N\ 78 1909. Dinsdag 6 Juli, 96s" jaargang. 28 FEUILLETON. Een jacht over den Oceaan, COURANT. Toletoounumuier 22. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Vennootschap ,Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kbbremanb. De aitgav. é.ier Ooareei g.tohiedt Ueeedag-, Wooeidag- Vrgdagavoei, litgezonderd op feestdagon. frg» per kwartaal, ia Goet OlTSl buiten Goot, franco, Jf Afzonderlijke nommeri A cent. Intending van edierlanlidn ader 8 mean op dan dap dar uitgava. De prjjt der gewone advertentiSn ii van 3-5 regelt 50 oent, eiken regel meer 10 ot B| directe opgaaf van driemaal plaetiing derzelfde advertentie wordt de prjji ilechti tweemaal berekend. Oeboorte-, bnwelgk»- en doodberichten en de daarop betrekking hebbend, dankbetuigingen worden van 110 regelt d 1,berekend. Bewijtnnmmert 5 oent. dook ARTHUR GRIFFITH. »Hier ben ikWie roept Sam Mc Kil- lop U, mevrouw »Ik zou graag een woordje met u spreken, Mr. Mc Killop, over mgn hond", zei ik gemoedelijk, >het is een rossig bruine Colly. Hg luistert naar dien naam". •Ja, ik weet er al van. Maar zegt u, dat het uw hond is Ik meende, dat hg een anderen meneer toehoort, dien ik hierheen heb gebracht". »Ik weet niet, wie die heer kan ge weest zgn in ieder geval staat de hond onder mjjn bescherming en ik wilde u verzoeken, hem goed te behandelen en geduld met hem te hebben, want hg is dikwgli wat onhandelbaar. Ik mag hopen, dat hg het u niet te lastig maakt", zei ik ten slotte hem een sovereign in de hand stoppend. •O, neen, hg zal het me niet lastig maken, wees daaromtrent maar niet be zorgd. Hg is heel zoet en rustig. Als een lammetje liep hg achter den meneer, die hem meebracht." •Zoadt u denken, dat het iemand was, die hem opgevangen had Ik son dat draag weten". •Wel mogelgk. Maar mg wilde het voorkomen, alsof het zgn meester was, want de hond scheen zeer aan hem ge hecht en ging op commando dadeljjk liggen, alsof het een oud vriend was". >Hg zal als een verstandig dier hebben ingezien, dat-ie het verbruid had, en het beste zgn zou, zich kalm te houden, tot dat hg mg teruggevonden heeft. Als het u niet te veel moeite is, Mr. Mc Killop, dan zou ik hem graag willen zien". •Daar ginds in die hut ligt-ie lekker in sjjn stroo en Bchikt zich naar om standigheden een ontevreden Chris- tenmensch zon wat van hem kunnen leeren". Ik volgde de aangewezen richting, en daar lag Colly gemakkelgk uitgestrekt in zgn hut. Zgn mooie kop rustte tussehen zgn voorpooten, en hg zag er volkomen tevreden en gelukkig nit. Bg mjjn komst sloeg hg nauwelgks zgn groote, slaperige oogen op, maar er lag toch een uitdruk king van herkenning in, dat gepaard ging met een gedruisch, door het kwis pelen met zgn staart in het stroo teweeg gebracht. Deze vclslagen omkeer in zgn doen was voor mg een aangename verrassing, waar van ik me maar niet de moeite gaf een ver klaring te zoeken. Nadat ik hem nog eenige woordjes van bemoediging had toogespro- ken, ging ik van hem weg, want dringende aangelegenheden riepen me naar het achterdek. De stoomboot was al tussehen het land uit, en onder de werking van een snel opstekende bries nam de golvenbe- weging bedenkeljjk toe. Onder deze omstandigheden achtte ik het raadzaam, mjjne hut op te zoeken, daar ik weldra in een toestand verkeerde, die me onverschillig maakte voor alle wereldsche zaken en het verloop van den tjjd. Van de eerstvolgende drie dagen weet ik me niets te herinneren dan dat ik het hard had te verantwoorden. We