N°. 48 1909.
Zaterdag 24 April
90le jaargang.
2 FEUILLETON.
Een zonderlinge
herdenkdag.
8uilensan<S.
Uit de Pers.
De iitgav-3 lexer Oonraiat geiobiedt M»a*d*g-, Woemidag- ea Vrjjdagavoii,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs par kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco, 8?#2L
Afzonderljjke sommen 5 cent.
Inzending van «dveptsntiiit vlor 2 uc«n op d«ai dog dor
UifflMti
De prjj» der gewone adyertentiön is van 1 -5 regeli 50 cent, eiken regel meer 10 et.
Bf directe opgaaf van driemaal plae.tiing derzelfde advertentie wordt de prjji
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjki- en doodberichten en de daarop betrekking hebbonde
dankbetuigingen worde* vaa 110 regelt 1,berekend
Bewjjxnummers 5 eent.
Telefoonnummer 22.
Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Yennootschap ,Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kerremans.
00ESCHE
COURANT.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
Overdenkingen.
Philosophie.
Hoe wordt dit woord en de daarmede
samenhangende misbruikt. Als iemand
is, wat men in de wandeling noemt
»zwaar op de hand" dan zjjn er die
zoo'n zware bevorderen tot pbilosooph
als men verzonken in een zalig nietsdoen,
kalmpjes ins Blaue hinein staart, loopt
men kans aangeduid te worden als een
die philosophiseh neerzit. Zelfs ging een
Bngelsch schrjjver, toen hg 't o«er ons
land had, zoo ver, dat hg sprak van een
philosophiseh paard.
Er bestaan over de ph;losophie zeer
wonderlijke begrippen en met zoo heel
klein is 't getal van hen, die de wijs
begeerte houden voor een tjjd verbeu
zelende woorden-kunstenmakerjj, die
zonder aarzelen op de vraagwat is
philosophie? zullen antwoordeneen spel
letje met woorden b, v. Ik houd niet van
spinazie en daar ben ik big om, want
als ik er van hield dan zou ik haar eten
en ik eet haar niet graag, want ik houd
er niet van.
Anderen weten wel dat de wjj «begeerte
ieti ernstigere en hoogers is dan zoo'n
eophistisch grapje, maar ze zouden toch
verlegen staan als men hen dezelfde
vraag voorlegde.
Do beantwoording is ook niet gemak
kelijk. Vraagt men naar het directe, in
cjjfers te brengen nut van philosophie,
dan moet als antwoord volgen zulk nut
heeft de wijsbegeerte niet. Men kan in
de wereld alles worden, (uitgezonderd
professor in deze faculteit) zonder een
vaag begrip van de philosophie te hebben.
En toch zjjn alle wetenschappen gegrond
op de wijsbegeerte. We hebben dat eens
op deze juiste, doch tameljjk platte wjjze
hooren verklaren": de philosophie staat
tot de overige wetenschappen als rhum
staat tot rhumgroc.
Elke wetenschap toeh is ontstaan door
verwondering, denken en zoeken en
hioruit ook is de philosophie geboren.
Philosophie is het kind van de vraag, de
dochter van het conflict tusschen een
wet en een feit.
1 -}- 1 2, niemand die hierover
behoeit te deuken of aarzelen zal toe te
geven dat deze som juist is. Maar giet
men een liter alcohol bjj een liter water,
dan heeft men geen twee liters, doch
aanmerkelijk minder.
Elk voorwerp is geljjk am zich zelf.
Een rechte stok is gelijk aan zich zelf,
maar steekt men dien scbuin in het
wal er, dan ziet men een gebroken stok.
Zulke feiten leiden tot verwondering,
men peinst over het conflict tusschen
wet en feit en dit is het begin van phi
losophie. Nu moet men vooral niet denken
dat, wie een natuurkundig, scheikundig,
wiskundig vraagstuk overweegt en al of
niet tot oplossing brengt, philosooph is.
Do twee hierboven genoemde versehjjn-
selen zgn, zondor dat men de philosophie
behoeft lastig te vallen, te verklaren. Het
eerste wordt opgehelderd door de poreus
heid van moleculen en atomen, het tweede
door de straalbreking, maar om tot deze
oplossingen te komen was 't noodig dat
men zuiver redeneerde en dat zuivere,
volkomen denken, dat is philosophie.
