N°. 89 1909.
Zaterdag 31 Juli
9Ö8te jaargang.
FEUILLETON.
Een jacht over deo Oceaan,
GOESCHE
mmm.
Telefoonnummer 28. Directeur A. F. A. van Setebs. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kebremans.
De uitgave dezerCourant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, in Goes 0,75, buiten Goes, franco 1,25.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
inzending' van advertentiön vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
De pr(js dergewoneadvertentiënis van 1-5 regels 50 et., eiken regel meer 10 ot.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels ii 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
Bebrek aan belangstelling.
Het gemeenschapsgevoel is bjj de
groote massa niet sterk ontwikkeld,
het besef, dat wij, maar al te zeer
uitsluitend voor eigen geluk ijverende
individuen, samen weder één geheel
vormen nog niet krachtig doorge-
Irongen tot de groote meerderheid
van het volk en we nemen als uit
vloeisel daarvan het verschijnsel waar,
lat de belangstelling voor die vraag
stukken, welke het algemeen belang
tken, in gewone tijden uiterst zwak
zich manifesteert.
Een oogenblik soms leeft die be-
'angstelling heftig op, bij dealgemeene
verkiezingen b.v., tracht men zich
ekenschap te geven van de ingrjjpen-
e kwesties, waarom de strijd gaat,
.och dan blijkt een groot deel van
liet volk te weinig onderlegd om een
krachtige eigen overtuiging te koes
teren en is dit deel daarom maar al
te vatbaar voor invloeden, die vreemd
of zelfs vijandig zjjn aan het belang
van de gemeenschap.
Demagogen slagen er gemakkelijk
in de even wakker geschudde indivi
duen als een kudde te drijven in de
lichting, welke door eerstgenoemden
in eigen of vermeend landsbelang
wenschelyk wordt geacht.
Nauwelijks is de opwindende tijd
achter den rug of de menigte sluimert
weder in, vraagt niet meer, vertrouwt
p de mannen van het vak, de „po-
itici van professie" alsof alles wat
door dezen ten opzichte van de ge
meenschap wordt besloten der menigte
niet aangaat, niet treft in haar be-
la.igen.
En niet slechts b\j een enkele klasse
•Ier maatschappij of een enkele der
politieke partijen valt die onverschil
ligheid te eonstateeren. Overal vindt
men haar als een belemmering voor
ee.i gezond politiek leven.
Een bjjna algemeen als waarheid
aangenomen stelling is, dat de politiek
vervelend zou zijn, maar hoe kan men
iets, dat nauw verband houdt met de
levensbelangen der gemeenschap en
dus ook met de belangen van het in
dividu vervelend noemen Zou men
het mogelijk achten, dat een zeeman,
tok al is hij geen scheepsbevelhebber,
ile zeevaartkunde beschouwt als iets
van weinig belang?
Iemand, die de groote vraagstuk
ken van politiek en economie ver
velend noemt, laadt op zich de ver-
lenking van gebrek aan liefde voor
Ie groote gemeenschap, waarvan hjj-
zelf deel uitmaakt.
Maar toch is gebrek aan gemeen
schapsgevoel niet de eenige oorzaak
van de weinige belangstelling. De
olitieke strijd, waar hij verwordt tot
persoonlijken haat, tot kleingeestige
muggenzifterij, stuit ook de besten
van ons volk soms tegen de borst en
wordt de oorzaak, dat ook dezen den
,'rooten strijd der verschillende stroo-
\v.ngen niet kunnen zien als de botsing
Yr ideëen, waaruit de waarheid ge-
1 oren moet worden.
Wat echter de oorzaak zjj van die
door
ARTHUR GRIFFITH.
De commandant, een vierkant
zeeman, met verweerd gezi ;ht, kon,
hü in zijn humeur was, zeer goed-
Moedig en opgeruimd zijn, maar zijn
i cjd met witte bakkebaarden omlijst
g elaat kon er ook grimmig en afstoo-
snd Uitzien, als een seinvuur inden
nist, en dat was juist op dit oogen-
I lik het geval.
„Je zyt dus de man, die zich Hard-
'viStle noemt, en je hebt de scheeps-
rog amènten daardoor verkracht, dat
je gebruik hebt gemaakt van de ruim
te, die uitsluitend voor Eerste Klasse-
reizigers bestemd is. Ik zelf heb je
daar gezien."
