N*. 129 1908.
Zaterdag 31 October.
958le jaargang.
Een vreemd type.
De uitgav. 4»«er Oouraat geiehiedt Maandag-, Woenidag- en Vrjjdagavoid,
uitgezonderd op feeitdagen.
Prjji per kwartaal, ia Goo. 0.75, buiten does, franco, f i,ll,
Afzonderijks noinmeri 5 oent.
Inxanding wan adxrtentiin *6or t uran op den dap der
uitgare.
De prjji der gewone advertentiBn ii van i 5 regeli 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, hnweljks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels i 1,berekend.
Bewjsnnmmert 5 cent.
Telefoonnummer 22.
Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W, Kerrekans.
GOESCHE
COURANT.
Bijfdit no. behoort een bijvoegsel.
Overdenkingen.
v.
Belangstelling.
Warneer in woord af sohrift gewaagd
wordt tan de 19e of 20e eeuw, dan zal
men altjjd de kwalificatie weervinden van
»onzei rniteloozen, gejaagden tjjd". 't is
geen jjdele klank, deie uitdrukking, het
verschijnsel van haastig, vlug ei vluchtig
werken en genieten is een aeer kenmer
kend. Br is te veel te doen, te zien, te
leerentjjd ontbreekt om van de zaken,
die onze belangstelling verdienen, ernstig
en grondig kennis te nemen, omdat het
aantal te groot is. En toch wordt ge-
eischt van den beschaafden mensch dat
niets menscheljjks hem vreemd zjj. Al
is die kennis een luttel beetje en bedroe
vend oppervlakkig, iets toch moet men
weten van alles wat in 't algemeen be
langstelling wekt. 't Is moeiljjk uit te
maken of men zich hierover verblijden
moet, dan wel die veeleischende en veel
zijdige belangstelling moet afkeuren.
Naarmate de belangstelling toeneemt
wordt het leven voller en rijker. Zjj it
hat, die de ziel in vaste verbinding brengt
met de dingen om om heen, van haar
kan gezegd worden, dat zjj de ingangen
van den geest opent voor de thans levende
menschheid, met al haar streven en be-
geeren, voor haar idealen, die tevens de
onse zijn en ook voor het verleden, voor
hetgeen de mensch heeft volbracht en
nog volbrengen zal. Zonder belangstel
ling is het zelfbewust bestaan dof, kleur
loos en waardeloos, wordt het meer geljjk
aan dat van het dier, dat geen bewust
zijn heeft van zjjn bestaan. Br zjjn wel
memohen, die het dier benjjden, die zeg
gen, dat al het lijden dat ons overstelpt,
al de teleurstellingen die wo hebben te
ondergaan, het knellende van den arbeid,
het nooit bevredigd worden onzer verlan
gens, ons lot minder begeerlijk maakt
dan dat van het redelooze dier, hetwelk
zjjn leven leeft zonder dat iets een bljj-
viaden indruk maakt en dat nooit ge
kweld wordt met voorstellingen, wat de
toekomst zal brengen, 't II niet waar.
Ai zou 't alleen reeds daarom zjjn dat
het dier oatbeerl de belangstelling, die
aai het menscheljjk bestaan inhoud geeft.
ilee merkwaardig is de eerste open
baring van bewustzjjn bjj het kind. Br
komt iets in de oogjes, in de gelaats
trekken dat er vroeger niet in was, een
nitdrnkking van opmerkzaamheid, een
bedachtzaam en onderzoekend staren naar
eenig voorwerp, een «poor van blijdschap
bij herkenning. Het ,is de wakker ge
worden begeerte naar kennis en onmid
dellijk daarna een streven naar aanrakieg
om de indrukken, langs den weg der
oogen verkregen, door aanwending van
andere zintuigeD te versterken. Het kind
uit zjjn wil en zet dien direct op het
weten. Hoe krachtiger dien wil zich doet
kennen, dei te hooger is de dunk dien
de verzorgers van het kind hebben van
zjjn geesteljjke vermogens. Belangstelling
is daarvan de meest kenmerkende en ook
de meest vertrouwbare maatstaf. Big ven
die uitingen van het ontwakend zieleleven
lang aohterwege, dan maakt men zich,
niet zonder reden, ongerust, er hapert
dan iets aau de gewone ontwikkelings-
4 FXÏÏILLX10N.
Schets door J. K. B.
