N*. 84 1909 Dinsdag 20 Juli 9bste jaargang. Een jacht over den Oceaan, au FEUILLETON. GOESCHE COURAIVT. Telefoonnummer 38 Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kebremans. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, in Goes 0,75, buiten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 et., eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie vrordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a 1,berekend. Bewijsnummers 5 cent. Tweede beschuldiging tegen dr Kuyper Na de beschuldiging van mr. Tide- man tegen den oud-minister Kuyper, heeft deze een verweer geschreven, zóó zwak en zooveel ruimte latend voor vragen, dat ook de rechtsche bladen klemmend eischten een nadere verklaring van veel onbegrijpelijks. Aan dit verlangen heeft de leider der anti-revolutionairen tot nu toe niet voldaan, omdat, zooals hij in De Standaard schreef, hij eerst wilde af wachten of zijn beschuldigers nog meer aanklachten in portefeuille had den. Niet ten onrechte hebben velen daaruit gelezen, dat dr. Kuyper ver moedde, dat er nog meer pers voor hem te vuur lagen en nu blijkt 't dat die vrees niet zonder reden was Thans is 't het uiterst bezadigde en voorzichtig-ernstige Handelsblad, dat een nieuwe beschuldiging formuleert tegen Kuyper, welke we hier verkort weergeven. Op den 5e Januari van het jaar overleed de commissaris der koningin van de provincie Gelderland. Heel spoedig na dit overlijden werd als zijn opvolger genoemd de burgemeester van Den Haag, baron Sweerts de Landas. De heer Sw. de Landas had voor hij als burgemeester naar de residentie kwam, dezelfde post bekleed in Arnhem, was zoowel daar, als in den Haag benoemd ais liberaal man en had ook in 's Gravenhage steeds als liberaal aangeschreven gestaan De rechtsche bladen verzetten zich dan ook heftig tegen deze benoeming en konden citeeren wat De Standaard op 13 Juni 1904 geschreven had ,De staatkundige richting van baron Sweerts de Landas is de conservatief liberale." Op 9 Maart van dit jaar bracht plotseling De Standaard verwarring door te verklaren, dat zij zich vergist had en dat de heer Sweerts zeer be slist tot rechts behoorde Over deze plotselinge wending waren de meeste bladen destijds niet best te spreken. Zoo schreef de roomsche Tijd een scherp artikel, waarin o. a. voorkwam „Hoe heeft de Regeering, welke zeer vermoedelijk getrouw aan een oude en geëerbiedigde traditie in overwegend vrijzinnige steden als Den Haag een liberalen burge meester heeft willen en meenen te benoemen, zieh in den heer Sweerts zóó kunnen vergissen? „Hoe is het mogelijk, dat van de politieke christelijkheid van den heer Sweerts sinds 1904 niets uitgelekt is, zoodat b.v. onze Haagsche brief schrijver, zoo uitnemend op de hoogte van Haagsche toestanden, den burgemeester voortdurend, ook nog in den allerlaatsten tijd, onder de liberalen gerangschikt heeft?" En Het Vaderland vroeg „Herinnert men zich niet, hoe men in 1905 van rechts het verwp van partijdige burgemeesters-benoemin gen steeds trachtte af te wijzen met een verwijzing naar de benoeming door ARTHUR GRIFFITH. Hij, die het woord voerde, was een lange uitgedroogde kerel, met holle kaken, het echte verschijnsel van een Yankee uit het westen, met een sik en slappen hoed met breeden rand, waarbij als bijzonder kenmerk nog zijn slechte uitspraak van het Engelsch. „U is zeker erg boos op ons, kapi tein Wood, omdat we u wat hardhan dig hebben aangepakt," begon hjj, een niet opgestoken sigaar tusschen de lippen heen en weer rollend, „maar Wjj hadden er gegronde reden voor, althans van ons standpunt bezien. Eerstens wensch ik mij de bemerking te veroorloven, dat u zich in onze macht bevindt en wij met u doen kunnen wat ons goeddunkt." „Tut, tuthet eerste schip, dat we praaien, een koopvaarder of