de uieusciten zeggen T Er is geen volstrekter en algemee- ner dwingelandij dan die der publieke opinie. Zij openbaart zich overal en Naar bet Duitseh. Gedurende de terugreis had de jonge advocaat rjjpeljjk over dit alles nagedacht. De rooskleurige, hoopvolle verwachtingen, die de zending van dat pakje eerst bij hem hadden opge wekt, en die hij in tegenwoordigheid van Hedwig onomwonden had uitge sproken, waren voor zijn koel ver stand op de vlucht gegaan. Hij kon het zich niet verhelen, dat door deze gebeurtenissen het lot van den ou- geiukkigen gevangene maar weinig verbeterd was. Wel zou men den in druk krijgen, dat Beek niet de hoofd schuldige kon zijn, maar hij moest zichzelf bekeunon dat de opinie van den rechter van instructie nu stellig zijn zou, dat het geheele geval blijk baar een doorgestoken kaart was tnsschen Beek en een medeplichtige, die om do verdenking van den ge vangene af te leiden, het pakje ver zonden had. Maar veel verontrustender dan al deze overdenkingen werkte in het binnenste van den jongen advocaat de schrik na, die hij bij een opmer- in eiken kring, maar hoe kleiner en beperkter de kring des te geduchter doet zij zich gelden. Vooral in kleine, afgelegen stadjes, waar de menschen in kleine dingen levend, de belang stelling voor het grootsche en krach tige missen en die haast uitsluitend richten op het doen en laten hunner medeburgers, heersobt zjj oppermach tig. En zji neeft er dikwijl» krachtiger en meer atdoendo middelen ter barer beschikking om de menschen aan haar oppergezag te onderwerpen dan de machtigste vorbt. Want zij beschikt over het geluk of ongeluk, soms zelfs over dood of leven van al haar onderdanen. Dat gebeurt niet door directe middelen, door een formeel vonnis. Zij kent niet, als de dwinge landij van een alleenheerschend vorst, wetten of ambtenaren. Zij spreekt recht naar ongeschreven regeleD, naar oogenblikkeljjke opwellingen soms. En al haar onderdanen zijn de die naren, die het geslagen vonnis hol pen voltrekken. Door hun tusschenkoinst weet zij ieder, die zich aan haar gezag niet gewillig onderwerpt, te treffen in zjjn zaken, in zijn werk, in zijn kuise ljjk geluk, in wat hem het liefst is. Wie zich naar haar voorschriften niet gedraagt, wie niet allereerst vraagt bij zijn handelingen: .wat zullen de menschen er van zeggen maar zich naar eigen goedvinden een weg door het lsven baant, wordt, tenzjj hij zeer' sterk is, vrijwel uitgebannen uit de samenleving. Hij wordt benadeeld in zjjn zaken, belasterd in zjjn zedelijk leven, gekweld door kwaadsprekerij. Hjj heeft alle kans financieel te gronde te gaan. Ja, er zijn voorbeelden te over, dat iemand, niet in staat aan de voortdurende kwellingen weerstand te bieden, vrijwillig een einde maakte aan het eigen leven. Deze dwingelandij der publieke opinie, die zich over alle doen en laten der menschen uitstrekt en zich, zoo zjj al in breedere levenskringen min der machtig is, toch overal doet gelden, is een ramp voor de menschheid, om dat zjj den mensehen alle vrijheid van zelfstandig handelen ontneean, maar vooral ook, omdat zjj, wat een onont koombaar gevolg daarvan is, de pn blieke moraliteit tot een lager peil terugdringt en huichelarjj bevordert Iedere daad der menschen ontleent haar waarde alleen aan het motief, waaruit zjj is voortgekomen. Zjj kan buitendien wel nuttig zjin voor een of ander doel, maar zedelijk is zjj alleen, wanneer zjj uit een zedelijke overtui ging is voortgekomen. Alleen wie een goede daad doet uit begeerte naar h"t goede, handelt goed. Wie du bij zjjn doen en laten altijd vraagt.wat zullen de menschen er van zeggen handelt uit vrees, wei baast het slechtste motief voor een daad. Maar bovendien gaat hij zicb ook met een voldoen aan de laagste eischen tevreden stellen Hij vraagt niet meer„wat moet ik doen maar „waarmee kan ik eraf, zonder dooi de publieke opinie veroordeeld te worden En waar deze publieke opinie allereerst en haast uitsluitend op uiterlijke verkeerdheden let en de onderwerping aan haar, de vrees voor king van schijnbaar ondergeschikt belang van den postbeambte gevoeld had, dat do afzender van het pakje oen lange, slanke jonge man met zwarten baard en met eer, grjjzen fietscape om, was geweest. Hjj kende