N". 95 1909 Zaterdag 14 Augustus 9(!9te jaargang. 2 FEUILLETON. Üeü vreeselijke droom. (umm l'elefoonnummer 33. Directeur A. F. A. van Setess. Uitgave van deJNaaml. Yennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kbrbemans. De uitgave dezerCourant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 ct., eiken regel meer 10 ct Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt Je prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k f 1,— berekend. Bewijsnummers 5 eent. Gij dit no. bflhoort een bijvoegsel. Ons lichaam. De longen. Een gewichtig, een hoogst belang rijk orgaan, in ons land dikwijls besprokenmet angst. Wanneer van iemand gezegd wordt dat „hij 't aan de longen heeft" dan wordt die tijding als een doodvonnis opgenomen, een vonnis, waarin tuberculose en tering onheilspellend klinken. Ik zal trachten den bouw en de functie van de longen in één artikel uiteen te zetten, maar ik vrees wel, dat het daarvoor te om vangrijk zal worden. We hebbeu vroeger gezien, dat een verstandig en op zijn gezondheid ge steld mensoh niet door den mond, maar door den neus ademhaalt. De lucht komt dus door den neus in het lichaam en door de luchtpijp hi de longen. Ter hoogte van het strottenhoofd verdeelt de keel zich in luchtpijp en slokdarm, we hebben nu alleen met het eerste kanaal te maken. Dat is een buis op regelmatige afstanden, voorzien van c-vormige stukken kraak been, waardoor die pijp stevig wordt. Van binnen is de luchtpijp bekleed met een slijmvlies, waaraan de moge lijk ingeademde stofjes blijven kleven. Binnen in de luchtpijp zijn tal van fijne haartjes geplaatst, de zooge naamde trilharen. Deze zijn voortdu rend en in heen en weer gaande be weging in de richting van het strotten hoofd. De stoffen, die door deze haren worden tegengehouden, worden door die beweging langzaam weer naar naar boven en zoo naar buiten ge bracht. De luchtpijp splitst zich in de borst en twee takken een naar de linker- en een naar de rechter long De linker long bestaat uit de rechter uit 3 kwabben of stukken. De takken in ieder der longen splitsen zich steeds weer in telkens fijnere takjes, die ook gebouwd zijn als de luchtpijp, alleen missen de fijnere takjes dit kraakbeen en de heel fijne vertakkingen gaan ten laatste over in de long-substantie. Zoo gaat de luchtpijp geheel over in de long en is er innig mee vergroeid. l)e luchtpijp voert bij elke inade ming lucht door de vertakkingen tot in de longblaasjes, waaruit de long is opgebouwd. Deze longblaasjes zijn zeer klein, nog niet het tiende deel van een millimeter in doorsnee en de inonsch heeft er daarvan eenige hon- derde ïuillioenen (de man ongeveer 400 millioen, de vrouw 320 miÜioen.) Om eenig begrip te geven van de elasticiteit dier blaasjes en van de kolossale werking hij elke inademing wil ik hier nog even iets over die blaasjes zeggen. Als men zich die longblaasjes voorstelt uitgespreid naast elkaar, dan zouden ze een opper vlakte beslaan bjj uitademing, dus als ze leeg zijn, van bijna 50 vierk. meter. Bij inademing echter zouden ze wel 120 vierk. meter innemen. Nu komt de lucht in die longblaasjes. Van de ingeademde atmospherische luchi komen alleen in aanmerking stikstof en zuurstof (op 100 deelen lucht z(jn 79 deelen stikstof en 21 Uit het Engelscli. door ARTHUR CONAN DOYLE. „Iemand heeft beproefd den hals er af te snijden". Denkt gjj, dat het met een mes gedaan is?' „Het is gehakt en gekerfd. Met welk werktuig het ook gedaan is, er moet kracht aangewend zijn, om deze merk- teekens achter te laten op zulk een taaie stof. Maar wat denkt gij er van Ik geloof stellig dat gij meer weet dan gti zegt". Dacre glimlachte en zijn kleine oogjes tintelden van sluwheid. „Hebt gü wel eens de leer van het dröomen bestudeerd?" vroeg hij. „Ik wist