N*. 16 1911 Zaterdag 4 Februari, 988te jaargang. Bij dit do. behoort een Bijvoegsel. 74 FEUILLETON. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco 1,23. Afzonderlijke nommers 5 cent. Inzending van advertentlSn vóór 2 uren op den dag der uitgave. ClOUHAfVT. De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50.'ct., eiken regel meer 10e t Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzêlfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels f 1,— berekend. Bewijsnummers 5 cent. Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Vennootschap ,Goesche Courant". Hoofdredacteur mr. W. S. Kalma. W Klachten over slechte be zorging van ons blad gelieve men onmiddellijk kenbaar te ma ken aan DE DIRECTIE. Geloof en Ongeloof als antithese. De rechtsche partijen kunnen het niet goed velen, dat men aan de anti these raakt. Dat is begrijpelijk. Deze antithese heeft zoo prachtige diensten bewezen bij het totstandbrengen ofmeer nog bij het verinnigen der bestaande coalitie, bij de noodzakelijke samen werking aan de stembus eu ter ver sterking van de bondgenootschappe lijke trouw, dat het onaangenaam is zich dit middel te zien ontwringen. Maar het dient eerlijkheidshalve gezegd, dat er onder de coalitiege- nooten en niet alleen onder de een- voudigsten van hen meerdere zjjn, die werkelijk in de zuiverheid dezer antithese gelooven en daarom zieh de aanvallen der vrijzinnigheid en de ont kenning van de werkelijkheid dezer antithese niet kannen verklaren. Voor dezulken, die er misschien ook in onze omgeving zjjn, mag het dienstig wezen de bezwaren der vrijzinnigen tegen deze antithese duidelijker uiteen te zetten. Want hun niet begrjjpen van deze bezwaren is alleen een ge volg daarvan, dat zjj den wezenlijken aard dezer bezwaren niet kennen. En dit niet kennen heeft ten slotte weer zijn oorzaak in hun eigen onkunde met betrekking tot die antithese. De antithese dan, zooals die door Dr. Kuyper is geformuleerd, is de tegen stelling tusschen hen, die wel en hen, die niet in een geopenbaarde waar heid gelooven. Wij hebben indertijd in enkele artikelen omtrent deze for- mnleering onze meening gezegd en znllen die thans niet herhalen. Voor wie daarnaar nieuwsgierig mocht zjjn, diene dat die voorkomt in de nummers van 17 Sept., 8 Oct. en 15 Oct. 1910. Wij willen thans met een enkel woord de antithese bespreken in haar iormu- leering Geloof en Ongeloof, zooals die door De Zeeuw in haar nummer van 24 Januari is uitgesproken, Hierbjj is danbljjkbaar niet gedacht aan geloof of ongeloof in een geopenbaarde waar- .heid, maar aan geloof of ongeloof in ■Christus als den Zoon van God, als den Koning der Koningen. Dat dit laatste iets anders wil zeggen dan geloof of ongeloof in een geopenbaarde waar heid heeft de schrijver in De Zeeuw bljjkbaar niet bedacht. En toch is het velschil aanmerkelijk. Wjj willen thans de opmerking voorbij laten gaan, dat gelooi in een geopenbaarde waarheid niets zegt, omdat ook een Mohammedaan die bezit, en de woorden niet enkel naar hun beteekenis maar ook naar hun bedoeling nemen, die immers niet anders is dan geloof in de in den Bjjbel geopenbaarde waarheid. Maar ook als zoodanig verschilt deze uit drukking nog aanmerkelijk van die,: geloof in den Christus als Zone Gods. Immers er zijn er (de Ethisehen en ook ten deele de Evangelischen) die in Christus gelooven als den Zoon van JCet geheim van den JCerculeshurchf. Dit het Franseh van GASTON LEROUX. tóathMe, die weer was gaan zitten had de kracht op te staan en een gebaar te maken alsof zjj hem het zwijgen wilde opleggen. Wat Darzao betreft, zjjn gelaat was nog nooit zoo verwrongen geweest van smart. Hg ging zitten en zei met gedempte stem Is het mogelijk, Mathilde, dat je dat hebt gedacht Mathilda boog het hoofd en ant woordde niet. Als ik mi) alle blikken en gebaren van mevrouw Darzae te binnen breng, vervolgde Honletabille onverbiddelijk, dan zie ik in alle de stille uiting van ■een angst, die haar verteerde en dien .Mjj verborgen