N". 119 1909.
Zaterdag 9 October.
9Ö8te jaargang.
In stormachtige Tijden.
it FEUILLETON.
(iOESCHE
l
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Pr0s per kwartaal, in Goes 0,75, buiten Goes, franco f 1,25.
Afzonderlijke nommers 5 eent.
Inzend Ing van advertentiën vóór ja urenjjopjdenjdag; der
uitgave.
De prjjs der gewone advertentiën is van l-5regels50 ct., eiken regel meer 10 ct
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, hnwelpk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels k f 1,— berekend.
Bewijsnummers B cent.
Telefoonnummer 23.
Directeur A. F. A. va» Seters. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kerremahs.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
Buitenland.
Tw liEDRACHT.
Wondere dingen ziet inen vaak in
dit leven Het noodlot bestuurt de
dingen soms zoo vreemd, dat wij,
menschen, er verbaasd over staan.
Zoo ontmoet men soms individuen,
die door nauwe banden gebonden, het
leven doorgaan, twistend, kijvend, en
men vraagt zich met verbazing af:
hoe nu toch in 's hemels naam kwamen
die te samen.
In de geschiedenis der staten is het
al niet anders. Naties, die elkander
uit natuurlijke aandrift antipathiek
zijn, vormen te samen bondgenoot
schappen. Merkwaardig vooral in dit
opzicht is de twee-eenheid Oostenrpk-
Hongarye. De toestand is nu weder
zoodanig, dat de tegenstelling zeer
duidelijk aan het licht komt.
Verward bliift de toestand in Hon
garije. Van de eenige mogelijkheid
een ministerie uit de meerderheid, de
onafhankelijkheidspartij wil de vorst
nog steeds niet hooren.
Hoe opgewonden de gemoederen zijn
blijkt ten duidelijkste uit de taal der
Hongaarsehe bladen. Deze wijzen er
op, dat bij staten, die niet zoo nauw
verbonden zijn als Oostenrijk en Hon
garije er slechts een klein deel der
tusschen beiden hangende geschillen
noodig zou wezen om een oorlog
onvermijdelijk te maken.
Prettig voor den grijzen vorst.
Klaar als de dag is het evenwel,
dat op den duur Oostenrijk en Hon
garije niet samen kunnen blijven, al
verwacht men de groote crisis niet
voordat keizer Frans-Joseph het door
zorgen geplaagde hoofd voor goed
zal hebben nedergelegd.
De energieke vorst is het, die nn
de beide deelen van het Donaurjjk
bijeen houdt.
Zijn streven is er steeds op gericht
geweest de beide staten vereenigd te
doen toenemen in aanzien en werkelijk
is hy daar door zijn bnitenlandsohe
politiek in geslaagd.
De hoeksteen dier politiek is
Het drievoudig verbond
dat de internationale positie van Oos-
tenrijk-Hongarije zeer sterkt maakt.
Dertig jaar is het nu geleden dat
dit verbond werd gesloten, al was het
dan aanvankelijk een tweevoudig ver
bond, waartoe eerst later Italië toetrad.
De .triple alliantie" is de sterkate
macht van het Europeesche vasteland
en al is ze ter zee zwakker dan de
drievoudige entente tusschen Enge
land, Rusland en Frankrijk, ter land
heeft ze veel grooter beteekenis.
Weliswaar kan de „triple alliantie
niet heel stevig genoemd worden wat
Italië betreft, doch alleen Oostenrjjk-
Hongarije en Duitschland tellen te
samen een legermacht, wier militaire
waarde die van Rusland en Frankrijk
overtreft.
Naar het Engelsch.
VA»
Barones ORCZY.
Wat verder op is een groep andere
mannen bezig tenten te maken, en
eenige vrouwen dezelfde heksen
die dagelijks om de guillotine heen-
scholen hanteeren draad en naald
om kleeren te maken voor de Boldaten.
De soldaten zijn de geheele lichame
lijk geschikte mannelijke bevolking
nit Frankrijk.
„Het Fransche volk, zich wapenend
tegen tirannie
Dat is hun kenteeken, hun fabrieks
merk; een van deze aanplakbiljetten,
duidelijk verlicht door een pektoorts,
steekt uit boven een groep kinderen,
die stukken linnen afscheuren lin
nen van hun moeders, hun zusters
om pluksel te maken voor de ge
wonden.
Luide verwensehingen en onder
drukte vloeken vullen de met rook
overladen atmosfeer.