„Dat zal ik niet tegenspreken. Welke
straf staat daar wel op
Toch niet anders, zou ik denken,
lan Eerste Klasse passagegeld te beta
len Als dat zoo is, administrateur,
"eef me dan een kwitantie voor deze
twee banknooten van vijf pond....
njjn Tweede Klasse kooi wil ik er
ochter niet voor verwisselen."
onverschilligheid betreffende de be
langrijke kwesties van het openbaar
leven, op zichzelf vormt het verschijnsel
een gevaar voor de toekomst van
een volk.
Een natie, die niets gevoelt voor de
vraagstukken, die haar ontwikkeling,
haar welvaart raken, is veroordeeld
tot achteruitgang, tot ondergang.
Er ligt hier een taak voor allen, die
dit gevaar inzien.
In de eerste en voornaamste plaats
dient de jongelingschap opgewekt,
onderricht, niet zooals tot nu toe te veel
gebeurt, door de stichting van ver-
eenigingen van jeugdige politieke
tinnegieters, die op een leeftijd, dat
ze nog onmondig zijn, worden ge
sleept in den polilieken strijd in zjjn
minst edelen vorm als verspreiders
van vlugschriften, als verkiezings
agenten, als ordeverstoorders na het
bekend worden van den verkiezings
uitslag, doch door het organiseeren
van lezingen, van debatavonden des
noods, waar de jeugdige staatsbur
gers op niet eenzijdige wijze kennis
kunnen nemen van de groote, veel
omvattende vraagstukken, die over
het wel en wee van de gemeenschap,
van het eigen vaderland beslissen.
8 Ut0 nIa
Bloed en vlammen.
Spapje, het vroeger machtige we
reldrijk, dat steeds meer is verarmd,
steeds meer van zijn kracht heeft in
geboet, maakt nu een zoo ernstige
crisis door, dat men zich af moet vra
gen wat daar het einde van zal kun
nen zijn.
Wel zwaar zal nu de kroon druk
ken op het hoofd van den jeugdigen
koning Alfons, die staat aan het bestuur
van een rijk, dat innerlijk verzwakt
door een burgeroorlog, aan de andere
zijde van de Middellandsehe Zee strijd
heeft te voeren tegen een macht van
eenige tienduizenden goed gewapende,
alle doodsgevaar tartende Marokkanen.
Het gaat slecht in het Rif-gebied.
De Spaansche troepen, aanmerkelijk
minder in aantal dan hun tegenstan
ders, moeten zieh bepalen tot een
verdedigende houding en kunnen zieh
slechts met moeite staande houden.
Het is een wanhopige toestand.
Eiken dag krijgen de aanvallers nieuwe
versterkingen van uit het binnenland
komende stammen en eiken dag ook
worden er bloedige gevechten ge
leverd.
Vaag zjjn de berichten, die over de
gebeurtenissen tot ons komen, daar
de Spaansche regeering een strenge
censuur uitoefent en zelf zeer weinig
uitlaat.
Een deputatie van Spaansche jour
nalisten heeft zich hierover bjj den
minister van binnenlandsche zaken
beklaagd, doch deze toonde zich wei
nig tegemoetkomend en zeide alleen
„Ge behoeft u dezen zomer niet te
vermoeien, mijne heeren, want buiten
mij zal er in Madrid geen correspon
dent zijn. Ik ben besloten zelfs mijn
eigen woorden door de censuur on
schadelijk te maken."
De berichten, welke echter tot ons
doordringen, zijn in hun weinige
woorden toch tamelijk veelzeggend en
doen zien, dat de toestand zoowel in
het Rif-gebied als in Spanje zelf uiter
mate ernstig is.
In verschillende gevechten tegen de
Marokkanen verloren de Spanjaarden
honderde manschappen aan dooden en
gewonden en opmerkelijk is het groote
aantal der gevallen officieren.
Blijkbaar zijn de soldaten niet geest
driftig gestemd en beweerd wordt,
dat alle manschappen van een te Melilla
gelegerde compagnie weigerden op te
trekken tegen den vijand.
In de Spaansche gelederen, te Melilla
zoowel als in de kazernes te Madrid,
wordt er dagelijks tegen de tucht ge
zondigd. Men zegt, dat er alle dag
een vier of vijt soldaten wegens in
subordinatie den kogel krijgen. Te
Meilila weigerde op een dag een heel
bataljon te vechten en ging „op de
vlucht. Hun kolonel, die niet mee
wou, werd gedood. Verleden week
kregen eenige compagnieën bevel in
het vuur te gaan. Ga zelf eerst! riepen
zjj hun officieren toe. De officieren
gingen dan voorop. Vandaar dat er
zooveel sneuvelen.
