N*. 31 1907
Dinsdag 12 Maart,
94s"' jaargang.
9 FEUILLETON.
GOESCHE
COURANT.
Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Couranf'.g- Directe ar-Hoofdredacteur r. G. Rijkens.
Öe uitgave dezer Oourant geschiedt Maandag-, Woensdag- ei Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, in Goes O,73f buiten Goes, franco,
Afzonderljjke «ommen 5 cent.
Inzending van tdeerteniiSn tfi ar 2 uren op «fass dagver
uitgave*
De prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct,
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjj*
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, nuweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Bewijsnummers 5 cent.
Teruggenomen.
Be Zeeuw heeft hare critiok op de
handelwijze van de predikanten bjj ge
legenheid van de ramp aan den Hoek
van Holland teruggenomen.
Ze zegt, dat ze was afgegaan op eene
eenzijdige voorstelling der geschiedenis,
en schrjjft nu vrijmoedig en bljjmoedig
te mogen vaststellen na stukken uit
de Rotterdammerwelke ze overneemt
dat dezen predikanten geen blaam maar
lof voor hun optreden toekwam.
Buitenland.
Een viervoudig verbond?
Er is een tjjd geweest, nog niet zoo
lang geleden, dat Engeland trotsch ging
op zjjn geïsoleerdheid. Alle staten in
Europa zochten hun positie te verster
ken door bondgenootschappen, Engeland
alleen bouwde, eooals herhaaldelijk ge
zegd werd, uitsluitend op eigen kracht.
Dit klonk heel aardig, maar het bleek
toch onpractisch, waar, hot op die manier
alleen kwam te staan tegenover machtige
eombinaties van andere mogendheden en
toen de omstandigheden zich wijzigden
wist de handige Engelsche diplomatie
zich aan die nieuwe omstandigheden aan
te passen.
In het Verre Oosten dreigde voor de
Engelsche belangen een groot gevaar
het snel zich ontwikkelende Japan. Dit
r(jk was voorbeschikt, begreep Engeland,
iu Oost-Azië een groote rol te spelen,
en Engeland wist het te brengen tot
een verbond met Japan.
Er gingen stemmen op, die een verbond
van een Europeesche mogendheid met
zoo'n half barbaarsehen staat af keurden,
maar Engeland stoorde zich hier niet
aan en troostte zich er mee, dat zijn
positie, dank zjj dit verbond, in Azië
aanzienlijk versterkt was.
In Europa stond Engeland "nog alleen
en ook daar wilde het zich wel ver
sterken door een verbond met een groo-
ten staat op het vasteland.
Hoewel het nog niet zoovele jaren
geleden i a, dat een oorlog dreigde uit
te breken tussehen Frankrjjk en Engeland
om de Fashoda-kwestie, toch wist Enge
land het vertrouwen te winnen der Fran-
sehe regeering en ten slotte zelf een soort
bondgenootschap te sluiten.
Hoever dit bondgenootschap strekt, of
het slechts verdedigend of ook aanval
lend is, is onbekend, doch zeker is het,
dat het bestaat.
Wel gaf het een eenigszins vreemde
verhouding, toen de hondgenooten van
Engeland en Frankrijk elkander in het
haar vlogen, maar aan de goede verstand
houding tussehen Frankrijk en Engeland
deed deze oorlog toch niets af.
Na dien oorlog werd zoowel in Rus
land als in Japan gesproken over de mo-
geljjkheid van een nauwere verstandhou
ding tussehen deze beide rijken.
Wel ljjkt dit erg vreemd, maar toch
is deze neiging tot een vredelievend
samenwerken tussehen beide staten niet
zoo vreemd.
Rusland, dat nog vele belangen heeft
in het Verre Oosten, had in Japan een
machtigen tegonstander loeren zien. Kun-
De geheimzinnige Verdwijning.
(Naar het Engelseh van Guy Thorne.)
