1906 N\ 14 6 Dinsdag 11 December. 96""' jaargang, i2 FEUILLETON. GOESCH COURANT. De uitgave dezer Courant geichiedt Maandag-, Woensdag- en Vrgdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjj* por kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco, f l,£5. Afzonderlijke nommeia 5 cent. Inzending van advertentiën vóob* 2 uren op den dag des* uitgave» Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". De prjji dor gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatBing derzelfde advertentie wordt de prjj» Blechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjk»- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regel» ƒ1,berekend. Bewijsnummers 5 cent. Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. Altijd wijzer dan andere Regeeringen. In de Zeeuw vonden wij onder het op schrift »Klein gedoe" een stukje uit de Standaard, waaruit het volgende ons trof. ♦Dat zoogenaamd ♦tijdeljjke" van den voorzitter van den ministerraad is niets dan een wassen neus. Minister Pierson bleef het vier jaren lang. Ook minister De Meester blijft 't aldoor. Precies zooals in de periode van 19011905. Alleen met dit verschil, dat de benoe ming van den preBident-minister, thans weer aan de Koningin ontnomen, en her geven is aan de Ministers zelve. O, dat altoos wijzer willen zijn dan andere regeeringen". Met luchthartigen zwier, de uit drukking is geleend die alles behalve den staatsman verraadt, redeneert de hoofdredacteur van de Standaardlaierovev ernstige zaken. In de eerste plaats die verzuchting aan het slot >0, dat altoos wjjzer willen zjjn dan andere Regeerin- gen". Het is juist dr. Kuyper geweest, die anders is beginnen te doen dan voor gaande Regeeringen. Na 1848 was het reglement van orde voor den minister raad steeds beschouwd als eene huishou delijke regeling, die aan het ministerie en aan dit alléén toekwam. Wel werd op deze regeling de goedkeuring van de Kroon gevraagd, maar toch bleef het eene regeling, die het Kabinet zelfstan dig trof. En nu onderscheidde het regle ment van orde voor het Kabinet-Kuyper zich, onder meer, van de vorige, hierin, dat het door de Kroon was vastgesteld. Dat was de groote nieuwigheid, waardoor dr. Kuyper wjjzer wilde zijn dan andere Regeeringen". De ministerraad, die vroeger baas wa6 in eigen huis, had zich thans te gedra gen naar de voorschriften van de Kroon. Hoe dit alles vloekt tegen ons Staats recht, hoe de zelfstandigheid van den raad vermindert, enz. enz., zijn zaken, waarover wij het thans niet zullen heb ben. Wij wilden alleen de nieuwigheid van dr. Kuyper constateeren. ♦Dat zoogenaamd tjjdelijke van den voorzitter van den ministerraad is niets dan een wassen neus", aldus De Standaard- redacteur, die mokt over de weder-afschaf- fing van het minister-presidentschap. De zaak is, dat, behalve dat geen der tegen woordige ministers uit jjdelheid het pre mierschap begeert, zjj er ook van door drongen zjjn, dat {het bjj ons te lande niet past. Het zal ongeveer vjjftien jaren geleden zjjn, dat in de Kamer de Regeering ver klaarde, dat ♦het geheel in overeenstem ming met onzen volksraad" was, geen vasten leider en voorzitter van den mi nisterraad aan te wijzen. Niemand sprak dat toen tegen. Maar met dr, Kuyper kwam ook deze nieuwigheid, die wilde in deze »weer wjjzer zjjn dau andere Regeeringen". Geheel en al nieuwigheid was het niet, De hinkende. Roman door ERICH EBENSTEIN. ♦Uw