103 1007.
Zaterdag 31 Augustus,
94su jaargang.
0ESGI1Ë
Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjjdagavontf,
uitgezonderd op feestdagen.
1' fl« p «r kwartaal, in Goes ƒ0,75, buiten Goes, franco, f
Afzonderlijke noaimexs 5 cent.
Inzending wan advertentiën vóór 2 uren op den dag d«*
uitgave.
COURANT.
De prjjs der gewone advortentiën is van l -5 regels 50 cent, eiken regel moer 10 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjf
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, hnwolgka- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend
Bewjjsnummerig5 cent.
Telefoonnummer 22.
Uitgave van dejNaaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
Een afscheidswoord.
In het volgend nommer gaat de redac
tie van dit blad in andere handen over
en is het dus aan ons, om thans afscheid
te nemen van onze lezers.
Gedurende zes jaren hebben wjj het
voorrecht gehad, ons door middel van
dit orgaan met de bewoners van deze
streken te mogen onderhandelen.
Zes jarenZe zjjn vervlogen als een
droom. Het is, als of de dag, waarop
wjj voor btt eerst de pen opnamen,
nog nauweljjks eenigen tjjd achter ons
ligt. En toch hebben we veel doorleefd
in de periode, die met dit nummer ein
digt en is het een gevoel van weemoed,
dat onB bekruipt, terwjjl wjj neerzitten,
ons verdiepende in herinneringen.
Het is in vele opzichten een merk
waardige tjjd geweest ook. Als nimmer
te voren werd gedurende vier van die
zes jaren een staatkunde gevoerd, waarbij
telkens krachtiger werd aangestuurd op
vermenging van politiek en godsdienst,
en waarbjj de verschillen in levensop
vatting, die altjjd bestaan hebben en wel
altjjd zullen zjjn aan te wijzen, werden
verheven tot elementen van staatkundig
leven en waardoor, langzaam maar zekei
de individueele volksvrijheid en volks
eenheid werden bedreigd en ondermijnd.
Daartegen hebben wjj, zooals het der
redactie van een vrijzinnig orgaan betaamt,
met kracht geprotesteerd. Dat ons daarbij
wel eens een scherp woord is ontvallen,
wg zullen de laatste zjjn, om dit te ont
kennen, maar ter verschooning kan dienen,
dat eene courant het kind is van de haast
en de schrjjver tusschen eene politieke
gebeurtenis en het oogenblik dat de zetter
Om copy vraagt, niet altjjd gelegenheid
heeft zjjne artikelen te herlezen en nog
eens te overdenken.
Vau vrijmoedigheid is onze critiek op
gemeentezaken stellig niet vrjj te pleiten
geweeBt, maar zjj die door deze critiek
werden getroffen, mogen verzekerd zijn,
dat zjj nooit den persoon gold, en dat ze,
naar ons beste weten zonder aanzien des
peraoons werd geleverd.
Niet-kleingeestige personen hebben dit
ook begrepen en, al trof hen onze critiek,
dit heeft hen nooit van ons vervreemd.
Van ééne zaak hebben we ons stelsel
matig onthouden, namelgk van polemiek
met bladen, die bjj hun oprichting geen
86 FEÜILLETOIf.
De kleindochter.
Door M. Böhme.
Louise Mannebach zweeg. En Erwig
vond op dat oogenblik geen antwoord. Het
was mcreilgk, bijna onmogeljjk deze dame
met haar onwankelbaar geloof aan den
doode duideljjk te maken, dat juist de
verschillende meeningen over reeht en
onrecht in de opeenvolgende geslachten
waren bewaard gebleven, en dat juist deze
de afscheidingen tusschen de familiëa
vormden. Het waren niet de rijkdommen
van de WdBtfaalsohé Mannebachs, die den
njjd der Miesbacher familie opwekten
maar de wrok over het verloren en ver
treden recht bleef tot op heden in Gerards
Mannebachs nakomelingen bestaan.
