1906 N\ 99.
Donderdag 23 Augustus.
93
jaargang.
ste
FEUILLETON.
De Liefde eener Vorstin
GOESCH
De uitgave dezer Courant ge.ebiedt llaandag-, Woenidag- en Vrjjdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjj» per kwartaal, in Koes 0,75, bniten Goes, franco, 1,85.
Afzonderlijke nommen 5 cent.
Incending wan adwerientiEn w6or 2 uren op den dag dar
uitgave»
De prjj» der gewone advert entice is van 1-5 regels 50 cent, elkon regel re. e e r 10 ot.
B® directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prji«
■lecbts tweemaal berekend.
Geboorto-, huweljjki- en doodberichten en do daarop betrokking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regel» 1,berekend.
5 cent.
Telefoonnuuimor 22.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Gotische Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens.
De wraakzucht van Calvijn.
Sedert de archieven van Genève ont
sloten zjjn, is er veel aan het licht ge
komen, waardoor de geschiedenis van
Calv|jn kon worden aangevuld. Zoo o.a.
de historie met Servetus, waardoor het
wraakzuchtige in het karakter van den
hervormer duidelijk aan den dag komt,
eene eigenschap, die sommige kopstukken
zgner partjj nog ontsiert.
Michael Servetus werd in 1509 te
Villeneuve ia Spaaje geboren. Hg stu
deerde te Toulouse in de rechten. Daar
kreeg hg nen bijbel in handen on werd
hg ook bekend met de Hoofdzaken der
christelijke waarheid", het beroemde werk
van Melancbton. Vol jjver wierp hg zich
nu op de studie dor godgeleerdheid en
weldra was hg met hart en ziel de Her
vorming toegedaan. Maar hg ging verder
dan de groote hervormers van dien tgd.
Zich houdende aan den bjjbel, verwierp
hg, wat door de kerkvaders on door
conciliën was vastgesteld, indien deze
uitspraken niet voldoende door de Evan
geliën gewettigd waren. Het sterkst ver
zette hg zich tegen de leer der Drieëen-
heid. Volgens hem was deze leer in het
Nieuwe Testament niet te vinden, ja,
het woord Drieëenheid zou men er te
vergeefs in zoeken.
Nu waren inderdaad de eerste hervor
mers omtrent de leer der Drieëenheid
nog niet tot een vast besluit gekomen.
Melancbton, de fijn voelende, de zacht
moedige Melanchton, had reeds voorspeld,
dat over deze quaestie eenmaal een storm
zou losbreken. De vraag, of »het woord"
een persoon is en of »de Geest" een
persoon is, zou bjj de nakomelingschap
nog veie jammeren in 't leven roepen,
't Was volgens Melanchton, ook volkomen
onnut, zich te verdiepen in zulke qnaes-
ties.
Servetus was 21 jaar oud, toen hg
zijn eerste geschrift, »Over de dwalingen
der Drieëenheid" in het licht gaf. Het
volgende jaar voegde hg er nog een
aanhangsel bjj »over de leer der recht
vaardiging door het geloof."
Te ontkennen valt hot niet, dat in het
werk van Servetus inderdaad veel schoons
voorkwam. Er zat geest en leven in.
Maar het geheel droeg al de kenmerken
van de jeugd des schrjjvers. Heftig voer
hg uit tegen de leer van anderen en
ten slotte ergerde hij Roomschen en
Protestanten beide.
Servetus vluchtte naar Parjjs, waar
hij voortaan vertoefde onder den naam
Michael van Villeneuve. Te Toulon was
hg een tjjdlang als corrector in eene
drukkerij werkzaam. Hg bestudeerde oude
talen en wiskunde, legde zich jjverig
op de geneeskunde toe, ontdekte o. a. den
bloedsomloop, werd arts aan het aarts
bisschoppelijk hof te Viëane doch vergat
de studie dor godgeleerdheid niet.
Zijn eerste werk vond geen ingang
bjj de hervormers van dien tgd. Hoe
dacht Calvija er over?
Eenige brieven werden tusschen beide
mannen gewisseld, maar zonder gevolg.
In 1546 zond Servetus aan Calejjn het
handschrift van oen nieuw werk ter be
37
door
GEORGE BARR.