zelfs niet, dat die leer bestond." „Waarde heer, de plank hoven het kastje met kleinoodiën staat vol met boeken, van Albert Magnus te begin nen, die alle over dit onderwerp handelen. Het is een wetenschap op Zichzelf'. zuurstof. De zuurstof wordt door het bloed opgenomen, dit gebeurt zoo. Het bloed is door het lichaam ge stroomd en heeft daar zijn werking gedaan, bij die werking is het bloed bezwangerd geworden met koolzuur en dat koolzuur moet uit het lichaam. Nu gaat het bloed naar de longen tot in de longblaasjes, geeft daar liet koolzuur (dat we kunnen noemen be dorven of gebruikte lucht) af en krijgt er de ingeademde, frissche zuurstof voor in de plaats. Met die frissche zuurstof vloeit het bloed naar het hart en wordt van daar door alle deelen van het lichaam gestuwd om er de zuurstof af te geven, dan komt het, weer beiaden met koolzuur, terug naar het hart en vandaar naar de longen. Dat alles gebeurt ongelooflijk vlug. Stel u eens voor dat ge door iemand heen kondt zien en dat ge in het bloed een drijvend voorwerpje had gebracht, dan zoudt ge dat door het lichaam zien heen en weer vliegen zoo vlug dat het tweemaal per minuut in de longen kwam. Wat wij dus voortdurend noodig hebben, dat is versche lucht, opdat liet bloed steeds zuurstof kan opnemen. Maar als wij (vooral wanneer er wat veel mensehen bijeen zijn) verblijven in een gesloten lokaal, dan is weldra de daar aanwezige zuurstof verbruikt en er komt b(j dat de uitgeademde koolzuur zeer nadeelig is. Er is op een winter een vergadering, de kachel brandt en deze maakt de lucht droog, te droog, de lichten branden, deze verbruiken zuurstof'en geven slechte verbrandingsproducten af, dan de menschen nog die koolzuur uitademen en allerlei uitscheidings producten van de huid, opvliegend stof uit kleeren, van den grond enz. Treed zoo'n zaal eens binnen en de benauwde lucht slaat u als een walm tegemoet. Of dat ongezond is Niet een beetje. Fransche soldaten waren door Moo- ren opgesloten in een hut, die wel luchtgaten had maar niet voldoende voor het aantal personen. Toen 's mor gens de hut geopend werd lagen alle gevangenen dood, gestikt. Men begrijpt nu ook wel hoe goed en noodig 't is om met open ramen te slapen. De zuurstof in een vertrek is zoo gauw verbruikt en de slaap dient tot herstelling en daartoe behoeft ge frissche lucht. De landbouw is onge twijfeld een gezond beroep, maar als de landbouwer den nacht doorbrengt in een duffe, slecht geventileerde slaap kamer, verliest hij 's nachts wat hij overdag aan gezondheid wint. Geen tapijten op de slaapkamer, gladde behangsels, geen bedgordijnen en raam open. De wel eens gevreesde „nachtlucht" verschilt van de daglucht alleen in gunstigen zin, zjj bevat minder stof. Bij felle koude of sterke wind, bij regen, doet men beter het raam te sluitendoor het verschil in temperatuur, heeft dan töch ventilatie plaats door de steenen heen en tusschen de raamspleten. In elk geval doet men wjjs om door het plaatsen van een scherm te voorkomen dat de slapende direct door de koele luchtstroom ge troffen wordt. Dikwijls is mij gevraagd of rooken „Een kwakzalverswetenschap „De kwakzalver is altijd de baan breker. Eerst de sterrewiehelaar, dan de sterrekundige, eerst de goudmaker, dan de scheikundige, eerst de mesme rist, dan de psycholoog. De kwakzalver van gisteren is de professor van mor gen. Zelfs vluchtige, ontastbare dingen als droomen zullen mettertijd ordelijk tot een systeem gerangschikt worden. Als die tijd gekomen is, zullen de nasporingen van onze vrienden daar op de plank niet langer dienen tot vermaak van den zoeker naar geheim zinnigheden, maar den grondslag eener wetenschap vormen". „Aangenomen dat liet zoo is, wat heeft de wetenschap der droomen te maken met een grooten, zwarten trech