N# 60 1911
Zaterdag 20 Mei.
98sm jaargang.
Bij dit uo. behoort een
Bijvoegsel.
GOGSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco 1,25
Afzonderlijke nommers 5 cent.
inzending van advertentiën op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
COURANT.
De prJjB der gewone advertentiën is van t-5 regelsSO et., elke regel meer lOct
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— berekend
Bewijsnummers 5 cent.
Telefoonnummer 33.
Directeur A. F. A. van Skters. Uitgave van 'de Naaml. Vennootschap „Goesehe Courant". Hoofdredacteur mr. W. S. Kalma.
Kwaadspreken.
Br zijn menschen, die altijd en
eeuwig over anderen spreken. Dat is
zeker geen bewijs van ontwikkeling
en berekening of van een ontwikkeld
geestelijk leven. Wie belang stelt in
de dingen om zich heen, in het leven
in al zjjn uitingen van kunst en weten
schap en politiek en filantropie en
wat al meer, heeft wel andere onder
werpen voor gesprekken, als het doen
en laten van zijn buren en dorps- of
stadgenooten en wel behoefte om over
andere zaken met zijn medemensch
eens van gedachten te wisselen.
Maar het peil van werkelijke bescha
ving en van diepgaande belangstel
ling in het leven is ondanks alle uiter
lijke fraaie vormen en gewichtigdoene
rij over het geheel zeer laag. Vele men-
schen, de meeste misschien, denken
aan niet veel anders als aan de klein
ste en onnoozelste nietigheden en zien
die in onevenredige proporties en al
leen in verband met de kleine belange
tjes van hun leven. Want het is toch
eigenlijk de zaak niet, dat menahyd
over gewichtige dingen heeft te den
ken, het komt er maar op aan, hoe
men er over denkt en hoe men ze
ziet, in welke evenredigheid en met
welke belangstelling. De meesten nu
missen alle belangstelling, zien niet
de schoonheid van natuur en leven,
voeien niet de belangrijkheid van
geeBteljjke stroomingen, leven niet in
zorgende liefde voor hun gezin en
hun werk. Hun bestaan is jjdelheid
en het is dan ook geen wonder, dat
hnn gedachten zich nitsinitend bewe
gen om het kleine doen en laten
hnnner naasten e» hun gesprekken
geen andere onderwerpen hebben.
Dit zou nu nog alleen hen zeiven
schaden en anderen niet direct deren,
wanneer het niet gewoonlijk oorzaak
werd van een indringerige bemoeienis
met anderer levensomstandigheden,
een bedillen en bevitten voor die
anderen en ten slotte een kwaadspre
ken over die anderen.
Dit kwaadspreken, hieruit gevolgd,
is meestal nog van de minst schuldige
soort. Er is ook een kwaadsprekerij,
die opzettelijk van anderen het een of
ander kwaad vertelt, met de besliste
bedoeling, die anderen in goeden naam
en eer aan te tasten. Zy is het gevo'g
van een natuurly ke, boosaardige aan
leg, van haat en wrok en nadrukke
lijke vijandschap. Z\j is erger door
de bedoeling, maar toch minder
gevaarlijk vaak voor de samenleving,
omdat zij veelal als laster binnen het
bereik der strafwet valt, omdat we
ons gewooaljjk gemakkelijk tegen
haar kunnen verweren.
Dat ia veelal niet het geval met
die andere kwaadsprekerij, die tot
gewoonte wordt, omdat men geen
andere belangstelling heeft. Zjj staat
zeker ook in verband met boosaardi-
gen aanleg en neiging, maar is min
der opzettelijk, keert zieh ook min
der beslist tegen een bepaald persoon.
Men ziet de grens is niet zoo scherp
te trekken. Ook de kwaadsprekerij
uit gewoonte wordt vaak tot laster
en zjj kiest veelal die personen tot
slachtoffer, die nn juist niet in de
gratie staan. Maar toch, zoo al laste
ren en kwaadspreken broertje en
enaje zijn, een onderscheid weten we.
Dat nn, wat wij gewoonlijk met
kwaadspreken bedoelen, is een ge
volg van de gewoonte om steeds over
anderen en hun doen en laten te
spreken, gepaard met de neiging om
in dat doen en laten by voorkeur het
verkeerde of tenminste ongewone op
te merken of iets verkeerds of onge
woons daarin te zoeken.
Er zijn ook kwaadsprekers dit
zy ter verduidelijking al dadelijk op
gemerkt bij wie die hoosaardige
neiging eigenlijk vrijwel geheel ont
breekt. Dat zjjn zij, die anderen na
praten, zonder zich bewust te zjjn van
wat ze vertellen en van de beteekenis
en draagkracht hunner verhalen. Zij
geven zieh ternauwernood rekenschap
van wat ze zeggen, praten maar, om
dat ze behoefte hebben om te praten.
