N°. 5 1910 Dinsdag 11 Januari. 978te jaargang. FEUILLETON. In stormachtige Tijden. J GOESGHG 4 De uitgavo dezer Courant geschiedt Maandag-, WoenBdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, in Goes f 0,73, buiten Goes, franoo f 8,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. Inzending: van advertentlën jvóór 2 uren op den dag der uitgave. Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. ,van Seters. Uitgavejvan|de Naaml. Vennootschap „Goesohe Courant". Hoofdredacteur W. Kebremaks. COURANT. De prjjs der gewone advertentiën'is van 1-5 regels50 ct., eiken regel meer 10 ct Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt Je pr|Js slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelpk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels A 1,— berekend. Bewijsnummers 5 cent. K a 11 e n 1 a n d. Da oorsprong van din rüssisch- Japansohen oorlog. De Monde Illustré publiceert mede- deelingen van den Kus Burzew, over den oorsprong van den oorlog tusschen Rusland en Japanmededeelingen, die steunen op drie, niet van belang ontbioote, geheime documenten. Vol gens Burzew, spoorde de Russische hofpartij tot den oorlog aan. Generaal Koeropatkine, graaf Witte en Lams- dorff, die Japans kracht kenden, wilden den ooi log verhinderen, maar de ver trouwelingen van den tsaar, waartoe ook minister Plehwe behoorde, gaven namens den tsaar instructiën aan de Russische vertegenwoordigers in Mandsjoei'ije en Japan, waarvan de oüicieele regeering onkundig bleef. De drie medegedeelde documenten maken melding van instructiën van den tsaar aan den opperbevelhebber, grootvorst Alexejew, waaruit valt op te maken, dat de hofpartij aanraadde, ▼oor de Japanners terug te trekken, om dezen, op een kritiek oogenblik van de onderhandelingen, tot den aan val te prikkelen. Zoo telegrafeerde de tsaar op 14 Januari 1904 aan Alexejew, dat Rusland zelfs,een lan ding van de Japanners in het zuiden en oosten van Korea door de vingers zou zienhet zou zich zelfs schikken in een bezetting van Korea door de Japanners tot de waterscheiding van de Jaloe, zonder Japan den oorlog te verklaren. Op 26 Januari seinde de tsaar, dat het wensehelijk zou wezen, dat de Japanners de vijandelijkheden begon nen en dat hun daarom de landing aan de zuidoostkust van Korea tot Honsch niet belet moest worden slechts als de van het westen voort- rukkende Japanners den 38sten breed tegraad mochten overschrijden, zou Alexejew tot den aanval mogen over gaan. Deze instructie van den tsaar werd zoo goed opgevolgd, dat de Ja panners tot in de haven van Port- Arthur konden doordringen. Beter dan deze oorlogsklanken in dit bericht is wat de Haagsche corre spondent van het Berliner Tageblatt schrijft. Hij meldt Ik ben in staat het bericht van Engelsehe bladen te bevestigen, dat de Amerikaansche staatssecretaris Knox in een circulaire aan de Haagsche verdragsmogendheden de uitbreiding van het internationale prijzengerecht tot een Blijvend hof van Arbitrage voor alle in tijd van vrede als wel van oorlog opkomende twistvragen heeft voorgesteld en reeds verschei dene gunstige antwoorden ontvangen heeft. Ook Holland heeft, zooals ik ver neem, de circulaire toestemmend be antwoord. Desniettemin staat men in de kringen van de hier aanwezige vredesvrienden tamelijk sceptisch le- 53 Maar hel Engeltch va» Barones ORCZT. Zij was niets dan het slachtoffer van een ideaal, van het lot, dat ster ker was dan haar eigen wil. Zjj stond als een onschuldige martelaris tegen over het groote misdrijf in haar leven. •Maar de minuten snelden voorbij. Foucquier Tinville had blijkbaar zijn nieuwe vonnissen klaar. Dat tegen Juliette Marny werd het eerst voorgelezen. Zij was nu beschul digd van met Paul Déroulède samen gezworen te hebben tegen de veilig heid van de republiek, door bekend te z|jn met een