N\ 58 1907 Dofiderdaij 16 Mei. 94s,e jaargang. iiOESGHG Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- on Vrjjdagavomd, uitgezonderd op feestdagen. Prjji per kwartaal, in Goes ƒ0,75, buiten Goe3, franco, f i^Sn Afzonderlijke uommeig 5 cent. 6na:f»rtdÏBiifii vsöis advcpfentiSn v&oe* 2 ©p cton «Sag süffii» uiigavtti llllltw Be prjje der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt do prgr slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelgki- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. BewgsnummerBg5 cent. Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Gloesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. GR Rijkens. Het Visscherij-Wetsontwerp. Onder do zaken, waaraan de Tweede Kauaer binnen kort in het openbaar haar aandacht zal hebben te wijden behoort ook het Visscherg-wetsontwerp. Dit ontwerp regelt de geheele visscherg, die verdeeld wordt in drie soorten a. ♦Zeevisscherg" het visschen bui ten de territoriale wateren ♦kustvisscherij", het visschen in de territoriale wateren, de zeegaten, den Dollart, de Lauwerzee, de Waddenzee, de Zuiderzee, de Zuidhollaudsche beneden rivieren en de Zeeuwsche Btroomen c. ♦binnenvisscherij", het visschen in de overige wateren des Rijks tot daar, waar de kustvisscherij een aanvang neemt. Een algemeene maatregel van bestuur beoaalt de grenzen tusschen b. on c. Voor a. en b. worden voorschriften over inschrijving van de zeevisschersvaar- tuigen in registers gegeven, benevens voorschriften voor het voeren van letter- teekens en nummers. Kustvisscherg" is verboden, tenzg men voorzien is van een Consent, dat f 0,50 kost en koogstens twee jaar gel dig blijft. Deze bepaling geldt niet voor hem, die vischt met den hengel of met zetlijnen. Het vïschreeht, dat derden op wateren van anderen hebben, kan door dezen worden afgekocht, al ware het tegendeel uitdrukkelijk bedongen. In qods anders water mag men alleen visschen met schriftelijke vergunning, die drie jaren geldig is. Voor het visschen in water, waarvan de staat eigenaar of rechthebbende is en dat niet aan een ander in uitsluitend gebruik is gegeven, is die vergunning onnoodig. c. Voor de binnenvisscherij heeft men acten noodig, uitgereikt door den com missaris der koningin in de provincie. Zjj loopon van 1 Juli tot 30 Juni en zgn drieërlei I. groote vischacten voor alle geoor loofde vischtuigen f 2,50) II. kleine vischacten voor een bepaald vischtuig f 1) III. hengelacten voor het visschen met één hengel in de hand (4 f 0,50) Zijn visBchers in dienst van den houder van I of II, dan mogen zij zich van diens acte bedienen, mits een van hen haar bjj zich heeft. Lagere politiebeambten kunnen I of II niet krjjgen. Vischt men in eens anders water dan moet men de schriftelijke vergunning hebben, waarover wij hierboven schreven. Do wet schrjjffc verder een reeks be perkingen van het vischrecht voor, die later bij algemeenen maatrtgel van be stuur zullen gegeven worden. Ook wor den beperkingen van het recht van visch- poten gegeven. Te kleine visch mag niet als aas ge bezigd worden, niet geleverd worden of in een winkel voorhanden zijn mag niet in restauraties enz. worden voorgediend mag niet uitgestald, gevent, vervoerd, ingevoerd, uitgevoerd en gerookt worden FEUILL1ÏÖK De geheimzinnige Verdwijning. (Naar het Engelsch van Guy Thome). Wjj zouden de machine in een van de kleine salons achter een scherm kunnen zetten. Niemand zou het weten en wjj zouden den geheelen avond gedachten kunnen lezen ofschoon ik wel ver wacht, dat de machine na een half uur gedesinfecteerd zou moeten worden. En fin, ik zal zorgen, dat de middelen daar voor aanwezig zgn. Al babbelend zweefde zij weg. Zij werd opgevolgd door Lord Landsend. Deze edelman toonde zeer duidelijk spo ren van een leven, dat zoowol zijn beurs als zgn krachten sloopte, en op zijn bleek, onbeduidend gelaat zetelde steeds een domme grijnslach. ♦Wat ik zeggen wil, Sir William," zei hg, ♦wat ge daar hebt uitgevonden, is al heel vermakelijk. Zeer interessant. Ik hoop toch niet, dat u naar mijne ga- dachten zal gaan visschen Daarop volgde een algemeen