»De vorstin had vanavond een bespre
king met den minister van financiën en
dien van oorlog, en ik twjjfel niet of haar
arm hoofd zal na de inspanning wel dood
vermoeid zjjn. Het zjjn gewichtige moei
lijkheden voor een dame," zei de graaf
nadrnkkeljjk, terwgl hjj een oogenblik
in de deuropening staan bleef.
Toen hg die achter zich gesloten had,
keken de Amerikanen elkaar lang en na
denkend aan, terwgl zij een gevoel van
respect voor den ouden man hadden, zooals
zjj nog nooit voor iemand anders onder
vonden.
Zjj zitten vorduiveld in de klem," mom
pelde Anguish.
»Ik zeg je, Gren, nog nooit heeft iets
mg zoo diep getroffen als de zorgen van
dit meiBje en baar land. Een week geleden
wist ik nog nauweljjks, dat Granstark
bestond, maar nu zou ik er tranen voor
kunnen storten."
>Er schjjnt geen hulp voor haar te
zjjn," meende Lorry peinzend.
>Voor Granstark meen je?"
»Ja natuurljjk meen ik dat, waar
voor anders?" vroeg Lorry, die totaal
oiet aan Granstark gedacht had.
•Wat een zelfzuchtig hart heb je toch,
ik geloof, dat je met plezier zoudt zien
dat dit meisje haar volk, kroon en al
oordeeling. Calvjjn liet hem door een
derde antwoorden, dat hjj voortaan niets
meer met hem te doen wilde hebben.
Maar tezelfder tgd schreef hjj een brief
aan zjjn vriend Farel, waarin o.a. deze
veelbeteekenende woorden voorkwamen
Als hg (o.l. ServetuB) te Genève
kwam, zou ik nimmer dulden,
dat hg levend terugkeerde."
Herhaaldelijk verzocht Servetus om
terugzending van het handschrift. Maar
Calvjjn, hoe vaak ook gevraagd, stond
het niet meer afhet kon hem een kos-
teljjk wapen zjjn togen eeu gevaarljjken
Servetus bezat echter een afsohrift en
het werk kwam ter wereld en nog vóór
het in den handel was gebracht, kreeg
Calvjjn een exemplaar. Hevig was hij
verontwaardigd. Hg zou wraak nemen.
Spoedig kwam hg den drukker op het
spoor. Door een vriend, Gnillaume Trie,
te GeDöve, liet hjj nu een brief schrjjven
naar Lyon, waarin werd gezegd, dat een
zekere Michael Villeneuve een zeer gods-
lasterljjk geschrift had lateu drukken.
Ten bewjjze werden er titel, inhoudsop
gave en een viertal bladen van het nog
niet in den handel gebrachte werk bij-
gevosgd (26 Feb. 1553). De ontvanger
van den brief snelde naar den Groot-
Inquisiteur, Servetius werd gevangen
genomen, maar moest worden losgelaten.
Wat nu Uit Viënne werd aan Trie
geschreven om het geheele werk. Deze
wist echter iets beters hjj zond het hand-
Bchrift en bovendien twee dozjgn brie
ven door Servetus eigenhandig geschreven.
Trie had die stukken natuurljjk van Cal
vjjn. In een dier brieven schreef Servetus
o. a. dat hg zjjn naam in dien van Vil
leneuve had veranderd.
De afloop was nu te voorzien. Servetus
werd voor de tweede maal gevat, her-
haaldeljjk ondervraagd en hg zou
den brandstapel niet ontgaan zijn, als het
hem niet gelakt was den kerker te ont
vluchten (7 April 1553). Eenigen tijd
zwierf hij nog in 't zuiden van Frankrgk
rond, tot bjj besloot, over Zwitserland
naar Italië te reizen. Zijn weg liep over
Genève. Zaterdag 12 Augustus kwam hjj
er aan. Den volgendeD dag woonde bij
den dienst in do kerk bjj. Hier werd hjj
echter herkend en weldra fluisterde men
elkaar toe»Michael Servetus is in de
kerk." Calvjjn vernam het. Dadeljjk ver
wittigde hij de politie, die Servetus on-
middelljjk in hechtenis nam. Nu moest
er een aanklager zjjn. De Geneefsche wet
eischte echter, dat ook de aanklager mee
in de gevangenis ging en daar bleef, tot
de schuld of de onschuld van den be
klaagde was gebleken. In 't laatste geval
werd den aanklager dezelfde straf opge
legd, die anders de beklaagde zou moeten
ondergaan.