verraderlijke corres pondentie gehouden met de gevangene Marie Antoinette, na welke beschul diging de Publieke Vervolger haar vroeg of zij nog iets te zeggen had. Neen, antwoordde zij luid en be slist. Ik iioop dat onze koningin Marie Antoinette vrjj zal komen en in veiligheid zal gebracht worden en dut het schrikbewind en deze anarchic vernietigd worden. Deze woorden, opgeteekend in het „Bulletin van de revolutiaire Volks vertegenwoordiging", werden als laat ste en onweerlegbare bewijzen van genover het plan. Hot voorstel komt niet uit de lucht vallon daar de vertegenwoordiger van Amerika op de tweede Haagsche con ferentie, Choate, reeds toen, na de verwerping van een internationaal scheidsgerepht, zeide, dat de Veree- nigde Staten do zaken niet zouden laten rusten. Het voorstel dit scheids gerecht met de prjjzenrechtbank te vereenigen, wordt echter als minder ge lukkig besehouwd.Vele landen waaron der Noorwegen bv. onderteekenden het verdrag alleen daarom, omdat het beter was dan in 't geheel geen regeling. Zjj zouden echter onder geen omstan digheden tot een verdrag over een wereldscheidsgerecht mei de in het verdrag over het prijzengerecht vast gestelde verdeeling der rechters toe treden. De overeenkomst tot vestiging van een prijzengerecht, het eenige, wat de tweede Haagsche Conferentie tot stand bracht, kon dus naar de alhier heerscheude opvatting door een overeenkomst, ais die welke men nu op 't oog heeft, in gevaar gebracht worden. Als 't kon zou dat Hof zich wel eens mogen bezig houden met het arme Finland dat zoo tegen alle wet en recht door Rusland wordt behandeld. Nu heeft de vereeniging van Finsche advoca ten een manifest aan de bevolking gericht, waarin de Finnen aangespoord worden, aan de besluiten van don senaat passie ven weerstand te bieden. Men moet beginnen met het weigeren belasting te betalen. De besluiten van den senaat, die geen ander doel heb ben dan Finland van zijn onafhanke lijkheid te boroovcn, zyn onwettig. B i in n e 1 a n d. Van het Hof. Een vierhonderdtal officieren van het Haagsche garnizoen begaven zich Zaterdag naar het Koninklijk Paleis aan het Noordeinde, ter aanbieding van hun gelukwenschen met de ge boorte van de Prinses. Allen defi leerden voorbij het Koninklijk echt paar en den divan, waarop de jonge Prinses was neergelegd. H. M. en Z. K. H. waren omringd door de leden van hun civiel en hun militair Huis. Zeven tig jarige Kamerleden. Vijf van onze afgevaardigden zullen in den loop van dit jaar den zeventig jarigen leeftijd bereiken. Het zyn van de Eerste Kamer de heeren Havelaar, 23 Januari, De Jong, 16 Febr. en Hovy, 17 Juli, en van de Tweede Kanier de heeren Jansen (den Haag), 14 December en Roessingh, 8 Februari. Kunst <en Wetenschap. f 200,4)00 PER WEEK. De uitgaven van de Metropolitaan- sche Opera te New-York zjjn thans tot twee honderd duizend gulden per haar schuld beschouwd, en daarop werd z|j met algemeene stemmen ter dood veroordeeld. Toen moest zij van de Bank der be schuldigden opstaan en Déroulède daarop plaats nemen. Ii|j luisterde kalm naar de lange beschuldiging, die Foixcquier Tinville den avond te voren al voor hem in orde had gebracht. De woorden „ver raad tegen de republiek kwamen er herhaalde malen in voor Het docu ment zelf gelijkt sprekend op duizend andere bi schuldigingen, door dien kwaadaari ligen Foucquier Tinville in deze peric ide van bloedvergieten opge maakt, d; ie op zichzelf even zooveel beschuldi gingen waren tegen de af- schuweljj' ke parodio van gerechtig heid, doi ir zyn toedoen in het leven geroepen Omdat hjj bekend had en zichzelf als ven ader aangeklaagd, werd aan Déroul.