De gedoofde oogen der blinde reerden
en verwarden hem tegelijk. Onwillekeurig
dwaalden zgn blikken door de groote
kamer en over de rjjke meubelen. Naast
dit gemakkelgk, weelderig ingericht ver
trek zag hg in den geest de nauwe, kleine
smederjj in de Nonnenstraat, de hoekige
gestalte van den grjjzen slotenmaker en
daarnaast den jongen, met de vlammende
oogen, het hart vol verlangen, het hoofd
vol plannen en gedachten en in idealen
en op de bleeke trekken toch reeds een
vaag begin der uitdrukking van berusting,
de hopeloosheid van het ondergaan in
het alledaagsche en het verguizelen van
alle idealen aan den steen der armoede.
Raadde de blinde z'n gedachten?
't Scheen wel.
•Wjj hadden zoo gaarne den innerljjken
▼rede. Wg wilden de dooden verzoenen.
Ik ben niet in den gewonen zin bjjge-
beter middel voor hun finantieel welslagen
meenden te kunnen aanwenden, dan het
verdachtmakon van ons blad. Er is eene
wijze van Bchrjjven, zoo vol ploertigheden,
dat men daarop eeüvóudig niet kan ant
woorden, zonder zichzelf te blameeren.
Dat dit zwjjgen de helden nog stoutmoe
diger maakte, evenals straatbengels, die
geen politie in de buurt weten, is met het
oog op hun karakter, te begrijpen, maar
ons geloof, dat hunne wjjze van strijd
voeren niet die is, welke een blad doet
slagen, is niet beschaamd. En dit pleit
voor het publiek.
Of we tevreden zgn over onzen arbeid
Wg zouden hierop niet gaarne een be
vestigend antwoord geven. Want onge
twijfeld hebben wg onze zwakheden en
tekortkomingen gehad wij hebben soms
nagelaten, wat wg hadden behooren te
doen en gedaan, wat wg hadden moeten
nalaten. De eenige troost, die we ons in
dit opzicht zelf kunnen geven, is, dat
zjj, die het vak kennen, weten dat velen
hierin die ervaring opdoen.
Of we altjjd genoegen van ons werk
hebben beleefd? Och, de journalist onder
vindt zoovele teleurstellingen, dat hg
eindeljjk heeft leeren berusten in behjjn-
bare gevoelloosheid.
Haar daar tegenover staat de warme
sympathie, die soms tot ons sprak en de
steun ons van verschillende zijden en
niet het minst van hen, die geroepen
waren onzen arbeid te controleeren
ondervonden, en dat maakt, dat het oogen
blik van herinneren ons goed doet.
Verder hebben wg de wetenschap, dat
de courant in dezelfde richting verder
zal worden gestuurd, dat zjj de vrij
zinnige beginselen zal bljjven dienen.
Met den wensch, en in het vast geloof,
dat deze beginselen eindelgk ook in deze
streken zullen zegevieren, geven^jj^onze
pen in de handen van onzen opvolger over.
R. G. RIJKENS.
Met een gemengd gevoel van vreugde
en zoig is 't dat ik de taak aanvaard,
door mjjn voorgan^n^op zoo uitnemende
en energieke wjjze vervuld. Vreugde
omdat deze mooie arbeid aan mg werd
toevertrouwd, vreugde omdat de taak
die mg voorgelegd is, geheel is naar mjjn
innigste verlangens, zoodat ik met bigde
opgewektheid het werk van den heer
Rjjkens zal trachten voort te zetten.
Ik zal dat trachten, want en dat
is de reden mjjner bezorgdheid licht
loovig, maar ik kan de gedachte niet
laten varen, dat, als wij tot dit besluit
gekomen zijn, in onze familiën een nieuwe
geeBt zal gaan heerschen. En de kleinzoon
van den slotenmaker Mannebach moet
een zoo buitengewoon begaafd jongmensch
zgn. Hoe gaarne zouden wij hem helpen.
