N° 134 1909.
Zaterdag 13 November
969te jaargang.
Bij dit no. behoort een
Bijvoegsel.
FEUILLETON.
In stormachtige Tijden.
GOESCHË
Do uitgave.dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per ;k wartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco 1,25.
Afzonderlijke nouimers 5 cent.
inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
Telefoonnummer 23.
Directeur A.
K^A. van Seters.^ ^Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant".
De prjjs der gewone ad verten tiën'is van 1-5 regels 50 ct., eiken regel ruecr 101-1
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a 1,berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
Hoofdredacteur W. Kerremaes.
I)e toestaiid der land
arbeiders.
Toen wy in do nummers van 15,18
en 20 Mei der Goesche Courant het
rapport bespraken dat door de soc.
democraten was uitgebracht over den
toestand der landarbeiders, konden
we niet vermoeden, dat in ditzelfde
jaar nog het rapport verschijnen zou
van de Staatscommissie voor den Land
bouw over den oeconomischen toe
stand der landarbeiders. Dit staats-
rapport, dat vijf dikke en groote deelen
beslaat, en een breed uitgewerkt en
vergelijkend feiten-materiaal insluit,
is voor ons gewest van zoo groote
beteekenis dat we er veel ruimte van
ons blad voor moeten afstaan.
De commissie werd den 7en Juli
1906 geïnstalleerd en begon daarna
haar onderzoek. Eenige commissie
leden maakten later een reis door
het buitenland, teneinde zich op de
hoogte te stellen van de werking
der aldaar in het belang der land
arbeiders getroffen maatregelen, waar
van de uitslag in het rapport nader
gesproken wordt.
Eerst worden dan besproken de
inkomsten der landarbeiders,
waarbij rekening gehouden wordt met
hot verschil in arbeidsduur, in den aard
van het werk en van leeftijd der
arbeiders. De loonen zijn in de laatste
jaren vrijwel in alle deelen des lands
gestegen, al is die stijging niet overal
even hoog geweest en de vraag wordt
overwogen of de welvaart is gestegen
in dezelfde verhouding als het loon.
Sommige berichtgevers spraken van
onoordeelkundige uitgaven, toenemen
de opschik en weelde, anderen wezen
er echter op dat het leven duurder
is geworden. Zoo kostte het stroo dat
de arbeider voor zijn vee noodig heeft
hem vroeger niets, terwijl hij 't nu
duur betalen moet. Ook wordt opge
merkt dat de arbeider nu dikwijls uit
gaven heeft te doen om een voldoend
loon te krijgen, welke vroeger niet
noodig waren. Genoemd wordt b.v.
het rijwiel, dat bij arbeiders meestal
volstrekt geen weelde is, maar ge
bruikt wordt om op grooteren afstand
van zijne woning te kunnen werken
dan vroeger. A1b tweede voorbeeld
wordt gegeven het lezen van cou
ranten. Vroeger werd daarvoor zoo
goed als geen geld uitgegeven, tegen
woordig wel.
Maar het zal, zegt het rapport, ge
heel afgezien van de vraag in hoe
verre het lezen van bladen een nood
zakelijk uitvloeisel is van de meer
dere geestelijke ontwikkeling en deze
weder noodzakelijk vereischte van het
moderne bedrijf, moeieljjk kunnen
worden ontkend, dat dit geld op goede
gronden, onder de onkosten van het
beroep kan worden geboekt. Zonder
courant kan de arbeider niet altijd
voldoende op de hoogte blijven van
de vraag naar werkkrachten, van de
prijzen die hij voor de producten van
zijn kleinbedrijf kan maken, van wat
er omgaat op het gebied van het ver-
eenigingsleven.
De loonstijging mag eveneens niet
te optimistisch stemmen, omdat die
hoogstens slechts voor een zeer klein
deel te beschouwen is als het begin van
een versterking der oeconomische posi
tie van den landarbeider. Om hiertoe,te
komen acht de commissie noodig, le
loonsverhooging, 2e opheffing van de
bezitloosheid.
Alvorens deze twee punten te be
spreken beschouwt de commissie dan
de bijverdiensten der landarbeiders
zooals door huisnijverheid, grondge
bruik, het houden van klein vee enz.