étle zelfs niet eens gevraagd, of hij iets te zeggen had; met do groot,ste koelbloedigheid werd dade lijk het doodvonnis tegen hem ge- eisoht. Daarna werden Paul Déroulède en Juliette A tarny onder streng geleide naar buito. n gebracht. HO OFDSTÜK XXVII. De Fra ctidor Oproeren. Veel vers lagen, meer of minder ge loofwaardig, zjjn gepubliceerd over de gebeurtei lissen in de geschiedenis bekend ala- r de „Fructidor Oproeren"- week gestegen. Men begint nu einde lijk in te zien dat het zóó niet laDger door kan gaan. Verleden jaar bedroeg het deficit circa zesmaal honderd dui zend gulden en algemeen is men bevreesd dat het tekort in dit jaar aanzienlijk hooger zal zjjn. Vele trouwe operabezoekers beweren dat men vroe ger, toen Maurice Grau de leiding had, betere voorstellingen in de Metropoli- taansche Opera zag, dan thans en wat meer zegt, toen was er geen tekort, werd er integendeel winst gemaakt. Het tweede gram radidm. Aan het Weensche staatsdepot voor den verkoop van radium is uit Joa- chim3thal het tweede gram radium aangekomen. Het zal evenals het eerste gram in het klein verkocht worden, tegen 380 kronen het milligram. Er zijn gegadigden genoeg. Het depot is nog niet met de verzending begonnen, omdat het eerst proeven moet nemen met een methode van inpakking, die het gevaarlijke element goed afsluit. Wel kanalen op Mars. Het laatste bericht omtrent de ge steldheid van Mars, was dat er zich op dezen planeet geen kanalen bevin den en dat de tot dusverre aangenomen kanalen op optisch bedrog berusten. Thans komt de bekende Mars-waar nemer professor Percival Lowell ver klaren dat volgens zijn waarnemingen op het Flaasstaff observatorium te Arizona ten O. van Syrtis, twee nieu we kanalen ontstaan zijn, welke tot dusver niet aanwezig waren. De kanalen, die geteekend en gefotogra feerd zijn, moeten van een verbazende grootte zijn. Zij kunnen niet te voor schijn zjjn geroepen door den invloed der jaargetijden, daar zij zich vroeger in geen der Marsjaren vertoond hebben. V olgens hem zou't heele kanaalsysteem, waarin zij uitstekend passen, door be woners van Mars gemaakt zijn. Wie van de twee geleerden gelijk heeft, moet voorloopig in het midden gela ten worden. Simplex. Van de bekende Machine- Rjjwiel- Automobielenfabriek „Simplex" Over toom 271 te Amsterdam, ontvingen wij een maand-kalender, waarvan de teekening is ontworpen door den in Amerika verbljjfhoudende, Ilolland- schen artist, den heer Anton Molken- boer. Het stelt voor een wiel van een Simplex-Automobiel, waaraan een kind bezig is met een Engelschen sleutel; een goed gevonden beeld om aan te duiden, hoe gemakkelijk de Simplex automobiel in de behandeling is. Het geheel is omgeven door een smaakvollen rand van rijwielketting, de gepatenteerde Simplex-ketting- wielen en het bekende handelsmerk. De uitvoering is in kleuren, niet schreeuwend als een reclameplaat, doch in zachte tinten, geschikt voor eiken salon. Wij vernemen, dat de Simplex deze kalenders gratis op aanvraag aan hare clientèle verstrekt. Maar hier volgt een getrouw ver slag, ten minste het is het verhaal zooals het eenige dagen later in En geland verteld werd aan den Prins van Wales door niemand minder dan door Sir Percy Blakenyen wie zou het nu beter kunnen weten dan de Roode Piimpernel zelf? Déroulède en Juliette Marny waren de laatsten der gevangenen, die op dien gedenkwaardigen dag vorhoord werden. Er waren er zooveel geweest, dat alle wagens met huiven al gobruikt wareu voor het vervoer van gevange nen van en naar het rechtsgebouw daarom was er alleen nog maar een oude rammelkast van een kar zonder huif over, waarin aan Déroulède en Juliette bevolen werd plaats te nemen. Het was nu bij negen in den avond, De straten van Parijs, spaarzaam verlicht door enkele olielampen hier en daar, zagen er armzalig en onge lukkig uit. Er viel een fijne motregen, die de slecht geplaveide straten in een wa ren modderpoel veranderde. Het paleis van Justitie was om ringd door een schreeuwende en joe lende menigte, die