N\ 141 1908,
Zatderdag 28 November.
95sle jaargang.
n.
üe nitgavo luie; Oonraat geiohiodt Meamdag-, Woeudag- en Vrjjdagavoid,
uitgezonderd feeitdagon.
Frjji per kwartaal, in Soa» 0,7.3, buiten Goes, franco, /,I,S8,
Afzonderljjke uo.umer* 9 rent.
Inzending was ideertenliiK tbnr X vmü op den dng del
uitga-eu
)>o prgl der gewone advertentidn ii van i -5 regel* 50 cent, eiken regel meer 10 cl.
Ré' directe opgaaf van driemaal plaatiing derzelfde advertentie wordt de prjj.
ilecht* tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjki- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regel* i 1,berekend.
Bewp«nnmmemJ 5f cent.
Telefoonnummer 23.
Directeur A. F. A. van Setjrs. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „G-oesche Courant". Hoofdredacteur W. Kerrbmans.
G0ESCHE
COURANT.
mat succes de kunst van babbelen heeft
beoefend. Moeten dan de groote of kleine
aangelegenheden van onze naasten de stof
leveren lot gesprekken, die in de meeste
gevallen niet uitloopen op een hoogere
waardeering van hun persoon en die
bjjdragen tot de verspreiding van bijzon
derheden, die de sprekers alleen slechts
van hooren zeggen hebben 2 voor welker
mededeeling zij zich, ten onrechte, van
alle verantwoordelijkheid ontheven achten?
Er is een eenvoudig middel om het
euvel der praatjes, dat dikwjjls oen on-
heratolbaar kwaad voortbrengt, tegen te
gaan en de spreuk van Erasmus »Ontwjjk
de kleiie stadjes, ge kuit er geen vinger
in de asch stekel of de wereld weet het"
onjuist te doen worden. Dat eenvoudige
middel is: liet meedoe».
Er zou veel leed bespaard worden, als
ieder zich dit voornamen er zich
aan hield.
9 i t g sa n d.
De mijnhamp ti Hamx.
Nog immer liggen te Hamm de Ijjken
vai honderden mijnwerkers diep onder de
aardoppervlakte in de mjjnschaohtsa waar
hef vuur nog immer weedt en nog steeds
is men er niet in geslaagd de oorzaak van
de ontzettende ramp op te sporsn. Was de
vreeseljjke ontploffing een gevolg van
©■voorzichtigheid of van zelfontbranding
van het gas, dat zich in de mijngangen had
opgehoopt f
Niemand kan het zeggen ei waarschijn
lijk zal de sombere vraag, wat de directe
aanleiding van de noodlottige gebourtonis
waB, wel immer een geheim bljjven.
In de Duitsche Rjjksdag is de regeering
geïnterpelleerd over de ramp en wat daar
geiprsken is, doet jjzen van ontzetting.
De watorbesproeiing in de mjjn, een
maatregel waardoor de gasontwikkeling
wordt tegengegaan, y as al dagenlang
niet in erde en bovendien waren de mpn-
werkers afgemat door langduiigen over-
arbeid.
Een gewoon verschijnsel is, dat uitge
putte mijnwerkers onversohillig worden
ten opzichte van de veiligheidsvoorschrif
ten. De mannen werken, doeh denken niet
meer, worden slaperig en lusteloos.
Zou dus de m|jndirectie de indirecte
oorzaak van de ramp zjjn Sommige der
zake kundigen beantwoorden deze vraag
bevestigend en onder deze omstandig
heden was het alleszins begrjjpeljjH, dat
werd aangedrongen op een scherper
toezieht, ook door uit de arbeiders be
noemde inspeoteurs, op de uitvoering der
voorschriften betreffende maatregelen ter
voorkoming van ongelukken.
De rngeering toonde niet heel veel
zin in te gapn op hot denkbeeld ook arbei
ders te belasten met dat toezioht, al ver
klaarde ze den eersten stap in die
richting te villeD zetten.
Inmiddels gaat men van overheidswege
door met het onderzoek. De geredde mijn
werkers worden ondervraagd, doch veel
kan» dat men op grond van hun getui
genis tot kennis van de directe oorzaak
zal komen, bestaat er niet.
