KIEZERS! N", 67 1909. Donderdag 10 Juni jaargang. De uitslag der Kamerver kiezingen wordt ons Vrij dagavond uit alle districten geseind. Die berichten zul len dan voor de ramen der firma Kleeuweus op duidelijk zichtbare wijze worden gepubliceerd. Verzuimt Vrijdag Uw plicht nietBedenkt dat de vrijzinnigen alleen kunnen winnen als alle kiezers, 4ie tegen Kuyper, dat is tegen haat en tweedracht zaaien zijn, getrouw opkomen en stemmen op de Vrll2lnnl0t candidates sit (iOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- ea Vrijdagavonc, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco, f l,S& Afzonderlyke aommeri 5 cent. Inifnding wan advtrtantiln «6op 1 uren op don dag dop afiloave* COURANT. De prjjs der gewone advertentie* is va* 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct B| directe opgeef van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgi tlecht. tweemaal berekead. Geboorte-, ónwelgki- ea doodberichtea ea de daarop betrekkiag hebbend, dankbetuigingen wordea van 110 regel, k 1,berekead Bowginnmmer» 5 ceat. Telefoonnummer 22. Directeur A. P. A. van Seteks. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kebbekans. Zij die zich met een 1 Juli a. s. op dit blad abonneeren ontvan gen de tot dien datum verschij nende nummers gratis. Onze candidaat. Maandagavond in de Prins van Oranje een overvolle zaal voor nar. H. Goeman Borgesius, de candidaat der vrijzinnigen in het district Goes, die als spreker optrad. De heer Borgesius begon te herinn* ren aan do vreugdvoÜe gebeurtenis, die heel ong volk tot bljjdschap stemde. Als oxen die bljjdtchap aanschouwt, is het een onverklaarbaar verschjjnsel, dat voor honderd jaren niemand het kiesrecht kon bezitten, of hjj moeit eerst hebben ver klaard, dat hjj niet zou medewerken om de vorsten van Oranje weer aan het be wind te brengen. Na een moeieljjke*, kommervollen tjjd kwam echter ons volk tot de conclusie, dat alleen het Oranjehuis redden kon en siods dien ia de band tusschen volk en vorstenhuis on verbroken gebleve*. Het is geen wonder dat Oranje en Nederland samen zjjn geblevenonder hot Oranjehuis kan Nederland, volgens het woord van onze geliefde Koningin- Moeder, groot zjjn in alles, waarin ook een klein volk groot kan zjjn. Eenheid kan ons volk sterk maken en onwillekeurig vragen we ons af: is die eenheid van bet volk ook ^denkbaar bjj een ontwikkeld en krachtig partjjieven Ons volk en ook andere volken hebben bewezen, dat dit kan, mits dit partjjieven niet zoo domineert, dat de eenheid, de s&tnenhoorigheid verloren gaat. Vóór alles m.oet bjj een krachtig poli tiek leven de partjj zjjn nuiddel om het vaderland grooter te maken. Is het anders, is de partjj doel, dan sticht het partjj ieven verwarring. Het landsbelang gaat boven het partij belang. Dit geldt voor de leden der Kamers, maar nog meer voor ministers. Een minister mag nimmer zjjn een partjj- minister. Hjj is minister van geheel het volk. loon spr. in 1901 als minister aftrad bracht dr. Kuyper hem hulde, omdat zjjn ministerie bewezen had niet alleen om do belangen van de eigen partjj te denken doch ook de belangen van de minderheid niet te vergeten. Vroeger was de vrees voor de over- heerschiog der partijbelangen niet zoo groot. Toen ging voornamelijk de strjjd tusschen vooruitatreve*den en behoud- zuchtigen. De toestand is reeds door de vermeerdering van het aantal partyen moeiljjker geworden, doch er is nog een andere moeielykheid bygekomen se dert het woord >antitheie" zjjn intrede deed in den politieken strjjd. Er zjjn nu twee antitheses die tusschen de clericalen en vrjjzinnigen en die tussohen kapitaal en arbeid en beide antitheses zjjn verderfelyk. De antithese van den klassestryd ont kent de eenheid tusschen de verschillende klassen der maatschappij die antithese vergeet, dat de welvaart van de eene klasse gunstiger invloed oefent op de andere klassen. Een ideaal-maatichappjj is als een groot bosch waar de groote