N°. 48 1909. Zaterdag 24 April 90le jaargang. 2 FEUILLETON. Een zonderlinge herdenkdag. 8uilensan<S. Uit de Pers. De iitgav-3 lexer Oonraiat geiobiedt M»a*d*g-, Woemidag- ea Vrjjdagavoii, uitgezonderd op feestdagen. Prijs par kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco, 8?#2L Afzonderljjke sommen 5 cent. Inzending van «dveptsntiiit vlor 2 uc«n op d«ai dog dor UifflMti De prjj» der gewone adyertentiön is van 1 -5 regeli 50 cent, eiken regel meer 10 et. Bf directe opgaaf van driemaal plae.tiing derzelfde advertentie wordt de prjji slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjki- en doodberichten en de daarop betrekking hebbonde dankbetuigingen worde* vaa 110 regelt 1,berekend Bewjjxnummers 5 eent. Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Yennootschap ,Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kerremans. 00ESCHE COURANT. Bij dit no. behoort een bijvoegsel. Overdenkingen. Philosophie. Hoe wordt dit woord en de daarmede samenhangende misbruikt. Als iemand is, wat men in de wandeling noemt »zwaar op de hand" dan zjjn er die zoo'n zware bevorderen tot pbilosooph als men verzonken in een zalig nietsdoen, kalmpjes ins Blaue hinein staart, loopt men kans aangeduid te worden als een die philosophiseh neerzit. Zelfs ging een Bngelsch schrjjver, toen hg 't o«er ons land had, zoo ver, dat hg sprak van een philosophiseh paard. Er bestaan over de ph;losophie zeer wonderlijke begrippen en met zoo heel klein is 't getal van hen, die de wijs begeerte houden voor een tjjd verbeu zelende woorden-kunstenmakerjj, die zonder aarzelen op de vraagwat is philosophie? zullen antwoordeneen spel letje met woorden b, v. Ik houd niet van spinazie en daar ben ik big om, want als ik er van hield dan zou ik haar eten en ik eet haar niet graag, want ik houd er niet van. Anderen weten wel dat de wjj «begeerte ieti ernstigere en hoogers is dan zoo'n eophistisch grapje, maar ze zouden toch verlegen staan als men hen dezelfde vraag voorlegde. Do beantwoording is ook niet gemak kelijk. Vraagt men naar het directe, in cjjfers te brengen nut van philosophie, dan moet als antwoord volgen zulk nut heeft de wijsbegeerte niet. Men kan in de wereld alles worden, (uitgezonderd professor in deze faculteit) zonder een vaag begrip van de philosophie te hebben. En toch zjjn alle wetenschappen gegrond op de wijsbegeerte. We hebben dat eens op deze juiste, doch tameljjk platte wjjze hooren verklaren": de philosophie staat tot de overige wetenschappen als rhum staat tot rhumgroc. Elke wetenschap toeh is ontstaan door verwondering, denken en zoeken en hioruit ook is de philosophie geboren. Philosophie is het kind van de vraag, de dochter van het conflict tusschen een wet en een feit. 1 -}- 1 2, niemand die hierover behoeit te deuken of aarzelen zal toe te geven dat deze som juist is. Maar giet men een liter alcohol bjj een liter water, dan heeft men geen twee liters, doch aanmerkelijk minder. Elk voorwerp is geljjk am zich zelf. Een rechte stok is gelijk aan zich zelf, maar steekt men dien scbuin in het wal er, dan ziet men een gebroken stok. Zulke feiten leiden tot verwondering, men peinst over het conflict tusschen wet en feit en dit is het begin van phi losophie. Nu moet men vooral niet denken dat, wie een natuurkundig, scheikundig, wiskundig vraagstuk overweegt en al of niet tot oplossing brengt, philosooph is. Do twee hierboven genoemde versehjjn- selen zgn, zondor dat men de philosophie behoeft lastig te vallen, te