N°, 87 1909 Dinsdag 27 Juli 96ste jaargang. FEUILLETON. Een jacht over den Oceaan, GOESDHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco 1,25. Afzonderlyke nommers 5 cent. inzending: van advertentiën vóór 2 uren op den dag: dep uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels50 ct., eiken regel meer 10 ct. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels f 1,berekend. Bewijsnummers 5 cent. Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave vau deJNaaml. Vennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kêrremans. Nieuwe Goösdien&t? De oud-president van de Harward universiteit, dr. Eliot, heeft in New- York een rede gehouden, waarin hij zeide „De godsdienst heeft geen vasten vorm, maar is wisselend van eeuw tot eeuw. Er is een nieuwe gods dienst op komst, die niet gevestigd zal zjjn op gezag, hetzij geesteljjk of tijdelijk, daar het tegenwoordige geslacht wel geleid, maar niet ge dreven wil worden. In den nieuwen godsdienst zal geen verpersoonlij king van natuurlijke voorwerpen of vergoddelijking van merkwaardige menschelijke wezens voorkomen. Het geloof zal aan ras noch stam verbonden zijn Een nieuwe opvat ting van God zal den nieuwen godsdienst kenmerken, welke geheel monotheïstisch zal zijn. Met een menschelijke en waardige opvatting van God als hoofdgedachte van dien nieuwen godsdienst, zullen sekte, leerstuk en mysterie ver dwijnen." Dit te hooren uit den mond van een geleerd man als .dr. Eliot, is wel verbluffend. Wanneer de koster van een dorpskerk zoo iets aan een doortrekkende kerkbezoeker doceerde dan nog zou die vreemdeling lachen om de naieveteit van zijn mentor, maar een oud-president van een hooge schooldat is kras. Een nieuwe godsdienst noemt dr. Eliot een stelsel, dat haast zoo oud is als de wereld, dat wel eens onderdrukt is geweest, maar dat telkens terugkeerde. Zoo oud als de wijsbegeerte is, zoo oud is dat toekomstige nieuwe geloof, dat dr. Eliot profeteert. De philosophie toch heeft zich van haar ontstaan af ook beziggehouden met vraagstukken, die ook in den godsdienst beantwoord worden. De godsdienst echter, die gewoonlijk heteronoom is, d.w.z. deels berust op geloof bjj overlevering, op gezag, staat hierin tegenover de wijs begeerte, die nimmer baar principes steunen laat op autoriteits-geloof. Spinoza, Kant, Huxley, Spencer, Locke, Haeckel en zoovele anderen schijnen voor dr. Eliot onbekenden te zijn. Had hij van een dezer denkers ge leerd, dan zou hij zijn dwaze rede niet gehouden hebben, een rede die zoo waar door groote bladen als nieuws aan de lezers wordt opgediend, alsof nooit een pantheïsme, een hylozoïsme en agnosticisme bestaan hadden. Om nu te zwijgen van de heel oude stelsels bij Indiërs en Grieken willen we toch even er aan herinneren, dat in de 17e en 18e eeuw, toen men be gon liet godsdienstig geloof aan een critiek der rede te onderwerpen, dat toen weldra een geloof geboren werd als nu door dr. Elizot wordt... beloofd. De rationalistische methode uit dien tijd was ondeugdelijk en stelde aan den godsdienst eisehen, waaraan deze •onmogelijk kon voldoen, maar uit die minder gelukkige uitkomsten ont stond de betere en de monotheïstische leer, waarvan de geleerde Amerikaan 36 door ARTHUR GRIFFITH. Den tweeden dag van de reis bemerkte ik weer, dat ik, overal waar ik heenging, werd gadegeslagen want de laatste gebeurtenissen hadden mjjn voelhorens verbazend gevoelig gemaakt voor alles wat spionneering betrof. Het was nu er mee gedaan, om die dingen luchthartig op te nemen, en wel in die mate, dat ik eens onverwacht me omkeerde naar mijn vervolger, een reiziger Eerste klasse, die op het voordek hoege naamd niets had uit te staan en van hem een verklaring eischte van zjjn gedrag. „Ik ben uw vriend, kapitein Wood," zei hjj fluisterend, terwijl hij me terzijde