Zjj beminde hem niet, zjj wist wel,
dat zjj hem nooit had lief gehad, maar zjj
wist ook, dat zjj grooten invloed op hem
had. Zjj wist, dat zjj dit onmeteljjk groot
verBtand kon krjjgen, waar zjj het heb
ben wilde. Zij wist, dat hjj inderdaad
was, wat hjj zeide, n.l. meester van de
wereld, maar zjj was meesteres over zjjn
ziel zjj kon hem beheerschenDe
geheimzinnige kracht van zjjn liefde, was
grooter dan eenige andere kracht ter we
reld, die hjj kon beheerschen of leiden:
die kracht had hem tot haar slaaf ge
maakt.
Ja, LiefdeDat wa» toch de grootste
macht in de wereld. Het bewjjs werd
hier duideljjker dan ooit geleverd.
LiefdeZelfs deze man werd nog fce-
heerseht door liefde, zij was zjjn mees
teres. Liefde was en bleef de grootste
macht op de wereld.
Ea zoo peinzende. vergat zjj voor een
oogeablik al haar angsten en al haar ver
bazing en dacht alleen hoe toch waar
bleef, wat de dichters haddon gezongen
en vat de geleerden hadden getracht
omver te werpen.
Het bloed joeg haar daarbij door de
aderen. Maar hjj, die hier hjj haar stond,
was niit de oorzaak daarvan. De man,
non we dozen tegenstander niet overwin
nen, zoo dachten sommige Russische
staatslieden, dan is het beste met hem
samen te werken.
En Japan, dat de overwinning behaald
had, begreep niettemin, dat Rusland,
hoewel verslagen, als vjjand steeds een
gevaar blijven, als vriend een goede hulp
zjjn zou.
Het is te begrijpen, dat zoowel Enge
land als FraDkrjjk een dergeljjke toena
dering wel in de hand wilden werken.
Dezer dagen nu meldden «enige bladen,
dat Engeland, Frankrjjk, Japan en Rus
land tot overeenstemming zjjn gekomen
mot betrekking tot alle vraagstukken van
het Verre Ooiten, waarbjj hun belangen
gemoeid zijn.
Tegeljjkertjjd zjjn Ruiland en Engeland
tot overeemtomming gekomen betreffende
hun grootste punt van geschil, n.l. hun
invloed in Perzië.
Dit ii een verheugend feit niet alleen
voor de vier betrokken staten, doch voor
geheel Europa, daar door deze overeen
stemming de vrede zooveel te beter ver
zekerd is.
Doch er is meer.
Er wordt gesproken over een verbond
tussehen deze vier staten, waarover onder
handeld zou worden.
Is dat waar, dan zou er duB kam be
staan op een combinatie van mogendheden
die oneindig sterker is dan het reeds
bestaande drievoudig verbond tusschea
Duitschland, Oostenrjjk-Hongarjje en
Italië.
In Duitschland, dat Engeland voor
namelijk en Frankrjjk nog min of meer
als zeer vjjandig beschouwt, zou eon
dergeljjk verbond niet vriendeljjk ont
vangen worden.
Duitschland toch kan op Italië niet
heel zeker meer rekenen en heeft niet
veel acn het verbond met het innerljjk
verdeelde Oostenrjjk-Hongarjje.
Komt het viervoudig verbood werkeljjk
tot stand, waarop veel kans schjjnt te
bestaan, dan is dit een onschatbaar succeB
voor de Engelsche diplomatie.
Uit Frankrijk.
Het is opmerkeljjk hoe weinig beroo-
ring de kerkeljjke kwestie gebracht heeft
in de Fransche republiek. Een burger
oorlog, die door sommigen voorspeld
werd, zal er tenminste niet uit voort
vloeien.
Wel zjjn voor het oogenblik de onder
handelingen tussehen de geeBteljjkheid en
de regeering afgebroken, doch de gods
dienstoefening gaat gewoon haar gang.
De geheele strjjd loopt dan ook alleen
over eenige formaliteiten en hiervan trekt
het Fransche volk zich niets aan, waarin
het groot geljjk heeft.
De regeering heeft in haar politiek
ten opzichte der kerk de groet# meer
derheid achter zicht en de kerkeljjke
kwestie zal het ministerie niet ten val
brongen.
Ér dreigen het Fransche Kabinet
echter andere gevaren.
Ten eerste do wet op de Zondagsrust.