stammen niet worden geknot om ze geljjk te maken aan de struiken, maar waar toch' wordt zorg gedragen, dat de kleine struiken licht en ruimte genoeg hebben om op te schieten. Gelyk maken mag men niet, want ge ljjk heid is de dood. Toch is waar, dat nog niet voldoende gelegenheid wordt gegeven aan het kleinere om lich te ontwikkelen. De groote fout van de klassestryd- antithese is niet hierin gelegen, dat ze de zwakke meer gelegenheid wil geven tot ontwikkeling, maar wel, dat ze de solidariteit tusschen de verschillende klassen van een volk aanrandt. Maar nog ernstiger invloed op one politiek leven dan deze antithese heeft de antithese, die de menBchen scheidt vaD den godsdienst. B^grgpelyk is het eenigkzins, dat die geloofsantithese bestaat. Voor een deel draagt daarvan de schuld Jan Rap en zjjn maat, die met minachting op hun orthodox geloovige landgenooten neer- sien. Het zwakste van de antithese is, dat ze wordt doorgevoerd op politiek terrein. De politieke antithese, die zoo groote rol speelt, brengt er mensehen toe hun stem uit te breBgen op mannen, die een geloof belyden, dat eerstgenoemden ver- foeieljjk voorkomt. Verderfelyk is het, dat in de politiek gevraagd wordtwat is uw belydenis on nietwat verlangt ge op politiek en op sociaal gebied Gelukkig zjjn er nog velen in den lande die dit verderfeljjke inzien en, hoewel zelf orthodox, niet mede willen doen aan de coalitie. Het is nog slechts drie jaar geleden, dat onze tegenwoordige minister Heems kerk verklaarde, dat de antithese-politiek slecht werkte op ons politiek leven. In 1894 ging zelfs dr. Kuyper met «pr. mede het land in om Christ. Histori sche* en R. K. te bestryden en April 1901 schreef dr. Kuyper in de Standaard, dat die antithese alleen goed kon zjjn om de clericalen een tydelyke meerder heid te bezorgen. Maar zitten onze man nen, aldus meende toen dr. Kuyper, eenmaal aan de ministertafel, dan heb ben zjj aan die antithese geen richt snoer. Tegenwoordig wil dr. Kuyper het ander». Nog Blechts enkele weken geleden heeft hjj een redevoering gehouden te Utrecht voor 5000 deputaten, en deze rede had tot uittartende* titel: »Wy calvinisten". In deze rede werden zelfB de R. K. opgewekt naar de stembus te gaan om ook hun stemmen uit te brengen op antirevolutionnairen en Christ. Hist. Aan het slot zjjner rede wekte dr. Kuyper de calvinisten op haar de stem bus te gaan ter eereniet van de R. K., maar van Chlvyn, den grooten Katholiek eD hater. De antithese komt juist in den ver kiezingstijd het meest voor den dag. Ze is n.l., zooals dr. Kuyper eens zeide, het cement van iie coalitie. In de Kamer blijkt dit cement echter niet stevig. Over verschülinde belangryke kwesties zjjn de coalitie-genooten het niet eens. Toen in de Kauier gevraagd werd hoe het ministerie-Heemskerk dacht ovei de doodstraf luidde het antwoord: juist als het ministerie-Kuyper. In dat kabinet waren de ministers het over dit belang ryke vraagstuk echter totaal onee*s. Bjj een debat werd spr. door een anti-revolutionnair gevraagd waarom de vrijzinnigen dan nooit bun stem uitbren gen op een man van de coalitie als zy niet gelooven aan het bestaan der antithese. Als bjj spr. een man komt, die het program der liberalen wil onderschrijven, doch beweert hiertoe gekomen te zjjn door hetgeen hjj in de Heilige Schrift las, dan wordt hjj door spr. als partjj - genoot ontvangen. Als echter bjj de anti-revolutionnairen iemand komt, die hun sociaal en politiek program wil onderschreven, doch ver klaart dat hg niet op grond van de Heilige Schrift if gekomen tot zijn sym pathie voor dit program, dan wordt hjj Dit is het verschil tusschen de vrij zinnigen en de ooalitie. Wordt door de antithese de politieke strjjd nog scherper gemaakt, dan gaat de eenheid van ons volk verloren. Dr. Kuyper echter durft het aaD zich bjj het zaaien van tweedracht te beroepen op Jezus Christus. Doch gelukkig zjjn er anti-revolution nairen, die er anders over