gelach, en men hoorde iemand de opmerking maken, dat Sir William dan niet veel succes zou hebben ♦Hoe kranig van u, Sir William zeide Mrs. HoskenHeath, een lief, donker vrouwtje, met mooie oogen. Het is werke- ljjk een wonder. Nu zal er een bepaalde bedoeling liggen in de woorden »Een stuiver voor uw gedachten 1" Zullen er nu aan alle. stations automaten komen Hoe aardig zou dat zgn, als men op een of als veevoeder of mest gebruikt worden. Nagenoeg hetzelfde is verboden voor allo visch in den gesloten tijd. Het Rgk wordt verdeeld in visscherij- districten, elk onder toezicht van een inspecteur. Ook wordt een algemeen college voor de visschergen ingesteld, dat belast wordt met de zorg voor de bevordering der belangen van de visscherg. Visehstroopen, d. i. het bemachtigen van aan niemand toobehoorende visschen, wetende dat men daardoor inbreuk maakt op eens anders recht, wordt gestraft met ten hoogste 6 weken gevangenis of ten hoogste zestig gulden boete. Op het visschen in verboden tgd of met verboden vischtuig of het vangen van te kleine visch, enz. zal geen hoo- gere straf gesteld kunnen worden dan hetzij van hechtenis van ten hoogste één maand of geldboete van ten hoogste hon derd vijftig gulden, hetzij van geldboete van ten hoogste honderd gulden. Het visschen zonder consent of acte, het vis schen in verboden vischwater en het op eenigerlei wijze gebruiken of behandelen van te kleine visch wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste één maand of boete van ten hoogste f150. Uit de memorie van antwoord teeke nen wij ten slotte nog aan, dat de mi nister or aan herinnert, dat een herziening der Hinderwet met het oog op de ver ontreiniging van openbare wateren door fabrieken of werkplaatsen in voorberei ding is en dat er qok bepalingen voor gedragen zullen worden tegei de veront reiniging der openbare wateren door gemeenteriolen. ♦Daardoor zal ongetwij feld de gelegenheid worden geopend om aan vele voor den vischstand nadeelige toestanden paal en perk te stellen". De minister erkent verder, dat hij wat veel ter regeling moet overlaten aan al gemeene maatregelen van bestuur, doch ziet bij deze stof geen anderen weg. Buitenland. Stakingswet. Kossuth, do Hoagaarsche minister van handel, heeft bij de Kamer een wetsont werp ingediend, strekkende tot vaststel ling van de traktementen van de beamb ten der staatsspoorwegen en van het dienstreglement. Volgens® dat ontwerp zullen de beambten een aanvangssalaris genieten van 1600 kronen. Alle twee jaar krijgen zij verhooging. Als zjj aan een staking deelnemen of wanneer zij zich aan lgdelgk verzet schuldig maken, zullen zij onmiddellijk worden ontslagen. Er zullen geen vakvereenigingen van spoorwegbe ambten mogen worden opgericht, tenzjj met toestemming van den minister van handel. De spoorwegbeambten zullen niet het recht hebben zich aan te sluiten bij vakvereenigingen, welker strekkiug on- vereenigbaar is met de belangen der staatsspoorwegen. czaar en doema-voorzitter. Over het onderhoad, dat Golowin, de voorzitter der Doema, met den Czaar ge- trein moest wachten. Verbeeld je hoe heorlgk om iemand te kunnen lateg weteD, dat je van hem houdt, zonder dat je 'tonder woorden behoeft te brengen! U is een weldoener, Sir William Weer klonk er een andere stem Goul desbrough in 't oor. ♦Hoe gaat het u, Sir William Het doet mij heel veel pleizier, u bij deze gelegenheid te ontmoeten, eene gelegen heid, die, ik mag zeggen, historisch is. Misschien herinnort u zich mjjner ni6t meer, maar ik had het voorrecht u niet lang geleden te Brighton te ontmoeten. Mijn naam is Oharliewood Sir Miles Charliewoodwij ontmoetten elkaar na den droevigen dood van mgn armen tweeden zoon. U was toen zeer vriende lijk en hulpvaardig." Gouldesbrough drukte don ouden baronet de hand. Daarbij gleed er eene schaduw over zgn gelaat, en hij zou heel wat gegeven hebben om den aan blik van dien man te kunnen ver mijden om faeelemaal niet te hebben geweten, dat Sir Miles op dozen avond van triomf in Portland Place was. GouldeBbrough was een van die mon- schen, die het grootste levensraadsel