zoon moet wel een drommelsche knappe en uitmuntende jongen zjjn, dat hij bij de schoone Irma over geheel Wee- nen en Boedapest heeft getriomfeerd, want ongetwjjfeid waB zij het, die den 24 November, de hemel weet waar, met hem in gezelschap was. Om haar vertrok hjj van Triëst, en is hjj bereid zich den strop om den hals te zwjjgen. Hjj be mint haar dus werkeljjk. Maar ook zjj schjjnt hem lief te hebben, ik kan mij ten minste haar zonderlinge uitstapjes naar Dornbach niet anders verklaren. Natuurlijk zal het haar moeiljjk vallen tot spreken te besluiten. Het zal immers een buitengewoon opzien baren, als men verneemt, dat de zeer gevierde Irma Hegyassy verliefd werd op een eenvou- digen correspondent en dan nog wel op een, die altjjd voor een deugniet werd gehouden en nu is beschuldigd van roof en moord. Bovendien zal ze bang zjjn voor baar vader. Graaf Andor moet in zjjn gezin een vreesoljjk despoot zjjn en de rjjzweep moet geen onbelangrijke rol hebben gespeeld bjj de opvoeding zjjner beide dochters. Daarom heb ik haar moed een klein beetje moeten aanwak keren, en ik hoop, dat het geholpen heeft." ♦Ik ben zoo verrast, dat ik geen woor den weet te vinden. Het klinkt haast als een sprookje." ♦En is toch waarheid. Hot leven is zoo sprookjesachtig menigmaal ten minste." ♦Maar hoe weet u dat alles dat is waarwe hebben sedert 1842 twee minister-presidenten gehadde heeren Schimmelpenninck en Van Hall, maar juist deze voorbeelden moeBten voor na volgen hebben afgeschrikt. In het Kabinet van Dr. Kuyper was de zelfstandigheid en verantwoordelijk heid van de overige ministers geknot denk vooral eens aan den toenmaligen minister van Buiteolandsche Zaken. Dr. Kuyper sprak, handelde en dacht voor allen. Dat is in het tegenwoordig Kabinet andersdat huldigt het principe der vereeniging van handelen met pariteit van de personen der ministers. In dit Kabinet zitten geen marionetten. Dat mocht in 1905 wel eens weer big ken en daarom liet de heer De Meester toen bjj het groote politiek debat, >heel de reeks zjjner paladijnen voor het front komen." Aan het slot van het artikel baalt de hoofdredacteur van de Standaard weer een flauwiteit uit, zinspelende op den naam De Meester. Men schjjnt aao anti- revolutionnaire zijde goedlachach te zjjn, dat men daar van die aardigheden nooit genoeg krjjgt. Als wij bjjv. eens gesproken hadden van ♦het hoold der Kuiperij, die in 1901 het Regeeringskasteel be zette", of zoo iets. Dat zou men, en terecht, een goedkoope speculatie op den lachlust der lezers hebben genoemd. De Standaard moest dat ook niet doen dat is met recht klein gedoe. Uit de Pers. De »S. D. A. P." en de Ziekte verzekering. In Het Volk zet (mr. P. J.) Tr(oelstra) uiteen waarom de soc.-dem. partjj kan medegaan met het ontwerp-ziektever- zekering van minister Veegens. De lei dende soc.-dem. Kamerfractie schrjjft Punt 12 (van ons program) spreekt van verzekering van arbeiders tegen ziekte en ongelukken" tegenover pensioneering der werklieden op kosten van den Staat." Het verschil i8 duidelijk. Verzekering" geschiedt tegen betaling eener premieuit de door belangheb benden opgebrachte premiën worden de kosten betaald. Staatspensioneering daar entegen wordt betaald uit de belastingen, althans uit de rjjskas, uit middelen, niet speciaal opgebracht door hen, die 't pensioen genieten. ♦Ziekteverzekering" nu biedt het ont- werp-Veegens ons aan. Daarom