De toekomst van ons huiB is tegenwoordig
onzeker. Het is mogeljjk, maar niet zeker,
dat mjjn neef nog eens trouwt en in het
tweede huweljjk een erfgenaam geboren
wordt. Maar hoe dit ook zjj, altjjd zou
een Mannebach in onze fabrieken de
plaats vinden, die hem als naaste verwant
toekomt. Als ik nog eens met mjjn neef
den ouden Mannebach, spreken kon.
Erwig zuchtte. Daar was zjj wear, de
lokkende toekomst-muziek, die ook zgn
broeder Maximiliaan eens gehoord had,
toen hg in het leven een weg moest
kiezen. Hjj, de broeder, had evenmin als
heden Ferdinand Mannebach de kracht
gehad te we> rstaan als de strenge vaste
hand der moedar hem niet den weg ge
wezen had. Het jongere geslacht begreep
werkelgk niet meer den hevigen wrok, die
liever zich zelf pjjnigt dan een deel van
zgn recht af te staan. Maar ondanks alles
verloochende het Mannebach bloed zich
niet in hem. Hg zelve haatte niet meer.
Maar een volkomen vrede beteekende
meer dan een uiterlgke toenadering. Dat
sprak de blinde ook uitden innerlgken
vrede wilde zjj voor beide zjjden. Dat was
dan voor de Miesbacher Mannebachs een
streep over het verleden halen, Gerard
Mannebach veroordeelen, het was de be
kentenis, dat men niet meer aan Gerard
Mannebachs recht en zjjns broeders ver
raad geloofde.
eer was het alsof Louise Mannebach
zgn gedachten raadde.
>De dooden moeten rusten1', zei ze treu
zel mg dat niet vallen. Het ambt van
den afgetreden hoofdredacteur overne
mende heb ik een ten goede prikkelend
voorbeeld voor mg, maar tevens de we
tenschap dat 't zwaar zal zgn zoo voor
treffelijk een courant te redigeeren.
Maar met bescheiden moed en grooteu
jjver neem ik de mg gereikte pon over
en zoo ik al niet mjjn voorganger ge
heel zal kunnen evenaren, zoo zal ik
althans mij kunnen inspannen om in
zgn geest te handelen.
Bjjna zeven jaar heb ik in Breda aan
het daar verschjjnend blad de liberale
beginselen mogen verdedigen.
In die richting zal ik ook hier kunnen
werken en voor de vrjjzinnigen is *t hier
een schoon veld ter bearbtiding.
Leed heeft 't mg gedaan te moeten zien
dat hier een principieele bestrjjding van
en een meeningen-polemiek met andere
bladen onmogeljjk is. Een courant,die zich
zelf respecteert, kan zich niet inlaten met
bladen an blaadjes, die naar Aamodé en
Argua rieken. Van zulk gedoe neemt een
fatsoenlgk orgaan geen notitie.
Moge ik in mijn werk dezelfde mede
werking en steun genieten die de heer
Rjjkens immer en naar verdienste heeft
ondervonden.
W. KERREMANS.
Kunst en Wetenschap.
Berinneringen van Melba. Madame
Melba, de beroemde opora-zangeres, heeft
hare jaren lange ondervinding benut,
om in een Engelsc^e geïllustreerd tjjd-
schrift eenige wjjze lessen voor de jeugd
ten beste te geven.
Voor haar 17e jaar, zoo schrgft zjj,
zal geen jong meisje haar stem oefenen
voor den zang. Zelfs de minste poging
en de onschuldigste oefeningen schaden
de stem op dezen leeftjjd.
Het meest heb ik van Gounod geleerd.
Hjj zong niet alleen alle rollen voor,
maar gaf mjj ook aanwjjzingen voor de
karakteruitbeelding, zoo van de Julia
alB van de Margaretha.
Het komt mij noodzakeljjk voor, dat
eene opera-zangeres of een opera-zanger
verschillende vreemde talen kent. Na
mjjn debuut in Brussel bestudeerde ik,
onder leiding van Delibes, do rol van
•Lakme". DeBtijis was echter mjjn uit
spraak van de Fransche taal zoo slecht,
dat men mjj liever niet liet optreden,
wjjl men bevreesd was voor een schan
daal. Ten slotte vroeg men den com
ponist om raad en deze meende woedend
•Voor mjjn part zingt zjj in 't Chineesch
en met de vuist op tafel slaande
als zjj mjjn werk maar zingt".
rig, »wat geweest is, is voorbjj".