verklaren. Het eerste wordt opgehelderd door de poreus heid van moleculen en atomen, het tweede door de straalbreking, maar om tot deze oplossingen te komen was 't noodig dat men zuiver redeneerde en dat zuivere, volkomen denken, dat is philosophie. Men zal aanvoeren, dat als de verwon dering leidt tot philosophie, elk mensch philosooph is, daar ieder zich, en zeer dikwjjls, verwondert. Niet alle verwonde ring echter leidt tot wjjsbegeecte. Als iemand op eon fiets rjjdend gewaar wordt Maar ditmaal besloot ik 't hier niot bg te laten zitten. Ik liep den uitgo- smetene na, tikte hem op dtn schouder en zei>D3em me niet kwaljjk als ik erg nieuwsgierig Ijjk, maar dit is de tweede maal, dat ik u een heer aardappolon heb zien opdienen, die ze daarna gebruikte om er zich mee te oefenen in 't schijf schieten, terwjjl u d; schjjf was. Zoudt u me niet willen vertellen waarom dat is, en ook waarom u hem allebei de keeren zalfde met uiensaus 1" Hg was geen erg mededeelzaam type, en niet dan nadat ik hem meegetroond had een »bar" binnen en mjjn toevlucht genomen had tot omkooping, liet hg er zich toe bewegen zgn eigenaardig verhaal te doen. »Wjj viere' een jaardag, meneer. Da man die u zooeve' gezien heb, is m'n ■itiefbroer. Zei jaar geleje' wa» hg ver dat zgn vehikel moeieljjk is voort te bewegen dan vei wonder! hg zich, zoekt naar de oorzaak, ontdekt eenig defect en herstelt dat bg is dan geen philosooph, maar heeft technisch gedacht en gehan deld. Slechts als de verwondering betreft vraagstukken van kracht en stof, 't 2pn en 't worden, oorzaak en substantie dan heeft men te doen met philosophie, in andere gevallen komt men op 't terrein van bepaalde wetenschappen. Er zgn in de wijsbegeerte drie begrip pen, waarover sinds 26 eeuwen gedacht wordt, die de machtigste denkers heb ben bepeinsd en waarvan toch nog niemand iets weet. Dat zgn beweging, verandering en tjjd. De Grieken waren do eersten, die zich verbaasden over be- weging. Zjj zagen alles bewegen, zich veranderen, zagen het heden gisteren worden en begonnen daarover te denken. Alles beweegt en verandert, toch is er iets wat noch beweegt noch verandert dat is hefc Zgn. Dan begint de philosophie. Tot in de 7e eeuw voor Christus had men zich gehouden aan de ervaring en daaruit alles afgeleid, nu ging men buiten de ervaring en vroeg zich af wat is het bljjvende onder de verandering. Die Grieken, ze gaan dan het Zjjn en het Worden scheiden en vragen: watiiver andering, wat is beweging, wanneer ver andert iets. Een kind wordt een man, het kind is veranderd, wanneer is het veranderd Toen 't een dag oud was toen was 't geheel kind, dertig jaar later was 't geheel man, het kind zjjn werd telkens minder en eindeljjk was 't ge heel weg. Is er dus een oogenblik ge weest dat 't kind en man tegeljjk was, is elk nieuw moment, elk tjjdperk tusschon het eerste en het laatste, eeö toestand van nieuwheid En toch is het dezelfde mensch gebbven. Als hg 40 jaar iB zal bg weer veranderd zgn en nog dezelfde mensch zgn. Beweging Een pjjl wordt afgeschoten en vliegt naar het doel, de pjjl is in beweging. Om den afstand af te leggen van den boog tot het doel heeft bg tgd noodig, hoe weinig dan ook b.v. 1 seconde. De pjjl is elk deel van die seconde op een andere plaats van den weg, dien hg moet afleggen, maar ook is hij oen zeer kort moment op elk punt. Als een voor werp op een bepaalde plaats is dan is het in rust en niet in beweging. Dit geldt ook voor de pgl. Telkens en zeer snel wordt dus de rust