oorlogs schip, zal me bevrijden", antwoordde ik verachtelijk. Zeer zeker, als u met hen spreken kunt, maar wij zorgen er voor, dat dit niet gelukt, tenzjj u de voorkeur geeft, om een eed te doen, dat u het er niet op zult aanleggen." ,Wat verlangt u eigenlijk van me van baron Sweerts, den door dr. Kuyper benoemden burgemeester der residentie, die dan toch wel liberaal zou zijn Zeker is dat voor Januari 1909 de heer Sweerts niet kerkelijk was, ter wijl van zijn gewijzigde overtuiging nooit iets was gebleken. Toch scheen zjjn benoeming tot commissaris der Koningin in Gelder land zeer nabij en De Telegraaf be richtte dat die stellig verwacht kon worden. We geven nu verder het woord aan het Handelsblad: Eenige dagen later, 11 Maart, ver scheen in De Tijd een artikel „van hooggeachte zijde" ontvangen. Men lette op de uitdrukking „van hoog geachte zijde"; de schrijver was blijk baar niet de eerste de beste amateur politicus. Uit dat belangwekkende schrijven knippen wij slechts één stukje „Volgens de meening van De Tijd zullen velen in De Standaard-driestar een „voorbode" zien van de benoeming van den heer Sweerts tot Commissaris van Gelderland. Dit is mogelijk, ik weet het nietmaar wél weet ik, dat het niet ontbreekt aan dezulken, die in de ongemotiveerde aanbeveling van De Standaard niets anders zien dan een even sluwe als stoutmoedige poging om een persona gratissima aan de Regeering op te dringen. Zjj, die er aldus over denken, wachten met be langstelling af, of het Ministerie- Heemskerk zieh den onzachten en on- redelyken drang van die zjjde laten welgevallen". Men lette op de door ons gecursi veerde woorden. Deze hooggeachte vriend van De Tijd verklaarde dus, dat dr. Kuyper op even sluwe als stoutmoedige wjjze poogde den heer Sweerts de Landas, die bjj dr. Kuyper „persona gratissima" was, te doen benoemen tot commis saris der Koningin in Gelderland. Nu bobben wjj, na de Tideman- onthullingen vernomen, wat naar de meening van hooggeplaatste personen ter rechterzijde de reden was van het feit, dat de quasi-liberale burgemeester van Den Haag „persona gratissima" bij dr. Kuyper was. Baron Sweerts de Landas was om de zelfde reden „persona gratissima" als de heer Rudolf Lehmann, De Haagsche burgemeester had gelden gezonden voor de partjjkasV! Toen wjj de zekerheid hadden ge kregen dat leidende personen der rechterz de in hun kring die beschul diging hadden uitgesproken, zjjn wij ook op kondschap uitgegaan. En wij hebben de vaste overtuiging gekregen, dat die mededeeling omtrent den partjj-fondsstenn volkomen juist is. Dr. Kuyper heeft gemeend op de onthullingen van den heer Tideman niet te moeten antwoorden, voordat bjj zeker weet dat geen nienw be wijsmateriaal zal worden aangevoerd. Eerst wanneer zeker is, wat door de beschuldigers bewezen kan worden, is ook zeker wat met eenig succes Geld waarschjjnljjk. Goed iederen bil- ljjken eisch zal ik inwilligen". „Zoo, nu spreekt u eens verstandig. Daar is het zeker om te doen, maar wjj zullen zoo vrjj zjjn ons zelf te bedienen. Het plan, dat we hebben uitgedacht, en ik zie geen reden waarom we er een geheim van zouden maken bestaat hierin, dat u bjj ons bijjft, hier in deze zelfde schuit, terwjjl en zoolang, als onze makkers hunne zakken spekken met uw dollars. Wjj nameljjk, we hebben hetere, kunnen betere aanspraken doen gelden dan gjj, op het door u onrechtmatig ver worven vermogen." „Gekheid! Wat kunt uzondermjjn handteekening uitrichten „Die bezitten we, jongmensch, of althans een nabootsing van eerste deugdelijkheid. Daarvoor is reeds lang gezorgd. U had niet zoo mild met het uitschrijven van cheques moeten zjjn we hebben daarvan nog al eenige in nw portefeuille gevonden." „De dag van zware afrekening zal voor u allen aanbreken voor u allen. Lawford, hebt