kan het principieel door ons worden aanvaard, indien wjj ten minste willen bljjven op den bodera van ons program. De premiën voor de verzekering kunnen door den werkgever en (of) den arbeider worden betaald. In het ontwerp-Veegens betaalt de werkgever naast den arbeider een groot deel der premie. ♦Heel eenvoudig. Ik volgde haar tot in het paleis. Zij stapte natuurljjk reeds eerder uit en ging het laatste gedeelte van den weg te voet. Ik eveneens. Toen ik het paleis binnentrad en jnist naar een voorwendsel zocht, onder hetwelk ik zou kunnen vernemen, wat ik wenschte, kwam mij een lakei tegemoet, dien ik mjj verbeeldde te kennen. Hjj herkende mij ook dadelijk. Eenige jaren geleden bewees ik hem een dieust, welken hij zeker niet vergeet. Zoo ging alles heel gemakkeljjk. Wjj houden nu den draad in handen. Maar het is met de eenige. Ik heb nog een ander belangrijker Bpoor gevonden". ♦Een spoor vroeg Berta haastig. »Van Van den werkeljjken dader. Hjj be staat ongetwijfeld en daar hij beBtaat, zullen wjj hem ook vinden. Maar met het oog hierop moet ik van u nog eenige inlichtingen hebben, mevrouw". Louise kwam op dit oogenblik juist binnen met de thee. Toen ze weer was heengegaan, schoof mevrouw Frohlich dichter naar hem toe en vroeg nieuwsgierig: ♦Spreek spoedig, om 's hemels wil welk spoor hebt gij gevonden Silias Hempel leunde behaagljjk in zjjn stoel achterover. Zijn gezicht was nu weer frisch en jeugdig, zijn blik levendig. ♦Wilt u mjj niet eerst eens vertollen of er hier bij u niets nieuws is, mevrouw »Wat zou- er nieuws zjjn sedert gis teren ♦Och, ik dacht maar zoo. Of u mis schien niet de eene of andere gebeurte nis in, herinnering is gekomen, welke dikwjjls eerst in de herinnering betee- kenis verkrjjgt." >Wel, meneer Hempel, ik breek me het hoofd er over, hoe de dader toch. Gold het de ongevallen-verzekering, dan mochten wjj, volgens dit program, daarmede geen genoegen nemen. Wij lezen immers in punt 12 verderVer antwoordelijkheid der werkgevers voor alle ongelukken, den arbeiders in hun dienst overkomen". Deze regel is in de bestaande ongevallenwet gevolgd. Het geldt echter i- ziekte-verzekering en daaromtrent stelt ons program den werkgever niet verantwoordelijk. Om deze reden is ons program al weer geen be letsel, om ons principieel met het ont werp-Veegens te vereenigen. GOES, 10 Dec. 1906. De afd. Zeeland van den Ned. Bond van Gemeente-Ambtenaren, houdt Don derdag 13 Dec. a. s. te Middelburg eene vergedering, ter bespreking van adressen inzake jaarwedden van burgemeesters, secretarissen, ontvangers en ambtenaren ter secretarie, tevens zal alsdan een voor zitter van de afdeeling moeten gekozen worden, noodig wegens bedanken als zoo danig van den heer J. N. Elenbaas. Krabbendijke. Vrijdag vergaderde de raad dezer gemeente. Het eerste voor stel betrof eene kleine wijziging in het besluit der vorige vergadering tot het aangaan van eene geldleening groot f4000. Zonder discussie werd dit met algemeene stemmen aangenomen. Nu kwam aan de orde het voorstel van dhr. Vogelaar tot wjjziging der verordening op het heffen van schoolgeld. De voor zitter stelde voor om eerst het voorstel in zjjn geheel te bespreken, daarna een antwoord te geven op de vraagIs wij ziging onzer verordening gewenscht en wanneer hierop bevestigend wordt ge antwoord, dan het voorstel in onderdee- len te behandelen. Dhr. Vogelaar verzocht, nadat zijn