Het Duitsche publiek is heel de ramp al
bjjua vergeten en reeds zjjn er onderwer
pen. die meer de belangstelling wekken.
Zoo trekt in Duitschland een redt van
den vroegeren opperbevelhebber der
Engelsche troepen in Zuid-Afrika, lord
Roberts, zeer de aandacht.
Lord Roberts heeft n.l. gesproken over
Dl tbkdidiiivg VAN ENGELAND.
De Engelsche vloot, hoe machtig ook,
aeht hjj geen voldoende waarborg voor
de veiligheid van het eilandenrjjk.
Engeland moet volgens dien krjjgsman
ook beschikken over een leger, dat sterk
genoeg is om elke mogendheid te weer
houdt* van een poging om te landen op
de kusten van het Vereeiigd Koninkrijk.
Een millioen soldaten acht lord Roberts
hiervoor moodig.
Vooral in Duitschland trekt deze rede
de aandacht, omdat men daar te lande
elke militaire maatregel in Engeland ge
nomen nu eenmaal beschouwt als een
bedreiging.
Nu in Engeland plasnen bestaan om
de vloot nog aanzienlijk uit te breiden,
zullen plannen tot vei sterking van het
leger den Engelschen belastingbetalers
wel niet bp zonder aangenaam zjjn.
Ook in België is do laatste dagen
Dl LSGERKWESTIl
weder meer op den voorgrond gekomen.
Het Belgische leger, voor een groot deel
bestaande uit vrjjwilligers en plaatsver
vangers, kan niet op de hoogte vau zijn
tjjd genoemd worden.
Invoering van den persoonlijken dienst
plicht sehjjnt het eenige middel tot af
doende verbetering.
Een groot deel der clsricale partjj wil
hiervan evenwel nietB weten en tot nu
toe heeft het clerieale ministerie weinig
neiging getoond om een stap in die rich
ting te zetten.
De minister van oorleg heeft evenwel
vóór enkele dage* duideljjk uit doen
kernen, dat hjj met het tegenwoordige
leger niet tevreden is en de linkerzjjde
in de Kamer en een deel dor elericalen
vielen hem bjj.
Zal nu de regeering zich eensgezind
teonen met den minister van oorlog
Zoo niet, dan zal dezen wel niets anders
ovtr big ven dan aftreden.
Ook de wjjze van mobilisatie van het
Belgisch leger is nogal omslachtig. De
troepen worden niet gemobiliseerd in hun
garnizoenen, doch m gev*l van oerlcg
trekken do troepen eerst naar de depóts
in het midden des lands om daar gemo
biliseerd te worden, waarmede volgens
officieele schatting 5 6 dagen gemoeid
zjjn. Dat zei dus wel enkele dagen meer
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
Overdenkingen.
VI.
Praatjes.
Wat do mensohen weten, hebben zo,
voor de overgroote meerderheid, van an
deren. Onze kennis is een verzameling
van wat anderen vóór ons ontdekt hebben;
resultaat van eigen waarneming is daar
niet veel bjj. Zelfs waarvan we meenen
dat ze oorspronkelijk is, 1b ze gewoonljjk
nog vermengd met geleende veorstellin-
iingen. We mogen 't gerust eerljjk er
kennen, onze kennis en wat wjj voor
•ervaring" houden, we hebben 't »van
hooren zeggen".
Het feit, dat de kennis der waarheid
ons wordt aangebracht, zelfs zo*der dat
wjj er naar vragen, ontheft ons niet van
de verplichting tot eoatrêle. Met de ge
wone beweringik heb 't van hooren
zoggen, tracht men zich wel eeis af te
maken van het verwjjt, medegedaan te
hebben aan de verspreiding van een
valsoh gerucht. Waarom deedt ge 't dan
Niets en niemand verplichtte u, aan dat
gevaarljjk werk uw steun te verleenen en
gulhartig terug te geven, soms met ver
meerderde hoeveelheid, wat ge zoo even
met geljjke miliadigheid van een ander
hebt ontvangen.