Zij Bpreken kwaad uit onnoozelheid,
maar zijn desniettemin eveneens ge
vaarlijk voor de samenleving.
Maar de kwaadsprekers van de
echte soort, dat zijn zij, die volstrekt
niet uit onnoozelheid, maar opzettelijk
«n welbewust kwaadsprekeu, al zullen
ze misschien niet altijd de gevolgen
van hun doen begrijpen. Bij hen zit
de neiging tot het verteilen van
kwaad voorop, niet in dien zin, dat ze
de bedoeling hebben anderen doode-
lijk te kwetsen ot in de oogen hunner
medemensehen voor goed onmogelijk
te makeD, maar in dien anderen, dat
zij bewust hnn boosaardige lust bot
vieren om anderer leven niteen te
rafelen, anderer handelingen in een
mingunstig daglicht te stellen, ande
rer motieven verdacht te maken.
Zij beginnen dikwijls met een halve
waarheid en werken die om tot een
grove onwaarheid. Zelden spreken zjj
beslist, maar veelal vragenderwijs.
Zjj leggen het leven van anderen
onder een vergrootglas, pluizen zjjn
doen en laten na, veronderstellen
allerlei min-edele beweegredenen,
merken hier eene kleine tekortkoming
en daar een, voegen er, niet in dui
delijke, ronde taal, waarop ze te vangen
zouden zjjn, maar in allerlei bedekte
termen en vage zinsspelingen, nog
enkele verzinsels aan toe en eindigen
met van het slachtoffer, dat ze onder
handen hebben, ten slotte, zonder veel
positiefs gezegd te hebben, een donker
beeld te geven, dat in niets op de
werkelijkheid ijkt, en waaraan het
toch moeilijk is dit of dat, als duide
lijke, besliste onwaarheid te brand
merken.
Zij laten het dan verder aan ande
ren over dit thema uit te werken en aan
den onderhanden genomenen besliste
■gebreken ten laste te leggen. Want
het ontbreekt hnn nooit aan hand
langers. De menschen zjjn nn eenmaal
meer belust op het hooren van kwaad
dan goed ten opzichte van hun naas
ten. En is eenmaal maar een vage
aanduiding gegeven omtrent een ge
brek of tekortkoming, dan wordt dio
als vanzelt tot een beslister mede-
deeling.
Er zjjn ook kwaadsprekers, die
minder angstvallig te werk gaan,
die ronduit onware beschuldigingen
uiten, feiten meedeelen, waarvoor
niet de minste grond is en tekort
komingen rondvertellen,waarvan geen
schijn of schaduw aanwezig is. Maar
dit zijn de slimsten niet en daarom
ook niet de gevaarlijksten. Wat als
feit verteld wordt, kan men vaak ge
makkelijk weerleggen, gemakkelijker
althans dan vage aanduidingen. En
de slimme, de handige kwaadspreker
wacht zich dan ook meestal voor be
sliste uitspraken, of zoo ze beslist zijn,
gelden ze kleinigheden. Zjjn taktiek is
ouder vage bewoordingen het vermoe
den te wekken van ernstige misslagen
of gebreken, of wel allerlei kleinigbe
den ten nadeele van anderen op te mer
ken, die ieder voor zich te nietig zijn,
dan dat de benadeelde er met kracht
en ernst tegen kan optreden en die
toch, alles te zamen genomen, dien
benadeelde in het oog van zjjn medo-
menschen kleineeren. Hij doet daarbij
vaak o, zoo soetsappig, maar achter
die zoetsappigheid grijnst de boos
aardige nild. Hij spreekt met een
medelijdende stem en vergoelijkend
gebaar, maar in zijn hart is de vreugde
over het leed, dat hjj anderen berok
kent. Met nanw-hoorbare schreden
sluipt hy tnssehen de menschen door,
zijn venijn nitstrooiend.
Een ieder zy voor hem gewaar
schuwd.
Binnenland.
Landverhuizers.
De minister van buitenlandse he
zaken vestigt in de Stct. de bijzon-
re aandacht van allen, die voornemens
mochten zjjn als landverhuizers naar
den vreemde te gaan, op het volgende
Het is in den laatsten tijd gebleken,
dat hier te lande personen hun werk
er van maken, om op te wekken tot
landverhuizing naar overzeesche ge
westen, en dat deze personen van
eiken aangebraohten landverhuizer
van derden eene belooning ontvangen.
