N°. 40 1911
Zaterdag 1 April
jaargang.
ste
Bij dit no. behoort een
Bijvoegsel.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franoo 5,25.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
Inzending van advertentiën op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
Telefoonnummer 32. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Yonnootscliap „Goosnho Courant". Hoofdredacteur mr. W. S. Kalma.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer lOct
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels k 1,berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
Buitenland.
De wijnboeren in Frankrijk.
In het wjjnland van het Aube-de-
partement Is het heel onrustig geweest.
De onrust bereikte haar toppunt te
Bar-sur-Aube, waar mea heel ont
stemd was omdat er aan de onder
prefectuur order ontvangen wa3 de
zwarte en de roode vlag, die nog
steeds op het dak van het stadhuis
stonden, neer te halen. De onder
prefect had de leden van de commissie
ter behartiging van de belangen der
wijnbouwers ontboden om hen te
vragen hun invloed te willen aan
wenden om die vlaggen te doen ver
dwijnen. De commissieleden ver
klaarden zich daartoe niet in staat en
gaven te kennen, dat stappen in die
richting der overheid niet dan last en
moeite zouden veroorzaken. Maar de
onder-prefect meende, dat, waar hjj
stricte orders ontvangen had, hij die
ook moest uitvoeren.
Onder bescherming van veertig gen
darmen is toen 's ochtends in de
vroegte een werkman op het dak van
het gemeentehuis geklommen om de
vlaggen in te halen. Hevige opwinding
was het gevolg, 's Middags hielden
de wijnboeren een optocht met roode
vlaggen door de stad ea weldra woei
er een roode vlag van het gebouw
der onder-prefectuur. Onder het lniden
der brandklok trok een opgewonden
menigte door de stad. Uit een slagers
winkel werd een pas geslacht varken
geroofd en op een wagen rondgereden
en er boven prijkte het opschriftbe
grafenis van minister MonisMonis
is dood. Van de onder-prefectuur wer
den de ruiten ingegooid en uit de
plaatsen in de buurt stroomden de
wijngaardeniers aan. Mannen en vrou
wen, gewapend met stokken, betoog
den heftig. Onder de oogen der gen
darmen, die onmachtig waren de orde
te handhaven, klommen drie betoogers
op het dak van het stadhuis eu her
stelden er de roode vlag. In den na
middag kwam de prefect van het Aube-
departement te Bar-sur-Aube aan en
sprak de opgewonden mensehen toe.
Hij slaagde er in hen tot kalmte te
brengen.
Ferrer in de Spaansohe Kamer.
Bjj de voortgezette besprekingen
over de Ferrer-zaak trachtte de afge
vaardigde Soriano aan te toonen, dat
eenige getuigenverklaringen ten on
gunste van Ferrer waren afgedwongen
en dat in het proces-verbaal van de
huiszoeking bezwarende documenten
waren genoemd, die echter door de
politie in het huis waren gedeponeerd.
Bij een bediende van Ferrer was er
op aangedrongen, dat hij tegen Ferrer
zou getuigen, waarvoor hem vrijstel
ling van den militairen dienst werd
beloofd.
(Een officier, die daarop den spreker
in de rede viel, werd de zaal uitgezet.)
Soriano vroeg tenslotte revisie van
het proces en een onderzoek naar bet
optreden van den minister-president
en den minister van binneDlandsche
zaken, die destijds in functie waren.
De minister van justitie verklaarde
in antwoord daarop dat vonnissen van
de rechtbanken alleen dan voor her
ziening in aanmerking komen, wan
neer de wet willens en wetens ge-
"eeüilleton.
OOM PAUL.
Voor de ,Ooesche Courant" uit het
Duitech vertaald.
(Slot.)
Precies om 12 uur, jujst toen in de
fabriek in de buurt voor het middag
schaftuur gefloten werd, belde oom
Paul aan. Juffrouw Schreuder deed
hem zelf open en zag dadelijk met
bevende blijdschap dat hij een vier
kant pakje onder zjjn arm had dat
er als een pakje met papier uitzag.
Terwijl zij hem onder de gewone
praatjes zjjn jas hielp uittrekken, dacht
zij niets anders als zal hij het pakje
meenemen naar de kamer En wer
kelijk hij nam het mee naar binnen
en legde het voorzichtig op de tafel
neer. Hfl begroette zijn neef bizon
der hartelijk, bewonderde het mooie
gezicht dat de Schreudora uit hun ra-
schonden is. De zaak-Ferrer viel wol
onder de militaire rechtspleging, daar
hier quaestie was van een oproer.