In plaats van Calvijn trad nu diens
bediende Nicolaas de la Fontaine als aan
klager op. Maar de ware aanklager was
en bleef Calvjjn, en dat deze niet heel
zachtmoedig gestemd was, bleek uit een
brief aan Farel. »Ik hoop", zoo schreef
Calvjjn, »ik hoop, dat Servetus ter dood
veroordeeld wordt."
Reeds den volgenden Maandag (14
het andere verloor, opdat jij aanspraken
zou kunnen doen gelden riop Anguiih
half boos, half schertsend uit.
•Spreek zoo niet, Harry, spreek zoo
niet. Ik moet toostemmen, dat ik in mjjn
hart een stille hoop waarnam, het zelf
zuchtige, hartelooze verlangen, dat jjj
geraden hebt, maar ik zal daar niet aan
toegeven."
Toen gingen zjj naar bed. Anguish
sliep dadeljjk in. Lorry eerst na eenige
aren, waarin hg het beslnit nam, zjjn
best te doen meer van de aangelegen
heden der Granstarkers en het hart
hunner vorstin te weten te komen.
HOOFDSTUK XIII.
Van den Maneschijn en van een
Kloosteb.
Twee dagen verstreken, waarin vreugde
en droefheid zich voor Lorry afwisselden.
Van de gevolgen van den slag, die Dannox
hem gegeven bad, herstelde bjj spoedig,
dank zjj zjjn jong en krachtig gestel.
Qjj zag herhaaldelijk de vorstin, nog
meer echter gravin Dagmar en maakte
kennis met eenige heeren en dames, die
hem totaal onverschillig waren, behalve
wanneer zjj over hun meisjesachtige
vorstin spraken.
De atmosfeer in het slot scheen onder
een druk te verkeeron, die alle onbevan
gen vrooljjkheid buitensloot. De vorstin
was niet in staat haar onrust geheel te
verbergen.
Haar lach, haar opgewekt gesprek,
haar groote tegenwoordigheid van geest
en haar trots waren niet bjj machte doii
zoo vaak voorkomenden moeden blik in
Aug.) vergaderde de Raad en weldra
bleek, dat do la Fontaine niet tegen den
geleerden Servetus was opgewassen.
Nu trad Calvjjn in het krijt. Hevige
diBpulen volgden, tot de Raad eindeljjk
besloot, do zaak schrifteljjk te behande
len Servetus c-n Calvjjn mochten hun
gevoelen schrifteljjk uiteenzetten, waarna
alle stukken aan de Zwitsersche godge
leerden ter beoordeeling zouden gezonden
worden. Aldus geschiedde.
Calvijn zorgde er intusschon voor, dat
zjjne godgeleerde vrienden in de Zwitser-
sehe kerken do noodige inlichtingen ont
vingen. Onvollodig en eenzjjdig echter.
WaDt niet hot geheele boek van Servetus
werd hun gezonden, neon slechts eenige
uit hun verband gerukte zinsneden.
In October kwamen eindeljjk de ant
woorden uit Zwitserland. Wel werd er
gezegd, dat Servetus den dood verdiende,
maar eenstemmig verklaarden toch de
Zwitsers, dat hjj govaarljjke ketterijen
voorstond, b.v. op het stuk der Drie-
eenheid.
Donderdag 26 Oct. bepaalde de Raad,
dat Servetus •om zijne groote dwalingen
en godslasteringen" levend verbrand zou
worden.
Reeds den volgenden dag zou het vonnis
voltrokken worden.
De droeve dag kwam.
Aan Farel was de laak opgedragen,
Servetus naar den brandstapel te geleiden.
•Jezus, Zoon van den eeuwigen God,
erbarm U mijnermet die woorden
aanvaardde Servetus den tocht.
Niet aldus," zei Farel»gjj moet
bidden: Jezus, gij eeuwige Zoon van God!"
Tot zelfs in de allerlaatste ure vielen
dus de gveraars den armen martelaar
hard
De brandstapel stond gereed en
Servetus werd aan den paal gebonden.
Maar hot groene hout wilde niet vatten
en oen half nur lang leed de ongelukkige
de ontzetteDdste pjjnen. Sfcroo en droog
rjjshout moesten nog gehaald worden om
de kwjjnende vlam aan te wakkeren.