Slot.
Ik had mjjn armen uit willen breiden
als om iets te ontvangen dat geluk zou
zjjn en toch was het eigenljjk het meest
•en gevoel van smart, dat de muziek in
me wekte, een gevoel van smart, zoo
hevig als ik nooit nog gevoeld had.
Toen plotseling overstemde een fanfare
van het koper het gezang der violen en
het was of een gzersterke hand me in
de borst greep en neerdrukte met reuzen-
kracht. Ik gaf een gil en viel in de lichte
Kurzaal te midden der honderden men-
schen bewusteloos neder
Dit gebeurde op 18 Juli...."
Hier zweeg hg even. Hg nipte aan
zjjn glas, zette het weer voor zich en
bleef verstrooid voor zich uit zitten staren.
Buiten werd de zomerhemel steeds
lichter en in de verte kraaide een haan.
Toen ging hg voort
»Wat er verder gebeurde in de Kurzaal
dien avond weet ik niet. Maanden lang
lug ik ziek met zware koortien en steeds
hoorde ik al dien tjjd de muziek van
dieu avond doorklinken in me en toen
ik eindeljjk langzaam herstelde, stond
verschijnselen en er bestaat grond om
voor f geesteljjke minderwaardigheid te
vreezen. Snel wast, in normale omstandig
heden, de belangstelling van den kleinen
mensch voor alles wat hjj ziet. Met vra
gen en meeningen bestormt hg zjjn ouders,
weten wil het kind en naarmate het
groeit, wordt dat verlangen, die belang
stelling grooter. Hoe meer het kind leert,
hoe meer het weten wil. Van de leiding,
die het kind in die periode heeft, zal 't
afhangen ot zjjn belangstelling wordt
levendig gehouden of onljjdig geknot.
Hoe ver moet en mag die belangstel
ling gaan f Moet zjj om een kracht te
worden, die ons innig verbindt met de
eischen van het stofi'eljjk en zedeljjk
leven, zich uitstrekken in alle richtingen
of zal zg, zoo doende, in levendigheid
verliezen wat zg aan omvang wint De
beperktheid van onze omgeving trekt van
zelf de grenzen voor de eigenljjke waar
neming, die van alle kennis den grondslag
vormt en later komt voor het kind de
tjjd, waarin ook de niet geziene dingen
een plaats vragen in den kring zjjner
gedachten.
Dan zal het zelf weten te oordeelen en
te kiezen welke kennis onmisbaar is, welke
nuttig en welke noodig kan zjjn.
Ook het gevoelen treedt dan in wer
king, de meer diepgaande aandoening
die evenwel niet gewekt is zonder dat
kennis is voorafgegaan. Wat het hart in
beroering brengt dat leven we mee, door
aanschouwing en oidervinding komt het
in ons, er komt in ons een begeerte tot
meedoen en meedeelen in de levens naast
ons, gemeenschappelijke sympathieën ont
staan en we willen in het leven van
anderen iets brengen dat van ons afkom
stig is. De belangstelling gaat over in
daden, die er de zichtbare bewjjzen van
zjjn en van heel die wereld, waarin wjj
voelen een klein plaatsje te beslaan, willen
wjj de rjjkdom vermeerderen door de
belangen, die zjj vertegenwoordigen, tot
de onze te maken. Br is een periode
van zoeken, waarin wjj nog niet met
juistheid weten, in welke richting onze
belangstelling moet trachten zich te voe
den, omdat wjj nog niet geleerd hebben
de ljjnen van ons voortgaan juist af te
bakenenin dat tjjdperk van rondzien
en tastei belpen ons de leiding en de
raadgevingen der ouderen en de levens
omstandigheden doen 't overige. Dat zjjn
de oevers binnen welke de bruisende
stroom van het frisiche, jonge leven zich
beweegt, om niet door een verspreiding
naar alle kanten, zjjn kraeht verloren te
doen gaan.