Onder de gedoode officieren is een
generaal en van één der regimenien
moeten reeds alle officieren buiten
gevecht zyn gesteld.
Omtrent het sneuvelen van den ge
neraal wordt gemeld
Om drinkwater te brengen bij de
vooruitgeschoven posten zond men een
konvooi uit onder geleide van een
brigade troepen. Tegeljjk kreeg gene
raal Pintos bevel de heuvelstelling van
Goeroegoe te bezetten. Dat lukte. By
den terugtocht van het konvooi raakte
het in hevig gevecht met den vijand.
Generaal Pintos, de kolonels Ortega
en Palaeios, alsook eenige luitenants
en vele soldaten sneuvelden. De Moo-
ren leden groote verliezen.
De ravijnen liggen vol lijken, waar
aan des daags zwermen aasvogels te
gast gaan, en om wat zij overlaten
vechten 's nachts troepen huilende
jakhalzen.
Nu de zaken zulk een vreeselijke
wending hebben genomen, Is het
misschien niet overbodig
De oorzaak van den strijd
nog eens na te gaan.
Onder het bestuur van den vorigen,
nu afgezetten sultan Abdel-Aziz, wist
een kroonpretendent, gewoonlijk Boe
Amara genoemd, en ook wel betiteld
als de Rogi, zich een sterke positie
te verschaffen in het Rif-gebied, ach
ter het vroegere Spaansche kuststation
bjj Melilla. De Spanjaarden steunden
hem en nit erkentelijkheid voor dien
steun gaf Boe Amara aan twee Spaan
sche maatschappijen (waarvan een met
Fransch geld werkt) concessies voor
ijzer- en loodmijnen, welke groote
waarde heeten te hebben. Ter bevor
dering van de mijn-exploitatie legden
de maatschappen" een korten spoor
weg aan op Moorsch gebied, en die
lijn trachtten zjj in den laatsten tjjd
uit te breiden. Ter bescherming van
die lijn werden Spaansche troepen
gebruikt. l)at was te veel voor de
plaatselijke stammen, die dat als een
inval in hun gebied beschouwden.
Inmiddels schijnen zjj hun trouw aan
Boe Amara opgezegd en de partij ge
kozen te hebben van Moelay Hafid,
die de concessies, verleend door zjjn
mededinger Boe Amara, zijnerzijds
niet eikent.
Het Spaansche volk nu is vooreen
groot deel van meening, dat het niet
aangaat menschenlevens en geld te
offeren voor twee particuliere maat
schappijen, waarvan er een eigenlijk
nog werkt ten voordeele van Fransche
aandeelhouders. Vandaar dat
Hevig verzet.
tegen de regeering en haar politiek.
Zooals we reeds meldden, trachtten
groote volksmenigten het vertrek der
voor Marokko bestemde troepen te
beletten.
Te Madrid kozen de troepen zelfs
een oogenblik de zjjde van het volk
en mishandelden hun officieren.
Reservisten, die naar het oorlogB-
terrein moesten, werden ongewapend
en onder geleide van gendarmen naar
het station gebracht.
Men kan begrjjpen, dat er met zulke,
zoo weinig geestdriftig gestemde troe
pen niet veel uit te richten valt tegen
een machtigen, vastberaden, over-
moedigen vjjand.
Zooals gewoonlijk bjj een uitbarsting
van ontevredenheid komen er nu
elementen by, die met de directe aan
leiding tot die uitbarsting niet het
minste verband houden.
De haat tegen de clericale regeering
komt hevig aan den dag en gaf zelfs
aanleiding tot de plundering van
kloosters, maar ernstiger nog is de
beweging geworden, nu ze een revo-
lutionnair karakter heeft aangenomen.
In verschillende steden kwam het tot
Straatgevechten.
tuaschen het volk ter eene en politie
en militaire macht ter andere zjjde en
vielen verscheidene dooden en ge
wonden.
Het ernstigst gaat het toe |in de
groote havenplaats Barcelona. Daar
werd de positie der overheid op een
gegeven oogenblik beangstigend.
Er is nu een geheele legerafdeeling
heen gezonden, terwijl ook drie esca-
drons huzaren en eenige oorlogs
schepen bevel hebben ontvangen naar
Barcelona te vertrekken.
De voornaamste straten dier stad
zijn door de opstandelingen met barri
caden versperd en om die barricaden
werden verwoede gevechten geleverd,
waarbij zelfs het gesehut zjjn donde
rende stem deed hooren.
