N", 123 1909 Dinsdag 19 October. 96ste jaargang. In stormachtige Tijden. FEUILLETON. GOESCHE l)e uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Brjjs perjbwartaal, in Goes Of7S, buiten Goes, franco 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. COl IU\T. De prijs der gewone ad vertentiën" a van l-5regels50 ct., eiken regel ineerlOct Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slecbts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels ii 1,— berekend. Bewijsnummers 5 cent. Telefoonnummer 22. Directeur A.fF. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kerremams. De Nieuws Zeeuwsche Courant. Voor eenige maanden is de eerste redacteur van de Nieuwe Zeeuwsche Courant naar elders vertrokken en door een nieuweling in 't vak opge volgd. Dat deze in de N. Z Ct. als journalist debuteert maken we op uit deeenigszins zonderlinge wijze, waar mede hjj te werk gaat. In elk geval echter toont hij wel de door zjjn voor ganger aangegeven richting nauw keurig te volgen en dat is voor ons een teleurstelling geweest. Zoolang namelijk het roomsche blad .geredigeerd" werd door den eerstbedoelden redacteur, die van jour nalistiek fatsoen geen aasje besef had, hadden we ons met de N. Z. Ct. niet kunnen inlaten. We hoopten nu dat er na zjjn vertrek iemand komen zou, die er wel zoo iets als een journalistiek geweten op na hield. We vertrouwden dat nu al die onbehoorlijkheden niet meer zouden plaats hebben, we ver wachtten dat we den nieuwen redac teur als een confrère zouden kunnen beschouwen, van zjjn blad kennis ne men en we een wederzijds waar- deerende polemiek zouden kunnen wisselen, 't Leek ons een prettige en waariyk wel noodige verandering. De goede verwachting heeft niet lang geduurd. Het heeft wel den schjjn alsof het roomsche blad geen andereu redacteur meer gebruiken kan dan een die in aard en wezen op den eerste gelijkt. Er kwam in het redactioneele karak ter geen de minste wjjziging. Als voorbeen leefde de courant van vrjj- buitery, werd de Goeschc Courant geplunderd, werden geroofde artikelen als eigen werk opgediend en toonde ook deze functional is niets te weten van wat gepast en wat ongepast is in de journalistiek. Nu moesten we dus ook tegen deze redactie een zelfde afwijzende houding aannemen, hoe gaarne we ook anders gewild hadden. Slechts nu en dan zagen we eens een nummer van de courant van ons voornemen die geregeld te lezen hebben we om gezondheidsredenen gauw moeten afzien en konden dan waarnemen hoe een trouw volgeling de tegenwoordige redacteur van zjjn voorganger is. Als goede bekenden vonden we daarin berichten uit ons laatste verschenen nummer en ook denzelfden bedenkelijken moed om bjj ons te kapen en tevens op ons blad te schelden toonde deze journa listieke flibustier. 't Was alles weer bijzonder fraai, want ook deze man scheen te denken, dat we 't gappen toch niet beletten en op 't schelden niet antwoordden. Hjj ging dus opge wekt en stoutmoedig met zyn hand werk voort. Echter ook het geduld en de lank moedigheid van de Goesche Courant hebben grenzen, en nu hebben we den maraudeur er eens in laten loopen. In ons nummer van Woensdagavond 21 Naar het Engelsch. va!» Barones ORCZY. Eenige menschen, die haastig naar hun werk gingen, hadden gezien, dat z(j den brief in de kist liet gly'den. Een paar kleine kinderen bleven met den vinger in de mond staan en keken haar met onnoozele nieuws gierigheid aan; een vrouw liet een ruwe vloek hooren, anderen haalden de schouders op en liepen verder, Zjj, die gewoonlijk hier langs kwamen, waren aan zulke tooneeltjes gewoon. Die houten kist, met haar mond- vormige gleuf was als een onverzade- ljjk monster, dat voortdurend gevoed moest worden en altijd nog gaapte naar meer. Na haar werk verricht te hebben keerde Juliette zich om en even gauw