Tot hoever moet onze belangstelling
zich uitstrekken Is 't waar dat te veel
schaadt f We gelooven 't niet. Ons beroep
en onze voorliefde voor een of enkele
zaken zal do belangstelling beperken en
we kunnen die niet uitstrekken ovei alles
wat bestaat. Maar een toegeven aan en
onderhouden van belangstelling in de
dingen die we ontmoeten, waarvan we
hooren of lezen, een uitbreiding dus van
onze kennis naar alle kanten dat kan
nooit schaden. Daarvan kan men nooit
zeggen nu is 't genoeg, nu wil ik niets
meer leeren, ik ben vol. Want juist als
we leeren, dan pas gaan we inzien hoeveel
er nog te leeren bljjft. Hoe meer men
weet, hoe meer men inziet dat men weinig
weet.
het vast bjj me, dat ik musicus zou wor
den, hoe ook mjjn ouders daartegen waren.
Tot geheel herstel nam mjjn moeder mg
mee naar het zuiden van Frankrgk, waar
ik bjj een oom eenige maanden doorbracht.
Wat mg aaivankeljjk zeer hinderde
was, dat ik maar niet te weten kon
komen welk werk het toch was, dat zoo'n
indruk op mg gemaakt had. En ik weet
het nog niet. Ik heb na dion tjjd heel
wat concerten bjjgewoond, maar het
nooit meer gehoord
«Sn moeder was er erg op tegen, dat
ik me geheel aan de muziek zou wjjden,
doch eindeljjk stemde zjj er in toe, dat
ik vioolles zou nemen.
Juist een jaar na het voorval in het
Knrhaus, weder op 18 Juli, krneg ik
mjjn eerste vioolles.
Bn sedert heeft die datum steeds een
groote rol gespeeld in mijn leven. Op
18 Juli speelde ik voor het eerst (zij
het op een onbeteekenend concert) in
het openbaar, op 18 Juli ontmoette ik
het meisje, waarmede ik geëngageerd ben
geweest, doch dat spoedig daarna stierf,
op 18 Juli vertrok ik uit het vervloekte
Engeland, waar ik zoo'n ellendigen tjjd
heb doorgebracht; 18 Juli.... altjjd
18 Juli
Alleen verleden jaar is die datum
zonder merkwaardige gebeurtenis voor
bijgaan» Maar nu
Weder brak hg zjjn verhaal af. Hjj
Buitenland.
Opzienbarende mededeelingen.
Het belangrgkste, wat de laatste dagen
op het terrein der politiek brachten, is
wel het artekei van een groot Engelsch
dagblad over mededeolingen, die de
Duitsche keizer zou heobtn gedaan aan
een Engelsch staatsman in ruste.
Deze mededeelingen zjjn van dien aard,
dat men aan vankei jjk algemeen niet veel
vertrouwen toonde in de waarheidsliefde
der redactie van bedoeld blad, doch uit
enkele berichten in de officieuse Duitsche
pers zou men op kunnen maken, dat
werkeljjk de redactie-duim vreemd is aau
het gepubliceerde.
De bedoeling van den keizer is bljjkbaar
geweest door zjjn verklaringen een einde
te maken aan het wantrouwen, dat in
Engeland nog steeds levendig bljjft tegen
Duitschland en het telkens wederkeerend
en in verschillende toonaarden herhaald
motief in deze verklaringen is dan ook
Engeland behoeft ons niet te vreezen. Wjj
gevoelen geen vjjandichap, doch integen
deel sympathie voor het eilandenrjjk.
Ook heeft de keiier igezinspeeld op
verwikkelingen, die zich binnen een
afzienbaar tjjdsverloop waarBctajjnljjk
zullen voordoen in het Verre Oosten en
waarbjj dan Engeland big zou zjjn, dat
Duitschland een krachtige zeemacht
bezit.
De keizer beklaagde zieh, dat steeds
zjjn goede bedoelingen door de Britten
worden misverstaan en pntte zich uit
om bewjjzen te leveren, dat hg het wer
keljjk met Engeland goed voor heeft.
Eén dier bewjjzen is te merkwaardig
om niet te vermelden.