Een belangrijke loonsverhooging
zal moeielp te handhaven zijn, om
dat de werkgever dan zooveel moge
lijk gewassen zal gaan telen, die weinig
arbeid vorderen of zich werktuigen
verschaffen die arbeid sparen. Dan moet
onvermijdelijk de werkloosheid ver
meerderen en er zou zeker een zeer
sterke organisatie noodig zjjn om te
voorkomen dat arbeiders niet onder
de markt gaan werken. Wel wordt
in andere zakken (o.a. bjj de diamant
industrie) de loonsverhooging verhaald
op de verbruikers, maar de voordeelen
hiervan zouden verloren gaan, naar
mate die meer algemeen werd, omdat
de arbeiders dan zelf ook weer meer
zouden moeten betalen voor hun
voedsel.
Op de keper beschouwd we
citeeren hier het rapport is de
arbeider nog veel meer door de on
zekerheid zijner positie dan doorzijn
loon in het nadeel tegenover andere
maatschappelijke klassen. Hierdoor
staat hij er voortdurend aan bloot tot
armoede te vervallen, niet alleen bij
buitengewone gevallen, maar ook bjj
zoodanige, welke ieder mensch treifen:
ziekte-ongevallen, slapte in bedrijf,
invaliditeit enz., terwijl het besef, dat
hij in zulke omstandigheden zich niet
kan redden, maar aan de genade van
anderen is overgeleverd, niet zelden
het gevoel van eigenwaarde doodt en
oorzaak is van allerlei moreel bederf.
Dit kan niet worden weggenomen door
verhooging van inkomsten alleen,
maar door vorming van bezit en
terecht haalt het rapport hier een
Duitsch schrijver aan die gezegd heeft:
Het is in de wereld ongelukkig inge
richt, hoe noodzakelijker het is om te
sparen, hoe moeielper ook.
Over het sparen door landarbeiders
geeft het rapport dan tal van cijfers,
statistieken en berekeningen, die wij
echter niet kunnen overnemen en
geeft wenken om het sparen aan te
moedigen.
Diep treurig noemt de commissie
den toestand der oude arbeiders
Onder de dwalingen, welke in sommige
hoogere kringen omtrent het leven der
arbeiders gangbaar zijn, nemen zeker
wel in een eerste plaats in deze twee,
dat de armoede der arbeiders te
wpen is aan gebrek aan spaarzaam
heid en dat de oude arbeiders als
regel door hunne kinderen worden
onderhouden, zegt dit rapport. Van
de zijde der kinderen is veelal niet
veel steun te verwachten, dat leeren
de verslagen ten duidelijkste,en meestal
is het den kinderen onmogelijk steun
aan de ouden te verleenen, omdat zij
zelf een gezin hebben. Slechts hoogst
zelden vindt men een geval dat de
patroon, een arbeider dien hij langen
tijd in het werk had, uit eigen mid
delen pensionneert. De eenige steun,
dien een patroon soms verleent, be
staat daarin, dat wel eens een arbeider
in dienst gehouden wordt waar men
voor het zelfde loon een betere jon
gere werkkracht zou kunnen krijgen.
Ouderdomsverzorging acht do com
missie dan ook zeer noodig.
Geklaagd wordt verder dat de
plattelandsbevolking afneemt en naar
de steden of het buitenland trekt,
waarvan verschillende oorzaken wor
den genoemd. We nemen eenige cijfers
uit dit deel van het rapport over van
Zeeuwsche gemeenten, die in zielental
afnemen. De bevolking bedroeg in
1892 1907
Colijnsplaat 1883 1870
's Heer Abtskerke 328 325
Brouwershaven 1465 1374
Cadzand 1112 1103
Duivendjjk 605 550
Hontenisse 5063 4968
N isse 639 625
Het aantal geboorten is evenals in
bijna alle landen, ook in ons land en in
onze provincie, afgenomen. Voor Zee
land is de afname vrij sterk. Per 1000
inwoners bedroeg het aantal geboorten
in 1870 42,7, in 1880 37,7, in 1890
34,9 in 1900 34, in 1906 30,1. Het getal
der onechte geboorten iB dalende.
Uivoerige tabellen, graphische voor
stellingen en beschouwingen volgen
dan over huwelijken, sterfte, zieken
verpleging, verdeeling der geslachten,
voeding, gebrekkigen, over de werking
der Woningwet, waarvan gezegd wordt
dat de eischen in vele verordeningen
te hoog zijn, en zoo de goede werking
der wet belemmeren. De commissie
beveelt aan om van overheidswege
meer aandacht te vestigen op de groote
beteekenis van goed drinkwater, toe
lagen te geven op plattelandsgemeen
ten voor het oprichten en instand
houden van drinkwaterleidingen, toe
lagen voor geneeskundige vroed
vrouwen en ziekeninriehtingen, te
bevorderen een goede ontwikkeling
der ziekenfondsen en het uitschrijven
van prijsvragen voor goede arbeiders
woningen.