zoo'n eleganten met een aantrekkelijk uiterljjk bedoelden jon gen man, hij wist maar al te goed, dat deze met zjjn trotseh, zelfbewust glimlachje het hart van zjjn beminde znster gewonnen had! Telkens weer dook voor Rudolf's geestesoog het beeld van zijn aanstaan den zwager op. Hjj had hem een paar dagen geleden volgeDS belofte naar het station vergezeld. Terwjjl Hugo al in den naar E vertrekker den trein had plaats genomen, hadden zjj vriendschappelijk wat m>'t elkaar gepraat, elkaar harteljik de hand ge drukt, toen de trein zich langzaam in beweging zette. Toen was Rudolf door een kennis aangesproken en was met hem nog ongeveer een uur lang op hot station gebleven. Toen hjj daarop naai huis wilde gaan en kortheidshalve zjjn weg nam over het parron, was bjj midden in een dichte mensehenmenigte ge raakt. Juist was de sneltrein uit E. binnen gekomen. Deze bracht de reizigers mee, opgenomen aan een station, waar zylijnen samen kwamen, dit waren hot oordeel der wereld, als hoogste beschouwt, daalt vanzelf' hst zedelijk peil der monsehoijjke handelingen. Niet Jleen dus ontnremt zy aan iedere daad gemakkelijk 1) aar zedelijke waarde, maar zjj duet ook de daden zei ven dalen tot een lager niveau van zedelijkheid. Daar komt nog bij, dat zij natuur lijkerwijze huichelarij bevordert. Wie allereerst naar het oordeel der men schen vraagt, in plaats van te luiste ren naar de stem van het eigen ge weten leert zich tevreden stellen met den schjjn van het goede en zich waenten alleen voor den schjjn van het kwaad Wanneer de menschen zjjn doen en laten maar naar beboeren vinden, dan is alles in orde. Maar de mensenen zien aan wat voor oogen is. De publieke opinie, hoe opper machtig zjj zich ook voelt, kjjkt niet veel verder dan de oppervlakte. Hoe zou zij ook anders kunnen, waar zij gevormd wordt door den middelmaat, de oppervlakkigen en minst intellec- tueelen en zedeiyk-zwakkan Zij vraagt dan ook niet naar het ze delijke, het goede, het schoone van een daad, maar naar het behoorlijke. Zjj oordeelt den mensoh niet naar zjjn geestelijk en zedelijk kunnen, naar de hoogheid van zjjn streven, de gratie van zijn geest, do eerlijkheid en kraeht van zjjn wil, de reinheid van zjjn gemoed, den adel van zijn karakter, maar naar zjjn fatsoenlijkheid, zjjn uiterlijke levensgedragingen en ge woonten. En onder haar dwingende macht gaat het leven der menschen zich geheel naar die uiterlijkheden richten. Waar zij daarbij in sommige gevallen ouk nog wat beters of althans den uiterlyken schjjn van wat beters ver langt, is het gemakkelijk zich een sietfjjk manteitje om te hangen, een schjjn aan te nemen. Maar ais men zich by voortdu ring richt naar den schjjn, niet meer vreest het kwaad zelf, .maar den schjjn des kwaads en niet meer zoekt het goede, maar enkel den schijn daarvan, dan leert men huichelen. Het zedelijkheidsgevoel stompt at en men wordt onwaar in alle leveneomstandigheden. Eu welke voordeelen staan r,u tegen deze aadeelen over? Eigenlijk geen enkel. Het mag zjjn, dat de vrees voor het oordeel der menschen som migen terughoudt van dingen, die zjj anders zouden doen, dit nalaten heeft in zedelyken zin in 't geheel geen en voor den goeden gang en de orde in de samenleving slechts een be trekkelijke en zeer geringe waarde, lmmei b werkelijk groote daden vraagt de puoiieko opinie van niemand. Zjj verzet zien alleen logen sommiao uiterlijke misdragingen, die ook ge deeltelijk reeds door de Strafwet be streden worden. En daartegenover verlaagt zij, als wij boven reeds aan toonden, het zedelijk peil van het mensckeljjk leven. Oppervlakkig heeft het den scbjjD, alsoi het leven van hen, die zich naar de wetten der publieke opinie richten, gemakkelijker wordt. Aan dat leven toch worden minder hooge eischen gesteld. Maar daartegenover staat, dat wie zich eenmaal aan deze wetten onderwerpt, voor altyd zjjn vrijheid kwijt is. Niet hjj zelf richt zjjn leven meer, maar de mensehen om hem doen het. Hij maakte zieh los van de wet, die zijn geweten hem stelt, om aller slaaf te worden. Want immers allen moet men naar de oogen zien by iedere daad, iedere stap die men doet, iedere beweging die men maakt. Niet alleen het oordeel over goed en kwaad van anderer daden, matigen