ge me verstaan De ellendeling sloeg de oogen neer en sprak geen woord „Ik geloof, dat we voor ons zeiven wel alleen kunnen zorgen in ieder geval is dat onze zaak. De uwe is het, in bedenking te nemen, of u hier in strenge gevangenschap wilt bljj- ven. Ik geloof, dat u dit na een paar weken wat ongemoedeljjk zult vinden. ontkend kan worden. Eet onmiddellijk bewjjzen van enkele pertinente onjuistheden in dr. Kuyper's eerste verweer, is blijkbaar voor dezen grooten partijleider een les geweest. Welnu, in dit geval hebben wjj alles medegedeeld wat wjj weten uitge nomen hoe wjj de zekerheid hebben gekregen dat de Haagsehe burge meester inderdaad een contribuant voor het partjjfonds is. Dr. Kuyper kan dus rustig en on bekommerd antwoorden op de zeer vele vragen, die naar aanleiding van het bovengaande rjjzen." Buitenland. Het einde kkxer regeering. De strjjd is volstreden de hoofdstad van Perzië ligt voor een deel in puin, het bloed der Perzen heeft den bodem gekleurd, maar nu zwijgt toch het geschuthet drama is ten einde en het laatste bedrijf 's de val van den sjah. Onze sympathie kan veilig zjjn aan de zjjde der nationalisten, der mannen, die streden tegen den meineedigen vorst, maar toch ook moeten we bewondering gevoelen voor de over wonnenen, de soldaten, die in de overtuiging van het recht van hun zaak hun leven offerden voor een vorst, die zooveel toewjjding niet verdiende. Zoolang er nog het zwakste glimpje van hoop was, hebben zij gestreden, de mannen die hun krachten wjjdden aan de traditie tegen den toch niet te weerstanen stroom van de nieu were begrippen, die zich ook in Perzië hebben baan gebroken. Wat Perzië de laatste maanden beeft te aanschouwen gegeven was een der heftigste crisissen in den ontwikkelingsgang van een volk en met diep zelfverwijt moet de afge treden sjah nu beseffen, dat hij heel slecht zich gekweten heeft van de grootsche taak, hein door zjjn geboorte op de schouders gelegd. Zjjn plicht was het geweest tactvol zjjn volk te leiden op de nieuwe banen, die het onder den invloed der moderner begrippen gaan moest en in plaats daarvan heeft hij zich verzet tegen elke verandering in het staats bestuur, heeft hjj zich verzet met de onedelste middelen, geweigerd iets op te offeren van zjjn absolute macht, ook waar die opoffering had kunnen strekken tot heil van zjjn volk. De straf is niet uitgebleven, na een dagenlang bloedig gevecht, waarin de nationalisten steeds meer terrein wonnen, heeft sjah Mohammed Ali met het laatste overschot zjjner troe pen een wjjkplaats gezocht in de Russische legatie, en daar heeft hjj toegestemd in den hem gestelden zwaren eischafBtand te doen van de regeering ten behoeve van zjjn tweeden zoon een nieuwe, opmerke lijke overwinning van den vooruit gang en de beschaving in de oude wereld van het Oosten. Misschien, dat u morgen of overmor gen tot betere gedachten zult zjjn gekomen, Mr. Wood. Intusschen zuilen we voor uw gemak zorg dragen. Onze Lysander is een uitstekend ka merdienaar. Je zult Mr. Wood met alle attentie punctueel bedienen, be grepen Je moogt hem nooit uit het oog verliezen, als hjj hier in de kooi, of niet achter slot en grendel zit ;Tot orders, overste Mc. Quahe." Tot mijn niet geringe verrassing, vond ik een koffer, en wel een mijner valiezen, met hemden, linnengoed en en een paar kostumes in mjjne hut. Daar ik nog mjjn rok droeg, denzelf den, dien ik in den nacht mjjner op lichting aan had, was ik zeer bljj, van kleeding te kunnen verwisselen. Maar alvorens me te verkleeden door zocht ik al mjjn zakken en vond toen mijn horloge, mjjn beurs, neen, er ontbrak niets aan dan mjjn zakboekje, dat ik altjid bjj me droeg en waarin ik den brief van den New-Yorker procureur had bewaard, waardoor ik van mjjn plotseling verworven ver mogen in