Onze Waterleiding.
We moeten uit ons vorig artikel
iets herstellen, dat wellicht aanleiding
tot misverstand zou kunnen geven.
Waar we in bedenking trokken of
de berekening van het comité, ten
opzichte der bevolkingsvermeerdering,
wel geheel juist was, hebben we ver
zuimd daarbjj te vermelden dat deze
berekening niet als grondslag diende
voor het toekomstig waterverbruik, en
dus niets te maken had met de ren
tabiliteit der onderneming. Het comité
heeft voor dp berekening van het
waterverbruik met opzet geen reke
ning gehouden met een, toch niet
onwaarschijnlijke, bevolkingstoename.
De door ons genoemde cijfers hebben
aUeen gestrekt om berekeningen te
maken voor de capaciteit, welke de
leiding minstons zou moeten hebben,
en om ook daarbij aan den veiligen
kant te blijven, moest op een mogelijk
groote, hoewel waarschijnlijk niet zoo
groote, toename der bevolking gere
kend worden, als is geschied.
B a 11 e n I a n d.
Uit Portugal.
Na ile dramatische gebeurtenis te
Lissabon, waar de koning en de kroon
prins werden vermoord, was geruimen
tijd de algemeene belangstelling van
Europa gevestigd op Portugal. Met
aandacht werd het eerste optreden
van den jongen koning Manuel afge
wacht, doch toen de toestanden in
Portugal weder normaal geleken, ver
minderde do belangstelling.
Toch moet men niet denken, dat er
nu volkomen rust heerscht in de ge
moederen. Dat er nog altjjd onweers
wolken dreigen, bljjkt reeds alleen uit
het feit, dat dezer dagen het garnizoen
van Lissabon aanmorkeljj k is versterkt.
Onder de vrijzinnigen heerscht hier
over eenige ongerustheid. En met
reden. Piecies twee jaar geleden leidde
Franco zijn dictatuur in door de trak
tementen der officieren te verhoogen
en troepen uit de provincie naar de
hoofistad te laten komen.
Het Portugeesche leger is een volks
leger, dat geen officierenkaste kent.
Ook de hoogere bevelvoering komt
uit de jmilitie voort. Uiterlijk is het
dan ook met de discipline slecht
gesteld.
Maar het leger voelt evenals het
geheele volk weinig voor het vorsten
huis. Daarentegen heerscht overal een
groote vaderlandsliefde en arm en rijk,
oud en jong voelt zich solidair waar
het Portugal's reputatie geldt. De
republikeinen bleken den algemeenen
volksgeest goed te begrijpen, toen zjj
ongeveer 10 jaar geleden het gebruik
invoerden het vaandel, het symbool
van het vaderland, steeds eerbiedig
te begroeten.
Het vaderland is voor de Portu-
geezen alles, de bestaande Regeerings-
vorm niets, Bij onlusten begroette het
volk het leger steeds met gejuich en
tot botsingen kwam het nooit. Mocht
echter de een of andere partij onlusten
willen verwekken, dan is het leger
onmiddellijk bereid de orde te herstel
len en zou de aangevallenen helpen,
onverschillig of het republikeinen of
monarchisten zjjn.
Aldus verklaarde een hooggeplaatst
officier en zijn verklaringen, zegt de
correspondent van de Frankfurter stg.
zijn volkomen juist en geven een tref
fend beeld van den toestand. Beide
partijen trachten een aanval uit te
lokken en zich zoodoende van den
steun van het leger te verzekeren,
zonder hetwelk elke opstand ondenk
baar is.
In elk geval blijkt ten duidelijkste,
dat de toestand nog niet is, zooals
hij wezen moet.
St-aten-Creneraal.
Tweede «Comet's
Woensdag is voor den nieuwen
30
Naar het Engelsch.
VAR
Barones ORCZY.
Het was voor het eerst dien dag,
dat hij haar hand een oogenblik lan
ger vasthield, dan met de vormen
overeenkwam. De eerste kus op haar
vingertoppen had hem het bloed wilder
door de aderen doen stroomen maar
hij vereerde haar nog als een soort
bovenaardsch wezen.
Zij zat rechtop in den Btoei en liet
haar kleine, koude handen in zijn
warmen greep rusten.