vernietigd en komt er beweging. Zoo ging 'fc ook bij het kind. Het kind, het oude, werd telkens vernietigd en het nieuwe geschapen. Tgd Verleden, heden, toekomst. Wan neer is het heden Op dit oogenblik Neen, want als ge de vraag gezegd of ook maar gedacht hebt is d&t oogenblik reeds verleden. Het verledeD is iets dat voorbjj is, dat is er dus niet meer, het heden bestaat niet, want alles is of ver leden ^of toekomst, en de toekomst zelf is er nog niet. Waar is dan de tgd als noch heden, noch verleden, noch toe komst er zgn Het heden is er niet en toch is het verleden uit tal van heden's opgebouwd en de toekomst zal er uit bestaan. Van den oudsten philosooph tot op heden heeft de mensch gevraagd naar iets anders dan hg waarneemt. Het worden, de wit- Beling zag hg, het zgn, het blijvende zocht hg. Dat is het hart der philosophie. Parmenides drukte dit het eerst stout moedig uit: wat ik waarneem, hot worden, dat loochen ik, dat is bodrog, maar wat ik niet waarneem, dat is er. Alleen het denken bedriegt niet, zoide Parmenides. liefd op 'n erfdochter, of misschien druk ik me juister uit als ik zeg, dat bjj ver liefd was op baar duite', want zo was erg rjjk en hg was toen ter tgd erg krap bg kas. Om u de waarheid te zeggen, was 't met hem het huwoljjksaltaai of 'n faillissement. Daarom wist ie 'n vriend van 'm te bewege' 'm z'n villa te Richmond te leene'. Hg was van plan haar te invitere1, de groot,e meneer uit te hange', haar 't idee te geven dat hg d'r goed bg zat en ha3r dan te vrage' Nou ben ik wel kelluer van ra'n vak, maar ik kan ook koke', en daarom kwame' we overeen, dat ik daar ook heen zou gaan, en 'm zoodoende de koste' van 'n kok uitspare'. Zjj nam de uitnoodiging an, en kwam met 'r tante in 'n auto. We hadden 'n lekker dinertje klaar, alles fijn in orde, on d'r had maar één ding weggelate' moete' worde'm'n broer had me van te vore' gezegd, dat 'r géén aard^pp^ls mochte' opgezet worde'. Bet schjjnt dat de jonge dame ze nooit at, en ze niet op tafel kon zien of luchte'. 'n Waarzegster had 'r eens voorspeld, dat ze eens in groote moeiljjkhede' zon OPHITSEN'. Kuyper heeft gisteren ih Utrecht ge sproken tot de deputaten vergadering der anti-revolutionaire partg. Hg heeft hen weer knapjes duizelig gemaakt met de antithese en heeft zich zelfs niet ge schaamd te zeggen dat wie de antithese ontkent »ChriBtus nooit heeft gekend". »Juist daarom poogden steeds de liboralisten het bestaan van die anti these te loochenen, omdat ze weten, hoe het klaar besef ervan zich bg de massa van het volk altoos tegen hen keert. Vandaar hun bitterheid tegen de cal vinisten en hun bitterheid ook in 1905, omdat onzerzgds steeds het oog van het volk voor het bestaan van die anti these geopend werd en dat heette dan tweedracht zaaien onder uw volk. Maar zoo is het niet. Als men ons van de overzjj toeroept hoe kunt gjj, die u christenen noemt, en immers den vrede moest zoeken, voor zulk een antihese opkomen dan ligt het antwoord gereed, dat wie zoo vraagt den Cristus nooit gekend heeft en vreemdelifig is in de Heilige Schrift. Maar dit staat vastwie onder ons uit innige verkleefdheid den Christus beijjdt, hg mag geen ander standpunt innemen, dan waarop de Christus zelf odb plaatste, en wie van de overzjjde ons den eisch stelt, dat we voor de anti-these het oog zullen sluiten, ver- grjjpt zich aan onze consciëntie, dcor feiteljjk van ons te vergen, dat we zullen loochenen, wat de Christus ons met zoo ontzettenden ernst heeft in geprent. Christus