kennis was gesteld. Nu be merkte ik, dat de samenzweerders zich dezen hadden toegeëigend, omdat ze dien noodig hadden, ter uitvoering van hun kolossale bedrieger jj. Afgezien van het feit, dat hjj te oplettend was, had ik over den mulat Lysander geen klagen. Zjjne zorg voor me was die eens cipiers of ge vangenbewaarders, verzacht door de De nieuwe sjah, Sultan Ahmed Mirza is een kind van elf jaar. Hij is de tweede zoon van den onttroon den vorst. Zjjn oudere broeder kwam echter als troonopvolger niet in aan merking omdat diens moeder geen geboren prinses was. Hazad-oel-Mulk is benoemd tot re gent gedurende de minderjarigheid van den sjah. Uit de gebeurtenissen der laatste dagen bljjkt, dat Rusland toch niet, zooals men vreesde, tusschenbeide zou komen en partij kiezen tegen de na tionalisten. Dit is waarschjjnljjk toe te schrjjven aan den Invloed van Engeland. Der Engelsche regeering sohjjnt het onverschillig geweest te zjjn, welke houding Rusland zou aannemen, ge dachtig aan het beginsel, dat men de poltiek vrjj moet houden van gevoels overwegingen, maar onder den druk der publieke opinie, die zich verklaarde tegen den sjaly schjjnt ze te Petersburg te hebben aangedrongen op onthou ding in den binnenlandschen strjjd. Nu de toestand in Perzië langzamer hand weder normaal zal worden, be staat er alle kans, dat Europa zjjn aandacht kan gaan wijden aan andere verwikkelingen. Ernstige moeielijkhedkn schynen n.l. in Griekenland te dreigen. In het leger bestaan eenige partijen, die reorganisatie van heel het bestuur eisohen, zij het dan met behoud van het koningshuis. De toestand van het leger en van de ministeries laat veel te wenschen over. Bevoorrechting en omkooperjj zjjn er aan de orde van den dag en langzamerhand dringt het besef door, dat dezen een krachtige» opbloei van het land belemmeren. Waarschjjnljjk zal men hiermede in verband dienen te brengen een plotselinge ministerieele crisis. Gelegen komt deze niet, nu nog immer het Kreta-vraagstuk om op lossing vraagt en een Vreemd incident de verhouding tot Turkjje nog meer gespannen dreigt te maken. Te Monastir is door de Turksche overheid gearresteerd de secretaris van het Grieksche consulaat en niet tegenstaande de protesten van den consul-generaal is deze secretaris, Alexandres geheeten, veilig opge borgen. Alexandres werd in het bezit ge vonden van documenten, die bewjjzen, dat de Grieksche regeering de hand heeft in de oproerige beweging in Macedonië. Alexandres is, behalve secretaris van het consulaat, officier van het Grieksche leger. Zooals uit de in be slag genomen papieren bljjkt heeft hij geld en wapens verstrekt aan de opstandelingen en opdrachten gegeven aan de bevelhebbers van benden, die in Macedonië het Turksche gezag be- strjjden. onderdanigheid van een ljjfdienaar. Hjj schoor me keurig, hielp me bjj het kleeden, maakte mijn bed op, rei nigde mjjn kooi en bracht me, waar aan ik het meest behoefte had, genoeg zaam warm eten. Daargelaten de onophoudelijk pjjn- ljjke onzekerheid, kon ik het verdere gerust afwachten, en in het vast ver trouwen, dat recht ten slotte toch recht moest zjjn en blijven, mjjne ziel in ljjdzaamheid bezitten. Maar hoe stond het met Frieda Wanneer zou ik haar wederzien Haar gewonnen te hebben en binnen wei nige uren weer van haar gescheiden te zjjn, dat was een hard lotEn wat moest ze wel denken van mjjn ver- dwjjnen Zou ze treuren, boos of wan trouwend worden ja wat? Deze eenigszins benauwende over wegingen werden door het binnen komen van Lysander, mjjn bewaarder, afgebroken, hjj bracht me een kop warme koffie. „Ontbjjt", zei hjj kortaf. Kort daarop kwamen mr. Quahe en Lawford, die beiden met belang stelling naar mjjn welzjjn informeer den. Of ik goed had geslapen, of de scheepskost me beviel, of mjjn dienaar