Deze wet heeft in haar toepassing heel
wat rumoer veroorzaakt en een groot
deel der volksvertegenwoordiging ver
dien zij beloofd had te trouwen, was de
man, die haar de waarheid had geopen
baard. En alles wat hjj gezegd en gedaan
had, stendo haar eigenaardig vrooljjk
zooala nooit te voren.
Op dai oogenblik kwam Sir William
naar haar toe. Hij had het electrisch licht
opgedraaid en do kamer wan nn schitte
rend verlicht.
In zijn hand had hjj een groot, ovaal
koperen voorwerp, dat glansde en schit
terde.
Op dat oogenblik werd Lady Poola ook
met een schrik wakker.
>Neen maar 1" zei ze. »Wat heb ik
geslapen. Nu, mjj dunkt, kinderen, dat
ik er slag van heb om niet te veel te
zjjn 1 Wat doe jo, William
»Niet8, een klein experiment," zei Sir
William»een van mjjn uitvindingen.
Lady Poole. Marjorie, wil je je hoed
even afzetten
Marjorie deed het.
Zorgvuldig en teeder zette de groote
man de metalen helm op haar hoofd.
Het meisje liet hem als in een droom
begaan. Toen drukte Sir William op een
knop in den muur.
Eenige seconden later werd het be
antwoord door het plotseling afgaan van
een electrische bel in de studeerkamer.
»Nu, Marjorie", zei Sir William, *nu
zal alles wat ik je verteld heb, bewezen
worden."
Hjj keek naar haar g?laat, dat bloeiend
uitkwam onder den grooten schitterenden
metalen helm.
langt daarom een wjjziging dier wet, iets
waarvan minister Viviani niet veel wil
weten.
Binnenkort zal over deze kwestie de
beslissing vallen, en het is niet onmoge
lijk, dat een gevolg van deze beslissing
zal zijn een aftreden van minister Vi
viani, zoo niet van het heele ministerie.
Grooter nog is hot gevaar dat dreigt
door do voorgestelde inkomstenbelasting.
Het invoeren van een inkomstenbelas
ting ligt zonder twijfel geheel in de rich
ting van de Fransche ministers en ook
het volk is er in meerderheid in pi incipe
niet tegen.
Om deze belasting echter door te voe
ren is het natuurljjk noodig, dat de amb
tenaren de juiste inkomsten der burgen
kennen en van het laten taxeeron of
zelfs het opgeven van de iükomsten wil
len do Franschen niet veel weten.
Heel veel vertrouwen in het ambtsge
heim hebben de Franschen bljjkbaar niet
•n de kooplieden vreezen dat door die
taxatie of de opgave van inkomen con
currenten te veel van hun zaken te weten
zullen komen.
Algemeen neemt men dan ook aan, dat
het ministerie-Clemenceau geen lang leven
meer beschoren is.
Uit de Pers.
Provinciale kiesdistricten.
Het Handelsblad merkt op, dat er se
dert 1852, toen de provinciale iadeeling
voor de verkiezingen tot stand kwam,
heel wat veranderd is, met name in de
verhouding van de bevolking der ver
schillende gemeenten. Niettemin zjjn die
Staten-districten op enkele uitzonderin
gen na onveranderd gebleven.
De toestand is, zegt het blad, hoogst
ergerlijk, om niet te zeggen schandeljjk.
Rotterdam vaardigt 9, Men Haag 5
leden te weinig naar de Staten van Zuid-
Holland af. Op Vlaardingen en Delft na
hebben alle andere 13 provinciale kies-
diitricton in Zuid-Holland 1 of 2 afge
vaardigden meer dan hun bevolking recht
vaardigt. Men bedenke welk ontzagljjk
verschil het zou maken indien de vrjj-
zinnige meerderheid in Rotterdameche en
Haagsche districten in plaats van 25 de
39 afgevaardigden kon doen verkiezen,
waarop die distrioten recht hebben.
Thans vormen dus de Staten van Zuid-
Holland in werkeljjkboid een spotbeeld
van een vertegenwoordiging. naarin zjjn
de plactelandsdistricten, mot grootendeels
clericaal gezinde bevolking, op schreeu
wend onrechtvaardige wjjze bevoordeeld
in het aantal leden die zjj nog altijd
mogen afvaardigen, in strjjd met de sedert
een halve eeuw zoozeer gewjjzigde be-
volkingstoestandén. Het onrecht zou na
tuurljjk even gruwsljjk zjjn, wanneer de
rechterzjjde er door wierd te kort gedaan.