Mochten enkele voor Ferrer gunsti
ge getuigenissen niet gehoord zijn,
dan is dit daaraan te wijten dat de
getuigen zich eerst opgaven na den
wettelijk gestelden termijn of dat het
vreemdelingen waren, die bij het ge
beurde niet tegenwoordig waren ge
weest. Alle wettelijke formaliteiten
zijn stipt in acht genomen.
De republikein Alvarez zeide, dat
men rondom Ferrer een atmospheer
van wilden haat had doen ontstaan,
die van invloed was geweest op den
krijgsraad.
Daarna werd de zitting opgeheven.
Sneeuwstormen.
Van alle kanten komen berichten
van sneeuwstormen en sneeuwstortin-
gen. Op den Simplon-pas en den Fur-
ka-weg ligt de sneeuw 5 M. hoog. De
gemeenschap met de dorpen aan den
pas is, daar ook de telefoon gestoord
is, geheel verbroken. Bij Amsteg aan
den weg over den Gotthard zjjn Zon
dag twee broeders door een sneeuw-
storting bedolven. Het lijk van een
van beiden is gevonden. By Goppen-
stein, aan den zuidelyken mond van
den tunnel door den Lötsehberg, zjjn
eenige arbeiderswoningen bedolven.
Er worden vier man vermist. De tunnel
is nu zoover gegraven, dat men elkan
der over enkele dagen in het hart
van den berg zal ontmoeten. Aan den
Simplon-pas worden sedert Zaterdag
drie sneeuwschoenloopers vermist, die
uit het hospitium naar het Zuiden
waren opgebroken. Zy hebben echter
niet eens het dorp Simplon gehaald.
Men denkt, dat zy in den sneeuw
storm, die in den nacht van Zaterdag
op Zondag gewoed heeft, het leven
gelaten hebben.
Binnenland.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer is tegen Dins
dagmiddag half 2 by een geroepen.
Het geknoei bij'aanschaffing van
muziekinstrumenten.
In verband met het door ons uit
De Muziekbode overgenomen bericht
betreffende geknoei door een adju
dant-vaandeldrager by de aanschaf
fing van muziekinstrumenten voor
het fanfare-korps van een der enkele
jaren geleden opgerichte regimenten
infanterie vernemen we, dat de be
trokken adjudant-vaandeldrager zjjn
straf niet is ontgaan, doch indertijd
ontslag heeft gekregen.
Toen de firma Kessels zich tot de
hoogere autoriteiten wendde, was in
het buitenland de koop der instru
menten reeds gesloten, waarop men
niet meer kon terugkomen, vandaar
de ontwijkende antwoorden dier auto
riteiten, die wel den adjudant-vaan
deldrager uit den dienst verwijderden,
maar het beter achtten hieraan geen
ruchtbaarheid te geven.
De Oostenrijksche troonopvolger
in ons land.
De Weensehe correspondent van de
N. R. Ct. verneemt dat de Oosten
rijksche troonopvolger, aartshertog
Frans Ferdinand, en zjjn gemalin het
voornemen hebben, de .bloementen
toonstelling" te Haarlem te bezoeken.
Daar mij gezegd werd, zoo schrjjft de
correspondent, dat dit uitstapje na
Paschen zou plaats kebbeu, denk ik,
men hadden en zei goedkeurend: „kjjk
zoo iets heeft men alleen, als men i
trappen boog woont. Ik die gelijk
vloers woon heb dat nooit gehad.'
Dan vroeg hy naar de kinderen en
was bly dat ze zoo ijverig waren.
Eindelijk schraapte hy veelbeteeke-
nend zjjn keel en greep naar het pakje.
„Ja beste neef," begon hy, „ik
schreef je dat ik je iets mee te deelen
had. Eigenlijk had ik moeten schrijven,
dat ik je een cadeautje te brengen
had". Papa Schreuder werd bleek en
het hart van mama Schreuder klopte
alsof het springen zou.
„Ik ben 75 jaar', ging oom Paul
voort, „en ik kan iederen dag sterven.
Voor mijn nagedachtenis zal niemand
meer zorgen, daar ben ik zeker van,
maar dat de herinnering aan mjjn
dierbare zuster Julie niet sterft, daar
voor wil ik nog zorgen, en daarvoor
heb ik" en hy maakte voorzichtig
het pakje los „haar portret laten
vergrooten en meerdere laten maken
en zal er van aan ieder lid van de
dat een bezoek aan de tulpenvelden
bedoeld is.
Debietreclit op tabak.