wilde honden, den angst God zonder nog den Bijbel letterlijk te gelooven zooals de Confessioneelen nat eischen, zonder dus met de aan genomenkerkleer overeen te stemmen. Het geloof nu in de goddelijkheid van Christus zonder meer, met toeken ning dus aan zich zeiven van het recht om van de kerkleer, van den Bjjbel, zooals die door zuivere recht zinnigheid wordt opgevat, te nemen of te laten staan, kan nooit de groote scheiding maken tnsschen vrijzinnigen en kerkelijken. Wjj laten nu de poli tieke partjjgroepeering rusten. Over het verband tnsschen geloof of ongeloof en de politiek hopen we nader te spreken. Maar dit geloof in Jezns Christus ais den Zoon van God kan zonder meer, als van zuiver gods- dienstigen aard, als van zeer speciaal innerlijke waarde, nooit onze houding tegenover het leven en zjjn verschil lende uitingen, onzen stand op elk levensgebied, onze beantwoording van alle levensvragen volkomen bepalen. Daarvoor is een meer gedetailleerde overtuiging noodig, een aauwkenrig stelsel oi tenminste de praedispositie voor een dergelijk stelsel. En wjj meenen dan ook, dat zoowel de schrij ver in De Zeeuw als allen, die deze tegenstelling tusschen geloof en onge loof naar voren schuiven iets derge lijks op het oog hebben. Men zou kunnen meenen, dat het geloof in de Bjjbelsche waarheden bedoeld is en misschien meenen velen, die van genoemde tegenstelling spreken, zelf ook dat zjj dit op het oog hebben. Maar een nauwkeuriger beschouwing kan hun gemakkelijk het tegendeel loeren. Immers die Bjjbel- sohe waarheden zijn niet dezelfde voor allen, die zjj tot de partjj van het geloof rekenen. We behoeven het ver schil in geloofsovertuiging tusschen rechtzinnige Protestanten en Roomseh- Katholieken nog niet te noemen (ook daarvoor hopen we het in dit verband nader te hebben). Ook de rechtzinnige Protestanten onderling verschillen nog te zeer, dat dan in deze tegenstelling gedacht kan zjjn aan precies gefor muleerde waarheden of geloofsover tuiging. Wat dan wel bedoeld is met tegen stelling tusschen geloof en ongeloof, met dezen strijd, diezegt de Zeeuw ,als een roode draad door de historie der beschaafde wereld loopt Het kan niet anders zjjn dan de tegenstelling, die ook wij, vrijzinnigen, volmondig erkennen, die tusschen gebondenheid en vrijheid op het gebied van het geestelijk leven. Dat is een tegenstel ling, die niet alleen de christelijke wereld, maar ook de Joodsehe, ook de Boedhistisehe ook de Heiden- sche kent, de tegenstelling tusschen gebondenheid, onderwerping aan een leerstellig gezag, aan door de kerk of door overlevering vastgelegde ste.lin- gen, en vrjjheid van denken en voelen, vrijheid om uit eigen levenservaringen en eigen innerlijk leven zieh een ge loofsovertuiging op te bon wen. W elke die geloofsovertuiging is, doet er in dit verband niet toe. Want het is niet een bepaald geloof, dat de vrjjheid opheft, maar het is het zieh reeds op voorhand onderwerpen aan een gezag of een stelsel, dat eenzelfde fjjn uitgesponnen waarheid aan alle menschen op straffe van verdoemenis oplegt. In dezen strijd tusschen vrijheid en om te verraden welke vrees zjj in zieh omdroeg, welk schrikbeeld haar dag en nacht vervolgde Ach, laat mjj uitspreken, mijnheer Darzae ik moet open kaart met u spelen, wjj allen moeten open kaart met elkander spe len Wjj zjjn nn bezig „de zaak schoon te wassehen". Welnu, niets was natuurlijk in de manier van doen van juffrouw Stangerson. Zelfs de haast, waarmee zjj aan uw wenseh om zonder uitstel te trouwen, gehoor gaf, was mjj een teeken, dat zjj er zelf vurig naar verlangde, dat schrik beeld voor eens en altijd uit haar brein te verjagen. Ik herinner mij dat ik toen in baar oogen duidelijk, o zoo duidelijk de vraag las„Is het mogelijk, dat ik Larsan voortdurend om mjj heen bljjf zien, zelfs in hem, die aan mijn zyde is, die mjj naar het altaar leidt, die mjj als zjjn vrouw met zich voert En naar het schjjnt is het afscheid dat zij aan het station nam, hartver scheurend