Erwig richtte zich onwillekeurig op.
Hjj had zichzelf geen rekenschap kunnen
afleggen over wat plotseling in hem ge
beurde, slechts dit voelde hijdat hij plot
seling geheel Gerard Mannebachs klein
zoon was en niets dan dat.
»De dooden rusten", herhaalde hjj,
»maar zjj leven voort in hun haat en liefde
en hunne werken. Evengoed als in de
Westfaalsche Mannebach-fabrieken heden
nog de geest van Frederik Mannebach leeft,
evengoed is ook Gerard Mannebachs geest
in onze familie niet ten ondergegaan. Wjj
voelen nog heden de smart en vertwijfe
ling van den grootvader criedpn
onrecht, en zgn teleurstelling in Let dier
baarste, wat hjj naast vrouw en kind be
zat. Ja, juffrouw, ook mjjn moeder en
mjjn oom miskennen de groothartigheid
van uw streven naar een familieverzoe
ning niet, maar desondanks vraag ik u
in naam der mjjnen Geef de gedachte
aan een wederzjjdsche toenadering op. Bjj
George Mannebach en mjjn moeder is
het wellicht de herinnering aan de arme,
sombere jeugd, die hun gevoelens ver
scherpt De indrukken van hun vroegste
jeugd zijn onuitwischbaar".
De blinde bracht de hand aan het
voorhoofd.
»U en de uwen u gelooft nog allen
aan Gerard Mannebachs recht op het
patent U leeft nog heden in den waan
dat mjjn vader zgn broeder sluw bedro
gen en bestolen heeft? In u, die toch
wel onbevangen en onbevooroordeeld een
oordeel kunt vellen, komt die gedachte
niet op, dat slechts een ziekeljjke inbeel
ding dien Gerard tot zjjn vjjandeljjkheden
tegen mjjn vader dreef? De bewjjzen,
de rechterljjke uitspraken hebben dan
voor u geen waarde Hebt u evengoed
Miaerabel spel van Lanseloet met
Sanderijndoor Hendrikus Duvel.
Uitg. De Nieuwe Gooi en Eemlan-
lander, Hilversum.
Door Rooyaards en Verkade is dezen
zomer .in ons land de herinnering weer
eens opgewekt aan het abel spel uit de
15e eeuw »Lanseloet van Denemarken".
Spel en stuk zijn van vele zgden hoo-
gelgk geprezen en misschien was er wel
wat overdrijving in. Bjj een deel der
toeschouwers zal do verrukking over het
abel spel wel geboren zgn uit een niet
begrgpen. Wat ze in stilte vervelend en
eentonig vonden, prezen zo luide als aan
grijpend, heerljjk en bekorend.
Dat heeft een dichter, die zich Hendri
kus Duvel noemt, begrepen en hg heeft
een venijnige parodie geschreven op het
oude stuk, waarin de naïeve eenvoud en
kinderlijkheid van Lanseloet's dichter
vinnig en scherp bespot wordt.
't Is dezelfde geschiedenis »Nur mit ein
bischen andern Worten", Waar b. v. in
het abel spel Sanderjjn zegt
Reinout, vrient, dat spel es uut.
Segt dat hi een ander beghinne.
Ic en gave niet om Lanseloets minne
Een gers, dat uutter eerden gaet.
Daar wordt dat in het miserabel spel"
aldus omgezet
Zeg vent, ben je totaal van streek,
'k Ben met mjjn echtvriend erg content
En geef om Lanseloet geen cent.
Dit is mjjn laatste wuord, snapt u
't Boekje is met aardige teekeningen
versierd. Het waarschuwend opschrift
•Niet voor kinderen" is niet overbodig.
Reclame-tentoonstelling.
