N\ 77 1908.
Donderdag 2 Juli.
95s"5 jaargang.
UOESOHE
De uitgave dezer Oourant goiohiedt Maandag-, Woensdag- en Vrgdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Drys per kwartaal, in Doos 0,75» buiten Does, franco,
Afzo«derljjke ïommeti 9 oent.
{Inzvndin, vangadvartentiên itsr 2 uren op don dop dor
uitgara.
COURANT.
De prjji der gewone advertontiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjji
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrokking hebbende
worden van 110 regels 1,berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
Telefoonnummer 22.
Directeur A. F. A. van Seters. Uitgave van de Naaml. Yennootschap „Goesche Courant". Hoofdredacteur W. Kerremans.
B is i t a b I a n d.
incidenten in de Fbansche Kamer.
Ondoorgrondeljjk big ven voor ons, ge
wone stervelingen, meestal de geheimen
der hoogero politiek.
Een der meest onbegrjjpeljjke raadselen
is wel dithoe is het mogeljjk, dat een
vrjj volk als het Fraosche iets kan ge
voelen voor een bondsgenootschap met
de regeering van den Czaar. Kent men
een krasser tegenstelling dan tusschatf;
de republiek waar de souvereiniteit vafll
het volk de richting van het schip van'
staat bepaalt 6B de nog bjjna absolute
monarchie die in Rusland heerscht?
Een enkele maal bljjkt wel, dat ook
de Franschen die tegenstelling gevoelen
en Maandag maakte het Kamerlid Vail-
lant zich tot tolk van de maening van
velen zjjner landgenooten.
Behandeld werd een crediet-aanvraag
van 400.000 franc voor de reis van pre
sident Fallióres naar Denemarken, Noor
wegen, Rusland en Zweden en van deze
gelegenheid maakte Vaillant gebruik om
ongezouten zjjn meening te zeggen over
het bondgenootschap met Rusland.
De heer Vaillant diende een amende-
ment in, strekkende om het aangevraag
de crediet te verminderen met 50000
franc, bjj wjjze van protest tegen het
bezoek aan Rusland. De volksvertegen
woordiger wees bij zjjn toelichting op de
mogelgkheid van een aanstaande nieuwe
Russische leening in Frankrjjk, waardoor
de Fransche kapitalen nog meer zouden
betrokken worden in het bankroet van
Rusland en tevens bracht hg in herinne
ring den wanhopigen strjjd van het Russi
sche volk om zich staatkundige vrjjheid
te veroveren.
De president der Kamer protesteerde
legen deze inmenging in de binnenlandsche
aangelegenheden van e8n bevriend rjjk
en verzocht den spreker zich te bepalen
Ut het ingediende voorsel en toen Vaillant
op dezelfde wgze voortging merkt» de
president onder applaus van rechts en
van het centrum op, dat de Kamer geen
belang kan stellen in een betoog over
de Russischo binnenlandsche aangelegen
heden, die haar niet aangaan.
Temidden van het lawaai, dat de
opgewonden Kamerleden veroorzaakten,
zeide Vaillant onder toejuiching van de
linkerzjjde, dat op de salvo's die in Rus
land ter begroeting van president Falliè-
res zullen weerklinken, spoedig als
antwoord zullen knetteren de geweer
schoten waarmede de Russische regeering
de besten van het volk ter dood brengt.
De president van onze republiek, aldus
Vaillant, gaat met tegenzin naar Rusland.
Een storm van toejuichingen en
teekenen van afkeuring ging bg deze
woorden in de Kamer op en de president
der Kamer protesteerde krachtig tegen
deze beleedigende woorden, ja, dreigde
zelfs Vaillant het woord t9 zullen ont
nemen.
Nadat Vaillant temidden van het tumult
.nog eenige woorden had gesproken, verliet
hde sprekerstribune, uitgejouwd door
de meerderheid, toegejuicht door de
uiterste linkerzgde.
Al zou men iets kunnen gevoelen voor
de meening van Vaillant, dat Frankrjjk en
Rusland niet tesamen passen, toch mag
men niet vergeten, dat de buitenlandsche
politiek te veel netige kwesties omvat,
om op deze wgze door een niet-verant-
woordelgk afgevaardigde in de Kamer te
worden besproken.