Feiten met juistheid verhalen is moeie-
ijjker dan men denkt en omdat men dat
weet en gevoelt, wordt, vooral als de bron
niet heel zuiver is, bjj een of andere
mededeeling het stereotype »als ik lieg,
dan lieg ik in oommissie" gevoegd. Waar
om toch belaBt men ziek zeo gaarne mat
xoo'n commissie De oplossing is een
voudig. De mensoheljjke natuur werkt
het in de hand, wjj hebben er dringend
behoefte aan, van onze ke*nii mede te
deelen aan anderen. Het is deze drang,
die o»i gewoonlijk zoo weinig weinig
behagen doet scheppen i* de eenzaam
heid. Niet het verlangen om wat van
andoren te veraemen, maar veel meer
die om hen deelgenooten te maken van
onze gedaohten, indrukken, meeaiigen.
Wjj willen wel ontvangen, maar nog veel
liever geve*.
In kleine steden groeien en bloeien de
praatjes weliger dan in de grootere.
Natuurljjk Men beeft daar moer gele
genheid zioh er mede bezig te houden,
men kent allen elkaar, er is te weinig
om over te spreken dat ieder belang
inboezemt en een of ander praatje ovor
eon medemeasch vindt bjjna altjjd gretige
ooren. Maar heel zelden is er boos opzet
in het spel, de giftigste laster ontwik
kelt zich meestens uit onschuldig bedoelde
praatjeB. Reden te meer dus om er uiterst
voorzichtig mede te zjjn.
Men is all slachtoffer van zoo'n praatje
verbaasd hoe 't ontstaan is en denkt dat
't door boosaardige lieden werd bepeinsd
2 FBÏÏ1LL1T01
Een vliegende tante.
Uit het leven van een losleopend
vrjjgezel.
Toen ik den winkel van de firma G.
J. Heg kam Massee was binnengetreden,
was ik tooh even onthutst.
Als vertegenwoordiger van het sterke
geslacht, geviel je je in zoo'n winkel
van dames-artikelen toch niet geheel op
je gemak. Er haagt oen geur van wel
riekende zeep, van nieuw linaengoed en
de stemming is er zoo rustig, zoo plechtig
zon ik bjjna zeggen, dat ji voelt, dat daar
elk ruw woord als een gruweljjke vloek
zou klinken.
Zoo ver was ik gevorderd met mjjn
wjjigeerige besehouwingen ten opziohte
van de mannenziel en winkels voor dam»b-
artikelen, toen mjjn tante me tot de
werkelijkheid terugriep en me last gaf
mede te helpen gesohenken uitzoeken voor
alle vrouweljjke leden van mjjn familie.
Dat was geen gemakkelijke taak. De
St. Nicolaas-étalage is bjj de firma Heg-
kam-Massee in een vertrek achter den
winkel opgesteld en daar vonden we
zulk een overvloed van smaakvolle arti
kelen, dat het moeieljjk viel een keuze
te doen.
Tallooze celluloid voorwerpen zjjn er
celluloid, doch ivoor ljjkende doosjes voor
tandpoeder, voor zeep, voor nagelborstel,
voor tandenborstel enz. Ook zagen we er
een volledige toiletdoos, waarin alle voor
werpen van celluloid waren vervaardigd.
Nouveauté op dit gebied is celluloid
in onyi-kleur.
Mooi ook waren de dames-cols met
ruche in verschillende modellensmaakvol
de zakdoekjei in zjj en katoen.
Behalve de gewone eau-de-cologne-
en verspreid. Maar zoo iets behoort tok
de uitzoüdtfringen, 't Gaat doorgaans zoo
A. zegt tot B.ik meen gezien te hebben
dit of dat, heb je daar ook iets va»
gehoord. Neen, antwoordt B., doch aan
C. vraagt hjj een oogtnblik laterHeb
je ook iets gehoord van dit of dat. C.
h6öft er ook niets van vernomen en nu
gaan A., B. en C, aan D. E. en F. het
zelfde vertellen en zoo zal 't gebeuren
dat G. het als vast en zeker aan H.
vertelt, want hjj heeft 'fc van verschillende
kaaten gehoord.
Dan is hot praatje klaar en niet meer
te sluike* ia zjjn loop. Van hetgeen A.
meende gesien te hebben, is niets meer
over, en het berieht dat Z. boort, heeft
zelfs niet de minste overeenkomst meer
met hetg*en A, aan B. gezegd had. Ioder
heeft reeds wel eons zoo'n treurige er
varing opgedaan.
