N\ 31 1911 Zaterdag 11 Maart 98sw> jaargang. Bij dit uo. bëliourt een Bijvoegsel. De coalitie en het zedelijk heids-ontwerp. Buitenland. BI n ii e i a n d. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, in Goes 0.-73, buiten Goes, franco 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. inzending van advertentiën op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50Jet., eiken regel meer lOct Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, hnweljjk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbendt dankbetuigingen worden van 1—10 regels St. f 1,— berekend. Bewijsnummers 5 cent. Telefoonnummer 32. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur mr. W. S. Kalma. Dezer dagen zagen wjj in de (R.-K.) Tilburgsche Courant een artikel, ge titeld „Sjacheren met beginselen", waarin het verzet van sommige (let wel sommige) vrijzinnige bladen tegen het verbod van den totalisator, omdat dit een nadeeligen invloed zon hebben op de wedrennen en daardoor op de paardenfokkerij, als een sjaeheren met beginselen wordt gebrandmerkt „In- tusscthen", zoo schrijft het blad, „wordt deze zaak verkeerdelijk louter van een materialistisch standpunt be schouwd. Daarin zit de groots fout. Wedden en spelen, ook zooals dat op de renbaan gebeurt, is nu eenmaal onzedelijk. En daarom, daarom alleen heeft de heer v. Vnuren als consequent christelijk moralist aangestuurd op het doen verdwijnen van die „onzedelijke" instellingen. En of dat nn al eenige schade ver oorzaakt aan de materieels be langen van enkeleD, daarvoor kan toeh een beginsel niet wijken. Wjj christeljjken althans zijn niet van plan met onze „beginselen" te sjacherendat laten we aan de vrij zinnigen over. Die houden er toeh maar zoo'n „zwevend" stelletje op na; dat Iet zoo nauw niet. 'tls kostelijk." Ja, zeker 'tis meer dan kostelijk. Katholieke kamerleden, de katholieke minister Regout hebben zich op het belang der paardenfokkerij beroepen om zioh tegen het amendement van Vnuren en voor den totalisator te verklaren. Toeh durft dit katholieke blad schrijven: „Wjj Christenen al thans zijn niet van plan met onze „beginselen" te sjaeherendat laten we aan de vrijzinnigen over". 41en zou haast denkeu, dat bet bitter sarcasme was, uiting van een gemoed, tot den dood toe bedroefd na dit ver raad van zijn voormannen. Maar daar voor zou men de christelijke pers niet moeten kennen. Vrijzinnigen en kerkelijken hebben zich voor, andere vrijzinnigen en kerkelijken hebben zich tegen het behoud van den totalisator ver klaard. Toeh: „wij Christelijken zijn niet van plan mot onze beginselen te sjaeheren dat laten we aan de vrij zinnigen over." Hoe noemt men dat Maar voor ons in Goes klinkt die tirade dubbel kostelijk. Er heeft hier een adres gecirculeerd aan de Tweede Kamer met verzoek om behoud of althaas voorloopig be houd van de bookmakerskantoren. Dit verzoek wordt gemotiveerd door een beroep op de financieele schade, die Goes, althans velen in Goes, van het verdwijnen der genoemde kanto ren zouden ondervinden. Op dat adres hebben dat weten we zeker— kerke lijken, d.w.z mensohen, behoorende tot de reehtsche partijen, geteekend. Zjj vinden dus bookmakerskantoren als alle spel en weddingschap onzedelijk, (tenzjj zij geen goede reehtsche broe ders zijn) maar omdat er een centje mee te verdienen valt, willen zij het met die onzedelijkheid graag op een accoordje gooien. Noemt men dat ook niet materialistisch, in den zin dan van plat materialistisch Of is het ook sjaeheren met beginselen, waarop de vrijzinnigen in tegenstel ling met hun christelijke en bravere broeders zoo fel zijn Wjj vragen maar. Wjj stellen ons in dezen geen partij ten opzichte van het teekenen van bovengenoemd adres. Er is zeker iets voor te zeggen, de menschen, die in het bookmakers bedrijf hun brood verdienden niet rauwelings op straat te zetten, maar tijd te geven, al achten wij het bedrijf zelf dan niet van dien aard, dat we ons voor het behoud ervan ook maar een oogenblik in de bres zouden willen stellen. Maar waar