na allen brande wijn uit do naburige kroegen ver zwolgen te hebben, nu buiten in don druipenden regen wacntte, met het opzettelijk plan om hun opgespaarde, door den drank vermeerderde woede te wreken op den man, dien zij eens veroerd had, maar nu haatte. Schoal en Kerk. Lüther. In de N. R. Of. lezen wij 't volgende ingezonden stuk Hooggeachte Redactie In het Kerstnummer van de Lim burger Koerier staat een verslag van eeuo lezing over de Hervorming, ge houden door den WelEerw. Heer A. C. J. Lenders in de vereeniging Geloof en Wetenschap te Venlo. Dit verslag zegt, dat de heer L. in een „weten schappelijk" betoog de oorzaken en de gevolgen der Hervorming besprak, en tegenover het Protestantisme het Katholicisme stelde. Sprekende over de persoon van Luther noemt de heer L. dezen hervormer „een twijfelaar, een dronkaard, een ontuchtige" Luther's geschriften „wemelen voor een deel van schandige taal". Zyn eind-oordeel over Luther luidt„de vloekende, hatende Luther is een sombere figuur". De verslaggever van deze lezing had in 's heeren Lenders' rede nog „wat meer kleur" gewenecht zjj zou dan een „nog veel dieperen indruk" hebben gemaakt. Wjj dachten, M. de R., dat het nog al zoo kondat er wel eenige aan leiding voor ons was om U te vragen een woord van ernstig protest tegen het door den heer Lenders gesprokene te willen opnemen. Men ontmoet menigmaal gemoede lijke Protestanten, die oprecht ineenen, dat de oude haat van Rome tegen het Protestantisme, nu ja, nog wel in theorie, doch niet in werkelijkheid, bestaat. „Stoelen" de beide deelen der Christenheid, Roomschen en Protestan ten, niet op één „gemeenschappeljjken wortel des geloofs" Laten dezulken het boven aangehaalde uit het verslag van 's heeren Lenders' rede goed lezen misschien zullen hun dan de oogen opengaan. De heer Lenders en de redactie van de Limburger Koerier mogen het voor hun geweten verantwoorden zulke dingen te hebben gesproken en te hebben doen drukken. Wij hebben den heiligen plicht, onze Protestantsche medeburgers te waarschuwen, opdat zij wakker worden en het hun toe vertrouwde goed met kracht verde digen. Protestanten, uw Roomsche vrienden smaden wat u heilig is. Men kan natuurlijk van den heer L. niet verwachten, dat hij, sprekende over de Hervorming, een lofrede op de groote leidslieden in deze gods dienstige beweging zal houdeneven min is van hem te verwachten, dat h|j de zegenrijke vruchten van Lu ther's optreden ook voor de Roomsch- Katholieke Kerk in een helder dag licht zal stellen. Het is zelfs te be grijpen, al is het niet zedelijk hoog, dat hij met eenig genoegen zal mel ding maken van slechte geruchten over Luther'B private leven, welke geruchten tijdens en kort na Luther's leven gretig werden verspreid door Mannen, vrouwen en zelfs kinderen zwierven om de hoofdingangen van het Paleis van Justitie, langs den oever van de rivier tot de Pont au Change tot aan het Luxemburg, nu veranderd in de gevangenis, waarheen deveroordeelden ongetwijfeld gebracht zouden worden. Langs den oever van de rivier en vlak tegenover het Paleis van Justitie Btond een rij galgvormige palen op een afstand van vjjftig meter aan el kaar af, die ieder een walmende pe troleumlamp droegen, op een hoogte van acht voet van den grond. Een van deze lampen was or afge slagen en van den paal zelf hing nu een lang stuk touw met een lus aan het eind. Om deze geïmproviseerde galgen zat een groep vrouwen in de modder, haar gescheurde jakken en rokken waren doorweekt van den regen haar haar, hetzij grijs, donker of stroogeel, zat geplakt om haar natte aangezich ten, waarop het vuil en de vochtig heid spookachtige lijnen getrokken hadden. De mannen waren rusteloos en ru moerig, liepen doelloos heen en weer, van den hoek naar de brug, tot aan het Paleis, bang dat hun prooi aan hun wraak zou