waren allen erbarmelijk zeeziek mjjn arme goede moeder, mjjn kamerjuffrouw en ik heel erg, al had ik tot nu toe nooit van die beid om de vele in Turkjje heerschende misstanden op te heffen en natuurljjk worden 's lands financiön niet vergeten. Turkjje is onder de vorige regeering steeds gebukt gegaan onder een gebrek aan contanten, die zelfs leidde tot het niet uitbetalen van soldjj aan de militairen. De tegenwoordige regeering heeft nu in het licht gesteld, dat het Turkscho volk te weinig opbrengt, doch dt huidige belas tingen treffen juist dat deel der bewoners, die het minste kunnen opbrengen, terwjjl de rjjkeren uiterst weinig betalen. Een gezonder verdeeling der lasten zal dus niet alleen de groote massa van bet volk verlichten, toch tevens de schatkist rjjker maken. Men moet toegeven, dat de afzetting van den vorigon sultan het begin is ge weest van een gelukkiger periode in de geschiedenis van het Tnrksche volk en als De afgezette vorst nog eenig besef heeft van do plichten, die een kroon met zich brengen, dan zal hg nu toch moeten inzien, dat zgn regeering de opstand van zgn volk rechtvaardigde. Het volk was gegroeid, volwassen ge worden en zelfs een vorst heeft niet het recht ontwikkelde onderdanen als onmon- digen te behandelen. De krjjgsraad heeft een onderzoek in gesteld naar de daden van den ex-sultan en het resultaat was, dat dit rechterlijk lichaam adviseerde tot vervolging van den vorst, die zjjn hooge plichten zoo slecht begreep. Doch de tegenwoordige regeering wil van zulk een vervolging niet weten en als een vergeten man mag de ex-sultan voortleven in het land, dat bjj aan den rand van den afgrond bracht. Uit de Pers. Kuyper beschuldigd. Het Handelsblad zegt, dat de houding van de antirevolutionaire eu christelgk- historische pers haar bitter iB tegenge vallen. In het antwoord van dr. Kuyper wor den feiten erkend, die naar onze meening dadeljjk aanleiding tot protest hadden moeten geven aan de voormannen van de partjj, die meent dat wjj liberalen de de zedelijkheid van ons volk vermoorden, de partg die zich voordoet als de bgzon- dere wachter voor de moraliteit, de openbase... zoowel als de niet openbare. En nu moeten wg er toch even op wgzen, dat het orgaan van jhr. De Sa- vornin Lobman en dr. De VisBer, dat de organen van de vele politieke dominee's van dr. Kuyper's partg, alles wat dr. Knyper gedaan heeft, zeer gewoon schjj- nen te vinden, met geen enkel woord om nadere opheldering vragen, alle critiek van de pers der linkerzgde beschouwen als slechts te zgn ingegeven door haat tegen dr. Kuyper. Nu moge men gelooven dat dr. Kuyper geen verband heeft gezien tusachen de vraag (om het lintje) van den heer R. L. en het aanbod (van verkiezingsgeld) ook dan, ook wanneer dr. Kuyper tigk heeft gegeven van een gebrek aan door zicht dat in een NederlandBche minister beschamend is, zgn deze handelingen van een christelgk minister af te keuren. Geen enkele stem uit het politiek- christelgke kamp is opgegaan om de blinde volgelingen van dr. Kuyper voor te houden dat er een andere en betere standaard van zedelgkheid is, dan die van dezen voorman. De Standaard gaat voort, alsof er niet» gebeurd is, met de a.