N.. 33 1907 Zaterdag 16 Maart. 94sle jaargang, fe 11 (ïOESCJI De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjjdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjja p?»r kwartaal, in Goes 0,7ü, buiten Goes, franco, f 9f$3e Afzonderljjke no miners 5 cent. Rnxendifn$| van advesientiSoa vtor S uren op den dagjjdsp uitgave. De prjji der gewone adverteniiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjj* slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjki- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels 1,— berekeid. Bewijsnummers 5 cent. Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. Bij dit no behoort een bijvoegsel. Zij die zich met 1 April op dit blad abonneeren ontvangen de nog vóór dien tijd verscnijnendenummers gratis. Partijdige benoemingen. Men durft zoowaar van anti-revoluti onaire zijde weer aanmerkingen te gaan maken op de benoemingen door het tegen woordige ministerie. En dat, terwijl de periode, waarin men slechts een lidmaatschap van de gerefor meerde Kerk had do bemachtigen en een witte das om te doen, ten einde d# beloften des tegenwoordigen levens deel achtig te worden, nog niet zoo ver acuter ons ligt. Nooit is bjj benoemingen van burge meesters, schoolopzieners en beambten der Rijksverzekeringsbank zooveel op po litieke kleur, zoo weinig op bekwaam heid en geschiktheid gelet, als onder het vorig ministerie, toen de beste aanbeve ling voor een ambt was, die van propa gandist te zijn voor de politieke richting van den minister van Binnenlandsche Zaken. Nooit zjjn meer huichelaars gekweekt dan in de periode 19011905. Als men ons van antirevolutionaire zjjde partjjbenoemiigen begint te verwjjten, zijn wjj in Goes terstond met ons ant woord gereed. Wij hebben hier in dit opzicht een voortdurende aanklacht tegen het ministtrie-Kuyper. Wel erkende dit »de wenscheljjkheid om tot burgemeester eener gemeente niet te benoemen wie niet deelt in de richting die in de ge meente bovendrijft", maar de handelingen waren daarmede ljjnrecht in strijd. Op wat anders kon de in het liberale Goes benoemde burgemeester steunen, dan op zijn lidmaatschap van de gereformeerde Kerk? De Standaard schreef|dezer dagen: >Vooral de jongBte schoolopzie ners- en burgemeestersbenoemingen hebben onder ons kwaad bloed gezet. Ze waren dan ook meer dan ergerljjk. Overal moet een liberaal worden ingestopt. Het is of alleen de libe ralen meerekenen. En alsof er voor Minister Rink niet anders dan libe ralen in het land bestaan." Andermaal had de Standaard beter ge daan met dit niet neer te schrgven, want daar is de N. Arnh. Ct. een zaakje in herinnering komen brengen, dat niet zoo aangenaam voor Dr. Kuyper is. Een der eerste benoemingen van Mi nister Kuyper uitgaande, was die van den heer J. Postmus, tot schoolopziener in het arrondissement Amsterdam III. Wie was deze hoer Postmus? Wel Dr. Kuyper zal het u zelf zeggen. Het was een redacteur van zijn ljjfblad, de Standaard. Eerst had men hem, aldas de pre mier, in de politieke afdeeling gehad, maar dewijl hij hierin niet wél onder legd bleek, on bovendien het weinige dat hem was geschonken, niet op de De geheimzinnige Verdwijning. (Naar het Engelsch van Guy Taorne.) Hg liep de kamer op en neer. »Je moet het hem vertellen, lieveling", zei hij. »Je zult nog zooveel onaange naams moeten doormaken, veel meer dan ik zou wenschen, het snjjdt mg door 't hart, als ik daaraan denk. Je zult de tegenkanting van alle menschen hebben te weerstaan van je familie, van je kennissen en van de geheele wereld. En ik kan je daarbjj niet helpen. Jjj zult dat alles alleen moeten doorstaan. Het stemt mij bitter, dat ik je daarbg niet kan helpen. Lieveling durf je dit alles aan, om mijnentwille Ben je daar sterk en dapper genoeg voor?" Zjj giüg naar hem toe en legde haar beide handen op zijn schouders, terwjjl zij hem recht in 't gelaat keek^ »lk heb verkeerd gedaan," zei ze, »ik heb mij vergist. Maar misschien is het te verontschuldigen. Totdat iemand lief heeft, Gerald, werkelgk lief heeft, kan men niet