Men zal aanvoeren, dat als de verwon
dering leidt tot philosophie, elk mensch
philosooph is, daar ieder zich, en zeer
dikwjjls, verwondert. Niet alle verwonde
ring echter leidt tot wjjsbegeecte. Als
iemand op eon fiets rjjdend gewaar wordt
Maar ditmaal besloot ik 't hier niot
bg te laten zitten. Ik liep den uitgo-
smetene na, tikte hem op dtn schouder
en zei>D3em me niet kwaljjk als ik erg
nieuwsgierig Ijjk, maar dit is de tweede
maal, dat ik u een heer aardappolon heb
zien opdienen, die ze daarna gebruikte
om er zich mee te oefenen in 't schijf
schieten, terwjjl u d; schjjf was. Zoudt
u me niet willen vertellen waarom dat
is, en ook waarom u hem allebei de
keeren zalfde met uiensaus 1"
Hg was geen erg mededeelzaam type,
en niet dan nadat ik hem meegetroond
had een »bar" binnen en mjjn toevlucht
genomen had tot omkooping, liet hg er
zich toe bewegen zgn eigenaardig verhaal
te doen.
»Wjj viere' een jaardag, meneer. Da
man die u zooeve' gezien heb, is m'n
■itiefbroer. Zei jaar geleje' wa» hg ver
dat zgn vehikel moeieljjk is voort te
bewegen dan vei wonder! hg zich, zoekt
naar de oorzaak, ontdekt eenig defect en
herstelt dat bg is dan geen philosooph,
maar heeft technisch gedacht en gehan
deld. Slechts als de verwondering betreft
vraagstukken van kracht en stof, 't 2pn
en 't worden, oorzaak en substantie dan
heeft men te doen met philosophie, in
andere gevallen komt men op 't terrein
van bepaalde wetenschappen.
Er zgn in de wijsbegeerte drie begrip
pen, waarover sinds 26 eeuwen gedacht
wordt, die de machtigste denkers heb
ben bepeinsd en waarvan toch nog
niemand iets weet. Dat zgn beweging,
verandering en tjjd. De Grieken waren
do eersten, die zich verbaasden over be-
weging. Zjj zagen alles bewegen, zich
veranderen, zagen het heden gisteren
worden en begonnen daarover te denken.
Alles beweegt en verandert, toch is
er iets wat noch beweegt noch verandert
dat is hefc Zgn. Dan begint de philosophie.
Tot in de 7e eeuw voor Christus had
men zich gehouden aan de ervaring en
daaruit alles afgeleid, nu ging men buiten
de ervaring en vroeg zich af wat is het
bljjvende onder de verandering. Die
Grieken, ze gaan dan het Zjjn en het
Worden scheiden en vragen: watiiver
andering, wat is beweging, wanneer ver
andert iets. Een kind wordt een man,
het kind is veranderd, wanneer is het
veranderd Toen 't een dag oud was
toen was 't geheel kind, dertig jaar later
was 't geheel man, het kind zjjn werd
telkens minder en eindeljjk was 't ge
heel weg. Is er dus een oogenblik ge
weest dat 't kind en man tegeljjk was,
is elk nieuw moment, elk tjjdperk tusschon
het eerste en het laatste, eeö toestand
van nieuwheid En toch is het dezelfde
mensch gebbven. Als hg 40 jaar iB zal
bg weer veranderd zgn en nog dezelfde
mensch zgn.
Beweging Een pjjl wordt afgeschoten
en vliegt naar het doel, de pjjl is in
beweging. Om den afstand af te leggen
van den boog tot het doel heeft bg tgd
noodig, hoe weinig dan ook b.v. 1 seconde.
De pjjl is elk deel van die seconde op
een andere plaats van den weg, dien hg
moet afleggen, maar ook is hij oen zeer
kort moment op elk punt. Als een voor
werp op een bepaalde plaats is dan is het
in rust en niet in beweging. Dit geldt
ook voor de pgl. Telkens en zeer snel
wordt dus de rust vernietigd en komt
er beweging. Zoo ging 'fc ook bij het
kind. Het kind, het oude, werd telkens
vernietigd en het nieuwe geschapen.