Aanbevolen wordt de mededeelingen,
die dergelijke personen omtrent voor
uitzichten voor landverhuizers doen.
niet zonder nader onderzoek als juist
aan te nemen.
Inlichtingen omtrent de vooruitzich
ten van landverhuizers in vreemde
landen worden, voor zooveel be
schikbaar, verstrekt door het depar
tement van binnenlandsche zaken te
's-Gravenhago.
Wijziging van de arbeidswet.
Het bestuur van de vereeniging van
Nederlandsche Werkgevers heelt zich
naar aanleiding van het thans aan
hangige wetsontwerp tot wijziging van
de Arbeidswet tot de Eerste Kamer
gewend met een adres, waarin gezegd
wordt, dat de vereeniging zich ge
roepen acht op de gevolgen, die voor
sommige industrieën zullen voort
vloeien uit de in d- Tweede Kamer
aangenomen beperking van den ar
beidsduur van beschermde personen
tot 58 uur per week, te wyzen. be
halve beperking van de productie,
verzwaring der prodnetie-voorwaar-
den, verhooging van de productie
kosten, bemoeilijking van de mededin
ging vooral op de buitenlandsche
markt, voorzien die werkgevers, die
met bezorgdheid van de thans voor
gedragen regeling hebben kennis go-
nomen, ook de mogelijkheid van uit
die regeling voortvloeiende arbeids
geschillen. De beperking van den
arbeidsduur en van de productie zal
leiden tot vermindering van weekloon
by gelykblijvend stuk- of uurloon
die ervaring zal bij de arbeiders den
wensch naar verhooging van uur- en
stukloon doen ontstaan, doch aan dien
wensch zullen de werkgevers, als
hoven aangetoond, niet tegemoet kun
nen komen, daar toch reeds de wette
lijke regeling de productiekosten ver
hoogt en de mededinging bemoeiiykt.
Elders is reeds geschied wat men
vreest, dat ook hier zal gebeuren
elders zijn nit den staat van zaken
als boven geschetst conflicten ont
staan.
IStateii-<*eneraal.
TWEEDE KAMER.
Minister Kegout heeft, in antwoord
op 's hoeren Troelstra's interpellatie
over het recht van vereeniging van
het spoorwegpersoneel, eerst zich zelf
verdedigd als ond-werkgever en daarna
de houding der regeering tegenover
de vakorganisaties. Hy herinnerde
eraan, hoe de grieven van de Ned.
Vereeniging voor Spoor- en Tramweg
personeel aan de orde gesteld zijn in
December jl. en hoe hy toen zyner-
zyds reeds klaagde over den slechten
geest, die deze slecht opgevatte vak
organisatie bracht door aankweeking
van den klaasestryd en, door gezags
ondermijning.
Als de vereeniging van taktiek ver
anderde, zoo zeide de minister, dan
kon zy op den steun der regeer in g
rekenen.
Ten slotte verdedigde de minister
het ontslag van den spoorwegarbeider
Franeken, als vallende binnen de be
voegdheid der directie.
De heer Troelstra, van repliek die
nende, klaagde over het niet erkennen
van een vereeniging, die op het stand
punt van den klaasestryd staat, en
over de tegenwerking van den minister
tegen de Ned. Vereeniging. En de
heer Trenb, die er zich ook mee be
moeide, meende dat de vakvereeni-
gingen van ambtenaren of semi-amb-
tenaren zich niet mogen stellen op het
standpunt van den ktaBseatryd.
Nadat nog de heer Roodhuyzen zyn
bezwaren tegen 'e ministers rede
ontwikkeld had en de heer Vliegen
nog eens o. a. de fabriek van den
heer Hegout ter sprake had gebracht,
kwam de minister voor de tweede
maal aan het woord. Hij beweerde,
dat hij het permanent maken van
het scheidsgerecht zon overwegen
en dat hy graag gezonde vakveree-
nigingen eenige keeren per jaar ge
legenheid wou geven met hem in
overleg te treden.
Dat de vereeniging op het stand-
pnot van den klasBestrgd staat, be
hoefde geen reden te zyn om het
overleg af te breken. Maar met de
Ned. Vereeniging van Spoor- en
Tramwegpersoneel was vruchtbaar
overleg onmogelijk.
Hierop diende de heer Troelstra
nog eens van antwoord en trad in
een uitvoerige beschouwing over het
begrip klasaestrijd in verband met
de vakorganisatie. Wilde men de
Ned. vereeniging haar bestaansrecht
ontnemen, dan zou men, zoo waar
schuwde hij, sabotage bereiken.