als zjj gekomen was, keerde zy terug naar haar tjjdeljjk tehuis. Maar nu haar tehuis niet meer; zy moest het dadelijk verlaten, zoo mo gelijk vandaag nog. Daarvan was zij overtuigd, zjj kon niet langer het brood eten van den man, dien zij verraden had. Zy zou niet aan het ontbijt komen, hoofdpijn voorwenden en 's middags zou Petronella haar koffer pakken. namen we een verslag op van den Wemelüingschen gemeenteraad, de cyfers van de begrooting daarin waren foutief. Vrijdagavond stond ditraads- verslag woordelijk en met de foutievecij- f'ers in de N. Z. Ct. natuurlyk zonder bronvermelding. Wjj gaven Vrydag- avond een rectificatie met de juiste cyfers en die zullen we hedenavond wel in het roomsche blaadje zien op genomen. Zoo hadden wy de inderdaad over bodige bewyzen m handen dat de N. Z. Ct. parasieteerde op kosten van de Goesche Courant. Een merkwaardige co-incidentie deed zich nog voor in hetzelfde exem plaar van het roofblad. De Goesche Courant had in een vorig nummer het eerste bericht gehad van beslaande plannen tot bet aanleggen van een stoomtram op Zuid-Beveland. De N. Z. Ct. miste die mededeeling en miste ook Woensdag het kort verslag van een hier gehouden vergadering voor die te leggen tramlijn. Als altijd kwam Vrijdag de N.Z.C't. met ons bericht over die byeenkomBt. Maar zie nu was er iets bijgeschreven. Er stond eerlijk bij dat 't uit een andere courant was overgenomen. Beterschap Neen integendeel, verergering. Het volgen de was onder ons bericht gedrukt Dit bericht stond Woensdagavond in een nieuwsblad dat hier ter stede verschijnt. Het wil ons voorkomen, dat hiermede, door de redactie van dat blad eene indiscretie is begaan. Immers, wij vernamen van den voor zitter dier vergadering, dat het wenscheljjk werd geacht vooralsnog niet in de pers over deze tram kwestie te spreken, wyl de beraad slagingen in de desbetreffende ver gadering nog niet tot een beslissend resultaat hadden geleid. Daarom lieten wy, ofschoon van alles op de hoogte, een publicatie in ons blad achterwege. Aangezien wij de heeren, die in „Centraal" vergaderden als te hoog staand kennen, om ons met een kluitje in het riet te sturen en boven genoemd nieuwsblad een bericht teverstrekken, ligt de conclusie van zelf voor de hand. De Redactie. Men ziet, de redactie is nog zoo eerljjk om hieronder te schrijven „De Redactie", hetgeen waarschijnlijk be duidt dit is 't eenige wat wy zelf schreven, de rest is uit andere bladen. Die arme -V Z. Ctde eerste en eenige maal dat ze eens .van alles op de hoogte" is, laat ze het bericht achterwege. Och, hoe sneu Het wil ons voorkomen om ook eens het bekoorlijke cliché van de N. Z. Ct. te bezigen dat de roomsche krant abuis heeft. Immers, wij ver namen het door ons gemelde van een bjj de tramplannen betrokken tech nicus, van dus van iemand, die beter dan anderen kan beoordeelen wat wel en wat niet bekend mag worden ge- Zij ging in een winkeltje vlak bij, en vroeg om een glas melk en een stuk brood. De vrouw, die haar be diende, keek haar met groote nieuws gierigheid aan, want Juliette maakte op dit oogenblik een vreemden indruk Zy was nog niet begonnen te denken en leed niet meer. Maar dat zou spoedig Komen en dan zou zij haar daad van zooeven pas goed leeren beoordeelen. HOOFDSTUK XI, „Aan rnjj de wraak". Onder het voorwendsel hoofdpijn te hebben, bleef Juliette het grootste deel van den dag op haar kamer. Zij had het liefst met de geheele wereld nietste maken gehad in die uren, waarin zy strijd voerde tegen haar eigen gedachten en haar eigen leed. Het gezicht van Anne Mie's aan doenlijke verschijning, toen zij haar eten en lekkernijen bracht en eenige andere attenties bewees, was een ware kwelling voor haar arme, gemartelde ziel. Bij ieder geluid in het groote, stille huis schrok zij op en beefde van angst