Tgd Verleden, heden, toekomst. Wan
neer is het heden Op dit oogenblik
Neen, want als ge de vraag gezegd of
ook maar gedacht hebt is d&t oogenblik
reeds verleden. Het verledeD is iets dat
voorbjj is, dat is er dus niet meer, het
heden bestaat niet, want alles is of ver
leden ^of toekomst, en de toekomst zelf
is er nog niet. Waar is dan de tgd als
noch heden, noch verleden, noch toe
komst er zgn Het heden is er niet en
toch is het verleden uit tal van heden's
opgebouwd en de toekomst zal er uit
bestaan.
Van den oudsten philosooph tot op heden
heeft de mensch gevraagd naar iets anders
dan hg waarneemt. Het worden, de wit-
Beling zag hg, het zgn, het blijvende
zocht hg. Dat is het hart der philosophie.
Parmenides drukte dit het eerst stout
moedig uit: wat ik waarneem, hot worden,
dat loochen ik, dat is bodrog, maar wat
ik niet waarneem, dat is er.
Alleen het denken bedriegt niet, zoide
Parmenides.
liefd op 'n erfdochter, of misschien druk
ik me juister uit als ik zeg, dat bjj ver
liefd was op baar duite', want zo was
erg rjjk en hg was toen ter tgd erg
krap bg kas. Om u de waarheid te zeggen,
was 't met hem het huwoljjksaltaai of
'n faillissement.
Daarom wist ie 'n vriend van 'm te
bewege' 'm z'n villa te Richmond te
leene'. Hg was van plan haar te invitere1,
de groot,e meneer uit te hange', haar
't idee te geven dat hg d'r goed bg zat
en ha3r dan te vrage' Nou ben ik wel
kelluer van ra'n vak, maar ik kan ook
koke', en daarom kwame' we overeen,
dat ik daar ook heen zou gaan, en 'm
zoodoende de koste' van 'n kok uitspare'.
Zjj nam de uitnoodiging an, en kwam
met 'r tante in 'n auto. We hadden 'n
lekker dinertje klaar, alles fijn in orde,
on d'r had maar één ding weggelate'
moete' worde'm'n broer had me van
te vore' gezegd, dat 'r géén aard^pp^ls
mochte' opgezet worde'. Bet schjjnt dat
de jonge dame ze nooit at, en ze niet op
tafel kon zien of luchte'.
'n Waarzegster had 'r eens voorspeld,
dat ze eens in groote moeiljjkhede' zon
OPHITSEN'.
Kuyper heeft gisteren ih Utrecht ge
sproken tot de deputaten vergadering der
anti-revolutionaire partg. Hg heeft hen
weer knapjes duizelig gemaakt met de
antithese en heeft zich zelfs niet ge
schaamd te zeggen dat wie de antithese
ontkent »ChriBtus nooit heeft gekend".
»Juist daarom poogden steeds de
liboralisten het bestaan van die anti
these te loochenen, omdat ze weten, hoe
het klaar besef ervan zich bg de massa
van het volk altoos tegen hen keert.
Vandaar hun bitterheid tegen de cal
vinisten en hun bitterheid ook in 1905,
omdat onzerzgds steeds het oog van
het volk voor het bestaan van die anti
these geopend werd en dat heette dan
tweedracht zaaien onder uw volk. Maar
zoo is het niet.
Als men ons van de overzjj toeroept
hoe kunt gjj, die u christenen noemt,
en immers den vrede moest zoeken,
voor zulk een antihese opkomen dan
ligt het antwoord gereed, dat wie zoo
vraagt den Cristus nooit gekend heeft
en vreemdelifig is in de Heilige Schrift.
Maar dit staat vastwie onder ons
uit innige verkleefdheid den Christus
beijjdt, hg mag geen ander standpunt
innemen, dan waarop de Christus zelf
odb plaatste, en wie van de overzjjde
ons den eisch stelt, dat we voor de
anti-these het oog zullen sluiten, ver-
grjjpt zich aan onze consciëntie, dcor
feiteljjk van ons te vergen, dat we
zullen loochenen, wat de Christus ons
met zoo ontzettenden ernst heeft in
geprent.
Christus is tweemaal gekruisigd, zei
Multatuli, eens door de joden en eens
door de Christenen. Doze laatste gaan er,
big kens het hier aangehaalde, nog mee
door.