we de aandacht op wilden vestigen, dat is de huichelachtigheid, die rechts telkens om den hoek komt kijken, wanneer er van zedelijkheid en be ginselen sprake is. Het is hetzelfde kwezelachtig en huichelachtig oogen- verdraai, dat ons van het zoogenaamde aedelij kheidsontwerp, waarin we trou wens tal van bepalingen toejuichen, misselijk heeft gemaakt. Het lust ons Sliet daarvan thans veel te zeggen. Misschien, wanneer het onderwerp ons niet al te zeer tegenstaat, komen we er later zelfs uitvoeriger op terug. Thans willen we alleen een artikel overnemen, dat Bet Volk naar aan leiding van dit zedelijkheidsontwerp schreef onder den titel „De Moraa I". Nu wy twee weken lang zedelyk- heidswetgeving hebben bijgewoond, dienen wjj de moraal te geven van die stichtelijke historie. Voor het eerst sedert onze aandacht is gevestigd op het onderscheid tusschen den autono men en den heteronomen mensch, had het Parlement een wet onderhanden, die in dit duistere vraagstuk een vuurtoren kon en moest zijneen wet, gelegen juist op het gebied waar de moraal het richtsnoer is; een wet waarbij men aan den gang zelf der volksvertegenwoordigers moest kun. neu zien, of zij een hoogeren wil dan den hunnen, buiten en boven hen, erkennen en daaraan onvoorwaarde lijk gehoorzamen, dan wel ot zij, door eigen doollieht geleid, bij den strijd tegen de zonde heen en weer scharrelden en tastten in droevig duister. Minister Regout getuigde dan ook trotseh en fier, bij de algemeene be schouwingen over het ontwerptot hoofdriohtsnoer strekten by het neer schrijven van de bepalingen dezer wet de beginselen der christelijke moraal „en wei in absoluten zin". Ik heb, verklaarde hij, het rustige gevoel, dat ik gevrijwaard ben voor afdwa lingen". Op zoo'n gevoel ben je als paganist jaloeraeh, en het is dan ook geen wonder, dat Hugenholtz en Air. Treub brandden van begeerte, om van die christelijke moraai wat meer te weten- ZU zijn daarbjj wat kan men van paganisten anders verwachten zoo oneerbiedig geweest, te vertellen dat in vroegere eeuwen heksen en ketters iu naam van de moraal op den brand stapel zyn gebracht. Maar, gelukkig, de heer De Visser herstelde by inter ruptie die dwaling. De moraal is aan de brandstapels onschuldig. Die moe ten op rekening worden gesteld van de dogma's. Van de christeiy'ke, de heteronomisti8che dogma's. Die dogma's zijn dus afschuwlijke dingenmaar onze belangstelling groeit voor de christelijke moraal. Wat is zjjwat wil zy Minister Re- gont zal het ons zeggen in antwoord op den geachten afgevaardigde uit Weststelling- werf, op zyn vraagwaar dan de Christelijke moraal te vinden is, zou ik hem willen verwijzen naar wat hy zelf gezegd heeft, dat n.l. deze vraag hier reeds zoo dikwijls is besproken. Dat is, dunkt ons, afdoende. Den volgenden dag echter verna men wij van dominns Brummelkamp nog meer. Hij vertelde, dat de anti revolutionairen bjj huu strijd tegen het neo-malthusianisme „zich altyd hebben gebaseerd" op de voorschrif ten der christelijke moraal, „welke bekend is, omdat zy zoo ond is als het Christendom, en welke gisteren hier door den Minister opzoouitnemende wijze is ontvouwd." Ziezoo. Er bleef, trots deze merkwaardige uiteenzettingen, nog een geringe twy- tel over omtrent de praktische waar de der christelijke mormaal. De heer De Geer immers wilde een verbod van bordeelbezoek, wat de minister niet wilde, en de heer Van Vnuren wilde by de wedrennen den totalisator verbieden, terwyl de minister hem wilde veredelen. Grappig is, dat dezelfde minister als een nitwas van de vrjjs moraal het voorbeeld aanhaalde van een paganistiseh schrijver, die het bor deel wilde veredelen. Tot zulk een afschuwelijkheid, zei hy plechtig, kan de christelijke moraal niet komen. Het ligt dus blijkbaar aan het soort van zonde of er met de ohristelyke moraal valt te handelen, ja dan neen. Maar hoe kwamen de heeren tot die amendementen, terwyl zy toch met den minister stoelen op dezelfde moraal? Minister Regout zelf heeft daarvan de verklaring gegeven „of, overeenkomstig