geweest, 't Was alsof zjj reed» om hulp riep, om bescherming tegen zichzelf, tegen haar gedachten, misschien uok tegen u 1 Maar zjj durfde haar angst aan niemand uitspreken, gebondenheid nemen de reehtzinnige protestanten een zeer wankel stand punt in. De confessioneelen onder hen (de ethisehen staan onzes inziens zeer beslist aan den kant der vrjjheid) eischen onderwerping van den mensch aan den Bjjbel niet alleen, maar ook, aangezien toch de Bjjbel verschillende opvattingen en uitleggingen toelaat, aan een bepaalde verklaring van den Bjjbel. Die verklaringen en dat is het onzekere is eigenijjk door geen enkel erkend gezag gesanetionneerd, omdat ook de rechtzinnige Protes tant in beginsel geen gezag op het gebied van het geestelijk leven buiten den Bjjbel erkent. Hierdoor mist de als rechtzinnig geldende leer, zooals die door de Catechismus, door kerkvaders en synodes en ten deele bjj stilzwjjgen de overeenkomst is vastgesteld, bet dwingend gezag, dat noodig is om elke afwijking als besliste dwaling te stem pelen. Maar ook ontbreekt er een macht, die op de nieuw opkomende vra gen het eenige reehtzinnige antwoord vermag te geven. Hierin nu staat de katholieke kerk sterker en consequent. Zjj erkent naast den Bjjbel een absoluut gezag, dat wel in theorie slechts in geloofszaken, maar feitelijk op alle gebied van gees telijk en zelfs van maatschappelijk leven onverzettelijke wetten stelt. Zjj is de zuivore incarnatie van bet gezag op geesteljjk gebied, de zuivere uit drukking van gebondenheid. Zij staat in beginsel lijnrecht tegenover het beginsel der vrijheid. En de strijd tusschen geloof en ongeloof, zooals de Zeeuw dien in de wereldgeschiedenis opmerkt, niet tusschen het persoonlijk geloof of ongelool dus aan een bepaalde waarheid, maar tusschen twee levens aanschouwingen, tusschen de twee tegengestelde houdingen ten opzichte van alle leven is ten slotte die tus schen het katholicisme en de vrjjheid. In consequentie gedachtbestaat tnsschen deze twee geen keuze. En dit is ook de strjjd, dien vrijzinnige denkers en schrijvers, zoo goed als onvrijzinnige in de gansehe wereld geschiedenis hebben waargenomen, die tusschen gebondenheid en vrjjheid in godsdienstig en geestelijk leven. Maar deze tegenstelling is iets an ders als geloof of ongeloof in bepaalde godsdienstige waarheden. Het per soonlijk geloof der menschen is te verschillend naar ieders individueele geaardheid vooral onder de vrij zinnigen maar ook onder de anderen bljjkt dit om het tot miatstaf te nemen voor een verdeeling der mensch- heid in twee groote groepen. En dit nu zijn ook de bezwaren der vrij zinnigen tegen de antitheselo. dat van deze erkende tegenstelling in le venshouding een zuiver godsdienstige wordt gemaakt, als bepaalde zjj ieders persoonlijk geloof in het godsdienstige 2o. dat niet de bestaande tegenstelling, die zich ook op politiek gebied nu en dan zal uitspreken, maar het verschil in geloofsovertuiging tot een politieke antithese wordt ge.maaktj 8ó. dat bij die laatste manoevre het enorme verschil in geloofsovertuiging tusschen recht- zinnigo Protestanten en Roomsch- Katholieken opzettelijk en met voor bedachten rade wordt doodgezwegen. Over die beide laatste bezwaren hopen we een ander maal nog te schrijven. Buitenland. omdat zjj bang was voor het antwoord, dat men haar zon geven. En Rouletabille bracht zjjn mond tot vlak bij het oor van Darzae en zei, niet zoo zacht dat ik hem niet kon verstaan, maar toch zacht genoeg om te maken dat Mathilde het on mogelijk kon hoorenZjj was bang dat men baar zou antwoorden„Wordt ge weer krankzinnig Toen vervolgde hjj weer overluid: Gjj moot alles goed begrijpen, mijn heer Darzae, de koelheid waarmee gjj soms werdt behandeld en ook de kiesche zorgen, waarmee mevrouw Darzae, die in haar voortdurenden twjjfel soms door wroeging werd ge kweld, u dan weer omringde 1 Ik moet eerlijk bekennen dat ik u soms zoo diep somber voor u uit zag staren dat ik heb durven deD ken dat gij iets van