Met trots kan de vereeniging •Han-
delsbelangen" zien op haar werk. Vol
komen geslaagd kan de tentoonstelling
genoemd worden, in alle opzichten. Het
weer werkt daar ook uitstekend tje mede
het is alsof deze koude, natte zomer haar
weinige mooie dagen bewaard heeft voor
den tentoonstellingstjjd.
Gistermiddag zag het weer er slecht
uit en velen keken hoofdschuddend naar
de lucht, maar tegen den avond klaarde
het op.
Zoo'n zomeravond als gisteren hebben
we het geheele jaar nog niet gehad. Een
tooverachtigen aanblik bood de tuin der
sociëteit. Gekleurde ballonnen hingen in
het donkere loof. Geen windzuchtje be
woog de bladeren en stilte en rust dauw
den neer van den zomeravondhemel.
Bjj honderden waren de bezoekers te
tellen, die allen kwamen om te genieten
van het concert, dat gegeven werd door
de stafmuziek van het 3e regiment nit
Bergen-op-Zoom, onder leiding van den
directeur A. Barbe.
Onder de aanwezigen was o.a. het
geheele bestuur van de vereeniging
•Handelsbelangen" uit Middelburg.
Een zeer mooi programma werd door
als vroeger uw grootvader de verbeelding,
dat de wereld samengespannen heeft om
recht tot oniecht te maken
•Niet de verbeelding, maar de r ver-
tuiging," zei Erwig vaat, bjjna koud.
De bleeke lippen der grjjze blinde
sidderden. Een roode gloed vloog in haar
wasbleek gelaat. Zjj zuchtte diep.
•Dan is ook deze hoop weer tever-
geefsch geweest," zei zjj. Vergeef me,
dat ik u ophield. Dat n altjjd in mjjn
huis welkom is, behoef ik u wel niet te
herhalen."
Erwig boog en kuste de hand, die zjj
hem toestak.
Een minuut later stond bjj aan de trap
en schieed langzaam, oi troerd door al de
ontvangen indrukken, de breede treden af.
Bjj Meier was omstreeks dezen tjjd de
drukte voor Kerstmis op 't hoogst. Zoo
dra het begon te schemeren, kwamen de
Miesbacher vrouwen naar den winkel,
dat was de gewone tjjd om inkoopen te
doen. Dan moesten alle krachten worden
ingespannen in den winkel om de onge
duldig wachtende klanten te bedienen en
af te helpen.
Zoowei Lisa als Gerard, die anders
slechts het opzicht hield over het magazjjn
en de verzending leidde, waren in de weken
voor Kerstmis den geheelen namiddag
tot het sluiten van den winkel met ver-
koopon bezig. Lisa had weinig aanleg
voor de zaak. Hot stond haar altjjd een
beetje tegen, voorkomendheden te bewjj
zen zonder ze te meenen. Als de klanten
aanmerkingen op de waren maakten,
urenlang zochten, zonder te kunnen be
sluiten, werd zjj zenuwachtig en had zjj
dikwjjls lust om vinnige opmerkingen te
luchten. Alle lessen van haar schoonmoo-
het muziekkorps ten gehoore gebracht.
O.a. kwamen er op voor fantaisies op
de opera's »de Hugenoten" en •Carmen"
en de ouverture >Oberon".
Het orkest van het 3e regiment is van
voldoende bekendheid, maar toch mogen
we nog wel eens constateeren, det hot
is ze»r schoon van ensemble.
Welke bekwame artisten er in dit korps
medewerken, bleek duideljjk uit de piston
solo van den heer Vroljjk.
Deze zeer vaardige pistonnist bracht,
met orkestbegeleiding, ten gehoore een
uiterst zwaar geschreven solo De moeie-
ljjkheden werden door den heer Vroljjk
echter glansrjjk overwonnen. Behalve zgn
vaardigheid viel te bewonderen de schoon
heid zjjner toon.
Het luid applaus, dat na dit nummer
van het programma weerklonk, had hjj
ongetwjjfeld verdiend, maar zal waar-
schgnlgk voor een deel ook wel gegolden
hebben den componist den heer Barbe.