Het Fransche volk, zich wapenend
tegen tirannie, buigt zjjn breeden rug
voor den wreedsten en dierljjksten
slavenhandel die ooit over menschen
is uitgeoefend.
De „Wet der Verdachten" van Mer-
En de banden tusschen de Donau-
monarchie en het rijk van keizer Wil
helm zijn zeer innig, dat bleek nog
verleden jaar bij de
Annexatie van Bosnië en
Herzegowina.
Het klaarblijkelijk voornemen van
Duitschland om zoo noodig zjjn bond
genoot met alle krachten bjj te sprin
gen, heeft toen Rusland weerhouden
van een agressief optreden.
De tijd gaat sneleen jaar is voorbij
sedert het oogenblik dat Oostenrijk
een reeds lang feitelijk bestaande toe
stand definitief maakte door de be
kendmaking der annexatie. Men zal
zich herinneren, dat Servië een drei
gende houding aannam en verklaarde
zich niet bij den nieuwen toestand
neder te leggen.
Bijtijds zag de Servisch regeering
in, dat het gelijk zou staan met
zelfmoord haar zwakke legermacht in
het veld te brengen tegen de machtige
heirseharen, die op een enkel woord
van keizer Frans-Joseph de Servische
grenzen zouden hebben overschreden.
Nog echter heeft het Servische volk,
welks droom van een grooter Ser
visch rijk door de annexatie werd
vernietigd, zich niet geheel nederge
legd bij den nieuwen toestand en de
jaardag van die annexatie is door een
deel van Servië als een dag van rouw
doorgebraebt. In de hoofdstad waren
alle winkels gesloten en werd een
indrukwekkende betooging gehouden.
Nog steeds zijn de Serviërs met haat
vervuld tegen de Donau-monarehie.
Dit is voor Oostenrijk het gevolg
van de veroveringspolitiek en al kan
een machtig i'ijk zulk een haat
trotseeren, een kleinere mogendheid
dient voorzichtiger te wezen.
Dit mag Spanje wel overw igen eer
het zijn klaarblijkelijk voorgenomen
veroveringstocht.
in Marokko begint.
Niet alleen dat er gevaar bestaat
voor een zeer langdurigen en kost
baren krjjg tegen de Marokkanen,
ook in Europa is het bezig de sympa
thie van velen te verbeuren.
De groote mogendheden zijn alles
behalve ingenomen met de maatre
gelen die Spanje neemt. Niemand toch
heeft er voordeel bij, dat in het noorden
van Afrika de toch ai ingewikkelde
toestand nog moeieiijker wordt ge
maakt en begrijpelijk is het, dat
sommige Fransche bladen aandringen
op een duidelijke verklaring der
Spaanscbe regeering ten opzichte van
haar plannen.
Binnenland.
Vrouwelijke Oost-Indisohe
ambtenaren.
De Java Ct. van 3 September bevat
het rapport der commissie tot voor
bereiding van de aanwijzing in 1909
van candidaat ambtenaren voor den
Indischen administratieven dienst.
Daarin staat o.m. het volgende
iin was pasklaar gekomen. Van nu af
aan moest iedere burger van Frank
rijk een wacht voor zijn mond, zijn
blik, zijn gebaren zetteD, anders werd
bij verdacht bevonden. Waarvan
van verraad tegen de republiek, tegen
het volk? Neen, nog erger! uit vrees
van verdacht te worden verdacht te
zijn tegenover hetgeen de republiek
wilde.
Daarom kon in de smederijen en
in de groep van tentenmakers een
oogenblik van achteloosheid, weinig
aandacht voor het werk, oorzaak zijn
van een kort verhoor in den ochtend
stond en een terechtstelling door mid
del van de onvermijdelijke guillotine.
Achteloosheid is verraad tegen de
hoogere belangen van de republiek.
Blakeney leidde Anne-Mie vandaar
weg. Deze gloeiende ovens maakten
haar angstighij nam haar mee naar
de Place St. Michel, den kant van de
rivier uit. Daar was het rustiger.
Wat zijn de menschen toch angst
wekkend geworden, zeide ze, huive
rend: zelfs ik kan mij herinneren,
hoe geheel anders zij waren.
De huizen aan de oevers van de
rivier waren meest in beslag genomen
voor hospitaals, om klaarte zijn tjjdens
het groote beleg.
Eenige honderden meters verder
stond het nieuwe kinderziekenhuis,
geschonken door burger-afgevaardigde
Déroulède heider, netjes en vrien
delijk er uit ziende, te midden van de
andere min of meer verwaarloosde
„Voorts bevond zich dit jaar onder
de sollicitanten ook een jonge dame.