mevrouw Darzae's argwaan ge merkt hadt. Maar laat ons elkaar vooral goed begrijpen Niet de gedachte dat professor Stungerson's dochter het wel zou hebben gemerkt kon mjjn vermoedens verjagen, want zy meende het wel te merken. Neen 1 Neun 1 Mjjn vermoedens zjjn door iets anders verjaagd. De pest in china. De pestepidemie in het verre Oos ten dreigt een zoodanigen omvang te nemen, dat men naar de mid deleeuwen zal moeten teruggaan, om baars geljjke aan te treffen. De wintermaanden, die het meest geschikt waren om de plaag te bestrijden, gaan voorbjj zonder dat de Chi- neesehe regeering afdoende maat regelen nam, en de hitte van het warme komende jaargetijde zal er niet weinig toe bijdragen de besmet ting in nog breeder kring te ver spreiden. De onwetendheid der Chinee- sche bevolking, die de Japanners be schuldigt de bronnen vergiftigd te hebben, en die met de voorzorgs maatregelen der moderne hygiëne den spot drjjft, de overbevolking van de aangetaste provincies, en het ge brek aan een goeden geneeskundigen dienst zjjn drie factoren, die het zoo goed als onmogelijk maken, den voort gang der ziekte te keeren. de momesteele toestand. Volgens de New-York Herald ster ven in Noord-Mandsjoerjje op het oogenblik dageljjks minstens duizend personen aan de pest. De Chineesche stad Fu-Chia-Tien is geheel verlaten. Tenminste moeten daar reeds 4000 pestgev&Uen met doodelyken afloop voorgekomen zijn. De overige bevol king dezer stad, die ongeveer dertig duizend inwoners telde, zoekt haar heil in de vlucht. Thans omgeeft een oordon van soldaten haar wallen, om 'n ieder, die in de dooden-stad wil binnendringen, den pas af te snjjden. Kar bin met omliggende doipen bin nen een rayon van twee-honderd mjj- len biedt een zefde tooneel van ver schrikking. Met geen mogelijkheid is 't aantal gevallen met doodeljjken afloop, die hier voorkomen, met eenige nauw keurigheid in cjjfers uit te drukken. Hetzelfde geldt voor de meer zuide lijk gelegen nieuwe haarden dor epide mie. Reeds zijn twee-en-twintig Euro- peesch en inlandsche geneesheeren,ter wijl zjj poogden hulp te brengen, door de besmetting aangetast en ge storven. Er zijn bijna geen krachten om hen te vervangen, want nóch de Russische, nóch de Chineesche regee ring is er ingeslaagd, een voldoend aantal bevoegde geneesheeren te vin den, die bereid zijn met gevaar van eigen leven aan de bevolking der ge teisterde streken een hulp te brengen, die zy zelf niet verlangt. De snelle verspreiding der ziekte wordt zeer bevorderd, doordat de bevolking der besmette streken ongehinderd ver keert met plaatsen, waar de plaag niet is waargenomen. Zoodra in een dorp of stad de pest haar intrede gedaan heeft, doet zieh het verschijn sel voor, dat een gedeelte der bevol king door schrik aangegrepen, elders een onderkomen zoekt. Dikwjjls zijn onder deze vluchtelingen personen, die reeds besmet zjjn. Het andere deel der inwoners beschouwt het ge vaar meer fatalistisch en wacht, zon der eenigen tegenmaatregel te nemen, zjjn lot gelaten af. De ziekte zelf. De Parjjsohe professor A Chante- messe, een bekend specialist op het gebied der cholerabestrjjding, publi- Dat is waarlijk geen wonderriep Darzae wanhopig. Zjj hadden ai ver jaagd kannen worden door deze een voudige redeneering dat, als ik werke lijk Larsan was en juffrouw Stanger son was mijn vrouw geworden, het voor mjj van het grootste belang was dat zjj in Larsan's dood bleef gelooven. Ik zou er voor hebben gezorgd dat ik niet uit den doode was herrezen 1 Want heb ik Mathilde niet verloren op den dag dat Larsan zich weer aan ons heeft vertoond Pardon, mynheer Darzae, pardon riep nu Rouletabille, die nog witter zag dan een doek. Uw redeneering is weer niet zniver, als ik het zeggen mag. Als n logische redeneerde zou u tot een tegenovergestelde slotsom komen. Ik redeneer zoo wanneer gjj een vrouw hebt, die gelooft, of er zeer na aan toe is te gelooven, dat g(j Larsan zijt, dan zoudt ge niets vuriger wenschen dan haar te kunnen bewjjzen