Het werk, Etincelles getiteld, is een zeer
aardige en met veel vakkennis geschreven
compositie. Mooi ook is de orkestratie.
Een opmerking, betreffende het geheele
concert, moet ons nog van het hartom
kwam het voor, dat nu en dan de tempi
ontzettend snel werden genomen, zoo b.v.
in de beide opera-fantasieën.
Na de afwerking van het programma
bracht de heer J. A. v. Heel den heer
Barbe in eenige welgekozen woorden
namens het bestuur van •Handelsbelan
gen" dank voor de verdiensteljjke uitvoe
ring van het welgekozen programma.
Het rapport van de jury, waarvan we
in ons vorig nummer reeds het een en
ander mededeelden, luidt in zgn geheel
Ingevolge opdracht van de vereeniging
•Handelsbelangen", heeft de jury haar
taak bjj de opening der tentoonstelling,
door genoemde vereeniging georganiseerd,
aanvaard.
Reeds bjj den eersten rondgang zag
de jury zich .voor een groote moeieljjk-
heid geplaatst. Veel toch, hoe schoon op
zichzelf, en hoe artistiek ook geëxposeerd,
viel feiteljjk niet in de tormen om be
kroond te worden. 'Ware het te doen,
om de schoonste étalagevoorwaar de taak
zou allicht nog zwaarder geweest zgn.
Hoe schoon ook, toch kon veel, volgens
het oordeel der jury, niet voldoen aan
het begrip •Reclame".
Bovendien was de bedoeling van de
tentoonstelling zeer juist door de ver
eeniging Handelsbelangen" omschreven.
Volgens mededeeling van het bestuur,
was deze expositie samengesteld om »aan
den middenstand io 't algemeen en aan
den Goeschen middenstand in 't bjjzonder
le doen zien, op welke wjjze en met
welke middelen men in 't algemeen voor
zgn onderneming reclame kan maken."
In de eerste plaats kwamen dus in
aanmerking die inzendingen, die aan den
handelsstand laten zien de duurzaamst#,
overal plaatsbare of omvangrjjkste mid-
der waren aan haar verspild. Deze had de
hoop, ooit van Lisa een vrouw voor de
zaak te maken, al lang opgegeven en
hield haar zooveel mogeljjk uit den Win
kel. Maar met Kersttjjd moest ze er in,
dat kon niet anders.
De klanten hadden niet veel met Lisa
op. Liever hadden ze met juffrouw Jo,
met »de klein#" te doen. Zjj wist zoo
goed met de klanten te praten, kon ook
met de moeiljjksten overweg en had er
slag van de beBluitelooze koopsters en
koopers de keuze gemakkelgk te maken,
zonder in 't minst opdringerig te schjjnen.
Dikwjjls zag grootmoeder Meier vrien-
deljjk naar haar kleindochter. Daar zat
eon goede zakenvrouw in. Wat kon ze
goed praten met die oude vrouw, die
voor haar kleinkind een zwart japonnetje
als Kerstgeschenk wilde koopen. De oude
kon niet kiezen, nu eens was ze bang,
dat de Btof verschieten zou en groen
worden, dan dat ze gauw kaal zou zgn,
een andere was meer blauwachtige weer
een was te duur, totdat ze eindelgk met
Jo's hulp het goeie vond en verheugd
en tevreden haar beursje uit den zak
opdiepte en betaalde. Onder langdurige
uitzoekerjj had Jo de levensgeschiedenis
der oude gehoord. De vriendeljjke, vroo-
ljjke blik van haar groote, klare oogen,
een paar losse opmerkingen en vragen
boezemden de oude vrouw vertrouwen
in, druk praatte zjj van zichzelf en baar
familie, do zorg #n den kommer en de
kleine vreugde van haar werkzaam, moei
lijk bestaan. Met herhaalde hartelgke
handdrukken nam ze eindelgk afsoheid
van Jo, belovend, in 't voorjaar terug
te komen en voor »de kleine"1 woudle
liën en Meikruiden mee te brengen.
(Wordt vervolgd).