en schrik. Was het zwaard van Damo cles, dat zij zelf had opgehangen, al gevallen op de hoofden van hen, die baar niets anders dan vriendelijkheid bewezen hadden Zij kon niet aan mevrouw Dé- roulède of aan Anne Mie denken, zon der de grootste schaamsto te onder vinden. En dan te denken aan hem aan maakt. De vriendelyke veronderstel ling van het werkelijk niet geachte orgaan, dat we een indiscretie be gingen, is dus ook al onjuist. Wy hebben een andere veronder stelling dan de N. Z. Ct., en die zal wel dichter by de waarheid zijn. Met een zelfaanbidding, waarvan men lichtelijk ongesteld wordt, schrijft dit katholiek orgaau, dat de heeren, die in Centraal vergaderden, zoo hoog stonden, dat ze een blad als de N. Z. Ct. niet met een kluitje in het riet zouden sturen. Nur die Lumpen Bind bescheiden. Nu denken wy, dat die heeren niet zoo'n angstig-opzien- den eerbied voor het krantje hadden als de redactie verwacht had en dat trots het „aangezieD" van de N. Z. C. zy dat blaadje toch met of zon der kluitje naar het riet gedirigeerd hebben. Misschien er by denkende met je ander nieuws moet je toch op de Goesche Courant wachten Is deze hypothese niet juist, dan blijft er nog een overdat het heele verhaaltje van de N.Z.Ct een verzinsel is. Deze is wel zeer aannemelijk. Voor eens en voor altjjd hebben we willen afrekenen met de N. Z Ct. Niet voor het blad toont zich fatsoen lijk te kunnen gedragen zuilen we ons er weer mee bemoeien, 't Kan dus naar hartelust aan 't schelden, insinueeren en lasteren gaan, we antwoorden er niet op. Nu „justitie gedaen" is, kan de gestrafte weer haar rooverijen her vatten. Voorzichtigheid zy daarbjj echter aanbevolen, want als 't weer te bar wordt zullen we nog eens klemmen en voetangels uitzetten. Buit an! anti. Een verdediging. De kreet van verontwaardig ng over geheel de beschaafde wereld opge gaan na den justitieelen moord op Ferreris toch ook door de Spaansche regeering: vernomen en deze heeft in gezien zich te moeten verdedigen tegen het vernietigend oordeel, aller- wege over haar uitgesproken. De minister van buitenlandsche za ken heeft officieel aan een persagent schap zyn meening te kennen gege ven. In de beschaafde wereld en onder de persorganen in het buitenland, die zich met den binnenlandschen toe stand van Spanje bemoeien, bestaan twee stroomingen, welke men wel behoort te onderscheidenaldus de minister. De eene omvat diegenen, die de Juli-oproeren en de revolut onaire woelingen goedkeuren. Aan hunne meening behoeft de regeering zich niets te laten gelegen liggen. De andere groep echter is van oor deel, dat Ferrer, de geestelijke pro pagandist, geen werkzaam aandeel heeft genomen aan de bloedige ge beurtenissen. den man, dien zij zonder wroeging meedoogenloos verraden had aan een volksvertegenwoordiging, die geen genade kende Neen, aan hem durfde Juliette heelemaai niet denken Zij had nooit haar gevoelens voor hem ontleed. In de dagen van de te rechtzitting van Charlotte Corday, toen zyn sonore stem zoo roerend om medelijden vroeg voor de misleide vrouw, had Juliette hem onbegrensde bewondering geschonken. Zy herin nerde zich nu nog hoe sterk zjjn mag netische persoonlijkheid een gevoel van geestdrift voor het arme meisje bjj haar had opgewekt, dat achter uit de provincie in de groote wereldstad was gekomen om die afschuweljjke daad te verrichten, die haar naam door alle eeuwen heen onsterfeljjk zou maken en haar landgenooten er toe zou brengen haar grooter dan Brutus te noemen. Déroulède had gepleit voor het leven van die vrouw, en juist die pleitrede had de slapende energie van Juliette opgewekt voor de zaak, die haar over leden vader haar had opgedragen niet te vergeten. Eenige weken geleden had zjj Déroulède alleen zien staan voor het gepeupel, dat haar in stuk ken gescheurd