de christelij ke moraal, op een gegeven oogen- biik, het algemeen belang of de strafwaardigheid van een zekere daad eiseht, dat deze zal worden opgevat als een deliet, is een quaestie van uitwer king. Daar staat het zoekende kind der waereld Zyn hart dorst naar de waarheid, en als bij de profeten er naar vraagt, krijgt hjj tot bescheid: zij is algemeen bekend. Elk werkt ze uit naar zyn bekwaamheid, talent, karakter, maar wie ze niet uitwerkt als wy, profeten, is verdoemd. Meen niet, zoo is de redeneering der profeten, wanneer eens een groep paganisten handelt als wy, dat dit pleit voor de waarde der vrye moraal. Dat bewijst alleen de onweerstaanbare zuigkracht der christelijke beginselen. Die trokken een I.ehmann naar rechts, en zij zonden niets vermogen op het hart van een teeder besnaarde ziel als die van Roodhuyzen Wanneer das deze zyn afschuw voor het neo- malthusianisme uit in stichtelijke taal, dan is het niet uit kracht van de vrye moraal, dat hij spreekt, maar uit kracht der gemeene gratie, die ook kinderen der duisternis altemet ver heldert met een sprank, ja met een straal van licht. Voor de massa der paganisten wordt hierdoor de kwestie nog duisterder. Het beste zal maar zyn, dat zij zich willoos aan de leiding der profeten overgevendat zy deze heeren aan het l.iadje zetten, de staatsmacht toe vertrouwen, en de profijten, daaraan verbonden, en vooraf aan bun oordeel onderwerpen, wat van hun paganis- tisehe meeningen wel, wat niet voor de christelijke moraal bestaanbaar is. Alleentot wien van de profeten moet men zich wenden Een groot man, zeker, op het gebied van bet strafrecht, is Mr. Regout. Maar is Lohman niet nog grooter En Lohman zegttot m'ijn leedwezen sta ik niet geheel op hetzelfde standpunt als ver schillende leden van de groep waartoe ik behoor. „Een strafwetgever mag nooit beoogen bestrijding van onze delijkheid, om de eenvoudige reden, dat hy dat niet kan". De bemoeiing van den strafwetgever „moet m. i. uitsluitend bepaald worden door reden van utiliteit. De be paling van de grens der strai baarheid kan m. i. nooit afhangen van de vraag hoe afschuwelijk een af ander feit is op zichzelf". De Stüthtsche Cl. zegt: „den heer Lohman was 't als Kamer lid onverschillig, dat de Sodomsziekte voortwoekerde".... En groot is Regout, maar nog groo ter is Loeff Eu toen Regout den tota lisator niet wilde straffen, maar regle menteeren, zooals oudtijds liberalisten deden met het bordeel, sprak de heer Loeff uw eerste fout is, dat gij deze zonde niet straft. Uw tweede fout dat gij h°t met haar op een akkoordje wilt gooien. Is dit alles een kwestie van uit werking? Dat de heer De Stuers in de armen van het paganisme viel, toen een naijverige preutschheid de kunst bedreigde, is een kleinigheid. De heer De Stuers, getuigen zyn Atjeh-speeches, is ale vel wat kettersch. Dat de heer Brummelkamp de teksten uit den bijbel maar rauwelijks in ons strafwetboek wilde zitten, is even eens van minder belang. De heer Brummelkamp is verjaard. Maar dat Lohman aan zyn vrienden moet ver tellen, dat zjj, wandelende in het licht der ohristelyke moraal, toch een ver keerd begrip hebben van het doel der strafwet, en dat Loeff den minister by één artikel twee principieele fouten moet verwijten, dat is droevig." Het blad constateert dan ten slotte, dat hy geen der stemmingen dan die over een redaktioneele wijziging rechts tegenover links stond en dat das opnieuw de antithese bedrog bleek. De opstand in Marokko. De verbinding tusschen Fez en de lenst is geheel verbroken, zoodat niet met zekerheid te zeggen valt, welk het lot was der twee mehalla's, die in opdracht van den sultan de hoofd stad moesten ontzetten. Het gerucht gaat, dat heide inlandsche legerafdee- lingen een nederlaag leden. De toe stand te Fez moet zeer critiek zyn. Deze stad, die alle levensmiddelen ontvangt van geregeld aankomende karavanen, is sinds Dinsdag geheel van de buitenwereld afgesloten. Reeds zon het gevaar van een hongersnood dreigen.Een eigenlijk garnizoen schijnt de