Dat echter de revolutionnaire be
weging zieh niet beperkt tot enkele
plaatsen, kan bljjken uit de
Opheffing der grondwettelijke
rechten
waartoe de regeering besloten heeft,
een maatregel, die gewoonlijk eerst
in den uitersten nood wordt genomen.
Ook in de heftige anti-elericale
pers gaan nu stemmen op, die den
opstand krachtig veroordeelen.
Wie de schuld treft van de moeie-
lijkheden in Noord-Afrika, waarin
Spanje nu is gewikkeld, moet later
uitgemaakt worden, meenen die bladen
man, die zich zoozeer door drift liet
vervoeren, kon ik niet vertrouwen.
„Dat zult u te zijner tijd te weten
komen, als het mij convenieert. In-
tusschen stel ik u verantwoordelijk...."
„Wat wil je zeggen Je bent ge
vaarlijker dan een haai, zooals je daar
om het kompas heen laveert. Antwoordt
me op één vraag. Heb jij de papieren
gestolen of niet
„Welke papieren Wiens papieren
•Van den hertog van Buona Mano
Men heeft je in de nabijheid gezien
van diens hut".
„Dat is een leugen. Nooit ben ik in
die buurt geweest, en ik weet niet
eens, waar dat heer uithangt. Maar
wat die papieren aangaat nu ja,
die heb ik hier", zei ik, de hand op
rnjjn borstzak leggend, „en ik denk
ze te houden ook".
De commandant sprong van woede
van zjjn stoel op.
„Je komt me voor, stapelgek te zijn,
een krankzinnige ruziemaker, anders
niet. Ik zal je onder in het ruim in
boeien laten staan. Geef op die stuk
ken terstond, of.
Dreigend was hij opgestaan.
„Terug, commandant 1 Raak die pa
pieren niet aan 1 Geen sterveling mag
ze zien. Zij zjjn het eigendom van het
Britsche gouvernement 1"
„Hoe zjjn ze dan ia handen van den
Voor het oogenblik echter dient elk
oprecht vaderlander er het zjjne toe
bij te dragen om die moeielijkheden
zoo spoedig mogeljjk te overwinnen.
Tot zoover de Spaansche pers.
Nu we zulk een groote plaatsheb
ben ingeruimd voor bovenvermelde
ernstige voorvallen, kunnen we slechts
weinig ruimte wijden aan hetgeen in
andere ryken vermeldenswaard is.
Toch moeten we hier nog even de
aandacht vragen voor
Het nieüwe ministerie in
Frankrijk.
Het Kabinet-Briand heeft zjjn intrede
gedaan in de Kamer en in een pak
kende rede heeft de minister-president
verklaard, dat hjj om te beginnen de
voetsporen van het vorige ministerie
zal drukken, zoodat de belangrijke
wetteD, die in staat van wording
verkeeren, niet in de papiermand zullen
verdwalen.
Over zjjn socialistische sympathieën
heeft Briand geen woord gerept, doch
daar zullen zjjn vroegere partijge-
nooten hem wel aan herinneren.
Dezen zjjn nu al van plan, als de
czaar van Rusland te Cherbourg komt,
waar natuurlijk ook Briand ter be
groeting aanwezig zal behooren te
zjjn, in die stad in druk te versprei
den de minder welwillende woorden,
die de tegenwoordige minister-presi
dent in zijn roode dagen over den
beheerscher der Russen heeft gebruikt.
Zoo ziet men, dat er ook in het
buitenland ministers zjjn, wien men
de oude plunje nadraagt.
Binnenland.
Ook Kamerlid.
In het distriet Ede moest wegens
de benoeming met ingang van 1 Aug.
van den Edenschen afgevaardigde jhr.
v. Citters tot commissaris der Koningin
in Gelderland, nog een tusschentjjdsche
Kamerverkiezing plaats hebben.
Natuurlijk was jhr. Schimmelpen-
ninck, die de volgende 4 jaar voor
genoemd district in de Kamerzitting
zal hebben, de aangewezen man om
bij enkele candidaatstelling te worden
verkozen.
Toen men echter met de candidaten-
Ijjst van den heer Schimmelpenninck
aan het Raadhuis kwam, was daar
reeds een lijst ingeleverd voor een
zekeren Van Manen, een eenvoudig
kleermakertje, en om nu de kosten
van een stemming te besparen, werd
toen de lijst met den naam van den
heer Schimmelpcnninck niet ingediend.
De heer v. Manen werd dus als
eenige candidaat gekozen verklaard
en zoo is Ede tot September in de
Tweede Kamer vertegenwoordigd door
een 33-jarigen, tot geen party behoo
renden Veenendaalschen kleermaker,
die niet eens kiezer is.