Het drama in Turkije.
Er bljjft veel duisters in hetgeen zich
afspeelt in het groote, vooze Turksche
rgk. De telegrammen, die ons bereiken,
zgn verwardonduidelgk en vaak met
elkander in tegenspraak. Zonder twjjfel
is de oorzaak hiervan voor een deel te
zoeken in den invloed der censuur, die
bljjkbaar alle pogingen in het werk stelt
om de zaken gunstiger voor te stellon
dan zjj zgn.
Wel valt er uit de tijdingen, die weste-
Ijjk Europa bereiken, op te maken, dat
do partg van den vooruitgang krachtig
veld begint te winnen en weder alle
troeven in handen krjjgt.
Konstantinopel is ingesloten door de
troepen, die zich trouw toonden aan de
Jong-Turken. Met een stelselmatigheid
en orde, die eerbied afdwingen, hebben
deze troepen onder bekwame officieren
gemanoeuvreerd en 45000 man staan ge
reed aan allen reactionnairen invloed in
Konstantinopel een einde te maken. De
sultan heeft zich opgesloten in zgn paleis
dat bewaakt wordt door eenige totaal
gedesorganiseerde bataljons, die bereid
zgn des sultanB gezag te steunen. Maar
het is niet waarschjjnlijk, dat deze troepen
in Btaat zullen zgn het hoofd te bieden
aan de uitstekend aangevoerde Jong-
Turksche legermacht en volgenB som
mige berichtgevers zou de leheerscher
der Turken bereid zgn allo eischen der
vooruitstrevenden in te willigen, mits hg
dan zgn schjjn-macht zou mogen be
houden.
Is dit bericht juist, dan zal hot niet
tot een bloedig gevecht in of om Kon-
rake' door aardappels. Ed zottin als ze
was had ze 't geloofd ook en m'n broer
had me verteld, d8t ze zelfs d'r engage
ment met 'a neef van d'r had afgebroke'
omdat ie »Aart" heette.
Ik had 'tdie dag machtig druk, en
omdat ik alles alleen moest klaarspele',
vergat ik glad wat ie me gezeid had. En
mèt de andere groente', stuurde ik ook
'n schaal met aardappels naar bove', en
wat nog erger was, ginge ze, omdat ik
ze in de baast niet nagekeke' had, naar
bove' in de schil. broer vertelde me
toen 'C afgeloope' was, wat er gebeurd
was, maar ik zal maar niet herhale bóè
die 't zei. Zoo gauw as de deksel van de
schaal genome' was, vloog de jonge dame
woedend op. »Wat t Aardappels 1 En dat
na alles wat ik je verteld heb. En nog
wel ongeschild 1 Ajuus Ik hoop je Dooit
wêer te zien 1" En met deze woorde' liep
ze woedend de kamer uit en wat m'n
broer ook zei, hg kon d'r niet tot bedare
bronge'.
Ik hoorde de auto wegtuffe' en ging
naar bove' om te zien wat 'r an de hand
was. M'n broer kwam me ai schuim
bekkend van woede tege'. Nauweljjks
stautinopel komen en langzamerhand de
rust in het woelige rgk terugkeeren.
Het ergste voor het oogenblik is, dat de
gebeurtenissen te Konstantinopel een
zeer ongewenschte uitwerking hebb »n
gehad in het immer rumoerige Klein-Azië.
Daar is het tot hevige gevechten gekomeD
tusschen de bevolking onderling, waarbjj
een duizendtal menschen gedood of
gewond weiden.
Eenige Amerikaansche zendelingen en
vele Christenen werden door het volk
vermoord.
In het district Adana wordt het aantal
vermoorden geschat op 15000.
De Engelsche regeenng heeft over doze
bloedige voorvallen inlichtingen gevraagd,
doch lot nu toe niet veel nieuws verno-
meü. Yan Turksche zgde wordt beweerd,
dat de telegraaflijnen zgn doorgesneden,
maar niet on waarschgnlgk is het ook,
dat de autoriteiten meenen beter te doen
met de waarheid te verbergen.
De sultan van Turkjje maakt dus nu
wel een kommervollen tgd door, doch
zgn collega in Marokko zal zich misschien
wel niet veiliger gevoelen.