is tweemaal gekruisigd, zei Multatuli, eens door de joden en eens door de Christenen. Doze laatste gaan er, big kens het hier aangehaalde, nog mee door. Het drama in Turkije. Er bljjft veel duisters in hetgeen zich afspeelt in het groote, vooze Turksche rgk. De telegrammen, die ons bereiken, zgn verwardonduidelgk en vaak met elkander in tegenspraak. Zonder twjjfel is de oorzaak hiervan voor een deel te zoeken in den invloed der censuur, die bljjkbaar alle pogingen in het werk stelt om de zaken gunstiger voor te stellon dan zjj zgn. Wel valt er uit de tijdingen, die weste- Ijjk Europa bereiken, op te maken, dat do partg van den vooruitgang krachtig veld begint te winnen en weder alle troeven in handen krjjgt. Konstantinopel is ingesloten door de troepen, die zich trouw toonden aan de Jong-Turken. Met een stelselmatigheid en orde, die eerbied afdwingen, hebben deze troepen onder bekwame officieren gemanoeuvreerd en 45000 man staan ge reed aan allen reactionnairen invloed in Konstantinopel een einde te maken. De sultan heeft zich opgesloten in zgn paleis dat bewaakt wordt door eenige totaal gedesorganiseerde bataljons, die bereid zgn des sultanB gezag te steunen. Maar het is niet waarschjjnlijk, dat deze troepen in Btaat zullen zgn het hoofd te bieden aan de uitstekend aangevoerde Jong- Turksche legermacht en volgenB som mige berichtgevers zou de leheerscher der Turken bereid zgn allo eischen der vooruitstrevenden in te willigen, mits hg dan zgn schjjn-macht zou mogen be houden. Is dit bericht juist, dan zal hot niet tot een bloedig gevecht in of om Kon- rake' door aardappels. Ed zottin als ze was had ze 't geloofd ook en m'n broer had me verteld, d8t ze zelfs d'r engage ment met 'a neef van d'r had afgebroke' omdat ie »Aart" heette. Ik had 'tdie dag machtig druk, en omdat ik alles alleen moest klaarspele', vergat ik glad wat ie me gezeid had. En mèt de andere groente', stuurde ik ook 'n schaal met aardappels naar bove', en wat nog erger was, ginge ze, omdat ik ze in de baast niet nagekeke' had, naar bove' in de schil. broer vertelde me toen 'C afgeloope' was, wat er gebeurd was, maar ik zal maar niet herhale bóè die 't zei. Zoo gauw as de deksel van de schaal genome' was, vloog de jonge dame woedend op. »Wat t Aardappels 1 En dat na alles wat ik je verteld heb. En nog wel ongeschild 1 Ajuus Ik hoop je Dooit wêer te zien 1" En met deze woorde' liep ze woedend de kamer uit en wat m'n broer ook zei, hg kon d'r niet tot bedare bronge'. Ik hoorde de auto wegtuffe' en ging naar bove' om te zien wat 'r an de hand was. M'n broer kwam me ai schuim bekkend van woede tege'. Nauweljjks stautinopel komen en langzamerhand de rust in het woelige rgk terugkeeren. Het ergste voor het oogenblik is, dat de gebeurtenissen te Konstantinopel een zeer ongewenschte uitwerking hebb »n gehad in het immer rumoerige Klein-Azië. Daar is het tot hevige gevechten gekomeD tusschen de bevolking onderling, waarbjj een duizendtal menschen gedood of gewond weiden. Eenige Amerikaansche zendelingen en vele Christenen werden door het volk vermoord. In het district Adana wordt het aantal vermoorden geschat op 15000. De Engelsche regeenng heeft over doze bloedige voorvallen inlichtingen gevraagd, doch lot nu toe niet veel nieuws verno- meü. Yan Turksche zgde wordt beweerd, dat de telegraaflijnen zgn doorgesneden, maar niet on waarschgnlgk is het ook, dat de autoriteiten meenen beter te doen met de waarheid te verbergen. De sultan van Turkjje maakt dus nu wel een