denkan en even als de vrjjzinnigen meenen, dat Jezus Christus was de apostel der liefde en niet die van de tweedracht. Na een oogenblik pauze vervolgt spr. zjjn rede. Indien men zich vereenigt, tot een kerkgenootschap, dan is het begrypelyk dat me* vraagtwat is uw geloof Maar als men zich vereenigt tot een politieke party dient men uitsluitend te vragen wat wenschc gjj in betrekking tot het staatsbestuur. De Liberale Unie, waarvan spr. voor zitter is, heeft slechts een kort program. Het eerste punt is de eisch grond wetsherziening om te komen tot alge meen kiesrecht. Nog niet zoo heel veel jaren geleden werd mon aangezien voor revolutioonair als men zich verklaarde voor algemeen kiesrecht. Nu is dit anders. Byna elke party telt onder haar leden voorstanders van algemeen kiesrecht, dat m andere staten reeds is ingevoerd. Spr. is reeds jarenlang voorstander van zulk een kiesrecht, daar hjj vertrouwen heeft in den geest en het karakter van ons volk. Er is spr. vaak gevraagd zyt ge dan niet bevreesd, dat doc r hot algemeeD kiesrecht de antithese-mannen aan de eene zjjde en de S. D. A. P. aan de andere zjjde veel zonden winnen in kracht. "Voor spr. is de kiesrechtkwestie echcer geen kweitie van cjjfers, maar van recht en billjjkheid. Het algemeen kiesrecht heeft boven dien een groote opvoedende kracht op het volk, al is het duideljjk, dat een volk niet alleen door wetten gelukkig kan worden gemaakt. Het tweede punt op het programma der Liberale Unie is de verzorging van ouden van dagen, liefst door staatspeo- sioneeoring. Bemoedigend is het, dat langzamerhand de opinio ook opzichte van dit vraagstuk is gewyzigd. Een twintig jaar geleden werd door spr. in de Kamer een voorstel gedaan om een onderzoek te doen naar d«n toestand der arbeiders. Toen durfde een lid, die tegenwoordig deel zou uitmaken van de coalitie, zich tegen het voorstel verzetten omdat, als men wonden bloot legde, men deie ook zou moeten heelen. In dien tjjd was men natuurlyk ook vai meening, dat de ouden van dagen, zichzelf maar moesten helpen. Dit meent men nn gelukkig niet meer, al is de wjjze, waarop de partjje* in die nooden willen voorzien, verschillend. Byna algemeen wil men van staatswege hulp verstrekken, maar de vraag bljjft hoe. In Belg'ë werd als het beste beschouwd de arbeiders zelf met steun van den staat voor den ouden dag te doen sparen. Dit stelsel bleek een mislukking. Een ander stelsel is d*t van dwangver zekering met premiebetaling, waaraan werkgever en arbeider tezame* met steun van den staat moeten bydragen. Vroeger was spr. zelf voorstander van dit stelsel, maar 't heeft zooveel bezwaren, dat spr. nu voorstander is van staatspen- sioneering, waaraan het heele volk naar draagkracht zou moeten bydragen. De antithese-mannen zjjn voor de dwangverzekering, deze is door hen voor christeljjk, de staatspensioneering is door hen voor onchristelijk verklaard. Het is vreemd 1 Of steun aan de vergrysden in strjjd zou zjjn met de scboone leer van den zachtmoedigen Christus. Een ander bezwaar van de antithese- mannen is, dat de staatspensioneering demoraliseerend zou werken op de ar beiders. Maar waarom Laat men zien naar Engeland en Dene marken, waar staatspensioneering bestaat. De menschen die het staatspensioen demoraliseerend verklaren, waardeeren den arbeid niet genoeg. Ook de arbeider, die niet in staats dienst werkt, arbeidt voor het geheel en heeft evenzeer recht op pensioen als een staatsambtenaar. De tegenstanders van staatspensioen verklaren ook, dat dit pensioen te duur zou zyn. De kosten zouden bedragen 12 i 18 millioen. Men komt tot dit bedrag door berekening naar wat bet in Engeland kost en door de uitkeeriüg even hoog en op denzeifden leeftyd te stellen als ia dit rjjk. De tegenstanders van rechts wef«n echter aardig met de cjjfers te goochelen om steeds aan t' toonen, dat de kosten veel meer, 25,142 of zelfs 80 millioen zouden bedragen. In waarheid zullen de kosten