In Marokko schjjnt het
Een warboel
te big ven. Telkens weder voeren verschil
lende volksstammen strjjd tegen den
huidigen sultan Moelai-Hafid.
Deze strgd wordt door den sultan met
afwisselend geluk gevoerd en de laatste
dagen heeft de krjjgskans zich tegen hem
gewend.
Zgn leger is op twaalf uur afstand van
de hoofdstad totaal verslagen. In woeste
wanorde trokken de vluchtelingen Fez
binnen en het eenige, da* de regeering
overbljjft, is zoo spoedig mogeljjk te trach
ten een nieuw leger samen te stellen.
Als de anarchie in Marokko weder het
hoofd opsteekt, zal Frankrjjk weder
krachtiger in moeten grjjpen.
Verleden jaar nog had dit een ernstig
gevaar voor den Europeeschen vrede met
zich gebracht, maar sinds de republiek en
Duit3chlaDd het eens zgn gewerden over
de Marokko-kwestie bestaat dit gevaar
niet meer.
Toch zouden nieuwe moeiljjkbedon in
Noord-Afrika der Fransche rogeering
bjjster ongelegen komen.
De binnenlandsche toestand
bezorgt haar reeds zooveel hoofdbrekens,
dat zjj alle aandacht daarvoor noodig
heeft.
Ontegenzeggelijk heerscht er in Frank
rgk een zekere mate van onrust. De
revolutionnairen zgn roerig en stakingen
zgn aan de orde van den dag.
Do tegenstanders der regeering geven
haar van dit alles de schuld en zien
alleen heil in een krachtiger bestuur. De
monarchisten beweren, dat de republiek
haar ondergang tegemoet gaat en alleen
een monarch redding kan brengen. Tot
troost der republikeinen kan het echter
strekken, dat de monarchisten steeds bij
alle gelegenheden hetzelfde hebben be
weerd.
Dat de toestand rooskleurig is kan
echter de hevigste optimist niet beweren,
Als staaltje van de knoeiergen die in
Frankrgk gewoonte schjjnen te zgn, kan
men aanhalen
Den toestand der marine.
De oorlogsvloot is totaal gedesorgani
seerd do sommen die door de Kamer
ter beschikking werden gesteld voor de
marine, zgn vermorst en verdwenen in
de zakken van gewetenlooze schurken.
De schepen zgn slecht uitgerust, slecht
gewapend, onvoldoende voorzien van
kreeg ie me in tt oog of t'r volgde 'n
uitbarsting van de Vesuvius. En 'tend
was dat ie me in z'n woede die ver-
wenschte aardappelB naar m'n hoofd
gooide. Een d'r van raakte me recht op
m'n oog, en ik greep de sauskom en
gooide hem den inhoud in z'n gezicht.
Toen ie weer spreke kon zei ie: je hebt
ons allebei geruïneerd en zoolang as ik
leef, zal ik je dat nooit late' vergete'
En hg heeft z'n woord gehoue'. Toen
't de eerste jaar-dag wal van die noodlotti
ge dag, was ik kellner in een café in het
West-End. Bij kwam binne', bestelde
aardappels en gooide mgn d'r mee op
de manier die u daarnet gezien heb.
Natuurljjk kon ik zooiets niet gaan uit-
legge* en ik kreeg m'n ontslag. Ik zag
heel goed wat ie wou; en 'c volgend
jaar toen ie binnen kwam in een café
waar ik tóón kellner was, was ik klaar
om van leer te tiekke'. Natuurljjk moest
ik hem brenge' wat bjj bestelde, maar
ditmaal bracht ik óók eeD kom vol sjus
meeen toen ie klaar was, gaf ik 'm
mgn deel in de voorstelling. Ik zei 'm,
dat as ie d'r mee door wou gaan weens
dóar an zou houe'.
ammunitie en verbandmiddelen. In hefc
kort, de toestand der vloot evenaart die
van het leger bjj den aanvang van den
oorlog van 187071.
Er zal een reus noodig zgn om dezen
Augiasstal te reinigen.
Landbouw, Veeteelt en Vissclierij.
wlnterbfuwgewaqsen.
Aan hot overzicht van den stand der
winterlandbouwgewassen enz. op 15 April
1909, gepubliceerd in Staatscourant No.