-r. lezers te bezalven en bepluimstrgken. In het laatste nummer juicht het blad dat »ook zonder in de huizen in te gaan, thans de vreemdeling zelfs ziet, dat in Nederland sterke Chris telijke sympathiün uit den volksgeest spreken. (Wg geven de Standaard in overweging de laatste nummers van Frankfurter Ztitung en Berliner Lokal Anzeïger te lezen, daar kan het opmer kingen van vreemdelingen" vinden, op merkingen over een NederiandBchen oud-minister, die wg niet hebben willen vertalen om de gevoelens van onze poli tieke tegenstanders te sparen). Iets van het »christ,elgk-politieke" element, zegt de Standaard letterljjk »spreekt reed» op het gelaat van het volk." Wel, wg nemen gaarne aan dat die uiterlgke cbristelgkheid, zich het eerst op het gelaat van het volk vertoont. Maar, mogen wjj thans vragen, is het niet mede de taak van christenen te zorgen, dat de politieke cbristelgkheid van voormannen als prof, Yisscher, Dr. Kuyper en Ds. van Lummel, niet verder dan het gelaat ind.ingt bjj het volk? Wg hadden verwacht dat ook door de Christelgk-Historischen een, zg het nog zoo zwak, teeken zou worden gegeven, zoo al niet dat deze politieke ohristeigk- heid van dr. Kuyper de hunne niet is, dan toch dat ook zg meenden dat het antwoord van dr. Kuyper niet voldoen kan. De Nederlander (christ-hist.) Wg hebben de beschuldiging, het ver weer, alle later gekomen berichten van eenig belang, en bgna alle beschouwingen daarover, opgenomen. Maar wg hebben ons voorshands niet in staat geacht, zelf een weloverwogen oordeel te geven. Wg staan voor een hoogst teere, verbgsterende aangelegen heid van zeer persoonlgken aard. Een voorloopig verweer, dat de feiten grooten- deela erkende, maar toch voldoende ruimte liet voor voortwoekerende vermoedens en vragen, om het niet als een definitief verweer te kunnen beschouwen. Inmid dels werden nieuwe gegevens medegedeeld. Dat een blad, hetwelk zgn verantwoor- delgkheid gevoelt, en voor wie ook het •oordeelt niet lichtvaardig" geschreven is, in die omstandigheden het uitspreken van zgn oordeel nog opschort, kan toch, dankt ons, niet zoo heel vreemd schgnen. Te minder, wanneer zulk een blad menig maal met den beschuldigde in warmen beginselstrjjd is gewikkeld geweest, en die strgd door een groot deel van het publiek vaak aan persoonlgke redenen is toegeschreven. Toch acht bgv. het Handelsblad ons voorloopig zwggen voldoende reden om ons met verdachtmakingen te ljjf te gaan en de meening te doen postvatten, alsoi wjj, zoo de beschuldiging jniat bleek, één seconde er aan zonden denken vgge- blaadjes aan te dragen. Het blad schgnt te meenen dat wg uic rechts partg besef zwggen, terwjjl juist omgekeerd het ver schil van gevoelen, dat onze redaotie vaak met dr. Kuyper had, ons te meer angstvallig maakt, in deze zaak te vroeg een oordeel uit te spreken. Gaarne voegen wg onze stem bg die, welke meer licht in deze aangelegenheid vragen. Trouwens, dit wordt door de meegedeelde en niet ontkende feiten zelve reeds gedaan. Ook de beschuldigde zal wel inzien, dat het laatste woord zgner- zjjds niet gesproken kan worden geacht. Doch meer licht te vragen en tegelgker- tgd te doen, alsof ieder reeds met zgn oordeel gereed behoorde te zgn, en dit oordeel slechts uit verkeerde motieven achterwege kan worden gehouden, ib een tastbare, en in dit geval allerminst on schuldige inconsequentie. Het Centrum (roomsch-kath.) zegt Wjj hebben reeds gezegd, dat de zaak Kuyper-Tideman geheel objectief en bui ten alle partg-overwegiugen om dient te worden beschouwd. Niet elk woord of elke uiting van dr. Knyper vindt ter reohterzgde instemming of aigemeene instemming, en dat thans van zulk een instemming wel sprake zou zjjn, kan zeker niemand beweren. En verder Men kan er wel