ter met koperen randen „Dat zal ik u zeggen. Gij weet dat ik een agent heb, die er altijd op uit is, om zeldzaamheden voor mjjn ver zameling op te sporen. Een paar dagen geleden hoorde h(j, dat een uitdrager op een van de Quais wat ouden rom mel gekocht had, gevonden in een oud huis aan het eind van de Rue Mathurin, in het Quartier Latin. De eetzaal van dit oude huis prijkt met een wapenrok en balken van keel op een zilver veld, wat b\j nader onder zoek blijkt te zjjn het wapenschild werkelijk ongezond is, daarom herhaal ik hier het vaak gegeven antwoord ja, rooken is ongezond, maar het lichaam gewent zich eenigszins aan regelmatig gebruik van vergiften. Schadelijk echter is het rooken want e-n gedeelte van de bestanddeelen van den rook blijft achter in de adem halingsorganen. Meer nog dan de longen loopen hart en bloedvaten ge vaar door giftige in het bloed cireu- leerende stofjes. Bjj de gewone ademhaling gebruiken we slechts een klein gedeelte der longen, en wel de meer in het midden der longen gelegen deelende long toppen worden alleen bij zeer diepe en krachtige ademhalingen met lucht gevuld. Voor hen die geen lichame- I ij ken arbeid verrichten is 't goed in de buitenlucht nu en dan eens flink diep adem te halen, zoodat de long toppen ook lucht krijgen. S. C. RIBENT. 8 ?8 E 3 00. Spanning. Er is nog niet veel ontspanning merk baar in de verhouding tusschen Turkije en Griekenland. Na de laatste nota van het Helleen- sche rijk begon de Turksche regeering een vredelievender houding aan te nemen. Die nota ademde trouwens een geest van verzoeningsgezindheid, dis niet anders dan gunstig kon werken en bovendien weet de Turksche regee ring maar al te zeker, dat zij gehsel Europa tegen zich zou hebben, als ze liet met opzet dreef tot een uiterste. Toch is zjj nu weder begonnen een scherper toon aan te slaad. Besloten moet zjjn een nota te richten tot de Grieksche regeering, waarin wordt verklaard, dat het antwoord van Grie kenland op de vroegere Turksche nota onvoldoende is, daar het geen waarborgen geeft op Turkije's eischen. Voorts wordt Griekenland aangezocht om te handelen in overeenstemming met de wenschen van Turkije in het belang van een vriendschappelijke verstandhouding. De nota is vervat in krachtiger bewoordingen dan de vorige maar maakt gewag van een behoorlijk uitstel, zonder den uitersten datum, waarop het antwoord kan worden in gewacht, te bepalen. De Grieksche gezant had gisteren een onderhoud met den grootvizier, die b\j hem aandrong, zijn regeering aan te raden om, in overeenstemming met de vriendschappelijke protesten van Turkije, de gevraagde toezegging te geven. De groote mogendheden doen alle pogingen om de vrede te bewaren en dit niet alleen uit menschenlierendheid, maar ook met het oog op eigen vei ligheid. Te talrijke belangen zijn betrokken bij de Oostersche kwestie dan dat een uitbarsting van plaatselijken aard niet tevens een gevaar zon vormen voor geheel de rest van Europa. O.a. is er b.v. De Dardanelles-kwestie. De vaart van oorlogsbodems door de Dardanellen is verboden en vooral voor Rusland is dat een moeieljjkheid, die dat rjjk reeds lang uit den weg heeft willen ruimen. De Russische Zwarte-Zee-vloot is in die zee opgesloten, kan nimmer ergens anders worden gebruikt. Rusland heeft dan ook jarenlang getracht naar een opheffing van dat verbod en nu loopen er geruchten, dat werkelijk de Turk sche regeering bereid zou zjjn der regeering van den czaar in deze ter wille te wezen. Natuurlijk zou dit een versterking beteekenen van de macht der dievou- dige entente, van Frankrijk, Engeland en Rusland, in de Middeilandsehe zee. Van Duitsche en Oostenrijksche zijde gaan nu reeds protesten op tegen een mogelijke opheffig van het verbod van doorvaart. Waarschijnlijk