98, ontleenen wo het volgende
Over het geheele land is de stand der
gewassen zeer aehterljjk en in sommigo
streken hebben vele perceelen zoodanig
geleden, dat zjj ton spoedigste moeston
worden omgeploegd en herzaaid. Opval
lend is ook dit jaar weer het verschil
tusschen het noorden en het zuiden des
lands, mot name tusschen de provinciën
Gronmgen en Zeeland. Terwjjl in eerst
genoemde provincie de wintertarwe voor
eon groot deel moest worden omgeploegd
de Rjjkslandbouwl^eraar schat dit deel
op 60,% van het uitgezaaide vertoond n
in Zeeland nagenoeg alle velden een vrij-
goeden stand, zoodat in die provincie
bjjna niets is uitgereden. Behalve in Zee
land moesten in alle provinciën meer of
minder talrjjke velden tarwe worden om
geploegd, hoewel nergens in die mate
als in Groningen.
Uit verschillende provinciën wordt be
richt, dat de Wilhelminatarwe sterk be
schadigd is. In Zuid-Holland en Zeeland
is deze variëteit big k baar winter vast ge
noeg.
Tarwe. De stand is over het geheel
matig of vrjj slecht. Alleen in Friesland,
Overjjssel, Utrecht, Zeeland en Limburg
is de stand vrij goed.
Koolzaad. De stand van het koolzaad,
voor zoover het niet is omgeploegd, is
over het geheel vrjj slecht of matig, in
Noord-Holland bepaalt slecht. Alleen in
Zeeland is de stand vrjj goed.
Karwjj. Dit gewas staat in de provin
ciën Noord-Holland, Zuid-Holland, Zee
land en West-Noord-Brabant iets meer,
in Groningen aanzienljjk (75 meer te
velde dan in het vorige jaar. De stand
is overal goed.
Boomkweekerjj. In do boomkweokorjj
deed de winter niet zoozeer zjjn schade
lijken invloed go^oelen. Wol hebben in
do omgeving van Boskoop de coniferen
door vorst iets geleden en zgn hier en
daar rozen, die niet voldoende gedekt
waren, doodgevroren, maar over het alge
meen kunnen de boomkweekers tevre
den zgn.
Van alle gewassen, waaromtrent be
richten inkwamen, d. z. loofboomen en
dekplantsoen, vruchtboomon, coniferen,
heesters en planten voor het vervroegen,
is overal de stand goed of zeer goed, met
uitzondering van de coniferen bg Har-
dioxveld en in Ubechfc, waarvan de stand
vrij goed wordt genoemd.
Kerk aan boord.
De Standaard spoort de Regeering aan,
niet langer te gedoogen, dat aan boord
van onze oorlogsschepen de predikatiën
van ds. Dyserinck en van dB. Balsem
bjj het kerkhouden worden voorgelezen.
Het blad van dr. Kuyper noemt dit >de
heilsfeiten aan boord van onze oorlogs
schepen op zjj laten schuiven" en recht
streeks tegen de religie ingaan". Een
Kabinet, dat de Christelijke beginselen
beijjdt, mag niet langer gedoogen, >dat
En as ie dat niet wou, dan zou ik 'm
pak op z'n ziel geve', en ik ben grooter
dan hg.
En daar is 't bjj gebleve'. Ik krjjg de
aardappels naar m'ü hoofd en hij de saus.
Maar per slot rekening trek ik toch
an 't kortste end, want, onverschillig
waar ik heen ga, hg vindt me. En
natuurljjk kan geen baas z'n kellner
toestaan 'n klant uiensaus over z'n hoofd
te gooie'. Daarom kan ik nooit erges
langer dan 'n jaar bljjve
Ik deed bom verscheidene manieren
aan de hand om aan deze onduldbare
tyrannie te ontkomen, maar hjj scheen
te moedeloos te zgn om er een van te
probeeren. Bovendien scheen hjj zjjn lot
te beschouwen als een rechtvaardige straf
voor zjjne domme fout. Toen ik hem bg 't
afscheid de hand reikte zei hjj, zgn
achterhoofd wrgvend
»Eon ding spjjt me soms nog, on dat is,
dat ik die aardappels niet as puréo naar
bove' heb gestuurd."
EINDE.