Pichon, de minister van Buitenlandsche
Zaken, heeft dan ook niet geaarzeld om
een krachtig woord van protest tegen
Vaillants woorden te doen weerklinken.
Ons bondgenootschap met Rusland is de
basis van onze buitenlandsche politiek,
zeide hg o, a., en de ontmoeting van
president Faillères met den Czaar van
Rusland, die, wat de heer Vaillant ook
zeggen moge, een constitutioneel vorst
Mheeft plaats op een juist gekozen
'ogenblik.
De afgevaardigde Allard interuppeerde
de minister en schreeuwdeMoorde
naars" doch Pichon ging onverstoord
verder en betoogde, dat het bondgenoot
schap met de Russische regeering en het
Russische volk van vredelievenden aard
is en niemand bedreigt.
De motie Vaillant werd tenslotte ver
worpen met 479 togen 65 stemmen en
het regeeringsvoorstel tot hot verleenen
van een crediet van 400,000 frans aan
genomen met 489 tegen 62 stemmen en
hiermede was het rumoerig incident ge
sloten.
Waren te Parjjs de afgevaardigden de
oorzaak van tumult, te Londen zgn de
parlementsleden totaal onschuldig aan de
opgewonden tooneelen, die niet in, maar
om het Parlementsgebouw plaats hadden.
De suffragettes, de opgewonden voor
standsters van vrouwenkiesrecht, hadden
een reusachtige betooging op touw gezet.
Uitgebreids politiemaatregelen
waren genomen met het oog op die be
tooging en overbodig waren die niet. Bg
duizendtallen poogden groote massa's
volk, voor eea groot deel uit vrouwen
bestaande, door te dringen tot het par
lementsgebouw en politie te voet en te
paard kon dit slechts met moeite ver
hinderen.
's Middags had oen vergadering van
de suffragettes plaats gehad, waarin son
commissie van dertien dames was be
noemd, die minister Asquith de weisohen
der vergadering zou gaan kenbaar maken.
Omgeven door een politiemacht trok die
commissie er op uit, doch minister
Asquith weigerde de dames te ontvangen
en liet haar weten, dat, als zjj hem iets
hadden mede te deelen, zjj dit schriftelgk
moesten doen.
De dames konden dus den terugweg
aanvaarden. Een der heftigste harer,
mevrouw Pankhurst, zeide, dat zjj niets
liever zou doen dan de politieagenten
bg de keel grjjpen.
Bij verschillende vechtpartjjen vloeide
bloed en werden eenige suffragettes ge
arresteerd.
Binnenland.
Invoering van een wettelijken tijd. De
Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
aan de Tweede Kamer een nota van wjj-
ziging ingediend, strekkende om artikel
1 van bovengenoemd wetsontwerp te lezen
aldus
»De wetteljjke tjjd in Nederland is de
middelbare zonnetjjd van Amsterdam".
Deze wgziging is vergezeld van de
volgende toelichting
Bg schrjjven van 19 Juni 1908 is dooi
den raad van administratie der H. IJ. S.
M. aan den minister van waterstaat be
richt, dat er bg dien raad geen bezwaar
bestaat tegen het ontwerpen en uitvoeren
is FEÏÏILLlJOJf
Dr XAVIER.
Naar het Engelsch van
MAX PEMBERTON.
Aangezien ze gaarne wilde weten wie
die zangers waren, trok ze haar kamer
japon aan en liep naar het raam van haar
slaapkamer, opende het heel zachtjes en
keek vandaar in den tuin. Gedurende ver
scheidene minuten was er niets te zien
of te hoorende blinde ramen van dr.
Xavier's studeervertrek maakten het haar
onmogeljjk om vast te stellen of hg er was
of niet. In haar eigen zitkamertje waren
de ramen en de blinden beide toe. Esther
kon nergens in huis een licht ontdekken
en ze hoorde in het geheel geen stemmen.
Ze zou weer naar bed zgn gegaan, niet
in staat het geheim te doorgronden, toen
zg plotseling een gil hoorde aan den ande
ren kant van den vierhoek die gil werd
gevolgd door een op gedempten toon uit-
gestooten uitroep en vervolgens door het
bonsen van een neervallend lichaam.