In het begin van den Tranivaal-oorlog,
in December 1899, aldus vertelde de kei
zer, toen de rampen voor hetEngelsche
leger in Zuid-Afnka in snellen gang
elkander opvolgden, ontving ik een brief
van koningin Victoria, mjjn vereerde
grootmoeder, geschreven in zorg en
droefheid, die vele sporen droeg van de
smarten, waaronder haar gemoed en haar
gezondheid gebnkt gingen. Ik zond dade-
ljjk een hnrteljjk antwoord.
>Neen, ik deed meer. Ik verzocht een
van mjjn officieren mg een zoo nauw
keurig mogelgken opgaaf te verschaffen
van het aantal der strjjdenden in Zuid-
Afrika ann beide zjjden en van de positie
der tegenover elkander staande strjjd-
machten op dit oogenblik.
»Met de cjjfers voor mg werkte ik een
veldtochtplan uit, dat mg het beste leek
in de bestaande omstandigheden, en ik
onderwierp dit aan het oordeel van mgn
generalen staf stal. Toen zond ik het
plan naar Engeland en dit stuk bevindt
zich onder de staatsstukken op het
kasteel Windsor, in afwachting van de
onpartjjdige uitspraak der geschiedenis.
Een merkwaardige samenloop van om
standigheden heeft gewild, dat het plan,
door mg opgemaakt op vrjjwtl dezelfde
grondslagen berustte, als dat, hetwelk
lord Roberts heeft gevolgd en door hem
succesvol werd ten einde gebracht."
Hoe nu, is men geneigd te vragen,
was dat dezelfde vorst, die in 1896, na
den mislukten Jameson-inval, Paul Kru-
ger een hartelgk telegram van geluk-
wensch zond?
En kan na zulk een verklaring de
eerbied voor den persoon van den Duit-
stond op van zjjn stoel, liep eenige
malen de kamer op en neer en Btaarde
toen door de opening der balcondeuren
naar buiten, maar het geheim van den
langzaam komenden dag.
Er was een krankzinnige flikkering
in zjjn oogen toen hjj zich weer tot me
wendde
»Jg weet hoe het nu met me staat.
Ik heb een leeftgd dat ik iets moest
zjjn, of tenminste spoedig worden. Ik ben
geen onverdienstelijk violist, maar zoo
als ik ben loopen er misschien alleen in
Den Haag nog wel vjjftig rond en om
dit te worden heb ik me niet aan de
muziek gewjjd. De kracht tot gezette
studie is er uit bjj me en vooral do
laatste maanden hebben me geen goed
gedaan. Ik heb maar één kans .18 Juli".
Weer wachtte hg even. Hg schonk de
glazen nog eens vol en dronk het zjjne
in een teug leeg.
>Op 18 Juli, dan zal ik gaan naar
het Kurhaui. Hoe ik aan een kaart zal
komen weet ik nog niet, maar op de
een of andere manier krjjg ik er een.
Dan zal ik 's avonds weer in de verlichte
zaal zitten en plotseling hetzelfde hooren
van toen, toen ik dertien jaar was. Ik
zal weder flauw vallen en dan zal zich
het genie op de een of andere wjjze aan
mjj openbaren".
>En als dit nu eens niet gebeurt?"
vroeg ik nuchter.
schen keizer stjjgen
Gedurende heel de lange worsteling
der kleine Boerenrepublieken tegen du
overmacht der Engelschen is de sympathie
van het Duitsche volk geweest aan de
zjjde van hen, die eindelgk voor de over
macht moesten wjjken, doch de keizer
gevoelde zich zoo weinig één met den
geest van zjjn volk, dat hg zelfs een
veldtochtplan ontwierpom de Boeren
te onderwerpen.
Het is bjjna jjongelooflgk. .Mocht het
waar zjjn, dan valt door dit feit een
nieuw en geen gunstig licht op het ka
rakter van hem, die geroepen is aan het
hoofd te staan van een der machtigste
naties.
Keizer Wilhelm heeft, zooals ieder
mensch, ^zgn gebreken, doch zelfs zjjn
heftigste vjjandon konden niet ontkennen,
dat hg was een ridderlgk vorst.