voorstel, alsmede eene uitvoerige memorie van toelichting was voorgelezen, ook thans volledig mededeeling te doen van het voorstel-Welleman, daar hot mogeljjk zou zijn, dat deze een meer gowenBchte bron van inkomsten had genoemd. De voor zitter zegt, dat van dhr. Welleman geeD nader voorstel is ingekomen, waarop dhr. Welleman aanmerkt, dat hier eenig mis verstand in 't spel moet zjjn. Hjj heeft in de vorige vergadering de post ge noemd, waaruit de meerdere uitgaven konden worden bestreden. Hierop kwam het voorstel Vogelaar in bespreking. Dit voorstel kwam hierop neer, schoolgeldhefflng volgens den hoof- dslijken omslag f 575 belastbaar inkomen en hooger 70 cent per kind en per maand. VaD f 175 f 575 belastbaar inkomen 50 cent voor 1 kind, 90 cent voor 2 kinderen, voor 3 kinderen f 1,20, voor 4 kinderen f 1,40 en voor 5 en meer kinderen fl,50 per masnd. Van f75f175 inkomen 40 cent per kiüd, voor 2 kinderen f 0,70, voor 3 kinderen f0,90 en voor 4 en meer kin- eigenljjk wel hot huis is binnengekomeD, zonder dat ik het merkte. Ik zat namelijk op het kritieke oogenblik daar voor het venster en u zult moeten toestemmen, dat het nauwelijks mogeljjk is ♦Iemand niet te zien, die door bet hek binnenkomt. Zeer juist. Wat volgt daaruit Dat hjj niet door het hek is gekomen, ofschoon ik ook niet begrgpen kan ♦U zult dat spoedig begrgpen. Maar vertel me nu eens, herinnert u zich niet, dat uw zuster in de laatste dagen voor haar dood een brief kreeg, welke haar deed ontstellen Laten we bjj voorbeeld zeggen op 17 November." ♦Neen." »Hebt u ook voor dien tjjd nooit een bjjzondere opgewondenheid bjj haar be speurd ♦Ik herinner het mg niet." ♦Bodenk u eens goed." ♦Ja toch wel. Het zal in het begin van November geweest zijn ze had bood schappen in de stad gedaan en kwam eerst thuis, toen ik reeds boven was. Het trok toen mijn aandacht, dat ze doodsbleek was. Haar banden trilden, toen ze den hoed afzette. Toen ik baar vroeg wat haar scheelde, zei ze ik ben zoo koud, anders is het niets. En werkelijk was ze later ook zooals gewoon- lgk." Weet u, waar juffrouw vou Linde- maier toen geweest was ♦Niet nauwkeurig. Ze wilde naar haar naaister. Dat was het hoofddoel van haar uitgaan. Later heeft ze nog eenige klei nigheden gekocht." >Was ze werkeljjk bjj de naaister ♦Zeker, want ze bracht stalen van gar neering van haar mee, waar ik om ge vraagd had. Ik vroeg haar ook, hoe haar nieuwe japon haar zat, maar toen ant- deren fl per maand. Beneden f 75 inkomen 20 cent en 30 cent voor 2 en meer. De voorzitter verklaart zich principieel voorstander van kosteloos onderwjjs en is dus gekant tegen elke verbooging. Ook heeft hjj bezwaar tegen samenkoppeling aan den hoofdelgken omBlag waardoor in de praktjjk verschillende moeilijkheden ontstaan, wat door voorbeelden wordt toegelicht. Op dezelfde gronden wordt het voorBtel van dhr. Welleman bestre den. Beide sprekers worden door dhr. Vogelaar beantwoord, die een beroep doet op de hooge schoolgeldheffing aan de bjjzondere school. Spr. vond het jammer, dat het niet hooger had kunnen gaan dan f0,70. Hij had de vermogenden nog waldieper in de beurs willen laten tasten. Na de replieken van beide sprekers werden de algemeene beschouwingen ge sloten en doet de voorzitter het voorstel om de verordening niet te wjjzigen. Dit voorstel wordt met 6 tegen 1 stem (dhr. Vogelaar) aangenomen. Vervolgens kwam het voorstel-Welle man, verhooging