oordeelen over de rechten en plichten die dat meebrengt. Ik was eer zuchtig. Ik mocht William wel lijden. Hij interesseerde mij en streelde mijn jjdelheid. Ik was er trotsch op de uit verkorene te zjjn van een man, die zoo veel weet en zoo beroemd is. Maar nu vervult alleen de gedachte daaraan mg juiste wijze onder woorden brengen kon, heeft men hem, toen De Standaard vergroot zou worden, müÈlr (let op dat kosteljjk »maar") de rubriek »Letteren en Kunst" toevertrouwd. Toen de heer Bückmann bescheidenlij k de opmerking maakte, dat dit dan ook geen erg hoog beginsel was, luidde het antwoord, dat men anders niet wist, waar met hem heen te moeten." Deze man, met wien men volgens den redacteur Kuyper verlegen zat, is door minister Kuyper benoemd tot schoolop ziener. »Voor de school" zegt de N. Arnh. Ct., »voor het onderwijs was hg nog altijd goed genoeg en de redactie van De Stan daard was hem meteen kwijt. Zoo iets heeft Minister Rink tot hedeü toch niet gedurfd Buitenland. Verzoeningsgezindheid. Het laatste bedrjjf van de dwaze ver- tooning van Ferreira is geëindigd. Zooals men weet waa Ferreira de aanvoerder van een handjevol mannen, die voor eenige maanden den bjjna vergeten inval in de Kaapkolonie deden. Het plan was de Hollandsche bevolking over te halen tot een algemeenen opstand om geheel Zuid-Afrika te bevrijden van de Engelsche overheersching. Er was onder de Hollandsche bevol king echter niets te bespeuren van een neiging tot7 een dergeljjk avontuur en spoedig waren Ferreira en de zjjnen door de Engelschen gevangen genomen. Zg stonden terecht en Ferreira en eenigen zjjner manschappen worden tor dood veroordeeld. Van Afrikaansch-Hollandsche zjjde werd echter aangedrongen op een minder zware straf en werkelgk zgn de doodstraffen veranderd in vrijheidsstraffen van korter of langer duur. Dete mindering der straffen heeft on der de Hollandsche bevolking een zeer goe den indruk gemaakt en zal zeker bjjdragen om de verstandhouding tusschen Engel schen en Hollanders weder te verbeteren Trouwens, er is in geheel Zuid-Afrika bjj beide partgen een verzoeningsgezind heid merkbaar, die, moge ze al bjj som mige onverzoenljjken geen toejuiching vindon, toch ongetwijfeld een gunstigen invloed zal hebben op de ontwikkeling van Zuid-Afrika. Ook in Transvaal is die verzoenings gezindheid bemerkbaar. Botha, de vroe gere heldhaftige Boeren-generaal, nu Transvaalsch minister, gaat daarin voor. Zgn eerste rede ademde vredelievendheid en niets in zgn woorden deed in hem den oud-vechtgeneraal vermoeden. Eigenaardig is het zeker, dat zoo kort na den ongelukkigen oorlog, terwgl de geslagen wonden nog scbrjjnen, er onder de Boeren volstrekt geen sprake meer schijnt te zjjn van een opstand, om het Engelsche juk af te schudden. Men schikt zich in het onvermjjdeljjke, doch dat neemt niet weg, dat de Boeren niet het voornemen hebben zich te ver smelten met de Engelschen. Krachtig bljjft de beweging om da eigen taal levend te houden in Zuid-Afrika. al met vrees geen vrees voor hem, maar vreeB voor het verraad, dat ik tegenover mjjzelf zou hebben gepleegd als ik met hem getrouwd was. Ik weet niet wat er gebeuren zal, maar eens en voor al, Gerald, vertel ik je nu, dat wat er ook gebeuren mag, ik jou liefheb, en ik zweer je, dat hoe verkeerd het dan ook zgn mag en waartoe men mg ook zal dwingen, ik geheel van jou alleen zal zgn nu en voor altijd. Ik weet, dat ik dit niet mocht zeggen en toch heb ik een gevoel, alsof ik er niet verkeerd aan doe 1 Ik begrjjp het zelf niet, maar maar Weer nam hij haar in zgn armen en hield haar vast. Het was laat en hg nam hartelijk af scheid. »Goeden nacht," zei hg, »lieveliDg, mijn bruidjeIk behoor bjj je, en zal in den geest altijd bjj je zgn, totdat wij voor goed vereenigd zgn. En wat er ook in de onmidiellijke toekomst gebeuren mag, ik zal je beschermen en wachten. Ik zal je zooveel mogeljjk trachten te behoeden voor onaangenaamheden. En als het ergste gebeuren mocht, dan zullen wij de geheele wereld als ons tehuis bo schouwen zooals zoo