Nu zou dit niet zoo erg zjji, als niet
bjjna altijd bjj de verbreiding van zulko
onjuistheden de goede naam van personen
gemoeid was. Ieder van ons weet dit en
tooh doet ongeveer ieder er aan mede.
Men is in gezelschap, er is behoefte
aan discours en als bg een der aanwe
zigen een of ander los gerucht in 't ge
heugen korac, wordt 't met graagto ver
teld en met graagte aangehoord.
Nog eenswe spreke* nu niet over
den laster, dat hondordkoppig menster,
tot wel ka bestrijding de godenwereld nog
geen Hercules heeft doen geberen wor
den, wjj behandelen hier evenmin do
klappeiende kwaadsprekendheid, die rond-
loert als een vos op een kip, doch over
een andere, minder moorddadige ef
kwaaddaardige vorm van mededeelzaam
heid, die in haar uiti*gen toch ook wel
de grenzen va* het betamoljjke mag i*
noht nemen.
Koning Midas had ezelsooren wél-
verdiend, maar dat doet er minder toe
alleen zjjn bardier wist het en die mocht
het natuurljjk aan niemand zegge*. Maar
het geheim bezwaarde den figaro, hg
wilde zich er van ontdoen, liep naar den
oever, maakte er een kuiltje in den grond
en Bokreomwde het er in uit. Het berioht
verspreidde zich, draadloos als eenmodern
telegram, onder den grond en de riet
stengels riepen het elkander toe onder
het dartelen met de avondkoeltjes.
Zulke echo-gevende gewassen zjjn de
mensebon. We hebben zoeveel opgegaard,
dat de voorraad eni te zwaar wordt od
we big zijn er iets van te kunnen uit
storten aan het vriendenhart va* wel
willende toehoorders. We hebben er niets
mee voor, niets kwaads beoogen we, maar
we willen wat vertellen, als we gezellig
bjjeen zjjn.
Er zou iets te zeggen zjjn over de
vraag of het vriendschappeljjk samenzjjn
tot enafwjjsbaren eisoh heeft, dat voort
durend moet worden gepraat over anderen
en of het wel juist iB van stroefheid in
den omgang hem te betichten, die niet
flacons zjjn er te verkrjjgen flacons van
rood koper ia den vorm van doofpotten.
Werkeljjk zeer aardig.
De zeep is afkomstig uit de fabriekeü
van Eeckelaars en van Colgate em Co.
Terwjjl ik de etalage inspecteerde, had
mjjn tante 0. m. «enige zeer fijne lederen
kandtascbjes en por temonnaies ingeslagen,
Eindeljjk gingen wjj weer de straat op.
Het duizelde me van alles wat ik gezien
had ea ik wilde hoe eer hoe liever naar
huis, te meer, daar de hoed va* mjjn
tante me begon to ergeren. Ik had n.l.
opgemerkt, dat die hoed uit de mode was
en als ik zooietsbemerk,dan is het werkeljjk
heel erg. Ik schatte, dat die hoed dateerde
van een halve eeuw terug, doch het kan
ook langor geweest zjjn.
Nu is het wel waar, dat hoe minder
nieuwe hoeden ze koopt, hoe meer ze
mg zou nalaten, maar zoo ben ik niet. Ik
gunde haar best een nieuwen hoed, vooral
als ik met haar uit moest.
Doch wat ik zeide en hoe ik pruttelde,
ik moest nog eerst mede door de Kerk
straat, waar ze plctseling den winkel van
den heer Pieterman binnenstevende. Toen
ik er even had rond gekeken, had ik er
geen Bpjjt van, nog mede gegaan te zjjn.
Bg den heer Pieterman is de St.-Nico-
laas-etalage in de kamer achter de*
winkel en de boekenvoorraad bevat er
voor ieder wat. Hier liggen de voor
naamste werken van onze eigen en van
buitenlandsche auteurs en met eenigen
goeden wil zou men alleen naar aan
leiding van doze étalage een studie kun
nen sehrjjven over »de litteratuur i<« de*
aanvang der twintigste eeuw".
Maar niet alleen de i* sierijjko bandjes
verpakte zuchten e* wanhoopskreten en
diepzinnige beschouwingen van dichters
en wjjggeeren vindt men er.