nam. „Mjjn naam is Rossiter, ik vertegenwoordig Saraband en Snuyzer, die verhinderd is geworden, ons op dit traject te vergezellen. Hij heeft de „Fleur de Lis" vervolgd, om u daaruit te bevrijden. Maar voor den duivel, hoe komt u hier aan boord Zoodra ik overtuigd was, dat hjj het eerlijk met me voorhad en dat bewees hjj door zjjn wetenschap spreekt, de leer die in toekomst komen zal, maar die al duizenden aanhangers heeft. Daarin, in die dus reeds bestaande leer, vullen godsdienst en philosophie elkander aan, de godsdienst geeft er bevrediging aan de gemoedsbehoef ten, die een onvergankelijk bestanddeel uitmaken van 's mensehen zieleleven, de philosophie streeft naar kennis der waarheid voor zoover die met het menscheljjk verstand valt te door gronden, de godsdienst laat er het af hankelijkheidsgevoel van den mensoh zich uiten, schept ethische idealen, de philosophie werkt als critisehe con trole en als afzonderlijk intellect. In den godsdienst kent men alleen geloof, bezieling, illusies, in de wijsbegeerte alleen argumenten, die nimmer hun waarde ontleenen aan gezag van buiten. Deze beide zijn saamgevoegd in de stelsels van onderscheidene wijsgeeren, „sekte, leerstuk en mysterie" zijn daarin verdwenen en de hoofdge dachte is „een menschelyke en waar dige opvatting van God." 8 ui t h i a n o. Ministrikele crisis opgelost. Frankrijk heeft een nieuw ministerie en een minister-president, die wel niet meer behoort tot de socialistische party, maar zich toch gaarne nog socialist bljjft noemen. Briand, die nu den ministerraad zal presideeren, is er betrekkelyk spoedig in geslaagd een nieuw Kabinet te vormen. Geheel nieuw is het niet, want verschillende der ministers hadden reeds zitting in het Kabinet- Clemenceau en wat men van de nieuwe regeerders verwachten mag is een voortzetting van de politiek, die door Clemenceau gevolgd werd. Trouwens, de val van laatstgenoem de was ook niet te wijten aan een afkeuring van zjjn staatkundig beleid, doch alleen aan zjjn buitengewoon opvallende onhandigheid bij de dis cussie met zijn persoonljjken vijand Delcassé. Voor wie er belang in mocht stellen zjj hier nog gemeld, dat het ministerie- Briand gevormd is als volgt Binnenlandsche zaken en president van den ministerraad, Briandjustitie Barthoubuitenlandsche zaken Piohon; oorlog generaal Brunmarine vice- admiraal Boué de Lopereyre (thans maritiem prefect te Brest)financiën Cochéryopenbare werken en /poste rijen Millerand openbaar onderwijs Doumerguehandel Jean Dupuy landbouw Ruaukoloniën Trouillot openbare werken Viviani. Het nieuwe kabinet bevat verder 4 onderstaatssecretarissen financiën René Renault, oorlog Sarrant, marine Chéron, kunsten en wetenschappen Duj ardin-Beaumetz. Het onderstaatsseeretaxisBchap van posterijen en telegrafie is afgeschaft en daarmede 'verdwijnt de door de postbeambten zoo^he vig gehate fe'.imyan van het tooneel. van sommige bijzonderheden mijner lotgevallen verbaaJde ik hem mijn wedervaren. „Miss Fairholme zal zich zeer ver heugen, dat kunt u begrijpen. Nu weet zjj nog niets, hoewel ik u dade lijk door het doen van uwen hond, heb herkend. Bovendien heb ik ook een photogram van u in mjjn bezit. Snuyzer is groot in zjjn vak en laat zich niet spoedig knollen voor citroe nen verkoopen. Ik heb tot nu toe geen gelegenheid gehad, met Miss Fairholme te spreken, want ze is nog niet aan dek gekomen." „Mijn aanwezigheid moet haar terstond worden meegedeeld, daar ik haar zelf graag wil spreken. Daarop moet u het aanleggen, en wel, wat ik u verzoeken mag, terstond". „Natuurlijk, kapitein, ik zal bij het eerste gunstige oogenblik, na het in vallen der duisternis, een saimenkomst tusschen u tweeën tot stand brengen, maar de jonge dame mag; niet in al te openljjk verkeer met ee n passagier Tweede Klasse gezien worden, dat zou het