dikwijls minnenden gedaan hebben voor de heilige zaak en in dienst van de liefde." Met die woorden boog bij zich over haar slanke, blanke hand en kuste die, daarbg leek hij in zgn schoonheid, ver trouwen en kracht op een ridder uit den ouden tjjd, die knielt voor de vrouw zjjns Louis Botha schjjnt niet meer te den ken aan wat voorbjj is en zal to Londen zelfs een koloniale conferentie bij gaan wonen. Zonder twjjfel zullen de Engelschen hem goed ontvangen. De Engelschman heeft eerbied voor eea moedigen, over wonnen vjjand. Het is trouwens als over winnaar niet zoo heel moeiljjk verzoe ningsgezind te zgn. Ook in de Oalifornische schoolkwestie. is een meer tegemoetkomende houding van de zijde der Oalifornische onderwjjs- autoriteiten op te merken. Besloten is, dat ook Japansche kinderen de openbare scholen zullen mogen bezoeken. Waaraan deze veranderde houding der Californiërs te danken is, is een raadsel. Zeker is, dat de Japanners dit besluit met voldoening zullen begroeten. Voor president Roosevelt is het besluit der Oalifornische onderwjjs-autoriteiten een opluchting, daar nu de groote kwestie, die dreigde de goede verstandhouding tusschen Japan en de Vereenigde- Staten ernstig te verstoren, uit den weg is ge ruimd. Toch zal er vooreerst nog wel een meerdere of mindere antipathie bjj Japan tegen Amerika bljjven en deze minder vriendschappelijke gezindheid is in de toekomst een niet te onderschatten ge vaar voor den vrede, temeer, daar door de ontwikkeling van Japan en Amerika nieuwe geschillen niet uit zullen bljjven en dan zou het weloens kunnen gebeu ren, dat één dier geschillen niet zoo licht uit den weg is te ruimen, en dat beide staten, ten spjjt van alle Haagsche vredes conferenties, de beslissing overlaten aan hun machtige vloten. Iu Amerika zgn er velen, die een Ja- pansch-Amerikaanschen oorlog op den duur als onvermjjdeljjk beschouwen. Al is het geschil dus nu opgelost door het toegeven van Amerika, toch zal een gevolg wel zijn, dat Amerika en Japan nog krachtiger dan tot nu toe zich zullen toeleggen op den bouw van een machtige vloot. Van den Balkan. De Bulgaarsche minister Petkof is ge vallen, neergeschoten als een hond, niet door een anarchist of et n krankzinnige, zooals in de meer beschaafde staten van Europa nog wel voor kan komen, maar door een politieken tegenstander en om politieke geschillen, die in West-Europa hoogstens tot een bjj zonder heftigen ver- kiezingsstrjjd zouden hebben geleid. De moordenaar zou hebben gehandeld uit wraakzucht, omdat bjj als ambtenaar z. i. onrechtvaardig ontslagen was, werd eerst gemeld, doch bij onderzoek is ge bleken, dat de man in verstandhouding stond tot de tegenstanders van het hui dige Bulgaarsche ministerie. Daar dit de meerderheid heeft, zagen de tegenstanders geen kans het ten val te brengen in de volksvertegenwoordiging. Toen hebben ze klaarblijkelijk een krasser middel te baat genomen om minister Petkof kwijt te raken en hom eenvoudig neer doen schieten. Ook voor de internationale politiek harten. En toen hij was heengegaan en zg alleen op haar kamer bovon, toen was Marjorie vervuld van een vreugde ca opgewondenheid, zooals zjj vroeger nooit gekend had, «n toch scheen er over het vrooljjk landichap, waarin zjj zich bewoog, een donkere, dr»' gende wolk te hangen. Zg droomde dieB nacht, dat die wolk steeds zwarter en dreigender werd, dat zjj lager en lager zonk. Toen zag zjj haar minnaar als een gewapend ridder met een opgeheven glimmend zwaard, totdat de wolk brak en verdween en alles zich in zonlicht baadde. Zjj wist den naam van dat zwaard. Dat was Liefde. HOOFDSTUK V. Een Samenzwering van Geleerden. Sir William Gouldesbrough was den avond te voren heel laat opgebleven. Op een somberen morgen veertien dagen na deD dag, waarop hjj Marjorie een en ander van zgn wenschen en verlangens had verteld, kwam hjj langzaam naar beneden gewandeld. Het was bgna twaalf uur. Hjj was niet voor vier uur in den mor gen ter ruste gegaan. En toen hij einde- ljjk zgn groot laboratorium den rug toe