En de fout, waarop wjj wjjzen, geldt
niet enkel van Zuid-Holland, geljjk ieder
zal begrijpen. Het lust ons niet derge
lijke becijferingen, die trouwens reeds
vroeger door anderen zjjn gemaakt, voor
alle provinciën en hare districten te vol
voeren. Maar enkele cjjfera zullen toch
wel duideljjk maken hoe ook daar de
werkeljjkheid afwjjkt van wat sedert een
»Nu, Marjorie, wordt alles wat je denkt»
woordelijk op een Bndere plaats opge-
teekend".
Eten drong de beleekenis ran zjjn
woorden niet tot haar geest door.
Toen kwam zjj tot bezinning.
Lady Poole en de geloerde zagen de
bezielde uitdrukking van haar gelaat
verflauwen als een lamp, die uitgaat. In
plaats daarvan kwam nu afschuw en
vrees.
Zij greep met haar handen naar haar
hoofd, rukte de schitterende helm van
het hoofd en wierp hem met een smak
op den grond.
Toen bleef zij een oogenblik onzeker
staan en zonk bewusteloos neer.
Zjj had gedacht aan Mr. Gerald Rhat-
bone, den advocaat, en wat haar ge
dachten geweest waren, wie kan dat
zeggen
HOOFDSTUK IV.
De tweede minnaar komt ten
tooneele.
Op den avond na den dag, waarop
zjj bewusteloos was neergezegen in de
studeerkamer van Sir William Gouldes-
brough zat Marjorie Pool© alleen in da
ontvangkamer van het huis haror moeder
in Curzon Street.
Het was een mooi, groot vertrek in
Empire-style gemeubileerd, met spie
gels, gevat in met arabesken versierdo
vergulden ljjsten. Het vloerkleed had een
purperrooden ondergrond, versierd met
ranke laurierbladen in dezelfde tint maar
halve eeuw wetteljjkheid is gebleven.
Noord-Holland had op 1 Jan. 1906
1,069,600 inwoners. De Staten der pro
vincie tellen 77 leden, dat is ongeveer
13,900 voor elk lid. Welnu, Amsterdam
vaardigt naar de Sfaten af voor elk zjjner
9 districten 4 leden, dus te zamen 36.
Maar Amsterdams bevolking op 1 Jan.
1906 was 557,600, of 40 maal het ge
middelde van 13,900. Amsterdam heeft
dus 4 leden te weinig in de Staten van
Noord-Holland.
De provincie Utrecht heeft 41 leden in
haar Staten en had op 1 Jan. 1906
276,540 inwoners, dus gemiddeld voor elk
lid 6700. Welnu, de gemeente Utrecht
zou voor hare bevolking van 114,320
aanspraak hebben op 17 leden in de Sta
ten. En zjj heeft slechts 13.
De Staten van Gelderland bestaan uit
62 leden voor 612,500 inwoners, dus ge
middeld 1 voor 9900 inwoner. De hoofd
plaats der provincie vormt, geon afzonder-
ljjk Staten district (wel voor de Tweede
Kamer) en had op 1 Jan. 1906 een be
volking van 61.515. Arnhem zou derhalve
reeds alleen aanspraak hebben op ten
minste 6 leden. Welnu, Arnhem zendt
te zaaien met Roozendaal en Rheden
slechts 4 leden naar de Staten van Gel
derland.
Aldus is reeds jaren lang bjj de ver
tegenwoordiging in de Staten der pro
vinciën alle evenredigheid der bevolking,
die er oorspronkeljjk aan ton grondslag
lag, verdwenen. Daardoor is die ver
tegenwoordiging zelve vcrvalscbl. En zie
daar, waarom in provinciën als Zuid-
Holland en Gelderland de verhoudingen
zich geheel anders afspiegelon m de
Provinciale Staten dan in de Tweede
Kamer, ofschoon nagenoeg dezelfde kie
zers tot de samenstelling der beide col
leges gerechtigd zjjn. Ook voor de Tweede
Kamer is, sedert de voorloopige kieswet
van 1887 de enkelvoudige districten als
regel invoerde, de verhouding reeds veel
gewjjzigd ten nadeele van de groote steden
vooral, geljjk wij een jaar geleden hebben
aangetoond. Maar bjj de provinciale dis
tricten is, èoor de 55-jarige versteening
der kiestabel, de toestand onhoudbaar
geworden.