Esther begreep niet dadeljjk wat dat alles
te beduiden had en kon ook geen verkla
ring vinden voor die vreemdelingen in den
tuin. Zjj verbeeldde zich dat de bedienden
wel wakker zouden worden en dat zjj
aiarm zouden slaan, maar toen er nie
mand verscheen en geen enkele stem zich
verhief, ging haar toenemende angst over
in een onbeschrjjfeljjke vrees. Zjj durfde
het raam niet ce verlaten zjj vreesde
dat de een of ander haar daar zou zien
staan en haar tegenwoordigheid kwaljjk
nemen. Opeens meende zjj gestalten onder
de boomen te zien loopen en ontdekte zjj,
tot haar groote verbazing Yussaf den
Moor, met een kaars in zgn hand, waarvan
hg het licht met zgn lange, beenige hand
beschermde. Haar nieuwsgierigheid had
nu haar toppunt bereikt. Zjj merkte dat
do Moor den vierhoek overstak naar den
hoek van den tuin, waar zjj dien kreet
gehoord had. Hg werd gevolgd door een
vreemdeling, die ook een zilveren kande-
labre in zijn hand had.
De beide mannen bogen zich over een
voorwerp heen, dat schjjnbaar achter de
boomen verborgen was. Op dat oogenblik
begon de waarheid eerst tot Esther door
te dringen. Er was iemand gewondhg
was stervende, misschien wel doodzjj
kon den Moor het bloed sien stelpen met
een zakdoek, die in den wind heen en
weer wapperde. Ofschoon haar hart wild
klopte en haar angst er niet op vermin-
dorde, verwjjderde zjj zich niet van het
raam. Zjj hoopte vurig dat dr. Xavier
thuis mocht zjjn, en het was baar een
pak van haar hart toen ze zjjn item hoorde.
van de dienstregelingen in Amsterdam-
schentjjd, indien de wet daartoe verplicht.
Geljjk bericht werd, onder dagteeke-
ning van 20 Juni 1909 aan dien minister
gericht door den directeur-generaal der
Maatschappjj tot Exploitatie van Staats
spoorwegen.
De minister van binnenlandsche zaken,
die zoowel tegen den Midden-Europee-
schen als tegen den Greenwichtjjd als
wetteljjke tjjd voor Nederland groot be
zwaar zou hebben, meent, dat men er
thans toe kan overgaan den Amsterdam-
schen tjjd tot wetteljjken tjjd te verheffen.
Staten-Generaal.
TWEEDE KA HER.
Er ii door den heer Patjjn, den afge
vaardigde van Zierikzee, «ooals we gemeld
hebben een rede gehouden, die in vaste
en keurige termen den minister van oorlog
verweet, dat deze excellentie de Kamer
maar iets had wjjs gemaakt, omdat het
big vend gedeelte, bet welk hjj zeide, dat
zoo noodzakeljjk was voor de landsver
dediging en de mobilisatie, alleen bestemd
was om jassen en ketels uit de rnaga-
zjjnen te halen.
Drie sprekers hebben gisteren den hoer
Patjjn ongelijk gegeven: de heeren Van
Karnebeek, De Visser en Thomson. Vooral
het feit, dat één der leden van de eigen
partjj van den Zierikzeeichen afgevaardig
de tegen dezen stellisg koos, heeft diepen
indruk gevestigd. Maar, om met zgn
beschouwing te beginnen, wa9 zjj over
tuigend In dubbel opzicht antwoorden
wjj ontkennend. In de eerste plaats, wjjl
zij slechts behandelde,wat met het bljjvend
gedeelte, aangevuld met de 2200 man
der wet Sabron, gebeurd is, niet wat de
Minister had gezegd wat er mee gebeuren
moest. Dan, wjjl de door den heer Thom
son verstrekte gegevens, volstrekt niet
wegcjjferen het door oir. Patjjn gestelde
feit, als zou de aanvulling van het bljjvend
gedeelte slechts noodig zgn om bg alle
compagnieën een tiental maisehappei tot
liet eventueel verrichten van bandlangers-
diensten disponibel te hebben.