Aangezien de commissie het meende
te moeten betwijfelen of, naar de
strekking van het meergemeld Besluit
op de Indische Bestuursopleiding, ook
vrouwen als candidaat-lndisch ambte
naar kunnen worden aangewezen,
heeft zjj zich ter zake bij schrijven
van 24 Juni jl. tot de Indische Re
geering om inlichtingen gewend, die
bij missive van den len Gouverne-
ments-secretaris van 8 Juli jl. no. 1745
verklaard heeft, dat vrouwen niet tot
het candidaat-lndisch ambtenaarschap
kunnen worden toegelaten, aangezien
zij niet tot ambtenaar bij het Binnen-
landsch Bestuur kunnen worden be
noemd en bij het candidaat-lndisch
ambtenaarschap geen splitsing plaats
heeft voor den dienst bjj de bureaux
eenerzijds en voor den dienst bij het
Binneniandsch Bestuur anderzijds.
„Op dien grond moest ook deze
sollicitante van mededinging worden
uitgesloten."
Kunst en Wetenschap.
Toonicelvertooningen voor doof
stommen.
Te New-York is Hanptmann's „Die
Weber" in doofstommentaal opgevoerd
Het succes heeft doen besluiten tot
geregelde herhaling van tooneelvertoo-
Dingen voor doofstommen.
Een eenvoudig gedenkteeken.
Een Hambnrgsch uitgever is in het
bezit van een standbeeld van Heinrich
Heine den grooten lyrischen dich
ter der vorige eeuw, doch de over
heid heeft geweigerd dit monument
een plaats te geven op een openbaar
plein en ook andere gemeentebesturen
in Duitschland hebben tot nn de op
richting van een standbeeld voor een
van buitschlands grootste mannen
weten tegen te houden. Heines bitte
ren spot en hoon schijnt men nog niet
te kunnen vergeten.
Men herinnert er nu aan, dat Hein
rich Heine toch ergens in het Duitsche
vaderland zjjn monument heeft.
Jaren geleden hebben drie onder
wijzers uit Bremen zonder iemand om
toestemming te verzoeken opdeNoord-
Duitsehe heide in de nabuurschap van
Lummland bp Oldenbtittel een groot
granietblok opgericht, waarop de
enkele naam van Heine is gebeiteld.
Het blok staat eenzaam tusschen de
sparren en heeft geen geringere waarde
als monument dan een beeltenis van
den dichter ergens op een stadsplein.
Nu de aandacht er eenmaal op ge
vestigd is, schynt het gevaar niet denk
beeldig, dat een of andere autoriteit
het gedenkteeken komt weghalen.
Als die tegenwerking der Uuitsche
autoriteiten niet voorkwam uit be
krompenheid, maar ontsproot uit het
inzicht, dat talrijke onbeduidende
Pruisische vorsten meer behoefte heb
ben aan een standbeeld om aan de
vergetelheid te worden ontrukt dan
een dichter als Heinrich Heine, dan
gebouwen.
Ik geloof, dat het beter is niet
te gaan zitten, opperde Blakeney, en
voor u verstandiger om uw muts wat
naar achteren te schuiven.
Hy scheen niet bang te zpn voor
zichzelfmenigeen zei, dat lip een be
nijdenswaardig leven leidde, en toch
waren de Engelschen meer gevreesd
dan ooit en was de Roode Pimpernel
meer gehaat dan ieder ander, sinds
admiraal Hood zijne vlag had geplant
op het arsenaal te Toulon.
U wenschte met mjj over Paul
Déroulède te sjpreken, zei hp vriende
lpk, toen hij zag, dat het jonge meis
je wanhopige pogingen deed om te
zeggen, wat haar op het hart lag. Hp
is inpn vriend, zooals u weet.
Jajuist daarom wilde ik u een
vraag doen, antwoordde zp.
En die is?
Wie is Juliette de Marny, en
waarom zocht zp een gelegenheid om
in het huis van Paul te komen
Zocht zp die gelegenheid dan?
Jaik heb het tooneel van het
balcon af gezien. Op dat oogenblik is
het niet als opzettelijk veroorzaakt
tot mij doorgedrongen. Ik dacht alleen
maar, dat zp dom en roekeloos was
geweest. Maar later heb ik er over
nagedacht. Zp lokte de woede der
menigte opzetteljjk uit, juist op het
oogenblik, dat zp de deur van het
huis van Mr. Déroulède had bereikt.