I deze mensehen zich aan, maar ook over hun kleeding en over het huis, waarin zjj wonen. Niets bljjft veilig voor de speurende oogen van dezen dwingeland. Waarom dan de menschen zich bij na allen aan zijn dwingelandij onder worpen üit vrees en zwakheid en gebrek aan zelfstandigheid. Er is maar één weg om vrjj te komen en vrij te blijven. Van den beginne aan, van hot oogenblik af, dat men zjjn leven bewust gaat leven, moet men toonen zieh zelf te willen zjjn, eigen leven te willen inrichten naar eigen geweten en eigen behoeften. Niet dat men er daarmee is. Men moet veel onaangenaams, veel schade wellicht ervoor over hebben. Maar wie sterk genoeg is, doorstaat die gemak kelijk. Wie in zich zelf de kraeht voelt om te leven en zjjn leven te beheerschen, zal spoedig ongevoelig worden voor den smaad, dien de menschen ophoo- pen boven het hoofd van hen, die zich naar hun oordeel niet voegen willen. Hjj zal zieh vrjj maken boven de menschen en die menschen zullen van zelf van hem afl-.ten en stilzwijgend zijn meerderheid erkennen.Want hierin blijkt de zwakte van dezen almachtig schijnenden dwingeland, dat hij zich altijd buigt voor wie hem durtt weer staan. Schijnbaar minachtend moge hij zich met den naam „zonderling" van den zoodanige afwenden, dat woord spreekt veelal zijn ontzag nit. En het geeft den sterken inensch de vrijheid weer, die zijn leven behoeft, om ruim te zjjn en groot en van zedelijke kracht. voor hot moerendeel passagiers, die naar het buitenland wilden ruizen en daarom den sneltrein nog wilden ha len, die dadelijk naar Krcuzliogen zou vertrekken. To.ui wub het hem opeens voorge komen alsof hij midden tussehon het gewoel het bleeke gezicht van zjjn aanstaanden zwagen had zien opdui ken. Ten hoogste verbaasd, had hjj al op 't punt gestaan, den zooeven pas naar E. vertrokkene aan te roepen, ofschoon de omstandigheid, dat die persoon een grijzen fietsmantel om de schouders had geslagen, hem eenigs- zins aan 't twijfelen had gebracht. Maar in die enkele seconden van aar zeling was de reiziger, die zooveel op Hugo leek, al veel er der wen, alleen nog uit de verte had Rudolf hem in een wagen van den Kreuzlinger snel trein zien verdwijnen. Dadelijk daarop, nog voordat hjj die enkele srappen tot aan dien wageu had hunnen afleggen, werd het signaal tot vertrek gegeven en was de trein van onder do kap van het station weggeBtoomd. Een jonge, sianke man met zwarten baard in een grijzen fietsmantel had echter ook het aangeteekende pakje aan het station van Kreuzlingen af gegeven. Er was geen twijfel mogelijk, Rudolf had met eigen oogen den onbekenden B u i t e n l n n <1 In boovershandkn. Richter, de Duitsehe ingenieur, die eenige weken iu roovershanden is ge- geest, vertelde aan een corresp. van de Frankf. Zeitung het volgende om trent zyn avonturen Daar ik wegens het vallen van sneeuw twee dagen in Kokinopel moest blijven, gebruikte ik den 27u Mei voor een onderzoekingstocht in de omge ving, waarbij vier gendarmes mjj be geleidden. Twee daarvan waren voort durend aan het kaartspelen. Eindelijk verloor ik mijn geduld en ondernam ik de bestijging ten Oosten van Con- stantinopel met slechts twee gendar mes. Gedurende de opstijging, 300 M. boven het dorp, had de ovorvalling door de rooverbende plaats, waarbij de beide gendarmes doodelyk gewond werden. Zy konden toen nog vier of vjjf schoten lossen, doch zonder te afzender en misschien meteen daarmee den waren m ordenaar gezienhjj was een oogenblik zoo dicht onder zjjn bereik geweest, dat hy hem had kunnen grijpen. "Waarom voelde hy zich bjj deze gedachte steeds meer onbehaaglijk gestemd Er waren toeh dozjjnen mannen van dezelfde gestalte in de stad, die eenigszins op zjjn aanstaan den zwager leken. Rudolf ergerde zich, dat telkens weer de gedachte aan Hugo bij hem opkwam. Hjj kon het niet helpeneeu huiverig gevoel maakte zieh voortdurend meer van hem meester, hy voelde hoe een onbe dwingbaar wantrouwen zjjn hart bin nensloop. Met geweld onderdrukte hjj einde lijk de huiveringwekkende combinatie, waarvan hij zich niet meer los scheen te kuunfen maken Het deed Rudolf verdriet, de hoop volle opgewektheid van Hedwig te moeten wegnemen. Zij had niet acders gedacht, dan nu was alles goed en