niet meer bedragen dan 18 milioen. Als men dit geld zou willen vinden, zou men de successiebelasting net 5 mil lioen en de vermogens- en bedrijfsbelas ting eveneens kunnen verhoogen. De dwangverzekering zou nog duurder worde* dan het staatspensioen, wel 20 millioen kosten. De tege* standers van rechts zouden dit geld willen vinden door protectie, protectie van de industrie, niet van den landbouw. Deze moet gespaard worden, maar ook de landbouw zou gebukt gaan onder zulk een protectie door het duurder worden van bouwmaterialen e. d. De antitheie-landLouwers moeten dit echter maar slikken in naam dier antithese. Als spr. de zaal overziet zou hjj ge looven, dat niet waar is wat men beweert, n.l. (Hit er voor de verkiezingen minder animo is dan in 1905. Het gaat nu echter om niet minder belangryke vragen dan toen. Als rechts overwint, dan komt er van de besproken hervormingen niets en l ovendien, dan dreigt ons het gevaar van een regime als van 19011905 en wordt het open baar onderwjjs in het nauw gebracht. Spr. zelf is niet tegen subsidie aan het byzonder onderwjjs en hjj heeft dat als minister indertyd bewezen, maar nu langzamerhand komt 't openbaar onderwjjs in de verdrukking en is de steun van alle vrjjzinnigen noodig. Daarom moeten allen, die vrjjzinnig denken, Vrydag op hun post zyn om gevaar te bezweren. Debat. Van de gelegenheid tot de debat werd gebruik gemaakt door mevr. Jonker en dr. J. v. d. Brink. Plaatsgebrek noopt ons echter het debat iets minder uit voerig te behandelen. Mevr. Jonker bracht de kwestie van het vrouwenkiesrecht ter sprake. Spr. heeft gezegd, dat hy het alge meen kiesrecht wil omdat hy een alge meen vertrouwen heeft in het Neder- landsche volk, maar van de vrouw, de getrouwde vrouwen, waartoe de debat ster behoort, heeft de heer Borgelius niet geBproke*. De opvoedende kracht van het alge meen kiesrecht is toch ook noodig voor de getrouwde vrouw, de opvoedster der kinderen. De heer Borgesius meent, dat de vrouw haar belangstelling bepaalt tot haar huis gezin, maar de belangen van het huis' gezin houden nauw verband mat depolitiek. Dr. J. v. d. Brink zegt, dat bjj veel wat de heer Borgesius heeft gezegd met genoegen heeft aangehoord. Het is natuurlyk moeielyk in debat te komen met iemand als dhr. Borgesina, die alle kronkelpaden der politiek kent. De bourgeoispartijen hebben zich eerst verzet tegen het algemeen kiesrecht, doch nu ze zien, dat de stroom niet te keeren is, veranderen ze van houding en zoeken ze heil in een verkapt dames-kiesreoht. Nog niet heel lang is de heer Borge sius voorstander van staatspensioen, maai de heer v. d. Brink vraagt, of er dan geen mogeljjkbeid zou zyn om de weke- lyksche uitkeerisg niet als in Engeland te stellen op f 8, maar op f 4,50 per week. Dr. d. Brink legde den nadruk op het bestaan der antithese tusschen kapi taal en arbeid, waardoor enkelen groote schatten bezitten en duizenden anderen leven in armoede. De economi8oh zwakkeren willen niet, zooals de heer fiorgeiius in zyn beeld betreffende h t woud zeide, bescherming; zy willen macht, de welvaart in breeder kringen leiden door de productiemiddelen aan den staat te brengen. Dr. v. d. Brink viel verder den heer Borgesius aan over de wjjze, waarop hy vaak in de Kamer zyn stem uitbracht en over ijjn afwezigheid by verschillende stemmingen over het arbeidscontract. Bjj zy* repliek zegt de heer Borgesius, dat hjj vernomen heeft, dat er in de zaal ook vele anti-revolutionnairen en katho lieken zyn, doch deze geven er de voor keur aan te zwjjgen, wat zeker geen bewjja is van sterkte. Des te meer stelt spr. het op prjjs, dat de sociaal-democraten anders handelen en met grooten jjver opkomen voor hun beginselen. Spr. staat en in beginsel, en in tactiek tegenover de sociaal-democraten. De sociaal democraten willen de pro ductie-middelen brengen aan de gemeen schap maar dit beeft tot gevolg unifor miteit, een gelykheid, die is de dood. Spr. gelooft