heele spel kunneri bedurven". ,En dat spel is „Kostelijk, kostelijk, amusant, mr. Wood, nu n aan boord zjj t. We zullen de luidjes stilletjes hun ga ng laten gaan, en als ze denken hun slag ge slagen te hebben, met ui tnemend suc ces, dan komt u opdag en. De twee dames zullen getuigen, dat n de ware Het nieuwe ministerie wordt door de pers welwillend ontvangen en in het buitenland, met name Duitschland, uiten de toonaangevende bladen hun voldoening over het aanblijven van den minister van buitenlandsche zaken Pichon. Hierdoor is bestendigheid in de buitenlandsche politiek van Frank rijk te verwachten en dit is van te meer belang, nu eenige belangrijke kwesties eerstdaags misschien beza digdheid en wjjs beleid noodig zullen maken. In de eerste plaats is er het Marokko- vraagstuk. Bjjna komisch is, wat we nu in Marokko zien gebeuren. Engeland heeft zich indertijd bjj overeenkomst met Frankryk uit de netelige affaire teruggetrokkende republiek toont ook zeer weinig nei ging om geld en mensohenlevens te offeren in dat land. Duitschland heeft ook reeds bljjk gegeven dat het noor delijk Afrika beschouwt als een terrein vol voetangels en klemmen, waar het zich liever buitenhoudt en nu plotse ling wordt de zwakste der betrokken mogendheden er gewikkeld in moeie- lykheden, waarvan het eind niet te voorzien is. Een hevige worsteling heeft er in Marokko in het Rif-gebied plaats tusschen Spanjaarden en Marok kanen. Voor de Spaansche regeering is dit al bijzonder onaangenaam. Zjj kan toch moeieljjk haar troepen uit het door Spanje bezette gebied terugtrekken en is dus gedwongen den strijd aan te binden tegen de Moorsehe stammen. Het Spaansche volk toont evenwel uiterst weinig geestdrift en bjj het ver trek der voor Marokko bestemde troe pen hadden te Madrid ernstige onlus ten plaats. Een groote menigte wilde het vertrek van een trein, waarin de troepen moesten worden vervoerd, be letten en de burgerwacht kon dit ver trek alleen mogelijk maken, door de betoogers met geweld te verdrijven. Ook voor Spanjes financiën, die juist zoo langzamerhand in evenwicht be gonnen te komen, zjjn de gebeurte nissen in Marokko noodlottig. Reeds zjjn 3 V. millioen peseta's beschikbaar gesteld voor een expeditie, maar deze som is bjj lange niet toereikend, nu de omstandigheden de uitzending van een aanzienlijke troepenmacht nood zakelijk maken. De in het Rif-gebied bevelvoerende Spaansche generaal moet gevraagd hebben om een versterking van zjjn leger met 40000 man. Het ziet er daar voor de Spanjaarden dan ook donker uit. De generale staf maakt het volgende rapport omtrent een gevecht van Vrij dag bekend Reeds voor het aanbre ken van den dag werd een algemeene aanval gedaan op onze stellingen, maar vooral op die van Sidimura en op den post van kaap Morena. Een kolonne, bestaande uit zes compagniën en een sectie artillerie, trok uit om de eerstgenoemde stelling te verdedi gen, zjj dreef den vijand terug en vervolgde hem over een afstand van kapitein Wood is. Saraband Zonen hebben alle draden der samenzwering in handen, en we zullen de heele kliek in een gevangenis van de Unie achter slot en grendel zetten, zoodra ons dat geschikt voorkomt". „U zegt, Saraband en Zonen heb ben alle draden in handen. Ik weet van niets, ik zou graag eens ophel dering ontvangen, wat dat alles te be- teekenen heeft' „Ik heb van Snuyzer alleen in breede tritkken een en ander vernomen. Het complot is door zekeren McQuaheop het getouw gezet". „iO, dien ken ik. Ik heb reden om dit de gelooven „L'eze Me. Quahe was zeer goed met Bully Mr. Faught, den erflater, bekend. Hjj was in diens geheimen gedeelte lijk ingewijd, en de eerste die hoorde, dat bet groot fortuin u zou ten deel vallen. Daarom ging hij met den Italiaan die in het geheel geen hertog is een vennootschap aan, en deze twee