De heer Van Karnebeek had het over
de bedoeling van den wetgever van 1901,
over de mogelgkheid of onmogeljjkheid
om handlangersdieniten door burgercor-
veeërs te doen verrichten, over het feit
dat de heer Patjjn zelf dan toch niet op
een dwaalspoor was gebracht want dat
die reeds na het comité-generaal had
verklaard dat het hom »muurvast" stond
dat de 2200 man alleen voor handlan-
gersdiensten waren bestemd (maar de
vraag is of de Kamer op een dwaalspoor
is gebrachtdoch dit raakte natuur-
ljjk de boschuldiging van den heer Patjjn
niet.
Evenmin deed dat het omslachtige be
toog van den heer De Visser die, na den
heer Patjjn verweten te hebben dat deze
de Eerste Kamer-rede van den heer Staal
als bril gebruikt bad, zjjnerzjjds eerst
een Sabron-bril scheen te hebben opge
zet om de zaak in 't hyper-ministerieele
te knnnen forceeren. Zoo baalde hg allerlei
uitingen aan om te bewjjzen dat de
Minister in deze Kamer niet uitsluitend
over één van de mobilisatie-doeleinden
had gesproken wat precies hetzelfde
was als wat de heer Patjjn had betoogd.
Als de minister geantwoord beeft,
zullen we vermoedeljjk wel reden hebben
Zjj vroeg zichzelve af wat er toch ge
beurd was en verbeeldde zich, dat het
iets heel ergs moest zgn.
Er verliepen verscheidene minuten in
die ondrageljjke spanning. Zjj zag ge
stalten, die onder de boomen heen en
weer liepen en angstige boden, die van
het huis naar den tuin heen en weer
holden. Er scheen niemand beschuldigd
te worden en er was niemand die zich
zelf verdedigde.
Esther zag dr. Xavier slechts eenmaal
beel duideljjk en dat was op het oogen
blik toen de Moor een kaars oplichtte
en het geheele tooneeltje scherp uit
kwam tegen den donkeren achtergrond.
Er lag een man op het gras en er
stonden er vier om hem heen. Esther
merkte op dat hjj in rok was en dat zjj
zgn hemd hadden opengescheurd om een
wonde in zgn zjjde te verbinden. Dr.
Xavier hield een glas in zgn hand, dat
hg zoo nu en dan aan de lippen van
don gewonde bracht.
Op oonigen afstand van die groep ver
rieden de stralen der maan nog. een mede
werker van dat sombere drama. Het
scheen een vreemdeling te zijn, want een
loshangend manteltje bedekte hem tot
aan zgn knieën. Hjj leunde in een uit
dagende houding tegen ten van de berken
aan, alsof datgene wat zoo dicht bjj hem
gebeurde, hem niets aanging. Opeens
nog 't een en ander over deze kwestie
te zeggen.
Aangenomen heeft de Kamer de l4^|-
lacheljjke wgziging in de Motor- en
Rij wiel wet, waarbjj bepaald wordWI®
gemeentebesturen mogen vaststellen dat
in huu gemeente niet sneller dan 1GÉLM.
(een ezelsdrafje) mag gereden ^Wren.
Met 44 tegen 28 stemmen ging 't er door.
Het jongste lid, de heer v. d. Molen,
hield zgn maidenspeech, 't Was erg on
gelukkig en zoo vervelend, dat niemand
luisterde.
K o I o n i 6 n.
Gisting in lndië. De correspondent
van de N. R. Ct. te Batavia seinde
Maandag
Het derde veld-escadron is (wordt) ver
deeld over Padang, Fort van der Capellen
en Fort de Koek. In Painan is het on
rustig van Padang zgn er detachemen
ten heengezonden.
De officier, wiens sneuvelen we in het
vorig nummer meldden is de le luitenant
der infanterie C. van Aart. Op Ceram
werd hg door een pglichot gedood.
SchQol en Kerk.
Beroepen bg de Vrjje Nederland-
sche Herv. Qem. te Middelburg dr.
Bruining te Olst.
Landbouw, Veeteelten Visscherij.