voor zichzelf opgelost hebben. Evenals Napo leon was hij meester over zijn eigen geest. Zgn geest overheersehte niet hom, zooals bij de meeste menschon het geval is. Hij controleerde zijn gedachten absoluut en duldde nooit, dat gedachten, betrekking hebbende op het eene deel van zijn leven, inbreuk kwamen maken op het andere. En nu voelde hg zich ia zgn egoïsme van een man met veel wilskracht bij deze plotselinge ontmoeting heftig beleedigd. had heeft, worden nog enkele bijzonder heden gemeld. Tusschen beiden ontspon zich het vol gende gesprek Jammer, dat de socialisten zooveel opruiende redevoeringen houden, zeide de Czaar. Ik lees ze in het stenografisch verslag. 't Is bpter, antwoordde Golowin, dat ze in de Doema gehouden worden, dar dat ze in tallooze brochures verbreid worden. Want in de Doema wordt de on houdbaarheid der socialistische utopieën onmiddelljjk aangetoond. Ja, beaamde de Czaar, maar de oppo- sitioneele bladen nemen de redevoeringen der conservatieve afgevaardigden heele- maal niet op. Uwe Majesteit vergist zich, gaf Golowin ten bescheid. Er mogen een paar kleine bladen zgn, die niet alle redevoeringen publiceeron,. maar de groote bladen geven zonder uitzondering alles. Nikolaas II zweeg daarop een poos. Toen vroeg hij, of het in de komende Dos. ma-zittingen niet tot stormachtige tooneelen zou komen naar aanleiding van de door de rechterzijde ingediende voor stellen betreffende de voroordeeiing van politieke moordenaars. De Doema-voorzitter antwoordde daarop, dat de meerderheid der Doema, voorzoover hij wist, niet geneigd was reeds in den loop dezer zitting met de bespreking der be wuste vooratellen te beginnen. Zij achtte debatten daarover nib: wenscheljjk, daar zij niet gesteld was op heftige redevoerin gen. Het praktische nut van zulke debatten was dan ook zeer twgfelaehtig, want de politieke moorden worden bedreven door fanatici, op wie men toch geen invloed kon oefenen. De Czaar antwoordde op deze opmer kingen niets. Toen Golowin ten slotte verklaarde, dat hij ook persoonlijk van meening was, dat uet 't beste was de debatien over genoemde voorstellen te vermijden, vroeg de Czaar droogjes ♦Zal het, u ook gelukken Toen Nikolaas II een zeer scherpe uit lating van een sociaal-democratisch afge vaardigde releveerde, verklaarde Golowin, dat hg de uitlating van dien afgevaardigde niet gehoord had en daarom in gebreke was gebleven hem tot de orde te roepen. Waarop de Czaar zeide ♦Met de spre kers der rechterzijde weet ge het wol klaar te spelen". Aanslag op Victor Emanuel. De Etoile Beige bericht het volgende Te Pontelagoscuro bij Carara barstte een bom, enkele minuten voordat een trein voorbjjreed, waarin de Koning van Italië zat, op zijn terugreis van Venetië, waar hij de kunsttentoonstelling bezocht had, naar Rome. Een aantal kinderen werden gewond. Men neemt aan dat een aanslag op don Koning bedoeld is. Een man werd in hechtenis genomen. Vóór dat do ontploffing plaats bad, stopte de Koninkljjke trein, waarschijnlijk tenge volge van tijdige informatie der politie. Nadere bijzonderheden ontbreken. Het bericht is nog niet bevestigd. Het was, zoo dacht hij, hard op dit schit terend en gelukkig momentBij was er niet op gesteld, herinnerd te worden aan het verleaec, of oan het verschrikkelijke en misdadige geheim van het tegen woordige. Waarom kwam de bleeke geest van Eustace Charliewood hem nu lastig vallen! Zgn deelgenoot in eene onuitsprekelijke laagheid, bet werktuig, dat hg gebruikt had om aan zijne duivelachtige begeerten te voldoen, was dood. Dood verdwenen bestond niet meer. Dat hij, Gouldesbrough, uit eon moreel oogpunt de moordenaar was van dezen zwakken man, dien hij tot een misdaad gedwongen had, hinderde hem in het minst niet. Dat had hem nooit gehin derd hg bad geleerd meester te zgn over zichzelf. En nu op dit oogonblik van onge¥ venaarden triomf rees de geest van den dooae plotseling, en zonder te waarschuwen, als een spook op dit feest op. Het was hard Maar bij wendde zich tot Sir Miles Charliewood en was even hoffelgk en voorkomend als altijd. Zgn bekende macht, om aantrekkelijk