Doch «vjj vragen ons af na de open
baarmaking van bovenvermelde mededee-
ling, is zoo'n daad als het opstellen van
het veldtochtplan voor het Engelsche
leger in Zuid-Afrika een ridderljjke han
del wjj ze
Binnenland.
Nederland en Venezuela.
De Telegraaf heeft de tweede nota
gepubliceerd, die van de Ned. regeering
aan den president van Venezuela is ge
zonden. Zjj bevat de breedvoerige op
somming en weerlegging van de grieven
die de heer Castro tegen ons heeft en
vermelding van wat die president ons
gedaan heeftaanhouding van onze
schepen, maatregelen tegen handel en
scheepvaart van Curasao en intrekken
van exequatures van Ned. consulaire
ambtenaren. De nota eindigt met deze
woorden
Mocht harer Majesteits Regeering tot
haar groote teleurstelling eene dergeljjke
goede gezindheid bg deD President niet
aantreffen en mochten de Nederlandsche
Koloniën ook n& 1 November nog ge
troffen big ven door het decreet van 1
Mei dezes jaars en de daarmee verband
houdende maatregelen, dan ziet zjj zich
gedwongen alsdan zich van de verplieh-
tiigen van bedoeld Protocol ontslagen te
rekenen en zich eene algeheele vrjjheid
van handelen voor te behouden, waarvan
de verantwoordelijkheid uitsluitend ten
laste van president Castro komt.
Kamerverkiezing Sneek. In het kies
district Sneek i« heden bg enkele can-
didaatstelling tot lid dei Tweede Kamer
gekozen de heer H. Pollema te Sneek.
Gemengd Nieuws.
Zedenmisdrijf. Woensdagavond is
in zjjn woning aan de De-la-Reykade
te den Haag op last van den rechter
commissaris gearresteerd, iemand, ver
dacht van het plegen van onzedelgke
handelingen met verschillende meisjes
beneden 16-jarigen leeftgd. Hoewel sinds
langen tjjd de justitie verdenking tegen
den thans aangehoudene had, was er
eerst nu voldoende grond voor haar om
handelend op te treden. Bjjgestaan door
de politie van de sectie Van der Venne-
straat, deed zjj eergisteravond laat een
>Dan bljjft me maar één ding over
een schot door mgn kop of iets dergelgks".
Eenige minuten zwegen we beiden en
toen trachtte ik hem tot andere gedachten
te brengen, doch hiervan wilde hg niets
weten. »Hoor eens," zeide hjj, »ik heb
je dit alleB verteld niet om je advies in
te wiinen, maar omdat ik behoefte had
het aan iemand mede te deelen. Je goede
raad helpt toch niet en mjj breng je er
mee uit mgn humeur. Zwjjg dus."
Ik vroeg hem nog of we samen zouden
gaan den 18den Of ik dan desnoods
zjjn kaart ook zou betalen Maar hg
schudde van neen. Ook den dag na den
bewusten datum moest ik niet bg hem
komen. Hg zou wel schrgven. Dringend
verzocht hg me echter op dat oogenblik
»og wat bij hem te bljjven. En ik bleef
nog enkele uren. We dronken nog wat
wjjn, hg speelde nu en dan, maar we
spraken weinig meer.
Reeds stond de zon lang aan den hemel
toen ik afscheid nam. Toen hjj mg uit
liet was hg plotseling zeer vrooljjk. Hg
sloeg me op den schouder, schertste en
lachte, maar er bleef een krankzinnige
gloed in zjjn oogen. fljj ging met me mede
tot beneden aan de trap en keek me na.
Toen ik den hoek van de straat omsloeg
wuifde hjj me nog lachend toe met de
hand. Eu sinds dat oogenblik heb ik
hem niet weder gezin.
huiszoeking in de woning van den beklaag
de, die op dat oogenblik niet thuis was. De
huiszoeking leverde voldoenden grond op,
om tot zjjn arrestatie over te gaan en
en toen hg tegen middernacht thuis
kwam, werd hg aangehouden. Hjj is
thans overgebracht naar het huis van
bewaring.
Het vereenigd optreden van justitie en
politie in die anders zoo stille straat,
wekte heel wat opzien, zoodat de over
brenging onder toeloop van een groote
volksmenigte plaats bad.