ontsnappen. O, hoe naatten zjj hun vroegeren vriend nu 1 Burger Lenoir, met zijn breede schouders en krachtig, mot vuil be. dekt hoofd, stak boven do menigte zijne tegenstanders. En w|j juichen het zelfs in den heer Lenders toe, dat hij tegenover het Protestantisme (waarvan hij blijkbaar niets begrijpt) stelt zjjn Katholiek geloof dat is eerlyk en, in zulk een omgeving, heel moedig. Maar wel mag men verwach ten, dat iemand, die optreedt in eene vereeniging, welke den naam draagt Geloof en Wetenschap, toont eenigen eerbied voor de wetenschap te hebben. Wetenschap is wéér; wat de heer L. zeide is onwaar. Het zijn werkelijk niet alleen Protestantsehe schrijvers, die iemand minder onjuist kunnen in lichten dan de heer L. heeft gedaan. Wjj begrijpen, dat wy niet zooveel aanspraak op de ruimte in uw blad mogen maken om het verslag punt voor punt te bespreken. Wel zouden wy den heer Lenders willen verzoe ken zjjn rede, in den vorm, waarin zij is gehouden, in druk uit te geven Dan zal blijken hoeveel „wetenschap pelijkheid" er in zit en met hoeveel ruw geweld en niets ontzienden haat door hem de schennende hand is uit gestoken naar een der grootste en edelste zonen der menschheid. Wij maken van onze groote voorgangers geen heiligen j (wjj kennen maar één Heilige, die is onze God. Maar wat wij Protestanten wel eischen is, dat men niet onze groote mannen in een verkeerd daglicht zal plaatsen. De lage scheldwoorden, die deze Eer waarde in Geloof en Wetenschap bezigde, willen wij niet herhalen, maar wjj willen toch wel vragen is er grooter dwaasheid en onwaar heid mogelijk dan Luther, den man met het kinderlijke hart, die het Duit- sche lied schiep en den Germaanschon stam het leven inblies, „een sombere figuur te noemen Het zou ons weinig verwonderen. Mijnheer de R., Indien vele Katholieke lezers varf de Limburger Koerier na het verslag der besproken rede te hebben genoten, bjj zichzelven hebben gedachtnon tali auxilio.j1) Het Katho licisme tegenover het Protestantisme te verdedigen, is het recht van eiken Katholiek, maar het zal niet eiken Katholiek onverschillig zjjn met welke middelen dit geschiedt. Er zjjn wape nen, welke hem, die ze gebruikt, ont- eeren. Met hartelyken dank voor de opne ming dezer regelen, teekenen wy, Hoogachtend De Groote Kerkeraad der Evangelisch- Luthersche Gemeente te Maastricht. Maastricht, den 5 Januari 1910. Niet met zulke hulp. Uit de Pers een tekst aangevuld. Er is weer een geschriftje versche nen om dr. Kuyper te verdedigen. Hierin wordt o. a. gezegd „O, we wenschen dr. Kuyper spoe dig een dag van volkomen oud-testa- mentische wraak toe. Een wraak van uit; zjjn doordringende stem met het ruw. provinciaal accent, kon men duidelijk boven alles uit hooren, hy wakkerde zoo mogelijk den haat tegen de gevangenen niet blik en woord aan. De kolendrager. afkomstig uit de provincie, scheen zichzelf de boos aardige taak opgelegd te hebben, de verwoede menigte tot een of andere verschrikkelijke daad van wraak tegen Juliette en Déroulède op te zetten. De duisternis in de straat, de steeds vallende motregen, die hot licht van do olielampen verduisterde, scheen aan deze woedende, ziedende menigte iets spookachtigs te geven. Niemand kon zyn buurman zien. De joelende of schreeuwende gestalte maakten in de duisternis van den avond een spookachtigen indruk. Toen Déroulède buiten kwam, viel het licht van een lautaren bjj de voor deur, juist op zjjn gelaat. De voorste van de menigte her kende hemeen opgewonden gehuil brak los en honderd handen werden dreigend tegen hem opgegeven. Zjj schenen hem in stukken te wil len rjjten. Aan de lantaren 1 Aan de lan taren met don verrader 1 Hij huiverde even, als van koude, maar stapte toen kalm, door Juliette, gevolgd, in den wagen. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1910 | | pagina 1