brachten een kantoorbe diende mee, Simcox genaamd, vroeger geëmployeerd bjj de notarissen Gray en Quinlan. Dat is nu de hansworst, die uw persoon hier aan boord voor stelt, maar nu zal alles aan den dag komen, verlaat n in alles maar op de firma Saraband". „Eén zaak echter kan ik aan de heeren Saraband Zonen niet over laten, en dat zjjn de vermiste papieren, 2 KM Het zeer heftig gevecht duurde tot het volslagen dag was. De vijand deinsde toen af en de Spaansche troe pen bezetten de voorgeschoven stel lingen. De verliezen aan Spaansche zijde waren, wat officieren betreft: 1 kolonel, 1 kapitein, 4 luitenants gedood en 13 gewond'260 minderen werden ge wond. Het aantal gesneuvelde min dere militairen is nog niet bekend. De pas aangekomen troepen namen deel aan het gevecht. Met het oog op de onmogelijkheid om zich staande te houden, ontruimden de Spanjaarden 's avonds de vooruit- gesehoven stellingen, die ze na een hevig gevecht op den vjjand hadden veroverd. Begrijpeljjk is, dat de Mooren, die wel teruggeslagen, doch nimmer ver volgd worden, spoedig terugkeeren om den strijd te hervatten. De gevechten om Melilla duren dan ook voort. In de stad heerscht een paniek, vooral nadat Zaterdag een aanval was gedaan door 16000 Marokkanen. De Spaansche troepen gaven be wijzen van grooten moed. Herhaald* aanvallen moesten zjj doorstaan, doch ten slotte slaagden zjj er in meesters te blijven van het terrein. De Mooren verloren driemaal zoo veel strijders als de Spanjaarden. Volgens de inlanders komen steeds nieuwe stammen van de kust en het binnenland aan om deel te nemen aan den strjjd tegen Spanje. Zaterdagmorgen te 7 uur was er een oogenblik een pauze in het ge vecht. Kolonel Cabrera maakte daar van gebruik om zjjn mannen moed in te spreken, maar terwijl hjj het woord voerde, werd hjj getroffen door een kogel, die hem doodde. Zonder zich een oogenblik te beden ken stormden de soldaten op den vjjand af, die na een gevecht van een uur al vurend begon te wijken. Toen de Mooren bemerkten dat het geweer vuur der Spanjaarden verminderde, veranderden zij plotseling van tactiek, voerden een charge uit en omsingelden de colonne, waarvan kolonel Cabrera bevelhebber was geweest. Eerst de aankomst van nieuwe Spaansche troepen bev rijdde deze colonne uit haar benarde positie De toestand der Spanjaarden was van dien aard, dat generaal Marina bevel gaf om de pas uit Spanje arriveerende troepen direct naar de vuurlinie te zenden. De hospitalen te Melilla zjjn overvol met gekwetsten. De Mooren schjjnen overvloed van munitie te hebben. Naar men zegt, zouden vaartuigen uit Tetuan, Ceuta en Algeeiras aan de Mooren het benoodigde brengen. Zaterdag heeft de Spaansche kanonneerboot Pinzon tevergeefs jaeht gemaakt op twee verdachte schepen. Te San Sebastiaan zijn uit particu liere bron berichten ontvangen, dat de toestand in het Rif-gebied uitermate ernstig is. De stammen, die voor Melilla gelegerd zijn, tellen 20000 met gewe- waarvan u de geschiedenis voorzeker kent, die moeten bepaald voordat we te Sandyhook aankomen weer in mjjn bezit zijn. Als al het andere mislukt, moeten we de schurken aan boord laten arresteeren, maar ik zou dat graag vermjjden, want het kon er toe leiden, dat iets van den inhoud der papieren bekend is, en' deze zijn van zeer geheimen, zeer vertrouwe- lyken aard." „Gelooft u niet, dat de fielt den inhoud reeds lang van buil ;en kent „De inhoud is van zulken zeldzamen aard, dat geen mensch aam zijn be weringen geloof zou slaan,selfs onder eede niet, als hjj zijn on .thullingen niet met de bewijsstukken in handen kan bevestigen." „Dan zult u ze wel mo eten terug hebben, maar hoe dat gelevi ird worden kan, weet ik waarachtig niet, tenzjj men ze juist uit de kooi - ran Buona Mano wegneemt, en dat zc iu iets zijn, wat een leeljjken naam h