tö zgn, ver liet hem ook nu niet. Hg boog| zich met een eigenaardigön, vriendelijkon glimlach tot den kleinen man over. Vergeten?" zei hij. >Waarde heer, hoe zou ik kunnen vergeten? Het is mij hoogst aangenaam u weer te zien. Ik wist niet, dat u Lord Malvin kende, of dat u belang stelde in wetenschappelijke zaken. Uw gelukwenschon zgn mij heel welkom, ofschoon u er veel meer van maakt dan ik verdien. Ik hoop, dat wg Kunst en Wetenschap. Toonkunst-concerten. Ie avond. Dat ♦ToonkunBt" alles meeliep kon dezen keer niet gezegd worden. Op het allerlaatste oogenblik kwam bericht, dat twee der vier solisten, de heeren v. Oort en v. Son, door ongesteldheid verhinderd waren te komen en daar zat men aan den vooravond van de concerten zonder bas, zonder tenor. Naar alle kanten werd getelegrafeerd en ten slotte slaagde het bestuur er in twee plaatsvervangers te vinden, den bas-bariton v. d. Ven uit Dordrecht, en den tenor Frans Phlippeau uit Amsterdam. Op den goeden geest had deze gebeur tenis echter niet den minsten invloed en met gloed is er gezongen. Den eersten avond, gisteren, werd uit gevoerd ♦die Jahreszeiten". Telken keer als men dit werk weer hoort, treft het opnieuw door de jeugdi ge frischheid, den glans, den melodischen rijkdom. Een werk van meer dm een eeuw oud En het blijft bekoren. Het werkeljjk geniale veroudert nooit. De uitvoering was uitstekend. Bewonde ring verdient de heer Lies, de directeur, die met betrekkelijk zoo weinig middelen zoo veel weet te bereiken. Het koor klinkt beschaafd, de samen klank is over het algemeen zeer te waar- deeren. Het slotkoor van het derde deel b.v. klonk prachtig en zoo waren er meer koren, waarin het ensemble eerbied af dwong. Vooral de vrouwen-koortjes klonken goed. Mej. M. Lammen zong de partjj van Hanne. Mej. Lammen is iemand, waar we later wel meer van zullen hooren. Voor een sopraan met zoo'n stem, met zulk oen methode, met zulk een muzikaal begrip is een toekomst weggelegd. Schitterend was zij o.a. in het tweede deel sder Sommer", in haar solo's en in haar eersten samenzang met Lukas (Phlippeau) en Simon (v. d. Ven). Hoe. zij zoDg het ♦Sie sfcrahlt, sie seheint," was eenvoudig verrukkelijk. En verder haar duott met Lukas in deel III, en haar ♦Spinnerlied" 1 Maar wij zouden wel aan het opnoemen kun nen big ven. Den heer Phlippeau, den reddenden tenor, herinnerden wij ons van jareD terug, toen hij o. a. als Romeo-vertolker in Nederland naam had. En sedert we hom den laatsten keer als ♦Romeo" hoorden is hg voor uitgegaan. In den aanvang klonk er nog iets mats in zgn stem, gisteravond. De reis zal den heer Phlippeau geen goed gedaan hebben. In het tweede deel vooral was hij echter zeer goed. Zgn stem is het type van een lyrisch- tenor-geluid. Moge bet niet meer geheel zgn, wat het in zgn glansperiode was, elkaar spoedig weer zullen ontmoeten. Ik ben 's middags bijna altjjd thuis in Regent's Park. Wat zou het nu gelukkig zgn, als de arme Eustace hier dezen avond ook had kunnen zijn. Hij was een van mgn intiemste vrienden, zooals u weet. En hij had groote belangstelling voor de experimenten, die nu zoo goed hun doel hebben bereikt* Arme, beste vent l Het spjjt mij zoo, dat hij nu niet hier is. Maar, ik denk dat deze diügen zoo voor ons zgn geregeld door een macht, die wg niet begrgpen kunnen. Goedennacht, Sir Milis, goedennacht. Kom mij eens spoedig opzoeken." Hij boog en glimlachte met Marjorie aan zgn arm, en ging toen met haar naar de souperkamer. En hij liet Sir Miles Charliewood die bij zgn leven nooit iets voor z'n zoon had over gehad achter, vervuld van droefheid en som berheid over zgn gestorven zoon. Sir William wandelde weg met het mooie meisje aan zgn zijde. Hg voelde den lichten druk van bare vingers op zgn arm, en zijn bloed begon sneller te stroomen. Hij voelde zich weer als een knaap, oen gelukkige overmoedige knaap. Ja, alles liep hem dezen avond wel mee. Toen zij de souperkamer binnenkwa men en zich wilden neerzetten, kreeg Lord Landsend hen in 't oog. Hg was in gezelschap van Mrs. Pat Argyle, do bekende actrice, en zgn neef en nicht, den jongen