gekeerd had, dat achter aan het huis was uitgebouwd, was"hjj naar zijn kamer gestrompeld als een man, die drohken is ten gevolge van een ongeloofljjk Bucces een succes zoo volkomen in al zgn on- heeft de dood van Petkof echter betee- kenis. Jaren lang heeft er tusschen Bulgarjje en Turkjje een gespannen verhouding bestaan, die zeker tot een oorlog zou hebben geleid, als niet nu en dan de groote mogendheden een invloed ten goede had den aangewend. Minister Petkof heeft gedurende zgn bewind met succes gewerkt aan een ver betering der verhouding tot Turkjje. Niet onwaarschjjnljjk is het, dat nu die vriendschappeljjke politiek verandert in eene van speldeprikken, die, moge ze al niet direct aanleiding geven tot een oor log, toch den eeds heerschenden toestand van onzekerheid in den Balkan nog zal doen toenemen. Daar de groote mogendheden ieder voor zich zooveel mogeljjk voordeelen trachten te winnen in den Balkan, blgft dat roe rige schiereiland steeds een gevaar oek voor den Europeeschen vrede. Rare volkjes zgn de Balkan-volkjes. Geen oogenblik is het rustig op dat schier eiland. In Macedonië voeren de TurkBche troepen reedi jaren lang een strjjd tegen benden, die balf opstandelingen, half ge wone rooverbeuden zgn. Niet alleen voeren dergeljjke benden strjjd tegen de Turksche troepen, maar ook bevechten zjj, al naar den land aard der mannen, waaruit die benden bestaan, elkander nog. Bovendien veroorzaken de Turksche troepen zoo nu en dan nog eess oproertjes op eigen hand, meestal wegens het niet ontvangen van eenige soldjj van de Turk sche overheid, die steeds in geldverle genheid zit. GOES, 15 Maart 1907. De Commissaris der Koningin in/ Zeeland heeft Goes aangewezen als plaats waar het eindexamen der hoogere bur gerscholen in Zeeland in 1907 zal worden afgenomen en heeft in die commissie be noemd als lid en voorzitter den heer L. van Bruggen, directeur der H. B. S. te Goes als leden de heeren dr. H. Japikse, directeur van, en L. M. Klinkenberg, W. S. Swaving, dr. R. van der Laan, W. Kosten en R. Borgreve, leeraren aan de H. B. S. te MiddelburgA. K. Zweede, A. G. van Djjk, J. K. Rhoeu en A. D. F. van der Wart, leeraren aan de H. B. S. te GoesJ. A. de Brujjne, directeur van, en C. J. T. Üetterode, C. A. de Looze, leeraren, en mej. J. W. M. Valeton lee- rares aan de H. B. S. te Zierikzee. De Koningin heeft gistervoormid dag ten paleize ontvangen Staatsraad mr. Cort v. d. Linden, oud-minister van Jus titie, in tegenwoordigheid van den direc teur van het kabinet, waaruit af te leiden schjjnt, dat een spoedige oplossing der crisis op handen is. Kloetinge. Gistermorgen vergaderde de raad dezer gemeente. Alle leden wa ren aanwezig. Ingekomen was o. a. het verslag van de commissie tot wering van schoolver zuim. Voor deze commissie moesten drie leden worden gekozen wegens het aftreden van de beeren D. Moojjen, S. Noteboom en derdeeion, dat zgn verstand aan het. wan kelen gebracht werd tegenover do onein dig groote triomf van al zijn hopen. Maar tijdens het overige gedeelte van den nacht, of liever tjjdens het begin van den killen wintermorgen, had bjj in zijn groot ledikant liggen staren in de duisternis totdat de schaduwen om hem heen steeds vaster vormen kregende kamer scheen als gevuld met monster achtige wezens, die zich in de hoeken dor kamer neerzetten, dan weer verdwe nen om dadeljjk daarop weer terug te komen. En terwgl deze groote en beroemde man daar in zgn ruime, eenzame kamer terneder lag zonder in slaap te kunnen komen, doorkruisten twee verBchrikke- ljjke aandoeningen zgn ziel twee aandoeningen zoo fel, dat zgn geest er niet tegen bestand was. De eene was het succes van zgn werk, een triomf zoo groot in de wereld van wetenschap, het eindelijk resultaat van zgn levenswerk. De andere was het on vermjjdeljjk naderend ineenstorten van de hoop zjjns harten, van do liefde, waar van hg vervuld was, en die hem als het kostbaarste ter wereld had toege schenen. »Ja, daar lag hjj, de beheerscher ven het intellect, een werkelgk bestuurder van de natuurmachten