Marokkaansehe hoofdstad niet te hebben, en de zorg van de openbare veiligheid komt hoofdzakelijk neer op Me buiteniaudsehe legatiew&chten. Volgens do Matin zon Frankrijk bereid zjjn Moeley Ilafid te hulp te komen, door twee forten, die Fez be schermen, te bezetten. De commandant der Fransche troepen heeft op ver sterking der Fransche legermacht aangedrongen. Te Madrid werd een telegram nit Tanger ontvangen, mel dende, dal een legerafdeeling van Moeley Hafid, 2500 man sterk, dooi de Beni-Hassan op het gebied der Beni-Lenart, in de pan gehakt zou zijn. De aanvoerder der colonne, acht ka nonnen en de geheele legertros vielen in handen der opstandelingen. De correspondent van de Kölnische Zei- tung te Tanger werpt de schuld van deze nieuwe troebelen op de schouders der Fransche militaire missie, die zich onnoodig en ongevraagd met binnen- landscbe Marokkaansehe aangelegen heden bemoeit. De onmiddellijke aan leiding tot het uitbreken van den opstand zon de terechtstelling van twee Marokkaansehe soldaten zyn, die op aandringen van de Fransche missie veroordeeld werden. In portu0al is het ook nog steeds niet bepaald wat je noemt rustig. In verhand met de ontdekking van het te Rio de Janeiro tegen de Repu bliek gesmede complot, heelt de Portugeesehe Regeering bepaald, dat in het vervolg de namen van alle uit Brazilië en Noord-Europa aan komende vreemdelingen by de politie moeten worden ingeleverd. Het heet, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken verklaard heeft in het bezit te zyn van volledige inlichtingen over het complot. Te Lissabon zijn trouwens ook vertakkingen er van ontdekt. Het conflict met den bisschop van Oporto betreffende de voorlezing van het herderlijk schrijven in de kerken, is door den Ministerraad besproken. Hoe wel officieel geen resultaten van deze conferentie bekend geworden zyn, wordt verzekerd, dat besloten is de de betaling der toelage aan dezen bisschop te staken en hem te bevelen als bisschop af te treden. Te Oporto zijn tal van priesters gevankelijk binnengebracht, die beschuldigd wor den, ondanks het tegenbevel van den Minister van Justitie in de kerken het herderlijk schrijven, door de ge zamenlijke bisschoppen in Portugal opgesteld, van den kansel af te hebben voorgelezen. Na een voorloopig ver hoor door de politie zjjn deze priesters in verzekerde bewaring genomen. De burgerlijke gouverneur van Oporto heeft aan de Ministers van Binnen landsche Zaken en Justitie verzocht den bisschop van Oporto uit het land te zetten, daar hij de priesters tot ongehoorzaamheid tegen de Republiek heeft aangezet, van wie sommigen zelfs een tegen-revolutie prediken. Mond- en Klauwzeer. In verband met het voorkomen van gevallen van mond- en klauwzeer heeft de minister van landbouw, handel en ny verheid, naar aanleiding van by de districts-veeartsen ingekomen bemer kingen, de bijzondere aandacht der spoorwegmaatschappijen gevestigd op de noodzakelijkheid van het behoor lijk reinigen en ontBmetten van voer tuigen, die gediend hebben tot ver voer van vee. Debietrecht op tabak. In de Woensdagavond te Amster dam gehouden vergadering van de Vereeniging van Sigarenfabrikanten is behandeld het rapport van den secretaris tegen het ontwerp van wet op de heffing van een debietrecht op tabak. In het rapport zet de schryver allereerst uiteen, dat de tabakswet slechts een klein netto winstcijfer voor de schatkist zal opleveren. Immers van de f2,000,000 bruto-ontvangsten zal circa de helft verloren gaan, we gens de contröle- en administratie- kosten, de ontduikingen en de 10 pet. der vermindering in het verbruik. Voor het publiek zal de tabakswet j eene belasting zyn, alleen drukkend j op de minder gegoede rookers, ter- 1 wyi de wet voor nijverheid, fabrikan ten en arbeiders, en voor de winke liers een ramp zal worden. In bet rapport wordt becijferd dat het totaalverbruik per jaar zal ver minderen met 4 millioen gulden, het geen beteekent dat aan loon jaarlijks ruim een millioen gulden minder zal j worden uitbetaald. Duizeudeu arbei