Zp wilde een beroep doen op zpn
ridderlijkheid en vroeg om hulp in
zou dit ongetwijfeld pleiten voorlinn
gezond verstand.
Uit de Pers.
Zaak Kuyper.
De N. M. Ct. schrijft:
Sedert de hoofdredacteur van De
Standaard van zjjne vacuntiereis terug
gekeerd was, had dit blad zich tot nu
toe van het toedienen van vvpzo lessen
aan aan het liberalisme voorheen
eene geliefkoosde bezigheid ont
houden. Dat was, onder de tegenwoor
dige omstandigheden, juist gevoeld.
Nu schpnt echter de lust tot de oude
liefhebberij weder op te komen. In
het nummer van gisteren lezen wij,
naar aanleiding van het artikel van
inr. Veegens in de Vragen des Tijds,
waarvan wij in ons blad een overzicht
gaven, het volgende
„Hjj (mr. Veegens) laat geheel on
besproken de fout van 1905, toen men
een Pyrrhusoverwinning behaalde met
electorale middelen, die het Liberalisme
discrediteerden".
En verder
„Betwijfeld mag dan ook, of dit op
zichzelf uitnemend betoog het Libera
lisme tot inkèer zal brengen, en die
herziening van eigen standpunt zal
bevorderen, waaraan het Liberalisme
Zoo dringend behoefte heeft".
Dit lezend, komt de vraag by ons
opLigt het op den weg van De
Standaard smalend te spreken over
de overwinning, toch mede op de
geldmacht van een Lehmann en eene
Mathilde Westmeyer bevochten?
En ook dezeMoet De Standaard
op het oogenblik in de eerste plaats
het liberalisme tot inkeer trachten
te brengen en herzienipg van het
Liberalisme trachten te bevorderen
Ons dacht, De Standaard had zich
daarvan voorhands buitenaf te houden
Het Volk zegt over de papieren die
het nog zon bezitten
Ieder begrjjpt dat in zoo'n z lak een
aantal momenten zpn die op zichzelf
geen beteekenis hebben, doch die door
een bepaald verweer beteekenis kun
nen krijgen.
Dat was o.a. het geval met de doku-
menten die bewezen dat dr. Kuyper
met juffr. Westmeyer in een vrjj in
tieme briefwisseling had gestaaD. Op
zichzelf genomen, heeft zoo'n feit
geenerlei beteekenis. Doch toen dr.
Knyper deed alsof hij de juffrouw zoo
goed als niet kende, toen kreeg dat
feit beteekenis. Doch het kreeg die
beteekenis alleen omdat dr. Kuyper
onwaarheid schreef.
Zoo kan het met meer stukken gaan.
De aanklacht is onzerzjjds gepubli
ceerd, volledig, zonder terughouding
van wat ook dat voor staving noodig
was. Als dr. Kuyper de waarheid en
niets dan de waarheid ter jrerdediging
wil aanvoeren, dan heeft men onzer
zpds geen enkel dokument meer te
wachten. Probeert hij echter zich er
uit te liegen, dan zou het kunnen zpn
dat zaken die thans geen beteekeDis
de overtuiging, dat zij niet vergeefs
zon aankloppen.
Zp sprak nu snel en opgewonden,
alle verlegenheid en terughouding was
verdwenen.
Blakeney was gedwongen haar hef
tigheid te beteugelen, die door een of
anderen leegloopenden, slecht gehu-
meurden burger als verdacht zou
kunnen worden aangemerkt.
Welnu En vroeg hp, want het
jonge meisje zweeg, ais beschaamd
over haar opgewondenheid.
En nu blijft zp maar van den
eenen dag op den anderen bp hem
in huis, ging Anne-Mie nu kalmer,
maar toch nog met grooten nadruk
voort. Waarom gaat zjj niet heen
Ze is niet veilig in Frankrijk. Ze be
hoort tot de meest gehate klasse
de rjjke aristocraten van het oude
régime. Paul heeft eenige plannen
opgemaakt voor haar verhuizing naar
Engeland. Mevrouw Déroulède, die
een engel is, houdt veel van haar, en
zon niet graag van haar scheiden,
maar het zou natuurlijk veel ver
standiger voor haar zjjn, heen te
gaan, en toch bljjft zij. Waarom?....
Vermoedelijk omdat
Omdat zp l'aul liefheeft viel
Anne-Mie hem heftig in de rede.