Nog eenmaal verzamelde Servetus al
zjjne kracht on met geweldige stem riep
hg »0 Jezus, Zoon des eeuwigen Gods,
erbarm u mjjner 1" (27 Oct. 1553).
Het was zjjn laatste kreet.
Zoolang de archieven van Genève ge
sloten bleven, was het voor de onder
zoekers moeiljjk, de ware toedracht der
zaak te weten te komen. Sedert echter
die archieven ontsloten en honderden
stukken en brieven nauwkeurig onder
zocht zjjn, is ook in deze duistere zaak
licht gekomen. In 1877 hebben drie ge
leerden Tolliu te Maagdenburg, Willes
in Engeland en Roget in Genève, onaf
hankelijk van elkaar, alle stukken onder
zocht en eenstemmig veroordeelen zjj
het gedrag van Calvjjn.
Dit staat vastCalvjjn heeft de ver
achtelijke rol van aanbrenger vervuld,
toen hjj Servetus als den Bchrjjver van
het kettersche boek aan de Inquisitie
te Vienne bekend maakteCalvijn
heeft vertrouwelijke brieven van Servetus
op verraderlijke wijze in harden van de
Inquisitie gespeeld; Calvjjn heeft den
haar oogen te verbergen. Telkens was
Lorry van plan met baar te spreken
over hetgeen de graaf hem verteld had
en zoo te hooren hoe zjj over die zaak
dacht.
Hjj dacht er over, of zjj, die toch maar
een meisje was, don vollen omvang van
den toestand kende, die haar en haar volk
te wachten stond.
Zekere teedere angst weerhield hem
met haar over iets te spreken, dat haar
het leven moeilijk maakte, want al was
hg niet bang, dat zjj 't niet goed zon
opnemen, toch kon hjj de gedachte niet
verdragen, haar dappere, kalme beschrjj-
ving van den toestand te moeten aan-
hooron.
Gravin Dagmar vertelde Lorry, als
zjj niet door den al tgd om haar heen
zwervenden Angnish in beslag genomen
werd, enkele bijzonderheden van het
particulier leven der vorstin, en
moedigde die vertrouwelijkheid aan, hoe
weinig opgewekts er ook in was.
Terwgl er naast de groote fontein
militaire parade was, vertelde de jonge,
levendige gravin aan Lorry een geschiede
nis, die zjjn hart zoo wild deed kloppen,
dat woede, haat, liefde en een gevoel
van hulpeloosheid hem in een toestand
brachten, die hg niet kon onderdrukken.
Hjj zou naar de vorstin hebben willen
snellen om zjjn leven te geven, als
daarmede het hare bad kunnen redden.
Maar hjj had haar een belofte gedaan,
die hjj niet dadeljjk weer vergeten mocht.
»Misschien heeft zjj niet eens graag
dat ik het u vertel, Mr. Lorry, want
zg beschouwt u als den besten aller
vluchteling, die niets misdreef, in Genèye
laten govangen nomen Calvjjn heeft
willekeurig ingegrepon in hot proces on
den beklaagde den bjjstand van eonen
advocaat doen onthouden. Calvjjn eindelijk
heeft niet onduideljjk te kennen gegeven,
dat persoonlijke wraak hem dreef. Hjj
toch verklaarde, »dat bij, als Servetus
slechts een schaduw van bescheidenheid
had betoond, bem niet zoo ten doode zou
hebben vervolgd."
GOES, 22 Aug. 1906.
In eene gisterenavond alhier ge
houden buitengewone vergadering der
workliedenvereoniging »Eigen Hulp",
werd met groote meerderheid van Btem-
men verworpen een voorstel lot wjjziging
van 't reglement, betreffende het uitkeeren
van f 30 bjj overljjden van buitonge-
wonen aard. Door verwerping van dit
voorstel zal dus de uitkeering big ven
zooals zg altjjd waser werd echter
nogal eenige discussie gevoerd over dit
punt, waarvoor deze vergadering uit
sluitend was uitgeschreven.
De opkomst der leden was niet groot
er waren slechts een 40-tal aanwezig.
Aan den heer Kolff van Oostorwijk
is op verzoek eervol ontslag verleend als
lid en secretaris der Gezondheidscom
missie, die haar zetel heeft te Kruiningen.