zeker van zgn, dat in deze zaak het laatste woord nog niet geschreven en gesproken is. En wanneer met volkomen kennis van zaken kan worden geoordeeld, dan zal >heel de coalitie", die nog andere •hoofd mannen" heeft dan dr. Knyper, zeker niet aarzelen haar opinie te bepalen en, naar welke zgde dan ook, af te kenren wat afgekeurd moet worden. Er kan en.er mag voor ons geen enkele reden bestaan, om anders te handelen. Want hoe hoog de verdiensten en be kwaamheden van dr. Knyper ook moeten worden aangeslagen, het zou onzinnig zgn, te meenen, dat hg geen fouten zou kannen begaan, of zich als een feilloos man, altjjd zou hebben weten te hoeden voor een faux pas. Maar van den anderen kant mag hem ook geen blaam worden opgelegd, die louter door persoonlgke, of staatkundigo antipathie wordt ingegeven, of minstens tot onverdiende proporties opgeschroefd. Men heeft daarom zgn beschouwing van dit geval af te scheiden van party- overwegingen, waardoor de zuiverheid van oordeel het grootste gevaar loopt. De >coalitie en haar politiek" kunnen om deze zaak niet worden beschuldigd. En men kan voor die coalitie en hare politiek strjjden, met nadrukkelijke afwg- zich weder. •Dus u kent ook een kapitein Wood vroeg ze met groot zelfbedwang. »Wg hebben nameljjk ook een heer aan boord, van denzelfdan naam. Ik zon wel willen weten of die twee familie van elkaar zgn. U zult mg wel veroorlooven, u den onzen voor te stellen, hg reist in ons gezelschap". Voordat ik een antwoord kon geven, stond een man voor ons, die met een onaangenaam stemgeluid de hertogin bjj haren naam riep, maar in een taal, die ik niet veritond. Met bereidwillige gehoorzaamheid, die ik mjj uitlegde als haar verlangen, om haren echtgenoot (want natuurlijk wat het de hertog) de gedane ontdekking apoedigit mogelgk mede te deelen, stond ze op van haren stoel. Maar toe ze tarnen weggingen, had hg alleen het woord, en te oordeelen naar het geluid zgner stem, eu de gebaren, die zgn woorden verge zelden, moeit ik opmaken, dat hg haar hevige verwgten deed. .Ja, ja, hg geeft haar een tchrobbee- ring", merkte Mr. Eottiter op. »en ik geloof niet, dat een Amerikaansche dame het zich zou laten aanleunen, om zoo door haren man te worden aangepakt. Hg zegt haar, dat het hoogtt onvoor zichtig van baar is, zich met n in te laten, daar hg haar toch uitdrukkelijk verboden had, met zulke toevallige ken nisten zich af te geven. Dat was daar zoo even toch een komieke getchie- denit met den hond". .Wat weet u dan van den hond vroeg ik geheel ontsteld. ("Wordt vtrvolgd.J WOORDEN WEKKEN. VOORBEELDEN TREKKEN. In dr. Kuyper's werk .Ons Program" is in het Hoofdstuk Ridderorden o.rn. het volgende te lezen: .In een ideaalstaat, op christe lijke leest geschoeid, zou het bestaan j van pralende ridderorden ondenk baar zjjn. Ondenkbaar, wij 1 prikke ling van eerzucht het g e e s t e 1 (j k P(1 e v e n doet verdorren, in steê van bloeien. Ondenkbaar, wijl belooning (2,van verdienste den wortel van alle echte zedelijkheid aantast. En ondenkbaar evenzeer, wij 1 wat de jjdelheid eer kweekt dan beteugelt, op christelijk terrein voor geen verdediging vatbaar is." en zoo gebeurt het maar al te vaak, dat ministerieel® gunst met F de koninklijke sieradiën gaat Cjspelen, en zoodoende tegelijk de waarde der ridderorden verlaagd en aan de koninklijke eere te kort doet." De schrijver concludeert, dat het een eisch van anti-revolutionaire po litiek is om het uitdeelen van ridder orden te beperken en te veredelen. DERDE-KLASSE MENSC'HEN. In De Telegraaf schrijft iemand een rechtmatige klaelit over het toelaten van honden in -derde klasse coupe's. Dat de Spoorwegmaatschappijen de mensehen in drie klassen verdeelen, vindt-ie niet erg, maar dat de 3e klassers met honden gelijk gesteld worden, is hem te bar. .Want zegt ie.