haar vader moest al den volgenden dag vrjj zjjn en van alle schuld ont hoven uit de gevangenis terugkeeren intusschen wilde do jonge advocai t zjjn meisje niet alle hoop benemen, voordat hy ruggespraak met d"n rech- tei van instructie had gehouden. Den volgenden morgen al liet hjj zich bij dezen aandienen en overhan- treffen. De roovers ontnamen den Ij ken en mjj alle geld en kostbaarheden. Een der roovers, dien ik later als Strati leerde kennen, hadden reeds een brief over myn gevangenneming klaar. Zy geloofden, dat ik een Oostenrijker was. Toen zy vernamen, dat ik een Duit- scher was, vonden zy dat des te beter, omdat zij een hooger losgeld konden eiscljen. De roovers reinigden zich in een beek en brachten mjj daarna eten en drinken. Vervolgens begon de vlucht. De roo vers, zes man sterk, bereikten met my des nachts de omstreken van het dorp Delos, waar een van hen den brief postte. De vlucht had steeds in den nacht plaats, waarbjj Strati buitenge wone strategische talenten ontwikkel de. Toen wjj in de nabijheid van het klooster Hagias Trias kwamen, waren daar militairen en gendarmes. Den tweeden dag van myn gevangenschap waren wy de vlakte van Elassona reeds door. Overdag werd gerust. Ik moest den geheelen tyd stil liggen, oen vreeselyke pijniging. Des nachts gingen wy in een grooten boog den Miloenapas over. Later rustten wy op een hoogvlakte I dag. Den volgen den nacht kwamen Grieksehe gendar men en riepen voortdurend „Germa- nos". Ik mocht echter niet antwoor den. Daarna werd de vlucht door de vlakte voortgezet, waarb j ik etn doek voor myn oogen kreeg. Wjj bleven twaalf dagen in het dorp Ziler, waar we tweemaal van huis verwisselden. Vervolgens werd des nachts verder getrokken tot het gebergte, waar wij op een hoogvlakte in een spelonk kwartier namen. Daar zou ik tot myn vrijlating blyven. Ik dank het aan myn aardrijkskundige kennis, dat ik in staat ben na te gaan, welken weg wy gevolgd hebben. Gedurende de vlucht was Ik niet bang alleen het stilliggen overdag vond ik verschrik kelijk. Daarby kreeg ik het vreeselyke gevoel, dat ik een gevangene was. Mjjn verbljjf in de spelonk was ontzettend. Ik mocht my den geheelen dag niet bewegen. Daar myn gevan genschap steeds langer duurde, werd ik steeds moedeloozer. Ten s otte tot vertwyfeling gebracht, deed ik twee pogingen tot zelfmoord, die echter beide mislukten. Daarop volgde een doffe berusting. Het ongedierte scheen my op te eten en de vreeselyke ver veling doodde mjj byna. Een bode bracht 's nachts voedseltoen deze doodgeschoten was, moesten de roo vers dat zelf gaan halen. Vier kilometer van de spelonk stond een oude plataan, waar met de roovers over mijn vrylating onderhandeld werd. Dat er intusschen op de roovers jacht gemaakt werd, kon ik slechts vermoeden, daar ik meermalen scho ten hoorde vallen. Eerst waren het Grieksehe, later Turksche soldaten, die de streek afzochten. De roovers protesteerden bjj de onderhandelingen over de vervolging door de Tukken. Daarna werden de Turksche soldaten voor het grootste deel teruggetrokken. De roovers doodden den tjjd met kaartspelen en kaartleggen. Na een gevangenschap van zes we ken begreep ik uit de gesprekken der digde hem het aangeteekende pakje, terwjl hy hem meteen van het resul taat van zyn uitstapje naar Kreuzlin gen op de hoogte bracht. De uitkomst was zooals Rudolf ver wacht had. Wel was ook Alberti zeer verbaasd, toeu hy van den inhoud van het pakje had kennis genomen. Hoofdschuddend keek hy naar de vyf banknoten van duizend mark en liet verwonderd zyn blikken over het fonkelende en schitterende brillanten- slot gaan. Toen stond hjj op en nam uit een kast de amethysten collier, deze waB op enkele kleine ringetjes na, die door het heftig losscheuren verloren waren gegaan, nu oompleet. Er was geen twyfei aan, dat het hem door I den advocaat gebrachte slot het ver bindingsstuk was tnsschen de deelen der ketting. Een blik op de nummers der bank biljetten overtuigde hem, dat hjj werkelyk met de tot nu toe ont brekende duizendmarkhriefjes te doen had. Lang zat hy toen met een ondoor- grondelyk, onbewogen gelaat iu het bewuste briefje te staren. (Wordt vervolgd/.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1911 | | pagina 1