De eerste daad, aldus zegt het blad
verder, van elk ministerie, dat recht en
billjjkheid in het staatsbeleid wil bevor
deren, behoort dan ook te zjjn een her
ziening der Provinciale kiestabel van 1852.
Daartoe is veel zedeljjke moed noodig,
want de beschuldiging van politieke bij
oogmerken zal niet uitbljjven. De onbil-
ljjkheden zijn echter zóó schreeuwend,
dat geen Kamer, zelfs niet de Eerste,
een ontwerp dat er een eind aan maakt,
zou durven afstemmen.
Zeker niet, wanneer bij die regeling
niets anders geschiedt dan de Statenze-
tels naars evenredigheid opnieuw te ver-
deelen over de bestaande districten, op
grond van de officieele bevolkingscijfers
der laatste volkstelling (31 Doe. 1899),
waarbgS dan de grootste overschotten voor
een geheel worden aangenomen.
Zulk een ontwerp is zeer spoedig ge
reed te maken. Werd het nog deze maand
of in het begin van April ingediend, dan
konden de Kamers het afdoen vóór Juni,
dus vóór de nieuwe Statenverkiezingen
donkerder.
Er stonden maar weinig meubelen in
de groote, mooie kamer, maar wat er
stond was elegant, phantaslisch en on-
berispeljjk in zjjn soort.
Er hing een atmosfeer van rust en
gemakkelijke behaaglijkheid in deze mooie
kamer. Hier hoorde men vrooljjk een
oude Fransehe klok tikken, daar stonden
twee of drie cabinets van ingelegd hout
en aan de wanden hingen eenige copieën
van schilderjjen van Watteau, waarop
vroolijke tooneeltjes uit de oude hoftui-
nen van Versailles.
Marjorie droeg een japon met een
lange sleep en zjj zat geheel alleen met
een boek in de hand in de schitterend
verlichte kamer. Zij had een bosk in de
hand, maar er in lezen deed zjj niet.
Haar oogen waren strak op den wand
daartegenover gericht, ofschoon zij daar
niets zagen. Zjj zag bloek en scheen in
ernstige gedachten verdiept.
Zij wa3 den vorigen dag binnen een
paar minuten uit haar flauwte bijgekomen
en zag toen dadeljjk haar moeder en
haar minnaar die vol zorg bozig waren
haar weer bjj te brengen. Even later
waB zjj met Lady Poole naar huis gereden.
De groote inspanning van hot luisteren
naar wat haar zoo heel veel belangstel
ling inboezemde, was haar te machtig
geweest. Toen was Sir William gekomen
met zijn opmerking, dat haar gedachten
op dat oogenblik op een of andere ge
heimzinnige wjjze bekend en opgeteekend
werden.
plaats vinden. Natuurljjk zoude die wet
tevens moeten voorschrjjven ontbinding
van alle Provinciale Staten, dus verkie
zing in Juni e.k. van geheel vernieuwde
Staten. En dan zou, terstond na den
afloop der verkiezingen, de Eerste Kamer
beheoren te worden ontbonden, als regel
recht gevolg der groote wijziging van
hare kiescolleges. In hun zomerzitting
zullen de nieuwe Provinciale Staten, die
zoodoende niet meer het spotbeeld van
een behoorljjke vertegenwoordiging zou
den vormen, geroepen worden de 50
leden der nieuwe Eerste Kamer te kiezen,
welke dan ook harerzjjds meer aanspraak
zou hebben op den naam van een deel
te zjjn der Vertegenweordiging van het
Nederlandsche Volk.
De waarheid in staatsbeleid zou er niet
weinig door winnen en uit het politiek
moeras zouden wjj wellicht tevenB gera
ken. Het ministerie, dat zulk een verbe
tering brengt, zal zich zeer verdienste-
ljjk maken.