Naar aanleiding van hardnekkige
geruchten, dat de minister van finan
ciën voornemens zou zjjn het wets
ontwerp tot heffing van een debiet-
recht op tabak terug te nemen, kan,
zoo meldt het Ned. Correspondentie-
bureau, op grond van inlichtingen
van de meest bevoegde zyde worden
gemeld, dat die geruchten van allen
grond ontbloot zjjn, en dat aan in
trekking in de verste verte niet wordt
gedacht.
Woensdag heeft aan het departement
van financiën over het ontwerp-debiet-
recht een conferentie plaats gehad
met de vertegenwoordigers van twee
bonden van tabaksbewerkers.
In een te Leeuwarden gehouden
vergadering van belanghebbenden by
de tabaksny verheid is besloten tegen
het wetsontwerp te ageeren.
Een comité, bestaande uit de heeren
Jepkema, tabaksfabrikant, Mol, siga
renfabrikant, Krol, grossier, Van
Borssum Waalkes, reiziger, Richter
Rohdens, winkelier, Van Alberda,
tabaksbewerker, en Everaarts, sigaren
maker, zal voor Friesland een actie
op touw zetten.
De te Utrecht gehouden algemeene
vergadering van den Bond van Ver-
eenigingen van Sigarenfabrikanten in
Nederland bleek algemeen van ge
voelen, dat de invoering van een
debietreeht op tabak een onherstelbare
ramp voor de BigareninduBtrie zou
zijn. Men besloot daarom zich met
kracht tegen bedoeld wetsontwerp te
verzetten en in een adres aan de
Tweede Kamer alle bezwaren dien
aangaande kenbaar te maken.
Ontwerp- Bakkerswet.
Het Bakkersoomité heeft een „Schets
eener gewijzigde Bakkerswet-Talma"
uitgegeven, waarin naast het nader
gewijzigd wetsontwerp der Regeering
eenige door het Bakkers-Comité ont
worpen wijzigingen worden besproken,
welke voorts in een nota van toe
lichting worden verdedigd.
Het Comité, dat verklaart steeds
bereid te zijn geweest met minister
Talma een oplossing te zoekeD, waarbij
de nachtarbeid van den bakkersgezel
zou worden beperkt, is onveranderd
van oordeel gebleven, dat afschaffing
van den nachtarbeid een onverant
woordelijke daad zou ,zyn. Het blijft
deze meening toegedaan, zoolang niet
door den Minister oi door iemand
anders een bevredigend antwoord is
gegeven op de vraag, hoe het bakkers
bedrijf bij afschaffing van den nacht
arbeid kan worden ingericht.
De Vereeniging van broodbakkers
patroons uit de luxe-, gemengde- en
middenbedrijven heeft aan het Nat.
Comité voor afschaffing van den nacht
arbeid in broodbakkeryen een open
brief gericht, waarin tal van vragen
worden gesteld naar aanleiding van
het ontwerp van minister Talma, dat
het Nat. Comité aanneembaar acht
en over de mogelijkheid van afschaf
fing van allen nachtarbeid.
Aan de Redactie van de
Ooesche Courant.
Zoo, als ik gistermiddag de deur
inkwam, hoorde ik al, dat er wat
bizonders aan de hand was.
Griet heeft namelijk de gewoonte
om in zulke omstandigheden vrij hard
handig met ons vaatwerk om te gaan,
wat me met het oog op mijn porte-
familie een cadeau doen". Daarmee
overhandigde hy juffrouw Schreuder
het groote portret van tante Julie in
een lyst van echt mahoniehout.
Juffrouw Schreuder brak by het
zien van het portret in tranen uit.
„Precies tante Julie. Dat ljjkt spre
kend op tante Julie." Onder deze
dubbelzinnige woorden snikte zy hare
ontgoocheling uit, die oom Paul voor
aandoening hield. Ook de beste neef
zei een paar woorden met heesche
stem. Toen de aandoening over was,
stond oom Paul op. „Eu hoe gaat het
anders, beste jongen vroeg hy bjj
het afscheid nemen.
„Dank je, oom," antwoordde Schreu
der en ging na een aanmoedigenden
blik van zjjn vrouw voort, „bet zou
my nog beter gaan, als ik op 't oogen-
blik f6000 tot myn beschikking had."
„Hoezoo dan?" vroeg oom Paul belang
stellend.
En Schreuder lei hem de heele zaak
uit. Hoe het een bizonder gelukkige
kans was en hoeveel by zich daarvan
monnaie nu juist op dat bizondere
niet erg belust maakt. Nu boorde ik
beneden aan de trap de schalen en
borden al rinkinken en dus
Ef is een brief voor je van de
krant", zei ze, toen ik op bet portaal
stond voor de deur van het keukentje.