zou hebben, terwijl hjj hen ter wille van haar tot kalmte aanmaande met die rustige, sterke stem, waardoor hjj invloed wist uit te oefenen en hun woede in kalmte wist te veranderen. Haatte zjj hem dan? Omtrent dit punt moest derhalve zekerheid verschaft worden. De door de wet aangewezen rechtbank, heeft zich door een wettelijk voorgeschre ven procedure een overtuiging ge vormd (waarin de verdediger niet deelde), volgens welke beklaagde schuldig is bevonden, niet als oen persoon, die de maatschappelijke orde ondermijnende denkbeelden koestert, noch als stichter van inrichtingen waar de jeugd verkeerde begrippen werden ingeprent, maar als iemand, die als leider deelgenomen heeft aan handelingen van rebellie, waarop de doodstraf moest toegepast worden. Sindsdien heeft zich de openbare meening in Barcelona, beter op de hoogte van het gebeurde dan het buitenland, bjj de feiten neergelegd. Deze verdediging lijkt niet zonder grond, maar de scbjjn bedriegt in deze. Wat de openbare meening in Bar celona betreft, deze kunnen we ge rust buiten bespreking laten. Hoe zou deze openbare meening zicli moeten uiten De pers zou daarvoor het mid del zjjn, maar de bladen staan onder zulk een strenge censuur, dat van een vrjje uiting der gedachten geen sprake is. Wat de schuld of onschuld van Ferrer betreft, daarover zullen we hier geen oordeel vellen. Vele hoog staande mannen, die Ferrer hebben gekend, verklaren, dat hjj niet in staat was tot de daden, waarvan men hem beschuldigde, doch dit kunuen we verder gerust buiten bespreking laten. De kern der zaak is, dat eeD man tot den dood werd veroordeeld na een proces, dat niet de minste waarborgen van eerlijkheid gaf. Van een degelyk onderzoek is, zoover we weten, geen sprake geweest en in het gepubliceerde requisitoir werden geen deugdeljjke bewjjzen van schuld aangevoerd. Waren den rechters nu andere feiten bekend, dan bad het publiek ook recht gehad die te weten. Het gaat in den tegenwoordigen tjjd niet meer aan een mensch kalmweg ter dood te brengen, zonder dat in het openbaar zjjn schuld is gebleken. Een treurige moed, verregaande schaamteloosheid is noodig om zoo de publieke opinie van geheel de be schaafde wereld te durven tarten als de Spaansche regeering gedaan heeft. Maar Wie wind zaait zal storm oogsten. Een moeieljjke tjjd breekt aan voor het Spaansche ministerie. Het Parle ment ia geopend en in de eerste zitting reeds bleek hoe hevige verbittering ook onder de volksvertegenwoordiging heerscht. Door de regeering is een crediet van 68 miliioen pesetas aangevraagd voor den oorlog in Marokko. De opening van het Parlement had plaats door den minister president Maura, die, niettegenstaande de loo- pende geruchten, nog niet aan aftre den schjjnt te denken. Zeker, zeker, zij haatte hem, om dat hij in haar leven was gekomen, omdat hij haar broeder den dood en haar vader zooveel leed had bezorgd En boven alles, haatte zy hem ja, werkeljjk, het was haat I omdat hij de oorzaak was van de leeljjkste daad uit haar leven een daad waar toe zij tegen haar wil gedreven was, een daad van de grofste ondankbaar heid en van groot verraad, vreemd aan ieder gevoel in haar hart, laf, laaghartig, het onbewuste gevolg van dat vreemde magnetisme, dat van hem uitging en dat haar als 't ware geheel beheerschte en tot een onbewust, automatisch werktuig maakte. Eindelijk werd de stilte en een zaamheid voor haar niet langer te dragen. Zjj riep Pétronella en gaf baar order de koffers te pakken. Wji gaan vandaag op reis naar Engeland, zei ze kortaf. Naar Engeland zei de waardige, oude ziel doodverbaasd, die zich heel gelukkig en aangenaam voelde in dit gastvrije huis, en geen lust had been te gaan. Zoo spoedig al? Ja, wij hebben er immers al meer over gesproken. Wjj kunnen hier niet altyd Mjjven. Mjjn neven de