Da N. R. Ct. is het hiermee volstrekt
niet eens. Zjj moent, dat in het voorstel
van het Handelsbad zoowel het wetteljjk
karakter van onze Provinciale Staten, als
dat van onze Eerste Kamer ten eenen
male wordt miskend.
Tevens zou daardoor de staatsrechter
lijke beteekenis van onze Eerste Kamer
volstrekt worden veranderd. ImmerB, duB
redeneert de N. R. Ct., is het niet. voor
tegenspraak vatbaar, dat bjj verandering
van den aard van het kiescollege voor
de Eerste Kamer, van een vertegenwoor
diging van provinciale belangen in eene
zuivere politieke vergadering, ook het
karakter van oen verkozen lichaam ver
anderen moet. Wjj laten alweer de vraag
rusten, of de grondwetgever zich niet san
illusiën overgaf, toen hjj de verkiezing
van de Eerste Kamer aan de Provinciale
Staten overgaf. Maar zooveel is zeker,
dat hetgeen do grondwetgever heeft be
doeld niet was, dat de Eerste Kamer zou
worden eene getrouwe copie van de Twee
de. Hij hoeft niet gewild, dat de Eerste
Kamer, geljjk de Tweede, voor alios zoude
zjjn oen politieke vergadering, wèl dat
zjj een lichaam zoude zjjn, waarin de
uiteenloopende sociale belangen van het
land zouden worden gerepresenteerd. Of
zjj dit is, doet op het oogenblik niet ter
zake. Do vraag is slechts, wat de grond
wetgever heeft gewild, omdat in die rich
ting de wetgever haar heeft uit ie werken.
En de uitwerking, door het Handelsblad
aan de hand gedaan, spo< met dit beginsel.
Immers, dat de nieuwe Eerste Kamer,
welke het Handelsblad in hot vooruitzicht
stelt, ^aanspraak zou hebben op den naam
van een deel te zijn van de vertegen
woordiging van het Nederlandsche volk",
moge waar zjjn, dat zjj »het" deel zou
zjjn van de vertegenwoordiging van het
Nederlandsche volk, dat de grondwetge
ver zich als Eerste Kamer heeft gedacht,
is juist even onwaar.
Nu spreken wjj er niet van, of er mis
schien reden is, om aan de Eerste Kamar
eene andere beteekenis en andere be
stemming te geven, dan zjj tot nu toe
had. Het is best mogeljjk, dat het heele
bestaan der Eerste Kamer op het oogen
blik te kunstmatig is. In elk geval,
En zij wist, dat zij had gedacht aan
een anderen man gedacht aan hem,
zooals geen verloofd meisje aan een an
deren man mag denken.
Maar toen zij weer tot bewustzijn ge
komen was, had Sir William haar vrien
deljjk en eenvoudig verteld, dat als zjj
bang was geweest, dat haar gedachten,
wat zij ook mochten zjjn, hem bekend
zouden worden, dat zjj dan geen vrees
meer behoefde te hebben.
»Er wa6 niemand," zei hjj, »die je
gedachten kon opnemen. Denk je, dat
ik dat zou hebben goed gevonden, Mar
jorie Hoe kon je dat van mij denkeD."
Met een gevool van verlichting wbb
zjj naar huis gereden, tmar doodver
moeid en voelende hoe moeiljjk het leven
was en hoe onherroepelijk de fouten, die
men tengevolge van onnadenkendheid
maakt, bljjken te zjjn.
EerzuchtJa, dat had haar zoover ge
bracht. Haar hart was nog nooit door
iemand getroffen. Zjj dacht, dat zjj nooit
in staat zou i'iju groote liefde te voelen
voor een man. Van allen, die naar haar
hand dongen, had zjj hem gekozen, die
het meest haar intellect bevredigde, die
haar in haar oog de hoogste plaats
scheen te kunnen geven niet alleen in
de or-beduid er do gezelschapskringen maar
ook onder de invloedrjjkste menschen
der gereld.
Eu nu? Nu zat zjj te wachten, omdat
Gerald Rnthlone straks zou komon.
Wordt vervolgd