Van de krant vroeg ik verwon
derd. „'t Laatste abonnementsgeld is
toch wel betaald
„Natuurlijk wel. 'tis van de redactie
Ik* glimlachte onwillekeurig.
Griet zag het.
„Moet dat gezanik nu weer begin
nen? vroeg ze.
„Gezanik??" kwam ik verbaasd.
„Ze vragen, waarom je nooit meer
iets van je laat hooren."
ik was intussehen naar de kamer
geloopen, en had den geopenden brief
Griet maakt altyd myn brieven
open man en vrouw zyn een, zegt
ze van de tafel genomen. Ja, daar
stond het. En u zult begrijpen, dat het
mjj aangenaam aandeed. Ik ben, dat
weet iedereen, de bescheidenheid in
persoon, maar ook de bescheidenste....
„Ze kunnen zeker de krant niet
volkrijgen".
Griet's smalende opmerking goot
een emmer ijskoud water over mijn
trotsebe blijdschap.
„Niet vol krijgen?" stotterde ik. „Dat
weet ik niet. 't Kan toch ook...
„Anders zouden ze jou niet vragen
Ik nam onwillekeurig een zelf bewuste
houding aan.
„Ik zou niet weten, waarom niet.
Ze schrijven toch, dat mynmedewer-
king op prijs gesteld wordt."
„Nou ja", meende Griet, „zulke
smoesjes kennen we".
Ik trachtte haar duidelijk te maken,
dat de redactie van de „Goesche Cou
rant" te hoog stond om smoesjes te
verknopen, maar ze glimlachte min
achtend.
„Gelukkig voor jou, man, dat je t
denkt".
Ik moet zeggen, dat die opmerkin
gen van Griet me myn plan voor een
nieuwen brief al hadden doen opgeven.
Ik ben heelemaal niet trotsch op myn
werk maar om daar nu een dag lang
te gaan zitten schrijven enkel voor
bladvulling... Maar, eerlijk gezeid,
heeft Griet me zelf weer van dat
voornemen afgebracht.
„Stuur je nu nog een brief vroeg
ze, toen we een uurtje later aan de
thee zaten.
Ik keek haar verbaasd aan.
„En jij zei daar straks
Ze haalde de schouders op.
„Zou jij dan vinden vroeg ik.
„Je moet het zelf weten, maar als
je er zin aan hebt".
Ja, ziet n, meneer de redacteur.
Griet kan er wel eens over smalen,
maar in haar hart vindt ze 't toch wel
aardig, als ik in de krant schryf en
haar vriendinnen en buurvrouwen
zeggen„er staat ook wee: wat van
ie man in". En daarom.
Of neen, daarom is het toch met.
Ik doe Griet wel graag een pleger,
maar echryven moet je toch eigenlyk
alleen doen, als het hart je daartoe
dringt, 'tls daarmee, dunkt me, net,
als die dichter wie is het ook weer
van spreken zegt: „Zoo u het hart
tot spreken dringt, zoo spreek.
U zult misschien vragen ot in al
die maanden hoe lang is t wel ge
leden, dat ik u de laatste maal
schreef? mijn hart met in
drongen heeft. Maar ziet u, me
neer de redacteur, een wys man
moet z'n tong in toom weten te hou-
wel voorstelde, als hy het geld kon
krjjgen.Oom Paul luisterde aandachtig.
Toen Schreuder uitgesproken had,
klopte hy hem op de schouder en zei
vroolyk: „Nou kjjk eens, jongen, dan
wensch ik je van harte succes, dat
je het geld krijgt. Werkelijk van harte.
Want het overige zal je wel klaar
spelen, je bent een flinke kerel".
Daarmee nam h(j afscheid en juffrouw
Schreuder liet hem uit.
Toen zy weer binnen kwam zat
haar man nadenkend voor het por
tret van tante Julie, dat op een stool
stond Zjj ging naast hem zitten en
zei gedachteloos: „En ik weet werke-
lyk niet waar wy het bij onze beperkte
ruimte een plaats zullen geven. Maar
na een oogenblik begon zij weer te
snikken: „Ik schaam mij werkelijk
voor de kinderen", waarop haar man
troostend zei„Nou bekommer je daar
maar niet over, tenslotte wordt het
toch immers mijn oom".
Even na éénen kwamen Hans en
Grete thuis en stormden de kamer
den. En al beweer ik nu volstrekt
niet een wijs man te zyn, ik tracht
toch zooveel mogelijk naar die les te
handelen. Je moet vaak je mond hou
den juist als je hart overvol is.