dat Larsan bestaat buiten u om. Op deze woorden stond Mathilde op en ging tegen den muur en vlak naast Rouletabille staan. Haar ademhaling ging snel en haar blik week niet van ceert over de pest-epidemie een artikel, waaraan wjj het volgende ontleenen Wesieljjk-Mongolië en het district ten oosten van het Baikal-meer, zjjn het vaderland van een knaagdier, een soort van landbever, in het Oosten bekend als „Tarbagan". Dit dier, dat wegens zjjn huid zeer gezocht is, wordt even gemakkelijk door longenpest be smet als de gewone rat door builenpest. Einde October van het jaar 1910 werden in Mongolië een zestal Tarba- gan-jagers, die een groot aantal bevers gedood en gevild hadden, achtereen volgens aangetast door een ziekte, die zieh in haar eerste stadium kenmerkt door een hevig hoesten, vervolgens door overvloedige bloedspuwingen en die gewoonlijk binnen twee dagen met den dood eindigt. Het was de gevreesde longenpest. Voordat een tweetal weken verloopen waren, moest men reeds 157 gevallen met doodelyken afloop eon- stateeren. In geval van builenpest wordt de ziekte door den beet van insecten, die met besmette ratten in aanraking zjjn geweest. Bij longenpest daarentegen is de zieke zelf de verspreider der be smetting. Door zijn adem en hoestbuien verspreidt hy de microben op eenzelfde wjjze als de lijder aan influenza zijn omgeving besmet. De longenpest is de verschrikkelijkst denkbare vorm van pest. Geen enkel serum is tot nu toe afdoende gebleken Het feit, dat in Maudsjoerjje 100 pCt. der aangetasten sterft, bewijst, dat de microbe, die er haar noodlottig werk verricht, van een zeldzaam krachtig type is. Waarschijnlijk heeft zieh bin nen de longen van den Tarbagan- bever een nieuwe variëteit ontwikkeld, die de hevigheid der thans heerschende epidemie verklaart. Binnenland. Kamerverkiezing Sneek. In het district Sneek zijn officieel eandidaat gesteld voor de Tweede Kamer de heeren ds. A, van der Heide, te Britswerd (S. D. A. P.), dr. J. G. Soheurer, te Ermelo (antirev.) en Ph. NoordwaU, te Balk. Een vierkant stuiverstuk. In zijn antwoord op het Verslag der Eerste Kamer over de Begrooting van Financiën is de Minister na ontvangst van het voorloopig rapport van den Muntmeester tot de overtuiging ge komen, dat de invoering van een vierkant stuiverstuk met afgeronde hoeken het beste zal wezen. In deze richting worden ihans de proefnemingen en onderzoekingen voortgezet. Voor een ongunstig oor deel over het uiterlijk van de nieuwe kwartjes vindt de Minister geen aan leiding. Tienurige arbeidersdag. De federatie der vijf R. K. volks bonden en werklieden-organisaties in Nederland en het bureau voor de R. K. vakorganisatie hebben aan den minister van landbouw, n-jj verheid en handel een adres gezonden, waarin de verwachting wordt uitgesproken, dat de regeering de wettelijke rege ling van een normalen arbeidsdag voor volwassen arbeiders zal tot stand- brengen en wel om de volgende re denen Darzae, wiens gezicht een onbeschrijfe lijk harden trek had gekregen. Wat ons betreft, wij waren zoo onderden indrnk van Rouletabille's redeneering, dat wjj vurig naar het vervolg ver langden. Wjj wachtten er ons wel voor hem in de rede te vallen en vroegen ons onderwjjl af, tot welke gevolgtrekkingen zjjn vreeseljjke on derstelling hem geleld kon hebben. Rouletabille vervolgde weer even kalm als altjjd Niet alleen dat het voor u wensche- lijk was haar te bewijzen, dat Larsan bestond buiten u om, het geval zou zich ook kunnen voordoen dat ge haar dit moest bewijzen, dat het drin gend noodig was Stel u eens voor, mijn waarde mijnheer Darzae, dat gjj- zelf eens, geheel onwillekeurig, ge maakt hadt dat zjj Larsan in u meende te zien, dat zij Larsan in u zag, dan werd het voor u toch dringeud nood zakelijk haar te bewijzen dat hy niet in u, dat bjj ergens anders was Ach, ik bid u, bljjf toch kalm, mijnheer Darzae, ik zeg u immers, dat ik u niet meer verdenk. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1911 | | pagina 1