kommervollen tgd door, doch zgn collega in Marokko zal zich misschien wel niet veiliger gevoelen. In Marokko schjjnt het Een warboel te big ven. Telkens weder voeren verschil lende volksstammen strjjd tegen den huidigen sultan Moelai-Hafid. Deze strgd wordt door den sultan met afwisselend geluk gevoerd en de laatste dagen heeft de krjjgskans zich tegen hem gewend. Zgn leger is op twaalf uur afstand van de hoofdstad totaal verslagen. In woeste wanorde trokken de vluchtelingen Fez binnen en het eenige, da* de regeering overbljjft, is zoo spoedig mogeljjk te trach ten een nieuw leger samen te stellen. Als de anarchie in Marokko weder het hoofd opsteekt, zal Frankrjjk weder krachtiger in moeten grjjpen. Verleden jaar nog had dit een ernstig gevaar voor den Europeeschen vrede met zich gebracht, maar sinds de republiek en Duit3chlaDd het eens zgn gewerden over de Marokko-kwestie bestaat dit gevaar niet meer. Toch zouden nieuwe moeiljjkbedon in Noord-Afrika der Fransche rogeering bjjster ongelegen komen. De binnenlandsche toestand bezorgt haar reeds zooveel hoofdbrekens, dat zjj alle aandacht daarvoor noodig heeft. Ontegenzeggelijk heerscht er in Frank rgk een zekere mate van onrust. De revolutionnairen zgn roerig en stakingen zgn aan de orde van den dag. Do tegenstanders der regeering geven haar van dit alles de schuld en zien alleen heil in een krachtiger bestuur. De monarchisten beweren, dat de republiek haar ondergang tegemoet gaat en alleen een monarch redding kan brengen. Tot troost der republikeinen kan het echter strekken, dat de monarchisten steeds bij alle gelegenheden hetzelfde hebben be weerd. Dat de toestand rooskleurig is kan echter de hevigste optimist niet beweren, Als staaltje van de knoeiergen die in Frankrgk gewoonte schjjnen te zgn, kan men aanhalen Den toestand der marine. De oorlogsvloot is totaal gedesorgani seerd do sommen die door de Kamer ter beschikking werden gesteld voor de marine, zgn vermorst en verdwenen in de zakken van gewetenlooze schurken. De schepen zgn slecht uitgerust, slecht gewapend, onvoldoende voorzien van kreeg ie me in tt oog of t'r volgde 'n uitbarsting van de Vesuvius. En 'tend was dat ie me in z'n woede die ver- wenschte aardappelB naar m'n hoofd gooide. Een d'r van raakte me recht op m'n oog, en ik greep de sauskom en gooide hem den inhoud in z'n gezicht. Toen ie weer spreke kon zei ie: je hebt ons allebei geruïneerd en zoolang as ik leef, zal ik je dat nooit late' vergete' En hg heeft z'n woord gehoue'. Toen 't de eerste jaar-dag wal van die noodlotti ge dag, was ik kellner in een café in het West-End. Bij kwam binne', bestelde aardappels en gooide mgn d'r mee op de manier die u daarnet gezien heb. Natuurljjk kon ik zooiets niet gaan uit- legge* en ik kreeg m'n ontslag. Ik zag heel goed wat ie wou; en 'c volgend jaar toen ie binnen kwam in een café waar ik tóón kellner was, was ik klaar om van leer te tiekke'. Natuurljjk moest ik hem brenge' wat bjj bestelde, maar ditmaal bracht ik óók eeD kom vol sjus meeen toen ie klaar was, gaf ik 'm mgn deel in de voorstelling. Ik zei 'm, dat as ie d'r mee door wou gaan weens dóar an zou houe'. ammunitie en verbandmiddelen. In hefc kort, de toestand der vloot evenaart die van het leger bjj den aanvang van den oorlog van 187071. Er zal een reus noodig zgn om dezen Augiasstal te reinigen. Landbouw, Veeteelt en Vissclierij. wlnterbfuwgewaqsen. Aan hot overzicht van den stand der winterlandbouwgewassen enz. op 15 April 1909, gepubliceerd in