echter, zal deze kwestie wel vooreerst geen moeieljjk- heden geven, daar niemand voor het oogenblik verlangt naar een ernstig conflict. Niet in het oostelijk deel der Mid deiiandsche Zee hebben we dus in de eerstvolgende dagen Groote gebeurtenissen te wachten. Meer naar het westen, In het Rif gebied hangen de zware, donkere wolken, die met onweer dreigen. De Mooren beginnen zich weder te roeren en reeds deden ze een aanval op een Hpaansch convooi en deze aan val, die voor de Spanjaarden niet on gunstig afliep, schijnt de voorbode van een vernieuwde activiteit der Marokkanen. Eiken dag intussehen ontvangen de Spanjaarden nieuwe versterkingen en binnen enkele dagen kan meh ook van hun zijde een krachtiger optreden verwachten. Er loopen ook geruchten, ;dat de Marokkanen wel bereid zjjn vrede te sluiten met de Spanjaarden. Kunst en Wetenschap. Hamlet vet of mager Sinds Goethe er over raisonneerde in zijn Wilhelm Meister hebben de pennen niet stilgestaan over het pro bleem. Men weet dat Goethe en die met hem waren zich beriepen op den regel (in de duelscène): „He is fat and scant of breath." Duidelijker kon het nietHamlet was vet en kort ademig. Doch een Duitsch commentator heeft er nu wat op gevonden om den mage- ren Hamlet te redden. Volgens hem zou „fat" hier zijn een verkorting van „fatigate"vermoeid. In dat teeken nu kan de vrede tusschen de vette en magere Hamiets gesloten worden. Merkwaardige natuurspelingen. Dezer dagen deelden wij mede, hoe een eeuw geleden in Frankrijk een kind gedemonstreerd werd, dat in do kleur van de oogen een Napoleon tisch inschrift droeg. Als een treffend geval deelden wjj dit mede, daarmee echter niet bewe rend, dat het een zeldzaamheid was. Men weet, dat ten allen tijde zulke merkwaardige natuurspelingen zich hebben voorgedaan, en dat er dan telkens gezocht werd naar overeen stemming tusschen het waargenomen verschijnsel en bepaalde indrukken, die de moeder van het kind vóór de geboorte van dat kind had ontvangen. Dit jaar ia de heer Stephan Sturkop tot doctor in de geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam bevorderd op zjjn academisch proefschrift, ge titeld „Bijdrage tot de kennis der Zwangerschaplasten'Daarin noemt li(j tal van bijzondere verschijnselen bjj kinderen, welke, naar men wilde, zouden overeengestemd hebben met gebeurtenissen of indrukken, voor de geboorte van het kind. Dr. Stur- kop ontkent in de meeste door hem aangehaalde gevallen het weten schappelijk verband. Toch bestaan er een aantal van zulke voorheelden van het „verzien", zooals men dat ver schijnsel noemt. Bijv. haalt hij aan het geval van een meisje dat in Frankrijk werd geboren op „13 Nivose l'an IH", en onder de linkerborst een gekleurde vlek en relief droeg, duidelijk voorstellende de vrijheidsmuts. Zoo haalt schrijver ook aan een ge val, dat prof. Kouwer in de vergade ring van de „N'ed. Gynaecol. Verg." in 1900 demonstreerde. De professor vertelde toen van een kind, dat aan de polsen en aan hals en mond erge litteekens vertoonde. Spreker vernam, dat in Februari het huis in brand had gestaan. Een kind had erge brand wonden bekomen. Het was geruimen tjjd in 't zieken huis verpleegd, er waren plastische operaties verricht, en de mogelijkheid was aan de ouders meegedeeld, dat er ernstige contracturen aan de extremi teiten, aan hals en aan kin konden ontstaan. De genezing was betrekkelijk goed gegaan, maar de moeder had een sterken indruk van 't geval gekregen en vandaar het verschijnsel. Landbouw, Voet#ail8R Vissclierij. Rundveestamboek. Woensdag vergaderde onder voor zitterschap van den heer K. J. A. G. baron Collot d'Escury in het Schut tershof te Middelburg de afd. Zeeland van het Nederlandsch Rundveestam boek. Van Ged. Staten was een schrijven ontvangen, houdende