Er is ook verkrjjgbaar de gezellige
dames-lectuur, de buitenlandsche roman
netjes met hun geïllustreerde bandjes,
die alleen reeds een weemoedig, lief
verhaal fluisteren.
Ook onze jongens knnnen er terecht
er is ruime keus in frissche, boeiende
jongensboeken. En dan de kleintjes Ook
voor hen is er hier te kust en te keur.
Smaakvolle, kleurige prentenboeken, zoo
mooi als het nu volwassen geslacht nooit
in zjjn jeugd gekend heofs, zjjn er bjj
stapels, wachtend op bigde kinderhanden
om hen in ontvangst te nemen.
Wat is het leven toch vol scherpe
tegenstellingen. Hier op de etalage >Het
lied van de smart", eenige panen verder
de dolste prenten voor de jeugd.
Maar niet alleen boeken zjjn erin den
winkel va* den heer Pieterman. Prachtige
etsen van Toen de Jong $(inderdaad zeer
knap en gevoelig werk), kunstdrukken
naar greote meesters, maken hoofd-
zakeljjk de kuustafdeeling uit. We
zagen daarbjj 0. a. een Steinlen-kaleDder,
met een zestal reproducties naar teeke-
ningen van dien meester, geweldig mooi.
Dan ook beelden, zoo b. een veld-
arbeider uitgevoerd in galvano-plastiek,
buitengewoon van afwerking, dio vol
komen de illusie wekken van bronzen
beelden.
Toen we buiten stonden, was mjjn ta*te
stil en neerslachtig.
•Neef", zei ze, na een tjjd gezwegen
te hebben, »het gaat me aan het hart te
denken, dat dit alias nu weldra geen
waarde meer zal hebben."
»Wat bedoelt u, tante vroeg ik ver
wonderd.
»Dat heel de tegenwoordige litteratuur
kaD opgeborgen worden als de algemeene
invoering van de vliegmachine nieuwe
beeldspraak zal brengen en nieuwe be
grippen."
De vliegmachineIk keek haar aan
om te eonstateeren of zjj schertste of in
ernst Bprakjdoch na een oogenblik voegde
ze aan haar verbazingwekkende woor
den toe
•En daarom houd ik de oonstructie
van mjjn machine geheim."
»Uw machine, tante
•Ja neef, mjjn machine, ik heb zelf
een vliegmachine uitgevonden."
Daar ging me een licht op. Nu had
ik de verklaring van tantes plotselinge
verschjjning op het plat achter mjjn
zitkamer.
Mjjn tante vloog! Iemand met een
ho6d op, die tientallen jaren uit de mode
was, vloog. Het was bjjna ©Dgeloofljjk.
Brandend van nieuwsgierigheid vroeg
ik mjjn tante hoe dan haar systeem was.
•Later neef, zal ik je dat wel eens ver
tellen", zei ze.
Dien avond ging mjjn tante met mjj
mede aaar huis ze liep de zoldertrap op.
•Tot morgen", riep ze nog ea even
daarna hoorde ik buiten een geluid als
van de maohtige wieken van een reuB-
aohtigen vegel.
Nu was mjjn tante weggevlogen en
nog had ik haar vliegmaohine niet gezien»
Maar als ze terugkwam
Den volgenden avond zat mjjn tante,
toen ik even de straat wal op geweest,
reeds op mjjn kamer te wachten.
Ik vroeg haar waar zjj dan tooh heen
gevlogen was, den vorigen avond.
•Naar Amsterdam", antwoordde ze
heel kalm.
Naar Amsterdam? Ze hield me zeker
voor den mal.
Toen kwam ze los
»Jjj sehjjnt nog *iet te begrjjpen welk
een omkeer een vliegmachine als de mjjne
in de maatschappjj zou brengen als ze
algemeen werd ingevoerd. Onlangs las
ik in de courant dat een Amsterdammer
worden.
Vooral nu België door de annexatie
van den Congo een kokmiale mogendheid
iB geworden, is de hervorming van het
leger een noodzaak.
Staten-fieneraal.
TWEEDE KAMER.
Woensdag weinig merkwaardigs in de
Kamer. Bjj Buitenlandsche Zaken nog
eenige discussie over de organisatie van
het departement tusschen den minister
den heer v. Karnebeek en den heer de
Beaufort. Daarna Justitie. Minister Nelis-
gen kreeg pluimpjes van verschillende
kanten, behalve van den heer Lobman, die
den miaiBter kras aan pakte.