jaarwedden onderwij zers, aan de orde. De voorzitter zegt, dat B. on W. op dezelfde gronden, als in de vorige zitting genoemd, aanneming ontradeD. De heer Welleman zegt, om niet in herhaling te vervallen, alle toelichting overbodig te vinden. Hg heeft dit in de vorige zitting uit voerig gedaan. Wijl niemand het woord verlaDgt, komt het voorstel in stemming en wordt verworpen met 5 tegen 2 stem men. (Welleman en Krjjger) In eene gesloten zitting wordt een suppletoir-kohier van den hoofdelgken omslag vastgesteld. Na rondvraag werd de vergadering gesloten. Kunst en Wetenschap. Het Maandblad van de vereeniging tegen de kwakzalverjj bevat deze maand HoofdartikelsSamenstelling van de middelen in 1906 vanwege de Vereeniging onderzocht. Wetteljjke bestrijding van de Kwakzalverij. I. BerichtenEen Abdijsiroop-Kalender. Do Bredasche Courant en de Kwak zalvers-advertenties. De vereeniging Eerste hulp bij ongelukken".Onder wijzer-Wonderdokter. Hoe men dank bare patiënten maakt. Gezondheids- bidden. Mededeelingen van verschillenden aard Onderzoek naar de waarde van attesten. (Foster's pillen). Poeder van het Stap horster Boertje.Vooruitgang.Reclame »Fo8ters Zalf". IngezondenDe vereeniging tegen de Kwakzalverij en haar Maandblad. Correspondentie. Registerop den 26sten jaargang van het Maandblad. woordde ze mij, dat ze het niet wist." ♦Een wonderlijk antwoord van een dame, die belang stelt in haar toilet, dunkt u ook niet Het viel mij ook op, want ze was in zulke dingen anders bjjna pedant." ♦Dub was ze gedurende het pa68en in haar gedachten met iets anders bezig. Ging ze later nog weer naar de naaister ♦Neen. Ze verklaarde integendeel, dat ze er nooit weer heenging, omdat ze een afkeer had van het huis. Maar waarom vraagt u daarnaar?" i-Dat kan ik u voorloopig nog niet zeggen. Wilt u mjj het adres van de naaister geven ♦Rosa Martin, Tieper Graben 40. Het is een huis, waar men doorheen kan loo- pen naar een andere straat." ♦Aha, zeer goed bedacht." ♦Wat meent u ♦Niets. Zeg mjj, alB het u blieft nu nog, of u een man kent, die hinkt". Berta Frohlich keek veibaasd op. ♦Een hinkende Och ,die ken ik er wel meer, dat is toch niet iets zeldzaams". SiliaB Hempel teekende met zijn pot lood figuurtjes in zijn aanteekenboek. ♦Noem mjj alle die u kent". Daar is bijvoorbeeld al dadeljjk de koopman Slama hier tegenover. Dan een koetsier met name Eberwein daar ginds in Neuwaldegg. Ook de bakkersjongen, die eiken dag hier aan huis komt hinkt". ♦Verder. Kent u niet ook een man uit de hoogere standen, die hinkt Mevrouw Frohlich schudde verbaasd het hoofd. Dat niet. Ik herinner mij op het oogenblik ten minste niet een. Maar waarom interesseert u dat ♦Om de eenvoudige reden, dat de moor denaar van uw zuster hinkt en tot de hoogere standen behoort". Buitenland. De Duitsche koloniën. Sedert den Fransch-Duitschen oorlog heeft het Duitsche rijk zich sterk ont wikkeld, de Duitsche industrie heeft een groot afzetgebied gewonnen en jaarljjks i8 de uitvoer aamerkeljjk toegenomen. Toch heeft Duitschland begrepon, dat het behalve de beschaafde landen nog ander gebied noodig heeft om den afzet te vergrooten. In verband hiermede heb ben de Duitschers ingezien, dat ook hun rjjk, evenals Engeland^ Frankrjjk en ook ons land, behoefte heeft aan het bezit van koloniën. Vandaar een trachten ook in de overzeeBche gewesten een afzetge bied te winnen door in bezit-neming van land. Heel