- afgezien van de omstandigheid, dat er honden zijn, die stinken, en andere honden, die ver haren, en nog andere honden, die én stinken èn verharen, èn nog andere onaangename eigenaardigheden heb ben, komt bei mijns inziens niet te pas, dat de maatschappij honden en passagiers 3e klasse over een kam scheert. •L Gelijke monniken, gelijke kappen. Indien honden in de door menschen in gebruik zijnde compartimenten een betaalde plaats, dus een zitplaats kunnen krijgen, zoo is het slechts billijk, dat voor die honden elke klasse beschikbaar zij, en dat men niet de 3e klasse-passagiers als minderwaar dig merkt, door hun het gezelschap van honden op te dringen. Doch welk een verontwaardiging zou alsdan opgaan van den kant van 'Je en le klasse-passagiers en hoe spoedig zou de maatregel alsdan in getrokken worden. En ook ik geef toe dat het hebben van een hond, als buurman in 'n spoor wegcompartiment, van elk oogpunt beschouwd, een belachelijk iets is, waarvan de belachelijkheid alleen neerkomt op de Maatschappij, die zoodanige bepaling in het leven riep." Buitnniand. Dë du1t8che rijkskanselier. Heel duidelijk komt bg de financieele kwestie in Duitschland het verschil nit tussehen de regeeringswgze daar te lande en die in een staat als de onze, waar het parlementaire stelsel tot meerdere ontwikkeling is gekomen. De financieele plannen van v. Btilow, den tegenwoordigen rgkskanselier, zgn verworpen. In ons land zou de verwerping van zulke ingrgpende regeeringavoorstellen gevolgd zijn door het aftreden van de regeering of, misschien, een Kameront binding. Niet alzoo in Duitschland, Von Bülow blgft, zg het voorloopig tot de financieele kwestie geregeld is. Deze regeling kan bg de huidige samen stelling van den Rgksdag niet anders plaats hebben dan in den geest van de conservatieven, dus in strgd met de denk beelden van v. Bülow. Deze is dus nu verplicht voorstellen in te dienen, die niet overeenstemmen met hetgeen hg in 's lands belang nuttig en noodig acht. Maar de keizer wil het zoo en niet anders. Fermer was de houding van den rgks kanselier geweest, als hg na zgn nederlaag had aangestuurd op een ontbinding van den Rgksdag om zoodoende het volk in de gelegenheid te stellen zich uit te spre ken ovpr de du aanhangige, hoogst be- langrgke kwestie. Het is evenwel de vrees voor het so cialistisch gevaar, dat hem hiervan schgnt te hebben afgehouden. Bg do vorige Rgksdagverkiezing heb ben de sociaal-democraten ernBtige ver liezen aan zetels geleden en niet onwaar- schgnlgk wordt het geacht, dat, als nu nieuwe vorkiezingen zouden worden uit geschreven, de socialisten vele der ver loren districten zouden heroveren. Socialistenvrees houdt dus de regeering af van de eenige juiste oplossing der kwestie. De oppositie, met name het Centrum (de R. K. partg) is in dit opzicht minder angstig en toen het vóór eenige jaren een aanval wilde wagen op de regeering, ontzagen de R. K. zich niet om in dit opzicht samen te werken met de anti nationale en anti-monarchale elementen in den Rgksdag, de Polen en sociaal democraten. Von Bülow zal dus nu medewerken aan de tot stand koming van belasting