Vocht in den grond.
(Van onzen landbouwk. medewerker.)
Wanneer mei op een warmen zomer
dag, als het in lang niet heeft geregend,
den grond op onbegroeide, onbescha
duwde plaatsen beziet, ljjkt hg zoo droog,
alsof er voeten diep in de aarde geen
vocht te bespeuren iB. De oppervlakte is
met een harde, meestal gescheurde korst
bedekt, de wegen zgn een en al stof,
slooten staan droog en putten bevatten
meer modder dan water. En toch is er
nog vocht genoeg in den grond, tot zelfs
op geringe diepte beneden de oppervlakte.
Dat vocht is niet het overbljjfsel van
den laatsten regen, want het hemelwater
dringt onmiddelljjk na den val voor het
grootste gedeelte diep in den grond en
verzamelt zich daar in onderaardsche
aderen, die in allerlei richtingen en op
verschillende diepte loopen. Vandaar uit
sjjpelt het nog dieper of werkt zich om
gekeerd weer naar boven, doordat de
grond het water weer opzuigt en het
langs dien weg weer terug naar de
oppervlakte komt. Van de wgze, waarop
dit opzuigen geschiedt kan men zich
een denkbeeld vormen door overeenkom
stige verschgnselen uit het dageljjksch
leven daarmede te vergelijken.
Bg voorbeeld: Olie stjjgt in het katoen
op tot in de pit van de lampeen droge
doek, die alleen met een tip in het water
ligt, wordt geheel natdoor de opening
in den bodem van een bloempot stjjgt
het water uit het schoteltje tot aan de
oppervlakte van den grond in den pot.
Een duidelgke proef van deze natuur
kundige eigenschap, die capilariteit
genoemd wordt, kan men nemen door
eon stukje suiker met een klein gedeelte
in koffie te doopeumen ziet dan de
koffie opstjjgen en spoedig is het geheele
stukje er mede doortrokken. Van deze
liep hjj naar de anderen toe en hoorde
Esther hom een paar vragen doen. Zg
verbeeldde zich dat die man den ander
die wonde had toegebracht. Het afschuwe-
ljjk geheimzinnige van het geheel jaagde
haar angst aan. Wat was dat voor een
huis, waarin zulke dingen gebeurden.
Waarom had zjj het betreden In haar
wanhoop keerde zij zich eindeljjk om en
ging huiverend in haar bed liggen. Do
reactie was heel groot. Zjj verbeeldde
zioh dat zjj gestraft werd voor haar jjdele
eerzucht en besloot het huis den vol
genden dag te verlaten, indien dat moge
lgk was. Op eens hoorde zjj haar eigen
naam. Het was haar gastheer, die van
het grasperk onder haar raam aan haar
riep. Zjj antwoordde hem dadeljjk, want
ze was big, dat ze zgn stem hoorde.
»Wat is er. Wie is daar
»Ik ben het, Esther. Wees zoo goed
om je aan te kleeden en even bg mg te
komen. Ik zie dat ge niet slapen kunt
het is onvoorzichtig om voor het raam
te staaD, als hot zoo geregend heeft."
Zjj begreep dat haar tegenwoordigheid
niet onopgemerkt was gebleven en vurig
hopende dat hjj in staat zou zgn om
haar zenuwen tot kalmte te brengen en
haar een geruststellende verklaring te
geven, kleedde Esther zich zelf snel aan
en ging naar beneden, naar de vestibule.
Het wai uiet zonder eenige aarzeling
eigenschap wordt wel eens gebruik
gemaakt om planten of boomen voort
durend en geregeld vochtig te houden.
Men legt daartoe een lap baai, linnen
of iets dergeljjks met het eene eind bjj
den stam en met het andere in water
dit wordt nu langzaam maar aanhoudend
opgezogen en naar den stam gevoerd.
Door het voortdurend opzuigen van
vocht uit den ondergrond naar de opper
vlakte zou de bovengrond altjjd vochtig
zijn, indien de warmte der zon hot water
niet onmiddelljjk verdampte, zoodra het
boven is gekomen. De werking der
zonnestralen is eohter niet sterk genoeg
om' die verdamping te doen plaats hebben
tot op verscheidene centimeters diepte
van daar dat men niet diep behoeft te
graven om op vochtigen grond te komen
al is de oppervlakte nog zoo droog. Het
zal zeker wel niemand overkomen zgn,
dat hjj een spa-steek diep nog geheel
'drogen grond vond.