Zijn hart klopte wild van verlangen,
haar in zijn armen te nemen, haar
naar zich toe te trekken. Het was
hem nu bijna een kwelling, haar daar
in al haar schoonheid te zien, dat
kleine, ovale gelaat, bjj na nog dat
van een kind, de groote oogen, die
soms blauw leken, maar die nu meel
de kleur van een onstuimige zee
hadden.
Juliette! fluisterde hij eindelijk,
terwijl zijn ziel hunkerde van verlan
gen naar den eersten kus.
Zij huiverde over haar geheele li
chaam, zelfs haar lippen werden bleek
en koud, en hjj, die daar niets van
begreep, dacht in zijn nederige rid
derlijkheid, dat zij ontsteld was over
zjjn vurigheid en verschrikt over eene
liefde, die zjj niet kon beantwoorden.
Niets dan dat eene woord werd
gesproken alleen haar naam, eene
smeekbede van een sterk man, door
zjjn grenzenlooze liefde meegesleept,
en z\j de arme, terneergeslagen
ziel, die hem zoo beminde, maar hem
zooveel onrecht had aangedaan, hui
verde bjj de gedachte aan hetgeen zjj
gedaan zou hebben, als het noodlot
haar niet geholpen had, hem te red
den.
Toen hij weer opkeek waren de
harde lijnen in haar gelaat zachter
geworden, en rolden er langzaam twee
tranen langs haar bleeke wangen.
Gezond verstand, rechtvaardigheids
zin en oprechtheid alleB drong er
bjj Juliette op aan, haar ooren te slui
ten voor de woorden van liefde, ge
sproken door den man, dien zjj had
verraden.
Maar wie zal haar veroordeelen,
omdat zij luisterde naar het zoetste
geluid, dat vrouwenooren ooit kunnen
hooren het gelnid van de stem
van den beminden man bij zijn eerste
liefdesverklaring.
Zjj zat en luisterde, terwjjl hjj de
zachte, zoete woorden fluisterde, waar
van een sterk man alleen het heerlijk
geheim bezit.
Zji zat en luisterde, terwjjl alles
om haar heen stil was. Mevrouw Dé-
roulède zat aan het andere eind der
kamer zacht eenige gebeden te mom
pelen.
Zjj waren geheel alleen in deze
krankzinnige, mooie wereld, die de
mensch zichzelf geschapen heeft
de wereld van het romantisme waar
alleen zij mogen binnentreden, die de
zoete les der liefde geleerd hebben.
Déroulède ging daar met eigen vrjjen
wil binnen. Hjj had zjjn eigen roman
gemaakt.
En ook zy vergat de aarde, de
werkelijkheid, haar eed, haar misdaad
met de straf, en begon te denken, dat
het goed was te leven, goed, lief te
hebben en goed, den eenigen man,
dien zjj werkelijk kon liefhebben, aan
haar voeten te hebben.
Wie zal zeggen, wat hij fluisterde
Genoeg, dat zjj luisterde en dat zjj
glimlachteen dat hjj zich door dien
glimlach overgelukkig voelde.
minister van Koloniën, dhr. de Waal
Malefijt, die nog bitter weinig gein >rg en
beleefd heeft aan zijn ambt, een ver
drietige periode begonnen. Van links
en rechts is men hom aangevallen en
hjj heeft harde noten te kraken ge
kregen. Toch was 't nog maar een
praeludium, want de ministers verwis
seling zal blijkbaar bij de Staatsbe-
grooting behandeld worden. Korst
kreeg hjj Woensdag een soort van
medelijdende toespraak van den lieer
Bos, toen een wat spot van den heer
Troelstra, en toen ten slolte nog een
paar lastige opmerkingen over de
vrjjzinnige verklaring, die do heer de
Waal Malefijt ten opzichte van de zen
ding in zjjn Memorie had geschreven,
en waarvan De Standaard onvoorzich
tig gezegd had dat dit door den mi
nister onderteekende stuk wel door
een liberaal ambtenaar zon geschreven
zijn. Zeer terecht zei de heer Troelstra
hierover
De Standaard tracht den minister
wel te verdedigenmaar hoe V liet
is te declineerend voor den minister.