Jonge moeder. Voor het kantonge
recht te Rotterdam stond gisteren wegens
overtreding der leerplichtwet terecht een
moeder van 26 jaar, terwjjl het dochtertje
dat de school verzuimd had, 13 jaar
oud was.
Snoepers en drinkers. Men heeft op
gemerkt, dat de smaak voor suiker en
zoetigheden nooit samengaat met den
hartstocht voor sterken drank. En daarom
is hec verkeerd, schrijft een Engelsch
geneesheer, dat het Lagerhuis met oen
spottend lachen het voorstel van een zjjner
leden, van den heer Markham, ontving,
die aan de pensionaires van de huizen,
waar dronkaards opgenomen worden, met
het doel om de drankzucht te bestrjjden,
veel zoetigheden wilde laten uitreiken.
Krggen die dronkaards den smaak voor
suiker te pakken, dan zien ze gemakke-
ljjk van alcohol af en dan zullen ze
volgens dien geneesheer weer normale
sujetten worden. De menscheu, die van
zoetigheden houden beweerde hjj ver
der zullen altjjd weinig kans hebben
om drinkers te word8D.
Ziedaar dus een nieuw criterium
»Houdt go van zoet zal een achter
dochtig schoonvader in het vervolg eerst
zjjn aanstaanden schoonzoon vragen 1
Een stout stukje. Drie gevangenen
werden dezer dagen door twee gewapende
gendarmen begeleid, met den trein van
Santa Maria naar Jerez gebracht.
Toen de bewakers hun de handboeien
bjj het middageten hadden losgemaakt,
vielen zjj op een gegeven oogenblik
den politiemannen aan, ontrukten hun
do labels en doorstaken ben. Met mede
neming der Mausergeweren en patroon-
tasichen sprongen zg uit den trein, nadat
zjj nog twee passagiers onschadelijk
hadden gemaakt. Hierdoor werd het
gebeurde pas bg aankomst te Jerez
ontdekt.
De bandieten hadden intusschen een
inval in een boerderg gedaan, zich van
levensmiddelen enz. voorzien en den
wjjk genomen in de Sierra Gibraltaro.
Hier werden zjj opgejaagd door gen
darmerie, zelfs zjjn eavalerie-detache-
menten afgezonden. Bjj Bornos heeft
een korte ontmoeting plaats gehad tus-
schen vervolgers en vervolgden, de laat-
sten wisten echter aan de omsingeling te
ontsnappen.
De geheele streelt verkeert in den
grootsten onrust, daar men van de in
het nauw gedrevenen alles verwachten
mag in plaats van één, drie Haar-
lemsche Fransen 1
Deserteurs. Sinds 1 Januari zjjn 413
Duitsche soldaten de Fransche grenzen
overgekomen en hebben zich aangemeld
voor het vreemdelingen-legioen.
De 18e Juli was voorbjj en ik wachtte
met spanning op bericht van Emile, doch
er kwam niets. Hjj zou me wel schrgven,
had hg gezegd, maar eindelgk, den 25sten,
werd het me te kras en ging ik naar
zjjn kamer. Hg was er niet. Juist een
week van tevoren, den 18en, was hjj
uitgegaan en na dien tjjd niet weer
teruggekeerd. Nog eenige malen daarna
ben ik naar zjjn kamer gegaan, doch hg
is niet meer boven water gekomen. Uf
hjj zich doodgeschoten of verdronken
heeft? Ik weet het niet. Het was een
vreemd type en er wel toe in staat, naar
het mg voorkwam.
Ook zjjn moeder hoorde niets meer
van hem, zooals ik vernam, toen ik me
tot haar wendde.
Zoo was het einde van onzen omgang.
Aan verscheidene menBchen vertelde
ik het vreemde geval en veel later, eenige
jaren misschien, kwam een kennis bg
me, om me mede te deelen, dat hg Emile
had gezien. Hjj was violist in een orkestje,
dat in het »Contral" speelde. Ik ging er
den volgenden avond heen en er was
werkeljjk een violist, die veel op Emile
geleek, maar hg zelf was het niet.
En zoo is er steeds dat geheimzinnige
waas over zjjn verdwjjnen gebleven.
EINDE.