eeft als het ontdekt wordt." „Voor u zou het een d iefstal zijn voor mij niet. De papierei behooren mjj, of liever mjjn lastgev er. Ik zou er geen bezwaar in zien, ze openlijk of in het geheim me toe te eigenen of er om te vechten, als i ik er bjj kan komen." „U schjjnt ook bereid t e zjjn,kapi tein, de proef af te leg ;gen, om in den pot te dwalen ais ik ane in mjjn ren gewapende mannen.Biertegenover kunnen de Spanjaarden tot nog toe slechts 8000 man stellen. Het laatste gevecht moet rampspoe dig geweest zjjn en de stilzwijgend heid der regeering over de resultaten, maakt een slechten druk. Men gaat voort met het uitzenden van nieuwe versterkingen. Heden zou een brigade ter sterkte van ruim 5000 man vertrekken. Het onaangenaamste voor de regee ring is, dat het volk zich tegen den oorlog bljjft verzetten en er weder Ernstige ongeregeldheden zij* voorgekomen. Te Barcelona werd gisteren door een groote menigte een betooging ge houden, waarbij op de politie revolver schoten werden gelost. „Weg met den oorlog!" was de al gemeene kreet waaronder het volk langs de openbare gebouwen trok. Eerst na een krachtig optreden van de overheid werd de menigte verspreid. Bin ronland Kamerverkiezing Hablingen. Bij de Vrydag in het district Har- lingen gehouden stemming voor de Tweede Kamer werden uitgebracht 5712 geldige stemmen. (Aantal kiezers 7480) Gekozen dr. J. Ankerman (christ.- hist.) met 3331 stemmen. De heer A. Plate (lib.) had 1717, de heer A. van der Heyde (soc.-dem.) 665 stemmen. Bij de vorige stemming op 11 Juni waren uitgebracht 6287 geldige stem men en verkregen de heeren dr. J. Th. de Visser (christ.-hist.) 3728 stem men, L. W. J. K. Thompson (Unie-lib 1784 en H. A. J. van Wyhe (soc -dein.) 765. Minister van Oorlog. Met ingang van 27 Juli is op ver zoek, wegens gezondheidsredenen, eer vol ontslagen de luitenant-generaal F. H. A. Sabron, buitengewoon adjudant van H. M. de Koningin, als minister van Oorlog, met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, en benoemd tot minister van Oorlog de generaal majoor W. Cool, inspecteur b|j het militair onderwijs. Uit de Pers. De luchtschepen. Het vrjjz. dem. blad Land en Volk schi-jjft over „Vorwarts"-artikel, dat men elders in dit blad vindt De Vorwilrts" heeft een beschou wing gegeven over vestingen in ver band met de ontwikkeling der lucht scheepvaart. Twaalfuren na de oorlogs verklaring kunnen een of twee dozijn Zeppelins boven Parjjs Btaan en naar hartelust Frankrijks centrum van uit de lucht bewerken. Zoo zal het over en weer met alle vestingen gaan. Conclusieweg met de vestingen Voor een klein land als het onze vaktaal zoo mag uitdrukken", hernam Mr. Rossiter laehend. Mjjn nienwe vriend had me tijding van Frieda beloofd, maar dag aap dag ging voorbjj, zonder dat hjj me iets had mee te deelen. Het was altijd hetzelfde liedje„De dame lijdt nog altijd aan de gevolgen van zeeziekte, evenals de andere passagieressen, jls niet in staat haar hut te yerlaten. De oppasser deukt, dat ze bedlegerig blijft, tot we te Sandyhook aankomen, maar zoodra ik iets te weten kom, zult u er van hooren". Eindelijk den vierden dag onzer afvaart een heerlijke, zonnige, luchtige dag verscheen mijn lief aan dek. Aangezien ,ik onafgebroken op den uitkijk stond, ontwaarde ik haar van mijn verre plaats in liet „Vooruit lang voordat Rossiter mij een bericht gaf. Hij had te zeer zijn aandacht verdeeld tusschen de goede zorg voor haar gemak en bediening, de goede ziel, dan dat hjj tjjd had, om aan my te denken. Toen hij eindelijk op me afkwam, wilde hij alleen nog maar Colly halen. „De juffrouw is bjjna krankzinnig, om den hond te zien," zei hjj, maar van mij repte hij geen woord. Toen hjj terugkwam, zag hjj er tameljjk verschrikt uït. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1909 | | pagina 1