behoorlijk voor me zorgde, dat alles werd zoo onbevangen gevraagd, alsof ze mijn gastheeren waren en we op den meest vriendschappeljjken voet samen verkeerden. „Luister nu eens goed, mr. Wood", Begrijpelijk is, dat deze arrestatie groot opzien heeft gebaard. Binnenland. Keizer Wilhelm in De Steeg. Naar aanleiding van het in ons vorig blad aan de Zutph. Ct. ontleende bericht, vernemen wij, dat de Duitsche Keizer met de Keizerin en gevolg op 9 Augustus bij zijn terugkeer van het bezoek aan Cleef een bezoek zal bren gen aan Graat' en Gravin van Bentinck en Waldeck Limpurg op het kasteel Middachten. Z. M. zal tijdens zijne aanwezigheid op Nederlandsch grondgebied het meest strikte incognito in acht nemen, zoodat alle officieel betoon zal achter wege blijven. Landbouw, Veeteelten Visscherij. zwitsersche fokgeiten. Evenals in de beide voorgaande jaren zullen de heeren J. Zuurbier te Beem- Bter en R. Visser te Berkhout zich in het laatst van de maand Augustus naar het groothertogdom Hessen begeven, ten einde aldaar een aantal fokgeiten en bokken van het Zwitsersche Saanenras aan te koopen. Zooals bekend is, staat de fokkerij van dit geitenras in Hessen op hoogen trap. terwijl de te betalen pvyzen en verdere kosten aanmerkelijk lager zjjn dan bij aankoop in Zwitser land. In geen geval zal de prjjs van,een volwassen geit of bok. alle onkosten inbegrepen, f 45 te boven gaan. Ook op deze reis zullen genoemde heeren, op verzoek van de directie van den land bouw, worden by gestaan door de Iles- sische Kamer van Landbouw. Landbouwvereenigingen of particu liere personen, welke fokgeiten wen schen in te voeren, kunnen zich vóór 15 Augustus wenden tot den heer J. Zuurbier te Beemster (pröv. Noord- Holland). Kruisbessen-merldauw. De te Poeldijk opgemerkte kruis- bessen-meeldauw is terstond krachtig bestreden De boomen van den aange tasten hoek, ongeveer vyftig, zyn alle verbrand, met inachtneming van de grootste voorzorgen voor besmetting, ofschoon slechts enkele boomen waren aangetast. De afdeeling Poeldyk van de vereeniging „Westland" vergoedt den eigenaar van de boomen een groot deel van diens schade. School en Kerk. De „vrije" school. Het openbare schoolhoofd Zoethout van school 78 deelt in het Handelsblad mede, hoe drie meisjee van deze school waren afgenomen en naar de katho lieke school in de Groote Wittenbur- gerstraat zjjn geleid tegen den wil der ouders. Het hoofd dier katholieke school, de heer Lievegoed, vroeg de pokkenbriefjes der drie meisjes Kabbes op en de kinderen bleven tevens reeds ging Mc. Quahe voort, „ik mag lijden, dat u uw besluit goed heb overdacht en tot andere gedachten zjjt gekomen. Verstandig was het niet, wat u in het schild voerdet, neen, dat kunt u zich van mjj laten gezeggen. Zie eens, we zouden u de heele reis hieronder niet graag laten brommen het kan een verduiveld lang toertje worden maar we kunnen u niet aan dek laten komen, tenzjj u belooft „Wat moet ik beloven „Niets anders dan ditU moet plech tig uw woord geven, dat u zich niet met een schip, dat ons praait, in ver binding zult stellen noch door een wenk, een aanroep of andere signalen. Vervolgens, dat u nooit met een men- scheljjk wezen, behalve ons drieën, zult spreken den kapitein of een man der equipage geen teeken geeft. Baten zou het wel niets, want hier aan boord gaat u door voor een gemoeds- kranke, voor een man in wiens boven kamer het niet pluis is, en die om ge zondheidsredenen een zeereis maakt. Wjj met ons tweeën zjjn de genees- heeren, Lysander is de ziekenvader of oppasser. Wilt u ons uw woord van eer niet verpanden „Aan wie moet ik dat geven Man nen van eer vroeg ik, en Lawford begreep mijn honende vraag, want zjjn rood gezicht werd nu purperrood. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1909 | | pagina 1