gelukkig is Duitschland in dit opzicht niet geweest, zooals we reeds meermalen sehreveD. De terreinen, die dat dit land gewonnen heeft, zjjn voor eeD groot deel noch vruchtbaar, noch ge schikt voor kolonisatie. Jaren lang heeft het Duitsche volk dan ook niet anders dan ongenoegen beleefd van zijn bezittingen over zee. Voor een groot deel werd dat veroor zaakt door het feit, dat steeds de bin- nenlandsche politiek veel invloed had bjj de kolonisatie. Sedert eenige maanden is echter alB hoofd van het departement van Koloniën opgetreden een handelsman, die de ge- heele zaak niet beschouwt als een poli tieke quae8tie, maar als een commercieele onderneming. In den Rjjksdag heeft hij zjjn ondernemingen als zoodanig ook verdedigd. Zjjn voorganger heeft b. v. den aan leg van spoorwegen in Zuid-West-Afrika tevergeefs voorgesteld. Geen overwegin gen van ideëeien aard konden iügaDg vinden bjj de Rjjksdagleden. Het nieuwe hoofd van koloniëo, Dernburg, wist ech ter de zaak anders voor te dragen. Hij rekende o.a. vóór, dat het trans port van militairen en militaire goede ren bjj den aanleg van spoorwegen minder zou kosten dat de aanleg in zeker op zicht een bezuiniging zou wezen, en de volksvertegenwoordigers bleken, tenmin ste, wat hun woorden betreft, anders gestemd, zoodat naar alle waarschijnlijk heid een nieuw tjjdperk is aangebroken in het beheer dier koloniën. In hoever dit van practisch nut zal zjjn, bljjft echter tot nog toe de vraag. Nog altijd is het twjjfelachtig of wel ooit die koloniën vruchten zullen af werpen voor het Moederland. Dernburg is echter vol goed vertrou wen, doch in de eerste plaats verlangt hij spoorwegaanleg, als zijnde noodzake lijk voor de ontMikkeling der koloniën. Deze Bpoorwegen toch zullen het ver keer doen toenemen, een eerste voor waarde voor de ontwikkeling van een land, doch bovendien zullen de spoor wegen medewerken om rust en orde te doen ♦Onmogeljjk. Wat doet u zulks veron derstellen U zult het dadelijk vernemen. Eerst nog iets. Weet u werkelijk niemand allereerst geen vrouwelijk wezen, dat reden had om uw zuster te haten of te vreezen ♦Absoluut niet". ♦En toch is er een. Oordeel zelf. Ik was vandaag vroeg in de kamer boven. Het was daar nog alles precies als op den dag, dat de daad werd gepleegd, alleen kan men nu op klaarlichten dag alles veel beter zien. Ik onderzocht aller eerst de aanwezige sporen van voeten ze zijn duideljjk herkenbaar, groot, lomp, zeer weinig karakteristiek in den vorm maar zonderling in hun stand ten op zichte van elkaar. De eene voet is altjjd dicht bij den anderen en de rechter heel wat dnideljjker dan de linker. Ik maakte daaruit dadeljjk op, dat de persoon, wien deze voeten behoorden, moest hinken, een vermoeden, dat later zoo duidelijk mogeljjk werd bevestigd. Verder viel mij de vorm op. Zoo is geen mannenvoet gebouwd ook de lompste laars laat an dere sporen achter. De dader moet dus overschoenen hebben gedragen. Nu dra gen alleen personen uit de hoogere stan den overschoenen, niet waar?" ♦Zeker, dat is zeer opvallend". Aan een intelligent mensch dacht ik van den aanvang af. Een dief en moor denaar vaD de gewone soort was beelo- maal niet op de gedachte gekomen om de rol van uw zoon te spelen, zelfs wan neer hjj met de familieomstandigheden bekend ware geweest." n Dat schjjnt mjj jnist te zijn (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1906 | | pagina 1