De Standaard hoeft gezegd, dat een
liberaal ambtenaar den zin over de
zending heeft geschreven (gelach) en
dat men het den minister niet, moest
aanrekenen. Het is een Standaard-
goedigheid van verdacht allooi. Veel
verwacht spreker niet van dezen mi
nister, maar dat hij een zin inzake zijn
Christelijke beginselen zou opdragen
aan een liberaal ambtenaar, dat knhi
hij niet gelooven. Deze minister is
voortgekomen uit de goede school, uit
de antithese-school. Hij heeft zich
altijd tot in het diepst van zijn ge
beente aan de antithese gewarmd (ge
lach) en ziet, nu moet hij een zin over
zijn Christelijke beginselen schrijven
en nu zegt De Standaard, dat hij om
raad is gegaan bij een liberaal amb
tenaar. (Groote vrooljjkheid.)
Spreker verwacht, dat de minister
de beschermende hand, dio over hom
wordt uitgestrekt, met een breed ge
baar zal terugwijzen.
Stemmen Hijen 'n breed gebaar!
De heer TroelstraVraagt wat eigen
lijk de Christelijke beginselen van
dezen minister zijn De gouverneur-
generaal Van Heutz was ook een
Christelijk man en die heeft een eir
culaire uitgevaardigd, waarin hij
schreef, dat de soldaten mogen trouwen
met hun concubines, wanneer deze
concubines tenminste zijn van onbe
sproken levensgedrag en de sol
daten een of meer kinderen bij haar
hebben. (Uitbundig gelach.)
Zelfs de heer Van de Velde schoof
die uitvlucht ter zijde. Voor dr. Kuyper
was de discussie dan ook niet juist
een succes te noemen.
Den aftredenden Gouverneur-Gene
raal werd door den heer Boogaardt
hulde gebracht op een wijze, die aan
de rederijkerskamers een zestig jaar
geleden herinnerde. „Een krans van
laurierbladeren", een „eerepalm" en
dergeljjko vegetarische metaphoren
werden den heer Van Heutsz in ruime
mate toebedacht, vooral voor zjjn be
leid ten opzichte der buitenbezittingen.
Het rapport-liiefrinck leidde anders
de heeren Thomson, Bos en Troel.-lra
tot niet onverdeeld gunstige critiek
op de Atjeh-toestanden. -Met name
HOOFDSTUK XV.
Ontdekt.
Het openen en sluiten van de deur
wekte hen beide uit hun droomen.
Anne Mie wasbleek en bevend met
wilde, verschrikte oogen de kamer
binnengekomen.
Déroulède was overeind gesprongen.
In een oogenblik had hjj zjjn eigen
geluk op den achtergrond geschoven
op het gezicht van het ljjden van dit
arm kind. Hjj ging snel naar haar
tee en wilde haar aanspreken, maar
zjj snelde langs hem heen naar me
vrouw Déroulède, alsof zjj buiten zich
zelf was door een onverklaarbaren
angst.
Anne Mie, zei hij flink, wat is
er? Hebben die schavuiten de onbe
schaamdheid gehad.
Plotseling kwam de werkelijkheid
in al haar kracht weer bjj hem op,
en bittere verwijten tegen zichzelf
rezen in zjjn ziel op dat hij in dit
oogenblik van zelfzuchtige vreugde
haar, die op hem rekenden voor 6teun
en bescherming, vergeten had.
Hij kende de wezens, die waren
uitgestuurd om zjjn huis te doorzoeken
kende dien ruwen Merlin en zjjn be
ruchte manieren en verweet zichzelf
streng, dat hjj Anne Mie en Petronella
eenige oogenblikken met hem alleen
gelaten had.
Maar Anne Mie had hem spoedig
gerost gesteld.
Zjj hebben ons tamelijk met rust
gelaten, zei ze met duidelijk merkbare
poging, om zich tot kalmte te dwingen
Petronella en ik waren samen, en
zjj hebben ons alle kasten en schalen
laten openmaken. Daarna deden zjj
ons vele vragen.
Vragen? Welke? vroeg Dé
roulède.
Over jou, Paul, antwoordde
Anne Mie, en over mama, cn ook over
over de burgeres, je gast.
Déroulède keek haar aandachtig aan
en verwonderde zich vaag over de
vreemde houding van het kind. Zjj
was blijkbaar zeer opgewonden, cn
in haar mager, bruin hanéjfo hield zjj
een stukje papier geklemd.
Anne Mie 1 Kind 1 zei hjj heel
vriendeljjk, je sclijjnt erg zenuw
achtig alsof er iets verschrikkelijks
is gebeurd. Wat is dat voor een stukje
papier, datje daar hebt, lieve?
Anne Mie keek er naar. Blijkbaar
spande zjj al haar krachten om
haar zelfbeheersching te behouden
Wordt vervolgd