ders sullen, dus werkloos worden. Ook do fabrikanten zouden ver schillende ernstige nadoelen van aan neming van het ontwerp ondervinden. Velen kleinhandelaren zal hot leven onmogelijk worden gemaaktde ge deponeerde handelsmerken zullen öf in prys verhoogd, óf van veel min der hoedanigheid worden gemaakt, wat zeer schadelijk zal werken op den verkoop en de nijverheid zal zich verplaatsen naar de streken waar een lage loonstandaard heerscht En eindelijk zal de winkelier de buffer worden tusschen fiscus en belasting betaler. De Staat zal hem als hef fingsinstrument gebruiken, en hy zal zyn kennis en werkkracht moeten geven, zonder daarvoor vergoeding te ontvangen. Dit rapport werd door de vergade ring goedgekeurd. &taten-<*eiieraal. TWEEDE KAMER. Het is met het ontwerp-successie- belasting voortgegaan zooals het be gonnen was. En de eensgezindheid in de ohristelyke beginselen bleek daarbij niet groot. Het bleek zelfs, dat minister Kolkman uit het christelijk kabinet van de ware christelijkheid eigenlijk niet veel af weet. Immers de heer Van Dedem verklaarde, dat er een ondempbare klove gaapte tusschen den minister, die de progressie in de successiebelasting invoerde en de par tijprogramma's der rechterzijde. Van die progressie blekeD de reehtsche heeren al heel weinig te moeten hebben. De heer Van Dedem sputterde er tegen en riep zelfs ter waarschuwing het spook op van toe komstige liberale kabinetten, die in dit ontwerp een gevaarlijk antecedent voor hun plannen zouden hebben. De heer Van Hoogstraten verklaarde tegen het ontwerp te zullen stemmen, als de progressie in de rechte lyn erin bleef. En de heer Kooien her innerde eraan, dat de katholieken af schaffing van successiebelasting voor de rechte afstammelingen in hun pro gram hebben, maar, toeschietelyker dan do anderen, toonde hy zioh reeds verheugd over de uitbreiding van de vrijstelling voor de rechte lyn. Een groot bezwaar der heeren was ook de benadeeling van hen, die on roerend goed erven, vergeleken met hen, die roerende goederen verkrijgen. De heer De Wykersiooth achtte daar door vooral de landbouwers achter gesteld en wilde daarom tegen stem- mon, als de minister by de inkomsten belasting den boerenstand niet tege moet kwam. Daarentegen verdedigde de vryzin- nige heer Treub het ontwerp en ook de progressie, die geheel zou berusten op het beginsel naar draagkracht, welk beginsel hy trouwens ook den rechtsgrond der successiebelasting achtte. Ook de heer Patyn bleek voorstan der van het ontwerp, maar had meer willen geheven zien wegenB vererving in de rechte lijn en het percentage opgevoerd tot 4 procent. Het was niet te verwonderen, dat na deze redevoeringen minister Kolk man zjjn antwoord begon met de aan vallen van zijn geestverwanten te be treuren. Hjj achtte het ontwerp zeer matig en meende, dat van kapitaal vernietiging by vererving in de rechte lyn geen Bprake zou zyn, terwyl het by vererving in de zjjlyn, evenals nu, van den vermogenstoestand van den verkrijger zou afhangen, ot kapitaal vernietiging plaats had. Maar de aard der belasting verzette zich tegen ver hooging van belasting by vererving in de rechte lijn. De voorgestelde pro gressie was ingevoerd ora voor het verlies tengevolge van de luimer vrijstellingen by kleine verkrygin- gen schadeloos te stellen. Dat de landbouw zwaar zou getroffen wor den, kon de minister niet inzien. Maar hjj wilde wel overwegen, of bij de inkomstenbelasting de landbouwers minder gedrukt behooren te worden dan bezitters van roerend goed Voor geheele uitschakeling van deze heeren uit de inkomstenbelasting zou hy echter in geen geval te vinden zyn. Bij de duplieken drong de heer de Kanter er nog eens op aan verkrij gingen nit levensverzekeringen in de successiewet op te nemen en ver klaarde de heer van Ascb. van Wjjck tegen te zullen stemmer, nn nit 's mi nisters rede bleek, dal de invoering van de progressie niet steunde op een rechtsgrond, maar op een utiliteits- grond.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1911 | | pagina 1