Onder ons gezegd, heb ik dat ook
altijd gedaan. Dikwijls als Griet me...
Maar daarvan zal ik liever zwijgen.
Dat zjjn huishoudeiyke zaken en u
verwacht van mij natuurlijk een brief
over publieke aangelegenheden.
Nou ook daarover zwijg je dikwijls,
juist als je hart overvol is. Griet zegt
altijd„houd je er toch over stil, je
verwekt maar haat en nyd en maakt
je vijanden."
Ze heeft wel gelyk misschien. Maar
altijd zwygen gaat toch ook niet. Wat
al verbeteringen zijn vaak niet een
gevolg van een hartig woordje over
verkeerde toestanden.
Daar heb je nu die toestanden op de
Hoogere Burgerschool, waar de cou
rant laatst over Bchreef. Ik ben nooit
op de Burgerschool geweest. In myn
jongen tyd was dat zoo nog niet nood
zakelijk tot volmaking van je opvoe
ding. Ik heb er dus geen betrekking
op. Maar alevel zijn het toch ook
mensehen en kan je ze toch niet dag
aan dag in de rook laten zitten.
'k Weet niet of u daar wel eens
last van gehad hebt, meneer de redac
teur, van de rook bedoel ik. Maar
dat 's een akeligheidik kan er helaas
van meepraten. Weken lang hebben
we er ons pleizier van gehad. Griet
merkte het het eerst op een morgen,
dat ze de kamer binnenkwam.
„'t Rookt hier," zei ze.
Ik was net binnen en had het nog
niet gemerkt.
„Ruik je dat nu niet
Ik snoof eens duchtig met m'n neus.
,'k Geloof het ook", zei ik.
„Gelooven Dat hoefje niet te ge-
looven. Je kunt het toch ruiken."
Ik trachtte haar duidelyk temaken,
dat juist dat ruiken de grond was
van myn geloof. Maar Griet viel al
uitJullie mannen schijnen ook niets
te ruiken." Ik opperde de veronder
stelling, dat het reukorgaan van alle
mannen wel niet op gelyke wyze ont
wikkeld zou zyn en dat dus dat ge
neraliseeren Maar ze luisterde
al niet eens meer.
„Je hebt zeker weer aan de sehuif
gezeten Waarom blijf je er niet
liever ai
'k Ben er niet aan geweest", ver
klaarde ik triomfantelijk.
Griet bromde wat en liep eens om
de kachel heen.
„Waarom zet je die schuif ook niet
wat verder open
„En je zei net, dat ik
„Och", viel ze uit, „jy weet ook
altyd wat". Ik zweeg maar.
Maar of ik zweeg of praatte, onze
kachel bleef rooken. Dien middag
was het al bijzonder erg.
„Je stookt ook niet" zei Griet, in
de kachel kykende. „Kjjk nu die kolen
eenB".
Ik stookte, tot de kachel ten naaste
by rood stond. Maar 's avonds rookte
ze nog.
,'k Wil't waarachtig wel gelooven
meende Griet. „Je stookt ook veel te
hard. Dat moet immers"...
Ik keek haar eens aan en zei maar
niets. Eén ding heeft die rook me
tenminste geleerd, dat vrouwen altyd
gelyk moeten hebben.
Intussehen bleef onze kachel rooken,
die week en de volgende week en nog
een week. Toen in eens op een mor
gen 't was heerlijk zoel lenteweer
binnen.
„Nou wat was het? Wat heeft hy
gezegd? Wat wou hy?"
De ouders wezen naar het portret.
„Dat heeft hy ons gebracht" zeide
moeder zacht.
„Het portret van tante
Julie?" Hans en Grete bleven roer
loos staan.
Een oogenblik zagen ze elkaar ver
bluft aan, maar braken dan in een
onbedasrlyk lachen uit, waarmee ten
slotte ook de ouders instemden.
„Niet waar, het is zoolang zonder
oom Paul gegaan, het zal ook nog
verder zonder hem gaan", meende
de vader. „En vooral nu, nu we nog
het mooie portret van tante Julie
hebben" viel Hans overmoedig in, en
opnieuw klonk een vroolijk gelach,
zoodat de mynheer, die beneden hen
woODde, tegen zyn bleekneuzige vrouw
zei„Die daar boven zjjn wel buiten
gewoon vroolyk. 't Schijnt wel, dat
ze den grootsten prjjs gewonnen heb
ben uit de loterij."