De heer De Savornin Lohman nameljjk
bleek dermate ontstemd over het beleid
van dezen Minister van Justitie, dat hg
dezen bewindsman zjjn vertrouwen op-
zeide, of althans te kennen gaf, dat uit de
stem, die bg vóór deze begrooting zou
uitbrengen, geen votum van vertrouwen
moest worden gezien in het beleid van
dezen Minister.
Geen kleinigheid waarljjk. En waaraan
had de heer Nelisse* deze toorn te dan
ken Aan enkele daden, waaruit de heer
Lobman meende te moeten afleiden, dat
do Minister het gevaar van vermenging
van politiek en rechtspraak niet voldoende
beseft, met name aan het overleggen van
het Papendrechtsche dossier od hot uit
spreken van een (zjj het ook waardeerend)
oordeel over de betrokken rechters. De
oaafhankeljjkheid van onze rechtorljjke
macht gedoogde, zoo meende de heer
Lehman, niet dat ze eador de censuur
werd gesteld van Regeering of Kamer.
Terecht werd door vele leden het
oordeel van den heer Lobman voorbarig
en te hard geacht. Zeker, do Minister mag
zich niet bemoeien met de rechtspraak,
maar de overlegging van het Papen-
drechtseh dessier is waarljjk niet een
bewjjs, dat de Minister ïulks wil doen, al
roept hg, in zjjn tweede nota, triomfnnte-
ljjk uit, dat de gestrengheid en de onpnr-
tjjdigheid van hot rechterljjk onderzoek
■iet betwjjfeld zal worden. In dit speciaal
geval was er wellicht veel voor te zeggen
de ongeruste gemoederen aldus volkomen
te bevredigen door mededeeling van alle
feiten.
De minister heeft zich Donderdag ook
bniten schot weten te honden. Alleen de
anti-revolutionaire heer Schokking kwam
even tegen den heer Nelissen los.
Wat wordt er gepraat van minder toe
rekenbaren, zei hg, wjj anti-revolutio
naire geleerden kennen, slechts volkomen
of in 't geheel niet krankzinnige mon-
scben. Wjj betwjjfelon zeer sterR of de
boogleeraar in de psychiatrie aan de Vrjje
Universiteit deze onderscheiding aan
neemt en of niet ook hg het begrip min
dere toerekeningsvatbaarheid huldigt.
een vliegmachine heeft uitgevonden,
waarmede men 350 K. M. per uur kan
afleggen welnu, de mjjne vliegt desnoods
tweemaal zoo hard en een vluebt van
bier naar Amsterdam duurt slechts een
oogenblikje".
Het duizelde me en ik brandde van
verlangen het toestel te zien doch dat kon
nu niet, omdat het was samengevouwen.
Wonderbaar
Mjjn gedachten bleven verwjjlen bjj
dat vreemde toestel, dat nu weder bjj
mij op den zolder lag.
Mjjn tante gunde me echter niet voel
tijd tot overpeinzing, want ik moest direct
weder met haar mede. En we «tapten de
straat op.
Eerst naar den winkel van den heer
Lntejjn in de Lange Kerkstraat, waar
we voor een overvloed van lekkernjjen
kwamen te staan. Uitgebreid was de
sorteering borstplaat, onverpakt in prach
tige lnxedoozen en verder waren er
kunstige voorwerpen van suiker en cho
colade en marsepain. Zoo b. v. een wjjn-
fleBch en een automobiel van chocolade
een baby-flesch van dezelfde lekkernjj
en een heel aardig opgemaakt ontbjjt-
mandje.
En natuurljjk waren er do borstplaat
harten en ook de onsterfeljjke varkens
van marsepain.
Hoeveel geslachten zouden nu al met
St. Nicolaas marBepainen varkens hebben
opgepeuzeld
Van den winkel van den heer Lutejjn
ging onze tocht naar de firma Wed.
B. Faberjj de Jonge.
Daar 70or het eerBt hoorde ik een
nadere bjjzonderheid betreffende het
vliegtoestel van mjjo tante.
(Wordt vervolgd.)