Driewegen* In de laatst gehouden
raadsvergadering werd o.a. besloten, oen
nieuw uurwerk in den toren san te schaf
fen. Dit is zeer zeker niet vóór den tgd,
het oude uurwerk is totaal versleten en
liet zich soms eenige dagen niet hooren.
Voorts zal er een ziekenbarak gemaakt
worden, die dienst zal doen bij besmet
telijke ziekten als cholera, pokken enz.
Wissenkerke. In de raadsvergade
ring van j.l. Maandag waren alle leden
tegenwoordig uitgenomen het lid J. C.
Schippers, zonder kennisgeving.
Onder de ingekomen stukken komen
voor goedkeuring wjjziging heffen kaai-,
haven- en liggeld en kennisgeving ont
vangst (dus goedkeuring) der verorde
ningen tot wjjziging politie- en brand
weerverordeningen begrooting post- en
telegraafkantoor te Kortgene ad f 640,
waarin deze gemeente moet betalen f70.
Naar aanleiding eener opmerking van
Gód. Staten dat de rente der te sluiten
leening uit de gewone middelen en niet
uit de geleende som zelve moet gekweten
worden, wordt het daartoe in de vorige
vergadering genomen betrekkeljjk besluit
in overeenstemming met die opmerking
gewgzigd. Daarop wordt overgelegd do
rekening 1905 van het Burgerl. armbest.
waaruit bljjkt dat de ontvangsten f1149,065
de uitgaven f 935,67 en het goed slot
alzoo f213,395 bedragen. En uit de daarop
voorgedragen begrooting big kt dat voor
1907 ontvangsten en uitgaven worden
geraamd op f1078,395 met eene subsidie
uit de gemeentekas van f825. Rekening
en begrooting worden onveranderd goed-
Eveneens wordt voorloopig onveranderd
goedgekeurd de rekening der gemeente
met eene ontvangst van f23855,195, eene
uitgaaf van f21554,835 en alzoo een goed
slot van f2300,36. Overgolegd en aan
geboden wordt daarop de gemeente-be
grooting voor 1907 die bjj do raadsleden
zal worden rondgezonden.
Daarna wordt de vergadering geschorst.
Bjj do heropening deelt de voorzitter
mede, dat oninbaar zullen worden ver
klaard over 1905 L. en E. van der
Moero Pzoons, Bamen voor f 1,785, wegens
armoede der zoons en omdat de vador
niet voor ben bo'alen wil.
Voorts deelt de voorzitter nog mede
dat wegens schilderwerk in de hulpkerk
te Kamperland door kerkvoogden is ver
zocht in dien tgd de openb. school voor
godsdienstoefening der N. H. Kerk te
mogen gebruiken, wat unaniem wordt
toegestaan.
Bij de daarop volgende rondvraag wor
den de volgende opmerkingen te berde
gebracht
lo. vraagt dhr. Meulenberg of er geen
einde aan dient gemaakt te worden dat
er in den mestput van Jeroen aan den
achterweg allerlei licht brandbaar vuil
geworpen wordt, wat lang niet ongevaar
lijk is met het oog op kinderen, die daar
wel eens met brandende lucifers spelen.
De voorzitter zegt daarnaar te zullen
laten zien, doch merkt op dat de politie
niet overal tegenwoordig kan zijn.
2o. wjjst dhr. de Looff op den stank,'
die uitgaat van den half gedichten vjjver
in de Kerkstraat en vraigt of daar geen
einde aan gemaakt kan wordon.
De Voorzitter zegt dat daar oen be-
schoeiïog zal worden geplaatBt doch dat
het open gedeelte water big ven moet voor
geval van brand, waarop do heeren Van
Damme en de wethouder Van der Maas
den voorzitter beduiden dat met dat
water niet gespoten zou kunnen worden
wegens den vuilen droes. De eerste geeft
daarom in overweging den gobeelen vjjver
te dempen en er een flinken welput te
plaatsen, zooals door den voorzitter ook
in 't begin der demping was beloofd.
>En zoo er geen welput mogeljjk iö",
merkt dhr. Nieuwdorp op, »maakt er
dan een flinken zinkput". De Voorzi'ter
zegt te zullen overwegen.