wetten, waarbg de grootgrondbezitters niet zwaarder worden getroffn, doch de groote massa, het volk, de benoodigde duiten zal mogen opbrengen in den vorm van indirecte belastingen. Ook in Turkge is een financieele hervorming aan de orde. Onder het nieuwe bestuur waait Een fbisschb wind. door heel het land. Krachtig wordt gear- lastige ziekte geweten. Dat ik zoo geheel in de lappenmand lag, was buiten twgfel toe te schrgven aan de reactie der knellende zorgen en opwinding gedurende de laatste dagen vóór mgn afreis. En die zorg was nu ngpender dan ooit. Maar toen ik de verlammende en ontzeiuwende verstomptheid van de zee ziekte afschudde en aan het dek kroop, om me te verwikkelen in de heerlgke en ozonrgke lucht van den Atlantischen Oceaan, gevoelde ik me opgewekt tot nieuw leven en beter in staat om die narigheid het hoofd te bieden. Zeker iemand bracht nu mgn dekstoel en dat was mgn vriend, Mr. Rossiter; zeker iemand plaatste dien in een tegen den wind beschermend hoekjeook weer Mr. Rossiterzeker iemand haalde een deken, een boek en een kellner, met een kop sterke bouillon, en diezelfde iemand liet me met rust, opdat ik in gezonheid en kracht zou toenemen—altgd Mr. Ros siter, en in mgn hart zegende ik de goede en kiesche ridderlgkheid van dezen Amerikaan. Toen ik daar zoo werkeloos neerlag, begon ik de mg nauw aan het hart liggende aangelegenheid wat meer van nabg te bezien en te overleggen, in welke mate ik de saak door mgn koen beslnit gediend had en van dienst was geweest. Reeds dadelgk, wat de eerste taak be trof, die ik me gesteld had, namelgk de samenzweerders in het oog te houden, moest ik een fiasco aanteekenen. In drie dagen en meer had ik niets van hen gezienik wist van hen niets meer dan op het oogenbliü, dat ik aan boord was gekomen en ik had geen duidelgka voor stelling, hoe ik na mgne aankomst te New-Vork het doeltreffendst zou te werk gaan en welke gevolgen de stappen hebben konden, die ik voornemens wat te doen. Vertwgfeling en moedeloosheid maakten zich van mg meester ik had alle hoop verloren, gevoelde me tot niets in staat en deed mezelve scherpe verwgten. En toch was het licht meer nabg dan ik wel vermoedde. Mgn blikken vielen op Mr. Rossiter, die, met Colly aan den ketting, op mg afkwam. •Hier is iemand wiens wederzien u misschien genoegen zal doen," ving hg vriendelgk aan. >Ik heb verlof gekregen, een kleine wandeling met hem te maken." •Is dat uw hond Wat een pracht- dier i" zg eene der naast mg zittende dames, en toen ik terzgde keek, zag ik tot mgn niet geringe verrassing, dat het de hertogin waB van Buona Mano. Colly, een buitenge woon gdele hond, verstond de vleierg opperbest. Hg had een van zgn goede dagen. Deftig en over zichzelf voldaan, ging hg zitten, gaf pootjes en maakte al zgn kleine kunstjes bgna zonder bevel, terwjjl hg zich door de hertogin, zonder de minste tegen werping, liet liefkozen en bewonderen. Nu boog deze zioh met een snelle be weging van begrgpelgke nieuwsgierig heid naar den mooien halsband van Colly, wat misschien een beleefde ma nier heette om achter mgn naam te komen. Maar de uitwerking was een schrik voor ons beiden, want toen ze met een verbazing, niet onver mengd met ontsteltenis, achteruit deinsde, schoot het me te binnen, dat deze hals band nog het opschrift droeg»Kapitein W. A. Wood,linie-regiment". •Wie is u Wat beduidtbegon ze haastig, maar terstond herstelde zg

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1909 | | pagina 1