Vervolgens kwam een motie van
den heer Ter Laan in behandeling
betreffende het stelsel van periodieke
verhooging by de salarisregeling der
ambtenaren, werkzaam aan de depar
tementen van algemeen bestuur.
De heer Ter Laan, zijn motie toe
lichtende, zeide dat de bedoeling is,
het stelsel van periodieke verhoo-
gingsn, dat thaDS geldt voor de kler
ken, de schrijvers en de bedienden.
uit te breiden tot de hoogere amb
tenaren. Dat eiseht de billijkheid. Met
lotsverbetering heeft dit niets uit te
staan. Tegen de kosten van dit stelsel
is door niemand, noch uit de Kamer,
noeh vaD de regeeringstafel bezwaar
gemaakt. Het stelsel strekt alleen tot
het tegengaan van willekeur en belet,
dat hielelikkers en kruipers worden
voorgetrokken
De heer Paty'n bleek voor deze
motie. Wel geloofde hij niet aan op-
zetteiyke willekeur bij bevordering,
maar er is thans groote ongelykheid
en onzekerheid in vooruitzichten, die
bitterheid kweekt.
De minister bleek er vry onver
schillig ODder. Hij wilde de beslissing
aan de Kamer laten, waarvoor de heer
Ter Laan dankbaar was.
EERSTE KAMER.
In de Eerste Kamer is het wets
ontwerp tot bestryding van de zede
loosheid behandeld en zonder hoofde-
lyke stemming aangenomen. Toch
waren er wel eenige bezwaren inge
bracht, zoo tegen het verbod van
propaganda voor het Nienw-Malthusia-
nisme, tegen totalisatorverbod enz.,
terwijl men voor de bookmakers
overgangsbepalingen wensehte. Van
dergelijke bepalingen bleek de mi
nister echter niets te moeten hebben.
Hy zou integendeel de inwerking
treding van de gansehe wet bespoe
digen. Alleen ten opzichte van den
totalisator bleek hy milder gestemd.
Wilde men uitstel van dit verbod,
dan moest de Tweede Kamer maar
het iDitiatief nemen en zon de minister
dat initiatief steunen.
Tegenover de bezwaren werd ook
heel wat lof aan het ontwerp ge
bracht. Vooral de heer Van der Biesen
sloofde zieh daarby uit. En de heer
Lucaese meende, dat het ontwerp een
zegen voor ons volk zou worden,
waarou hy op krachtige uitvoering
aandrong.
Ook de Successiewet heeft genade
in de oogen der heeren gevonden. De
bezwaren, hiertegen ingebracht, kwa
men van twee kanten. Er waren er,
die vonden, dat de minister te veel
en anderen, die meenden, dat Z. Exc.
er te weinig nit gehaaid had. Tot
de eersten behoorde de heer Havelaar,
die een tegenstander bleek van ver
erving in de rechte fijn en tegen het
ontwerp zou gestemd hebben, ware
die belasting er toch al niet geweest.
Dezelfde afgevaardigde bleek ook een
tegenstander van de voorgestelde pro
gressie, die o. a den heer De Marez
Oyens nog niet ver genoeg scheen te
gaan. Deze afgevaardigde toch vond
dit blijkbaar het beste in de suc
cessiewet, dat zij spoedig weer aan
de orde zal komen en de minister
daartoe den weg heeft gewezen door
invoering der progressie, die, das
scheen de afgevaardigde te rede
neeren, nu maar verder moet gaan,
waar hij uit de successie-belasting nog
lang niet genoeg gehaald vond. Van
ongeveer dezelfde meening bleken de
heeren van Nierop en Van Leeuwen.
De eerste klaagde nog dat de minister
in de vrijstellingen te ver gegaan
was en dat, nu uit deze wet te weinig
gehaald is, naar verhouding weer te
veel uit verteringsbelastingen zon
moeten worden gebeurd.
Tegen dit laatste verwijt, als zon
hij te veel willen krijgen uit indirecte
belastingen, verdedigde de minister
zieh met klem. Bij de directe belas
tingen, zoo beweerde bij, is de grens
spoedig bereikt.
Na aanneming van het ontwerp is
de Kamer verdaagd.
ttechtïaken.
Arrondieeements-Rechtbank te
Middelburg.
In de zitting van heden (Vrydag)
zyn vrijgesproken 11 leden van het
Leger des Heils te Ierseke, beklaagd
van het geven van eene openbare
muziekpartij of vermakelijkheid zon
der vergunning.
By vonnis van den Kantonrechter
te Goes d d. 12 December 1910 wer
den deze beklaagden ontslagen van
rechtsvervolging. De ambtenaar O M.
kwam van dat vonnis in cassatie,
waarna deze zaak door den Hoogen
Raad naar deze rechtbank werd ver
wezen.