niet aan de afschaffing van den loonarbeid, wel aan verbetering der arbeidsvoorwaarden. De sociaal-democraten willen alles in eens, spr. wil de hervorming geleidelyk. De S. D. A. P. verwerpt het goede, als ze het betere niet krygen kan. Toen de leerplicht aan de orde was (spr. was toen zelf minister), waren de sociaal-democraten ook vóór leerplicht, doch als het aan hen bad gelegen, was O* leerplicht- er nog niet. De sociaal democraten eiechten verplichte school- voeding en omdat deze niet kon worden gegeven, stemden ze tegen de gebeele wet en deze kwam er slechts door (doordat er te rechterzjjde een afwezig was) met 50 49 stemmen. Ook bjj de kwestie van het blyvmd gedeelte, onder minister Staal, was de houding der sociaal democraten merk waardig de heeren verlieten de Kamer. Het is een gemakkeljjke tactiek voor een party, die nog nimmer de verant woordelijkheid van het landsbestuur ge voelde. Spr. ia reeds opgekomen voor de be langen der arbeiders vóór er sociaal democraten waren. Om te begianen ging van spr. het initiatief uit voor de reeds besproken enquête, dat zal toch dr. v. d. Brink niet ontkennen. Dr. v. d. BrinkDaarvoor breng ik u hulde 1 De heer Borgesius Daarvoor brengt hg me hulde 1 Maar wat hebben de sociaal-democraten, gedaan Van het begin af heeft spr. gewerkt in dezelfde richting en minister wor den was zyn eenige eerzucht, minister woiden om dan zyn denkbeelden tot uit voering te brengen. In 4 jaar tjjds zjjn verscheidene wetten tot stand gekomen en toen spr. moest aftreden deed het hem allee* leed, omdat hy zoo gaarne nog meer had gedaan. Ten opzichte van het staatspensioen verklaart spr., dat ook hij gaarne de* oude* van dagen f4,50 per week zou geve*, maar dit is vooralsnog onmugeljjk, gezien den tegenstand togen het pensioen van f 3. Wel zou spr. het pensioen vroeger willen doen ingaan dan in Engeland, dat is vóór het 70e jaar. Wat het kiesrecht betreft: de vrouw, meent spr., mag niet meer worden uit gesloten va* hot kiesrecht. Alleen de vraag welke vrouwen moeten toegelaten tot het kiesrecht is, nog niet tot klaar heid. Ia de Liberale Unie werd het voor stel om alle vrouwen toe te laten tot het kiesrecht verworpen mee sleoht» twee stemmen. Tegen verkapt, dameskiesrecht i» ook spreker. Troelstra was twee jaar geleden nog niet voor vrouwenkiesrecht en wilde die kwestie tot *ader order uitstellen. Spr. komt daarna op de verschillende stemmingen, waarbjj bjj volgens de* heer v. d. Brink zyn stem verkeerd zuuheb- ben uitgfcbracht. In 82 jaar tjjds heeft spr. meerdere malta zyn stem verkeerd uitgebracht, iedereen maakt fouten, maar juist i* de gevallen, door den heer v. d. Brink aan gehaald, kan hjj zyn stem verdedigen ea spr. doet dit ook. Wel geeft spr. toe, dat ook zyn wetten niet volmaakt zyn, zy kunnen nog ver beterd worden en daar moet het heen, in dezelfde richting moet worden gewerkt en daarom moet men vryzinnig stemmen, De antithese-mannen, en dus ook de heer de Savornin Lohman, zyn gekast tegen alle sociale hervormingen en men moet daarom trachten die antithese- mannen in de minderheid te brengen. Luid applaus loonde den gloedvolle* rede van den heer BorgesiuB. In een slotwoord wekte de voorzitter nog eens op tot trouwe opkomst naar de stembus om daar zyn stom uit te brengen op den heer GOEMAN BORGESIUS. Uit de Pers. A>iTI-RITOLTJTIONA1XE TERKIIZIW0S- BLAADJEB. Wjj lezen in de A. R. Ct. Arnhem, 4 Juni 1909. Mr. de Redacteur. Onder briefomslag van de Antir. Kies- vereeniging ^Nederland en Oranje" te Arnhem vond ik dezer dagen in myn brievenbus do Nog. 1, 2 en 4 van de »Verkiezinjz8bl»adjo8 1909", u tgavo van Jan Hian, Grmingen, respect, getiteld >Laat, n s-een ichrik aoojaeeo", Ziel naar Fratikrjjk" en »8choone Bdoften''. Ove rigens volstrekt anoniem, zonder eenig byschrift, blykt alleen uit de strekking', en uit den omslag, dat zy van Eechtf uitgaan.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1909 | | pagina 1