Neen, neenzjj heeft hem niet lief
tenminste o 1 soms weet ik het
zelf niet. Haar' oogen beginnen te
schitteren als hjj komt en zjj wordt
lusteloos als hij heengaat. Zij doet
altjjd langer over haar toilet, als wjj
hebben, ze door zjjn beweringen
krjjgen.
Aan dr. Kuyper zelf de beslissing
of hij op zijn verdediging, die toch
komen moet, reeds bp voorbaat de
verdenking wil doen rusten dat ze door
nieuw materiaal weer zal kunnen wor
den gewraakt.
De Kath Tijd vertrouwt, dat -de
wensekeljjkheid, om de publiceering
der door hem fdr. Knyperj voor zpn
vertrek naar het buitenland toegozegde
verklaringen niet langer te verschui
ven dan bepaald noodig is, intnsschen
door niemand meer dan door hem-zelf
(zal) worden ingezien".
Het Kath Huisgezin schrijft:
„Laat dr. Kuyper thans zjjn verweer
niet langer uitstellen.
„Het kan zpn, dat hjj van onvoor
zichtigheid niet geheel is vrp te pleiten,
dat bjj hem een tekort aan menschen-
kennis is te constateeren, dat van een
tikje menschelijke jjdelheid ook deze
groote niet geheel is vrjjgebleven, de
figuur van Kuyper in haar zedeljjke
waarde zal, naar wjj willen en durven
vertrouwen ongerept uit deze cam
pagne te voorschpn komen.
„Maar hoe eerder het bevrjjdend
woord wordt gesproken, hoe beter."
Stated-öeneraal.
Tweode Kamer.
Nadere overweging heeft niet slechts
de Commissie van Rapporteurs over
tuigd, dat het ontwerp overeenkomst,
door de Regeering met de Sabangsche
Haven- en Kolen Maatschappij te slui
ten, verdiend te worden goedgekeurd.
De Minister behoefde zijn wetsvoor-
kracht niet meer te verdedigen en na
een zeer korte zitting ging de Kamer
uiteen.
De stukken noodig tot de enquête
naar de verkiezingspractijken in het
district Gulpen zjjn thans aan de Com
missie overgelegd.
In de afdeelingen der Tweede Kamer
is men nog druk bezig met de alge-
meene beschouwingen, waarbjj 's lands
financieele toestand, de voornemens
der regeering ten opzichte van het
tarief van invoerrechten en de beken
de ridderordenzaak de meest op den
voorgrond tredende pnnten moeten
gevormd hebben.
Gemengd Nieuw».
Baldadigheid. Woensdagmorgen
drongen een paar studenten, die uit
de „soos" kwamen, het Chr. gym
nasium binnen op bet Janskerkhof te
Utrecht. Op herhaalde soinmeering
van reetor en leeraren weigerden zjj
vrpwillig de inrichting te verlaten,
waarop zp met geweld daaruit moesten
worden verwjjderd. Een der studenten
bracht den reetor, dr. E. Bessem, een
slag op het hoofd toe, en sloeg later
een ruit in in de woning van den
concierge. De politie, inmiddels ter
plaatse verschenen, leidde drie der
daders voor den commissaris van
hem thuis verwachten, voegde zjj
er met een naïve vrouwelijkheid bij.
Maar als het liefde is, dan is die
liefde vreemd en onvrouwelijk, het is
een liefde, die hem geen geluk zal
aanbrengen
Waarom denkt u dat
Ik weet het niet, zei het meisje
eenvoudig. Kan dat niet instinct
zjjn
In dit geval geen zeer vertrou-
baar instinct, vrees ik
Waarom
Omdat uw eigen liefde voor Paul
Déroulède u blind gemaakt heeft
Och, neem het mjj niet kwaljjk, ma
demoiselle u heeft zelf dit gesprek
gezocht, ik niet, en ik vrees u nu
gekwetst te hebben. Toch zou ik zoo
graag willen, dat u wist hoeveel sym
pathie ik voor u gevoel, en hoe graag
ik u een dienst wil bewjjzen, als het
in mjjn macht staat.
Ik stond op het punt u een
dienst te vragen, mjjnheer.
Spreek dan als 't u belieft.
U is de vriend van Paul geef
hem te verstaan, dat die vrouw in
zjjn huis eeD voortdurend gevaar is
voor zjjn leven en vrpheid.
Hjj zou toch niet naar mjj luis
teren.
O 1 een man luistert altijd naar
een anderen man.
Wordt vervolgd).