Het gerechtshof te 's Gravenhsge
verminderde tot een maand gevange
nisstraf de straf van twee maanden,
opgelegd door de Haagsche rechtbank
aan P. E. van der M. M., student te
Leiden, wonende te Goes, beklaagd
van mishandeling van een Haagschen
jongen.
School en Kerk.
Acte-Examens.
Gisteren slaagde voor de acte-exa-
mens der nuttige handwerken in Zee
land de eenige candidate, mej. C. C.
F. van der Weele te Middelburg.
De examens zyn hiermede afgeloo-
pen.
Geëxamineerd werden 147 Candida-
ten, van wie er 108 slaagden Van de
92 mannelijke candidate!! slaagden er
64 en werden er 28 afgewezen. Van
de 55 vrouwelyke candidaten slaagden
er 44 en werden 11 afgewezen.
Voor vak vrije- en orde oefenin
gen der gymnastiek, slaagden van de
7 mannelijke geëxamineerde n 5 en
van de 5 vrouwelyke 4.
Voor vak k, nuttige handwerken,
slaagde de eenige candidate.
Christelijke H. B. S.
in ZeeuwschVlaanderen.
In een te Ter Neuzen gehouden
vergadering van de vereeniging voor
Christ, middelbaar onderwy s Zeeuwsch-
Vlaanderen, is in beginsel besloten
tot oprichting van een Christ, hoogere
burgerschool.
I rovincienieows
Voorbereidend militair
onderricht.
Ingevolge het bepaalde in de Rege
ling van het Voor .ereidend Militair
Onderricht, zal de aanmelding tot
deelneming aan dit onderricht, dat
kosteloos wordt verstrekt, moeten ge
schieden vóór den lsten Juni eerst
komende en wel
a. in plaatsen, waar Infanterie of
Vesting-Artillerie in garnizoen ligt, by
den Commandeerende-Officier der In
fanterie of der Vesting-Artillerie
b. in de overige plaatsen by den
Burgemeester der gemeente.
Bedoelde Commandeerende-Offieie-
ren en Burgemeesters zenden vóór
of op 1 Juli aan den Inspecteur der
Infanterie een staat in, vermeldende
onder meer, welke jongelieden zich
tot deelneming hebben aangemeld.
Vermits nu door genoemden Inspec
teur na ontvangst van bedoelde staten,
alle verzoeken om alsnog tot het on
derricht te worden toegelaten, zullen
wordeD afgewezen, tenzij de belang
hebbenden kannen aantoonen, dat zjj
door verblyf in het buitenland of om
andere redenen onschuldig zyn aan
te late aanmelding, worden de jonge
lieden, die aan het voorbereidend
militair onderricht wensehen deel te
nemen, dat 1 October a.s begint,
nadrukkelijk opmerkzaam gemaakt op
de noodzakelykkeid zieh daartoe vóór
1 Juni a.s. aan te meiden, terwyl
tevens in herinnering wordt gebracht,
dat gely'ke aanmelding ook moet ge
schieden door hen, die ten vorigen
jare reeds aan het onderricht deel-
deelnamen.
Kortgene Woensdagnamiddag
werd „de reizende keuken" of de
„kookschool", zooals ze gemeenlijk
genoemd wordt, alhier geopend in
een gratis door dhr. J. de Kater aan
geboden geboaw. Mej. J. H ju wing
van Haarlem, aan wie door het hoofd
bestuur van 't „Nut" de leiding van
dezen cursus is opgedragen, was
reeds jl. Maandag met den belang
rijken inventaris van potten, pannen,
2 fornuizen en verscheidene petro
leumstellen, enz. aangekomen en had
alles in orde gebracht.
Een twaalftal meisjes, 10 van hier
en 2 van Wissekerke, hadden zieh
voor 't volgen van den cursus aan
gemeld, van wie er elf present waren.
De voorzitter van bet nutsdepartement
„Noord Beveland" dhr J. Vermeulen
van Kolynsplaat, sprak by de opening
namens het departement een woord
van welkom aan mej. Houwing en de
aanwezige meisjes en van dank aan
het Hoofdbestuur en de beide aan
wezige Kortgeensehe bestuursleden
van wie dhr. De Kater zich bijzonder
verdienstelyk heeft gemaakt in deze
zoo nuttige zaak.
De cursus, die behalve een cursus
iD het koken ook een in voedings
waarde der gebrnikelyke ingrediënten
is, kost elke leerlinge 3 gatden per
cursus, duurt 6 weken en omvat 30
lessen.