Blijkbaar heeft men den man candi
daat gesteld om hem het salaris van
Kamerlid gedurende 7 weken te doen
opstrijken.
Als dit de bedoeling is geweest, zal
ons Kamerlid er geen genoegen van
beleven, want, zooals het Hbld. op
merkt, een gekozen verklaard Kamer-
hertog gekomen Zoo, gooi 't nu eens
over een anderen boeg?"
„Die heeft ze zich onrechtmatig toe
geëigend, en hij zal zieh daarvoor, zbo-
als voor veel andere zaken, te ver
antwoorden hebben, hij en zijn me
deplichtigen."
„Met inbegrip van den jongen mil-
lionair, kapitein Wood, die door dezen
diefstal, jouw diefstal, bijzonder ge
troffen is,vulde de commandant aan.
Nu kon ik het niet langer uithouden.
„Die is volstrekt niet kapitein Wood.
Dat is een bedrieger. Kapitein Wood,
de erfgenaam van Mr. Mc. Faught,
ben ik."
Bij deze onthulling barstte de com
mandant in een brullend gelach uit,
waarin de administrateur van harte
mee instemde
„By al wat heilig is, dat loopt de spui
gaten uitStuurman I" schreeuwde
de commandant, „haal toch een paar
man met een eind touw en breng dien
snaak in het onderruim. We mogen
hem niet los over het dek laten loopen
Maar neem hem eerst de papieren af.
Ze steken in zjjn binnenborstzak.
Voordat ze de handen aan me kon
den slaan, deed ik een stap naar het
openstaande raam en wierp met een
snelle beweging het pakket in zee.
(Wordt vervolgd.)
De administrateur, een klein, mager
heertje, met een langen baard, streek
het geld op, maar zag den gezag
voerder twjjfelachtig aan.
„Zachtjes, zachtjes aan, mjjn jongen",
zei deze, „zóó vlot loopt de schuit
niet van stapel. De overtreding van de
reglementen is wel het minste. Er
heeft een diefstal aan boord plaats
gehad, ik heb er dezen morgen rapport
van ontvangen, en en en
„U verdenkt mij daarvan
De commandant knikte.
„Op grond van wat, als ik vragen
mag? Ik heb daartoe toch wel het
recht zou ik meenen
„Jawel, maar ik zal je daarop geen
antwoord geven. Ik ben den comman
dant van dezen stoomer".
„Wat u na deze reis, geloof ik, niet
lang meer zjjn zult, als u denkt, een
dergelijke aangelegenheid zoo van uit
de hoogte uwer grootwaardigheid te
behandelen en een passagier, op een
door niets te verontschuldigen wjjze,
van diefstal te betichten, zonder een
reden daarvoor te willen aangeven".
Dit schot trof doel. In zjjn woe
dende oogen bespeurde ik een oogen
blik een weifelende uitdrukking en
zyn optreden miste vastheid.
„Ik ben mijn superieuren, niet u,
verantwoording schuldig
„En met uw welnemen, aan het
Engelsche publiek waartoe ik ook
behoor zoomede aan het Engelsch
gouvernement, dat ik hier vertegen
woordig, commandant Sherborne".
Daar zakte zijn onderkaak, en hjj
zag den administrateur, die zich voor
over boog en hem iets in het oor
fluisterde, hulpeloos aan. Het inge
fluisterde scheen echter zjjn toorn nog
meer aan te wakkeren en hem in zjjn
voornemen, om zjjn prestige te laten
gelden, nog meer te stijven.
„Voor den.. schreeuwde hjj,
met de gebalde vuist op de tafel
slaande, „ik zal me toch door een
omzwervenden lummel, die met zjjn
vervloekte leugens hier aan boord
komt, en wei op mjjn eigen schip,
niet door een kluitje in het riet laat
sturen of overbluffenDe Britsehe
regeering kan zich ophangen aan den
bezaansmast! Wat kan me hier, midden
in den Atlantischen Oceaan, waar ik
zestig vaam blauw water onder de
kiel heb, jou persoon schelenEn
dan ben jjj het toeh alleen, die me
zoo'n rad voor de oogen wil draaien
met de publieke opinie en het Engel
sche gouvernementWie garandeert
me, dat er een steek van aan is I Je
hebt bekend, dat je onder een valsche
vlag vaart. Hoeheetjedaneigenljjk?"
Een oogenblik geleden was ik be
sloten, hem alles te zeggen, maar een