Uit het voorgaande is te verklaren,
dat de gewassen nog zoo gauw geen
gobrek hebben aan water. De wortels
zgn er op ingericht om vocht op te
nemen, daar zjj zich in alle richtingen
uitbreiden en, naar de behoefte der plant,
diep den grond ingaan. Daarbjj komt,
dat de dauw des nachts ook heel wat
lafenis geeft. Toch komt het voor, dat
een plant gebrek aan vocht krjjgt. Dit
gebeurt als na langdurige droogte de
grond werkeljjk te droog wordt, en de
regen op zich laat wachten. De plant
moet dan van haar eigen vocht gaan
gebruiken, dat zich in de bladeren en
in den stengel bevindt. Het gevolg daar
van is, dat zij begint te verwelken,
omdat baar stevigheid door vochtverlies
verdwgnt. Komt er nu niet spoedig
regen, dan wordt gieten noodig, wil men
de plant niet geheel zien vordrogeD,
want zonder vocht kan geen enkele plant
leven in volkomen droog zand of aarde
is ontkiemen of groeien onmogeijjk.
Het gieten behoeft echter zoo gauw
niet te gebeuren, want al is do boven
grond wat hard, de ondergrond is lang
vochtig genoog eerst als de bodem gaat
barsten is de tjjd van gieten daar wacht
men langer dan is de grond in de diepte
der scheuren te veel uitgedroogd en zal
gieten misschien niet meer helpen.
Veldvruchten en alle gewasBen, die den
grond bedekken en beschaduwen, kunnen
het langen tjjd zonder regen houden.
Alle uiterBten schaden, maar had men
te kiezen tusschen een te natten en te
drogen zomer, dan zou ongetwjjfeld ieder,
die het van het bouwland hebben moeten,
een te drogen zomer kiezen een droog
jaar is een goed jaar. De veehouder zou
misschien de voorkeur geven aao een te
natten zomer, vooral als zjjn weiden hoog
gelegen zgn, al moet bjj dan tot zgn
nadeel zien, dat het vee alsdan eotmet
bek en pooten.
Stadsnieuws.
Brand
Een stille, heldeie zomernacht. Rust
over de geheele stad, geen beweging of
geluid in de straten, geen windgeruisch
in do lucht. Plotseling kleppert angstig
gejaagd eon klokje, dat niet de bedaarde
klank heeft van een die opluidt tot ge
bed, noch het statig gebrom van plech
tige of droeve gelegenheden, maar het
alarmeerend haastig oproepen bjj gevaar.
dat zjj op het pint stond de plaats van
het onheil te betreden, waarvan elke
bjjzondcrheid haar nog zoo voor den
geest zweefde. Zjj vreesde dat zjj niet
den moed zou hebben om die plek te
betreden of om er zelfs met de noodige
kamte naar te kjjken. Toen zjj eindelijk
al haar moed verzameld had en de deur
opendeed, die toegang gaf tot den tuin,
zag zjj dat dr. Xavier alleen was en dat
de anderen verdwenen waren. Er was
geen spoor meer te ontdekken van de
daad of van degenen die haar bedreven
hadden Haar gaBtheer stond een sigaar
te rooken en deed dat met een opval
lende achteloosheid.
^Kom," zei hg terwijl hjj naar haar
toeging, »ik wilde gaarne eens met je
spreken. Laten we naar je kamer gaan.
De nachtlucht is niet goed voor ons. Ge
hadt een doekje moeten omslaan".
Esther was te nieuwsgierig om hem
te antwoorden en ze liep dan ook
schuchter met hem mee, terwjjl hg het
grasperk overstak. Hier was alles nog
precies zooals zjj het een paar uur ge
leden verlaten had. Haar schetsen lagen,
onaangeroerd op de tafel en de boeken
waarin zjj had zitten lezen, lagen nog
open.
(Wordt vervolgd).