3o. dringt dhr. Van Damme aan op
toezicht op den drinkwaterput voor men-
Bchen aan 't einde vaD 't Fransche pad,
alwaar secreetbakken worden uitgespoeld.
De voorzitter zegt, dat de politie niet
op elk punt der gemeente kan zjjn, doch
zal er op doen letten.
4o. wijst dhr. Nieuwdorp er op dat
de putten in de straat naar 't kerhof,
bij 't z.g. Londen niettegenstaande de
belofte van den voorzitter nog niet ver
beterd zjjn.
De voorzitter meent dat 't niet zoo
erg is, doch dhr. Nieuwdorp houdt vol.
5o. wijst dezelfde erop dat het grind
op 't havenplein zoo verspreid wordt,
dat voor ander goed geen plaats over-
Bchiet.
De voorzitter zegt daarvan nog niet
te hebben gehoord, doch dhr. Nieuwdorp
verzekert de waarheid er van en schrijft
dat toe aan de lossers, die hot grind
maar neergooion om het kwjjt te zjjn.
mannen," zei de gravin, die onder de
hoede van vorstin Yetive de Engelsche
taal geleerd had.
Maar zij gaf toe aan haar wenschen
om dezen sterken, hulpvaardigen man
hit lot van haar vorstin te vertellen,
het scheen haar zelfs verlichting te geven.
Volgens hetgeen de hofdame vertelde,
scheen het van de vorstin af te hangen,
of Granstark voor smaad en vernietiging
bevrjjd zon big ven.
Prins Lorenz, de zoon van den vorst
van Axphain, was zeer verliefd op haar.
Daarom had de onde vorst haar enkele
maanden voor den terugkeer naar Gran
stark een voorstel gedaan dat zoo tege
moetkomend en vriendeljjk was, dat aan
do oprechtheid niet viel tetwjjfelen. Hg
wilde de nitbetaling van de oorlogsschat
ting nog tien jaar uitstellen, opdat zjj
beter aan haar verplichting zou kunnen
voldoen.
Ook zou van die laatste tien jaar geen
rente betaald behoeven te worden. Maar
aan dit grootmoedig voorstel was een
voorwaarde vastgeknoopt, dat was het
huweljjk der vorstin van Granstark met
zjjn zoon. Zij kon haar land redden als
zjj zich opofferde en haar leven larg
ongelukkig wilde zjjn.
De vorstin had den afgezant van den
naburigen vorst, die haar alle voordeelen
duideljjk uitoenzette, weggezonden met
d? boodschap, dat hot voorstel zorgvuldig
in overweging zou worden genomen, en
aan haar adel en ministerie voorgelegd,
aan wier beslissing zjj zich onderwerpen
zou. Adel en ministerie hadden echter
eenstemmig geweigerd hun jonge vorstin
op te offeren en het volk was het daar
mee eens
De vorstin had evenwel niet good ge
vonden die boodschap naar Axphain over
te brengen, vóór zjj een uitweg gevonden
had om bet land te reddenM en had een
gezantschap gezonden naar den prins van
Dawsbergen. Zjju gebied lag ten Zuiden
van Granstark. De gezanten verzochten
prins Gabriël voor de staatsschuld borg
te bljjven. Gabriël was evenzoo van liefde
vervuld voor de bekoorlijkheden der jonge
vorstin, deed dadeljjk aanzoek om baar
hand en beloofde vjjftien jaar lang twin
tig millioen gavoos te leenen, als zjj hem
aannam, wel is waar onder beding
van een tamelijk hooge rente.
De gekwelde vorstin had een afschuw
van Gabriël en in vergeljjking met bem
scheen Lorenz nog lang zoo erg niet.
Gabriël waB verwoed over haar weigering.
Zjjn verliefdheid Bteeg tot een Boort van
razernjj en vandaag was hg zelf gekomen
en had met een knieval om baar toe
stemming gesmeekt.
Hjj had de verschrikte maar niet toe
geeflijke vorstin verklaard, dat hg haar
hebben wilde of anders de geheele wereld
zou doen ontstellen. En zoo was de vorstin
van Granstark, eens Miss Guggenslocker,
in de moeiljjkBte positie, waarin ooit
eene vrouw kon verkeeren.
•Heeft zij al een besluit genomen
vroeg Lorry, toen de gravin ophield met
haar verhaal.
(Wordt vervolgd