bericht, dat de gewone provinciale subsidie weder is verleend. De rekening der afdeeling over 1908 werd conform het advies der commissie, die met het nazien ervan belast is geweest, goedgekeurd. Zij bedraagt in ontvang f5050,77 ij> en in uitgaaf f4008.36; zjj heeft dus een goed slot van f 1042,41 Mededeeliug werd gedaan van de rekening' der provinciale subsidie over 1908 en van de rijkssubsidie over datzelfde jaar. Die van de provinciale subsidie beBomt f3000 en is door Ged. Staten goedgekeurd. Ook de rijksrekening is goedgekeurd. Z\j loopt over f8583,26 in ontvang en geeft een goed slot bjj het zien van dat oude lederen ding. „Meer dan eens -heb ik door droomen belangrijke inlichtingen gekregen", zeide mijn vriend op den onderrich tenden toon, dien hij zoo gaarne aan nam. „Ik ben gewoon, als ik in twijfel ben omtrent het een of andere punt, het bedoelde voorwerp naast mij te plaatsen wanneer ik slaap, en te hopen op voorlichting. De gang van zaken komt my vry duidelijk voor, al heeft my'n handelwijze nog niet de goed keuring der rechtzinnige wetenschap mogen ontvangen. Volgens mjjn theorie zou ieder voorwerp dat in nauwe be trekking gestaan heeft tot een heftige menscheljjke aandoening, hetzjj vreugde of leed, een zekere atmosfeer of gedachtenverbinding daarmede be houden, die zich aan een sensitief persoon kan mededeelen. Met sensitief bedoel ik niet abnormaal, maar een daartoe ontwikkeld en opgevoed per soon als gij en ik". „Gy bedoelt, dat als ik bijvoorbeeld sliep naast dat oude zwaard daar aan den muur, ik misschien zou droomen van een bloedig gevecht, waarbjj dat zelfde zwaard had dienst gedaan Wordt vervolgd van Nicolas de la Reynie, een hoog ambtenaar van koning Lodewijk XIV. Er valt niet aan te twijfelen, of de andere artikelen in die kast gevonden, zijn afkomstig uit het begin van de regeering van dien vorst. Naar alle waarschijnlijkheid was dus alles het eigendom van dezen Nicolas de la Reynie, naar ik vermeen, de edelman, die bepaaldelijk belast was met de handhaving en uitvoering van de Dra conische wetten van dat tijdstip". „En wat zon dat?" „Nu wilde ik u verzoeken, den trechter nogmaa s in de hand te nemen, en den bovensten koperen rand te bekijken. Ziet gjj er geen letters op?" Werkelijk was ei' iets op gekrast, wat bijna uitgewischt was door den tjjd. Het moesten verscheidene letters zjjn, waarvan de laatste op een B. geleek. „Maakt gij er een B. uit?" „Ja, dat geloof ik wel." „Ik ook. Eigenlijk twijfel ik er niet aan, of het is een B." „Maar de door u genoemde edel man had er een R op moeten hebben." „Zeker 1 Dat ia juist het aardige. Dit zonderlinge voorwerp was zyn eigendom, en toch liet hij er de voorletter» van iemand anders op zetten. Waarom deed hij dit „Ik zou het niet kunnen zeggen gij wel?" „Nu, misschien zou ik het kunnen gissen Ziet gij iets verder op den rand nog iets anders „Ik zou zeggen dat het een kroon was". „Ongetwijfeld is het een kroon maar als gjj haar bjj het licht beziet, zult gij zien dat het geen gewone kroon is. Het is een heraldieke kroon, een onderscheidingsteeken van een ranghet bestaat uit vier paarlen, afgewisseld door aardbeziebladeren, het onderscheidingsteeken van een markies. Wij mogen dus aannemen, dat de persoon wiens voorletter B. was, gerechtigd was die kroon te voeren". „Dus die gewone lederen trechter behoorde aan een markies „Of apn een familielid van een markies", antwoordde Dacre met een eigenaardigen glimlach. „Tot zoo ver heeft deze band ons op de hoogte gebracht". „Maar wat heeft dat alles met droomen te maken Ik weet niet of het door Dacres ge laat kwam, of door iets in zjjn manie ren, maar ik kreeg een gevoel van afkeer, van onberedeneerden afschuw

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1909 | | pagina 1