Staatscourant No. 98, ontleenen wo het volgende Over het geheele land is de stand der gewassen zeer aehterljjk en in sommigo streken hebben vele perceelen zoodanig geleden, dat zjj ton spoedigste moeston worden omgeploegd en herzaaid. Opval lend is ook dit jaar weer het verschil tusschen het noorden en het zuiden des lands, mot name tusschen de provinciën Gronmgen en Zeeland. Terwjjl in eerst genoemde provincie de wintertarwe voor eon groot deel moest worden omgeploegd de Rjjkslandbouwl^eraar schat dit deel op 60,% van het uitgezaaide vertoond n in Zeeland nagenoeg alle velden een vrij- goeden stand, zoodat in die provincie bjjna niets is uitgereden. Behalve in Zee land moesten in alle provinciën meer of minder talrjjke velden tarwe worden om geploegd, hoewel nergens in die mate als in Groningen. Uit verschillende provinciën wordt be richt, dat de Wilhelminatarwe sterk be schadigd is. In Zuid-Holland en Zeeland is deze variëteit big k baar winter vast ge noeg. Tarwe. De stand is over het geheel matig of vrjj slecht. Alleen in Friesland, Overjjssel, Utrecht, Zeeland en Limburg is de stand vrij goed. Koolzaad. De stand van het koolzaad, voor zoover het niet is omgeploegd, is over het geheel vrjj slecht of matig, in Noord-Holland bepaalt slecht. Alleen in Zeeland is de stand vrjj goed. Karwjj. Dit gewas staat in de provin ciën Noord-Holland, Zuid-Holland, Zee land en West-Noord-Brabant iets meer, in Groningen aanzienljjk (75 meer te velde dan in het vorige jaar. De stand is overal goed. Boomkweekerjj. In do boomkweokorjj deed de winter niet zoozeer zjjn schade lijken invloed go^oelen. Wol hebben in do omgeving van Boskoop de coniferen door vorst iets geleden en zgn hier en daar rozen, die niet voldoende gedekt waren, doodgevroren, maar over het alge meen kunnen de boomkweekers tevre den zgn. Van alle gewassen, waaromtrent be richten inkwamen, d. z. loofboomen en dekplantsoen, vruchtboomon, coniferen, heesters en planten voor het vervroegen, is overal de stand goed of zeer goed, met uitzondering van de coniferen bg Har- dioxveld en in Ubechfc, waarvan de stand vrij goed wordt genoemd. Kerk aan boord. De Standaard spoort de Regeering aan, niet langer te gedoogen, dat aan boord van onze oorlogsschepen de predikatiën van ds. Dyserinck en van dB. Balsem bjj het kerkhouden worden voorgelezen. Het blad van dr. Kuyper noemt dit >de heilsfeiten aan boord van onze oorlogs schepen op zjj laten schuiven" en recht streeks tegen de religie ingaan". Een Kabinet, dat de Christelijke beginselen beijjdt, mag niet langer gedoogen, >dat En as ie dat niet wou, dan zou ik 'm pak op z'n ziel geve', en ik ben grooter dan hg. En daar is 't bjj gebleve'. Ik krjjg de aardappels naar m'ü hoofd en hij de saus. Maar per slot rekening trek ik toch an 't kortste end, want, onverschillig waar ik heen ga, hg vindt me. En natuurljjk kan geen baas z'n kellner toestaan 'n klant uiensaus over z'n hoofd te gooie'. Daarom kan ik nooit erges langer dan 'n jaar bljjve Ik deed bom verscheidene manieren aan de hand om aan deze onduldbare tyrannie te ontkomen, maar hjj scheen te moedeloos te zgn om er een van te probeeren. Bovendien scheen hjj zjjn lot te beschouwen als een rechtvaardige straf voor zjjne domme fout. Toen ik hem bg 't afscheid de hand reikte zei hjj, zgn achterhoofd wrgvend »Eon ding spjjt me soms nog, on dat is, dat ik die aardappels niet as puréo naar bove' heb gestuurd." EINDE.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1909 | | pagina 1