En al zgn triomf was als stof en asch on bitterheid, om dat hij wist, dat er iets minder groots voor hem verloren ging, maar iets, dat hem zelf dierbaarder was dan alle andere G. Harinck. De aftredende heeren wer den allen herkozen. De heer P. J. Breker had, wegens waar- BChjjnljjk vertrek uit de gemeente, inge zonden een verzoek om ontslag als lid der commissie tot wering van schoolverzuim. In zgn plaats werd gekozen de heer L. Dekker. Besloten werd over te gaan tot d§ uit voering der bestaande plannen voor verbouwing der school. Voorgesteld werd door B. en W. een deel van den Molenweg te begrinden, indien do polder Breede Watering bereid is de onderhoudskosten te dragen. De pol der zal met het oog op zgn financiën zelf toch vooreerst niet tot begrinding overgaan. De heer Kakebeeke stelde voor zelf èn kosten van aanleg èn kosten van onder houd door de gemeente te doen dragen, doch aan den polder de Bieede Watering toezegging te vragen, dat de polder in afzienbaren tgd zoowel kosten van be grinding als van onderhoud aan de ge meente zal terugbetalen. Ook was de heer Kakebeeke van mee ning, dat er andere wegen zgn, die eerder dan de Molenweg veroetering behoeven. De heer v. Liere ontkende dit laatste wel niet, doch zeide, dat men ook de bewoners van Abbekinderen ter wille moeBt zjjn en dit zou men doen door de begrinding van den Molenweg. Na nog eenige discussie werd het voorstel van den heer Kakebeeke aan genomen met 6 tegen 1 stemmen. Op voorstel van B. en W. werd beslo ten te bepalen, dat ook in de maand Maart herhalingsonderwjjs zal worden ge geven, en dat de lesuren voor jongens voortaan niet meer van 56 Va uur 's avonds maar van 5 i/s—7 uur zullen zjjn. Ingekomen was een verzoek om ont slag als hoofd der school van den heer D. Moojjen. Het ontslag werd gevraagd tegen 1 Juni, doch gegeven togen 1 Juli, en wel ond^r dankbetuiging voor den bjjna 40-jarigen dienst In het aanstaande najaar zou de heer D. Moojjen zgn veertigjarig jubi leum vieren. Ingekomen was een verzoek om eer vol ontslag van den onderwjjzer J. P. de Raad. Hierovar werd in geheime zitting be raadslaagd. Nadat de zitting weer openbaar was geworden, stelden B en W. voor, het gevraagde eervol ontslag te verleenen, doch de heer Beenhakker verklaarde zich daartegen en stelde voor het vonnis van de rechtbank over den onderwjjzer de Raad af te wachten, alvorens het eervolle verslag te verleenen. Met 6 t jgen 1 stem (die van den heer Beenhakker) werd het gevraagde eervol ontslag verleend. Niets meer aan de orde zijnde werd de vergadering gesloten. Kapelle. De heer A. van der Brugge, hoofd der Openbare School alhier, her dacht heden, Vrjjdag 15 Maart, den dag, waarop bjj 25 jaar de betrekking van onderwjjzer in deze gemeente bekleedt. Tevens werd door hem al dien tgd het orgel in de Herv. Kerk alhier bespeeld. bezittingen Beheerscher van het groote veld der wetenschap, gevoelde hg zich uitgeslo ten van dat kleine, roze landschap der liefde. Toen hjj tegen den middag van dien winterdag beneden kwam in zgn lange kamerjapon, die aan een monnikspjj deed denken, schrok de bottelier, die juist de hal doorkwam, van zgn doodsbleek gelaat. De man ging naar hem toe. »Excuseer mg, Sir William," zei bjj, »maar u werkt te hard. U is niet wel, mjjnheer. U moet zich niet overwerken. Ik heb wat tong met peterseliesaus voor uw ontbjjt klaar gezet, mjjnheer, maar ik zou u raden er niet van te eten, nu ik u gezien heb. Als ik u een raad mag geven, dan zou ik maar wat soep nemen." >Dank je, Delaine," zei Sir William. >Ik zon op 't oogenblik niets kunnen eten. Wil je mjj mijn brieven in mjjn studeerkamer brengen »Ja, mjjnheer," antwoordde de man, »en ik zal zoo vrjj zgn u over een half uur toch maar wat soep ta brengen." Gouldesbrough liep de groote, som bere hal door en ging zgn studeerkamer binnen. Er brandde een vrooljjk vnur in den haard, het vertrek zag er keurig netjes en vrooljjk uit, zelfs nu daarbuiten een zware mist hing. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1907 | | pagina 1