hertog en hertogin van Perth. Landsend was nog een heel jongen man met weinig geestesgaven. Maar hij was vriendelij k, populair en niet zonder twee dingen heeft deze tenor voorhg is muzikaal en weet zijn stem te ge bruiken. Een welverdiend applaus be haalde hij met zijn aria in het 4e deel. Ook in het duet met de sopraan in deel III voldeed hg zeer. De heer v. d. Ven, de bas, beschikt over een krachtig mooi geluid, dat echter nog niet geheel behoerscht wordt. Nu en dan, bjj enkele letters, klonk het wat ruw. Over het geheel genomen was de ver tolking der Simon-partg door den heer v. d. Ven echter zeer verdienstelijk. Een minder gelukkige intonatie zullen we wel op rekening kunnen stellen van het onverwachte van het optreden en het daardoor niet voldoende repeteoren. Het orgaan van den heer v. d. Ven heeft een echt bas-achtig timbre en leent zich tot een warme voordracht. Zgn laatste aria in het 4e deel b.v. klonk zeer goed. Van den accompagnateur kunnen we ons bij deze gelegenheid niet afmaken met de gemeenplaats, dat hij verdienstelijk zgn taak vervulde of ietB dergelijks. De heer A. A. Noske uit Middelburg gaf een begeleiding, die op zichzelf een preastatie van beteekenis was. Een heer lijke aanslag, een in-muzikale voordracht, daarover beschikt de heer Noske, en alleen reeds de inleidingen tot de ver schillende deelen gaven veel te genieten. Trouwens, na de inleiding tot het laatste deel (wat een heerlijke muziek 1) moest de heer Noske buigen, terwijl hg ook aan het slot een deel der hulde van het publiek in ontvangst moest nemen. Laten we tenslotte iets verklappen van de generale repetitie toen ontbrak de tenor en in het 6erste deel van het ora torium vervulde de heer Zweede, bariton, diens partij. Met halve stem deed hij dit vermoeiende werkje op een wgze waartoe slechts weinige beroepszangers onder onze Nederlandsche baritons in staat zgn. Het eerste der concerten is wel ge slaagd, als dat van hedenavond niet minder is, dan kan men tevreden zgn. Te 's Gravenhage is plotseling, 85 jaar oud, zacbt en kalm overleden, Lo- dewijk Mulder, de schrijver o. a. van de ♦Kiesvereeniging van Stellendijk". GOES, 15 Mei 1907. Gisterenmiddag te vijf uur arriveer den hier jhr. van GeeD, de particuliere secretaris der Koningin, en de Commis saris der Koningin in deze provincie, in gezelschap van drie leden van God. Staten en den hoofd-commies ter Provinciale griffie van Zeeland. In rijtuigen kwamen de heeren hier aan, komend van Zierikzee. Op het stad huis werden ze ontvangen door burge meester en wethouders. Ongeveer een half uur bleven de heeren op het stadhuis, waarna ze met den trein van half zeg Greenwichtgd naar Middelburg vertrok ken. WoSpha&rt&dijk. In de Gemeente raadsvergadering van j.l. Maandag, waar in alle leden behalve dhr. G. de Jager, porsoonlijke aantrekkelijkheden, Hij kon dingen doen, die andere belangergker personen niet doon kondeD. Toen hij den held van den avond met Marjorie Poole zag binDen komen, kreeg de opgewonden jonge man een inval. Hij sprong op van zgn stoel en begon luid in de handen te klappen. Er was een oogenblik van doodeljjke stilte. Iedereen zweeg men hoorde nietB anders meer dan het getik der messen. Toen stemde de kleine hertogin van Perth zij was MiBS M&mio Q Oildervan van New-Torb met Lord Landsend in. Zij begon ook te applaudisseeren. Omdat zij 300.000 pond per jaar bad, jong, vrijmoedig en vroolijk was, voerde zij op dit oogenblik een hoogen toon in gezelschapskringen. Iedereen volgde haar voorbeeld. Er klonk een donderend applaus. Lord Landsend hief een glas cham pagne op. Dat is op den toovenaar van den nieuwsten tgd 1" riep hij vroolgk uit. ♦Dat is op den veroveraar der gedachten I" Weer volgde er stilte. Daarvan maakte de hertog van Perth, een jongeling, die pas Oxford verlaten had, gebruik om nog verder te gaan. Hij hief ook zgn glas op. ♦En ook op Miss Poole", zei hg. MenscheD, die al jaren lang tot de uitgaande wereld van Londen behoord hadden, zeiden, dat zjj nooit iets derge lijks hadden ondervonden. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1907 | | pagina 1