4
Art, 9.
Elke overtreding van de bepalingen dezer verordening zal
worden gestraft met eene geldboete van hoogstens vijftien gulden.
Art. 10.
Ter verzekering van de nakoming der bepalingen dezer ver
ordening wordt aan de politie-beambten de last verstrekt om
tusschen zonsöp- en ondergang de woningen, gebouwen en
erven der ingezetenen huns ondanks binnen te treden met
inachtneming der bepalingen van de wet van 31 Augustus 1853
(Staatsblad no. 83).
Art. 11.
Deze verordening treedt in werking 1 maand na hare af
kondiging alsdan vervallen alle vroegere verordeningen be
treffende de onderwerpen in deze verordening geregeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den
13 November 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KONING KOOY, Burgemeester.
G. A. HAJENIUS, Secretaris.