Crécy zijn daar, en mjjn tante Coudremont. Wjj zullen daar onder vrienden zjjn, Petronella, als wjj er ooit komen. Als wjj er ooit komen I zuchtte de arme Petronella; wij hebben maar weinig geld, lieveling, en geen pas poorten. Heeft u er om gedacht ze Van de voorspelling, dat hjj spoedig dooreen liberaal zouworden opgevolgd, zal wel niets waar zjjn en Spanje zal vooreerst wel blijven zuchten onder het clericaal-conservatieve bestuur. Merkwaardig is, wat sommige cie- ricale bladen ook in ons land durven schrijven over de Ferrer-zaak. Zoo lazen we ergens, dat heel de argitatie vóór Ferrer is op touw gezet door de vrjjmetseiaars tegen het Katho lieke koninkrjjk. Men deed van rechts toch maar het verstandigst niet al te welwillend te schrjjven over het „Katholieke konink rjjk" want als er één land is, dat dienen kan als afschrikwekkend voor beeld van de gevolgen eener conser- vatief-clericale regeering, dan is het wel Spanje, waar de bevolking voor een groot deel anaiphabeet is en de diepste armoede en ellende heerscht. Maar ook voor Spanje zal eenmaal wel een betere tjjd aanbreken. De vrijheid is op den duur niet te kort wieken. We hebben het o. a. gezien aan Zuid-Afrika, dat nu, weldra ver- eenigd, Steeds onafhankelijker zal worden. Ook in Zuid-Afrika immers hebben droeve, sombere dagen geheersebt, maar het krachtige, kernachtige volk heeft alle tegenslag overwonnen. Nu juist, nu het groote werk bjjna is volbracht, komt uit Londen het bericht van het plotseling overlijden van Jan Hofmeyr, een der mannen van het Hollandsche ras, die nimmer wanhoopten aan de toekomst van Zuid-Afrika en van zjjn ras. Aan een hartkwaal is J. H. Hofmeyr, bjjgenaamd „onze Jan" overleden. Hjj was het, die met veel tact wist heen te sturen naar een Vereenigd Zuid-Afrika, die door zjjn geestdriftig woord de weifelenden wist te bemoe digen, de moedigen nog meer aan vuurde. Maar het groote werk is gedaan en Hofmeyr heeft het hoofd neder kunnen leggen in het bewustzijn, dat zjjn ideaal werkelijkheid wordt. Kunst en Wetenschap. Middelburgsch muziekkorps. In de vergadering van de Vereeni- ging Middelburgsch Muziekkorps, te Middelburg, werd de begrooting voor 1910 vastgesteld op f 5581,50 in ont vang en uitgaaf, met een nadeelig saldo van f480. Een bekeerde(I) tooneelspeelster. Eenigen tjjd geleden baardeeen bekend Duitsch tooneelspeelster, Hedwig Wan- gel, groot opzien, door plotseling het tooneel vaarwel te zeggen. Ze had ingezien, dat het tooneel een zondige instelling was en wenschte haar leven te beteren. Er bljjkt nu echter meer achter te zitten. Naar de Berliner Morgenpost ver- aan M. Déroulède te vragen? Neen, neen, antwoordde Juliette haastigik zal op een of andere ma nier aan paspoorten zien te komen. Petronella, Sir Percy Blakeney is een Engelschmanhij kan mjj wel ver tellen, wat ik te doen heb. Weet n waar hjj woont, lieve Jaik heb hem gisterenavond tegen mevrouw Déroulède hooren zeggen, dat hjj een kamer had bij iemand uit de provincie, Brogard ge naamd, in een huis) met het uithang bord van de Gebroken Kruik. Ik zal hem zien te vinden, Petronella, ik ben zeker, dat hjj mjj zal helpen. De Engelschen zjjn zoo vindingrjjk en practisch. Hjj zal ons paspoorten geven en ons aanwijzen, welken weg wij te volgen hebben. Bljjf jjj nu hier en pak al ons goed bjjeen. Ik bljjf niet lang weg. Zjj nam haar mantel met kap, wierp hem over den arm en sloop baar kamer uit. Déroulède was al vroeg op den dag uitgegaan. Zjj hoopte, dat hjj nog niet teruggekeerd was en.liep ylug de. trap af, zoodat zjj uit kon gaan zonder te worden opgemerkt. Alles in hnis was rustig en stil. Het kwam Juliette vreemd voor, dat er geen soort van angstig voorgevoel van naderend onheil over het huis zweefde. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1909 | | pagina 1