1906 N\ 99. Donderdag 23 Augustus. 93 jaargang. ste FEUILLETON. De Liefde eener Vorstin GOESCH De uitgave dezer Courant ge.ebiedt llaandag-, Woenidag- en Vrjjdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjj» per kwartaal, in Koes 0,75, bniten Goes, franco, 1,85. Afzonderlijke nommen 5 cent. Incending wan adwerientiEn w6or 2 uren op den dag dar uitgave» De prjj» der gewone advert entice is van 1-5 regels 50 cent, elkon regel re. e e r 10 ot. B® directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prji« ■lecbts tweemaal berekend. Geboorto-, huweljjki- en doodberichten en do daarop betrokking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regel» 1,berekend. 5 cent. Telefoonnuuimor 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Gotische Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. De wraakzucht van Calvijn. Sedert de archieven van Genève ont sloten zjjn, is er veel aan het licht ge komen, waardoor de geschiedenis van Calv|jn kon worden aangevuld. Zoo o.a. de historie met Servetus, waardoor het wraakzuchtige in het karakter van den hervormer duidelijk aan den dag komt, eene eigenschap, die sommige kopstukken zgner partjj nog ontsiert. Michael Servetus werd in 1509 te Villeneuve ia Spaaje geboren. Hg stu deerde te Toulouse in de rechten. Daar kreeg hg nen bijbel in handen on werd hg ook bekend met de Hoofdzaken der christelijke waarheid", het beroemde werk van Melancbton. Vol jjver wierp hg zich nu op de studie dor godgeleerdheid en weldra was hg met hart en ziel de Her vorming toegedaan. Maar hg ging verder dan de groote hervormers van dien tgd. Zich houdende aan den bjjbel, verwierp hg, wat door de kerkvaders on door conciliën was vastgesteld, indien deze uitspraken niet voldoende door de Evan geliën gewettigd waren. Het sterkst ver zette hg zich tegen de leer der Drieëen- heid. Volgens hem was deze leer in het Nieuwe Testament niet te vinden, ja, het woord Drieëenheid zou men er te vergeefs in zoeken. Nu waren inderdaad de eerste hervor mers omtrent de leer der Drieëenheid nog niet tot een vast besluit gekomen. Melancbton, de fijn voelende, de zacht moedige Melanchton, had reeds voorspeld, dat over deze quaestie eenmaal een storm zou losbreken. De vraag, of »het woord" een persoon is en of »de Geest" een persoon is, zou bjj de nakomelingschap nog veie jammeren in 't leven roepen, 't Was volgens Melanchton, ook volkomen onnut, zich te verdiepen in zulke qnaes- ties. Servetus was 21 jaar oud, toen hg zijn eerste geschrift, »Over de dwalingen der Drieëenheid" in het licht gaf. Het volgende jaar voegde hg er nog een aanhangsel bjj »over de leer der recht vaardiging door het geloof." Te ontkennen valt hot niet, dat in het werk van Servetus inderdaad veel schoons voorkwam. Er zat geest en leven in. Maar het geheel droeg al de kenmerken van de jeugd des schrjjvers. Heftig voer hg uit tegen de leer van anderen en ten slotte ergerde hij Roomschen en Protestanten beide. Servetus vluchtte naar Parjjs, waar hij voortaan vertoefde onder den naam Michael van Villeneuve. Te Toulon was hg een tjjdlang als corrector in eene drukkerij werkzaam. Hg bestudeerde oude talen en wiskunde, legde zich jjverig op de geneeskunde toe, ontdekte o. a. den bloedsomloop, werd arts aan het aarts bisschoppelijk hof te Viëane doch vergat de studie dor godgeleerdheid niet. Zijn eerste werk vond geen ingang bjj de hervormers van dien tgd. Hoe dacht Calvija er over? Eenige brieven werden tusschen beide mannen gewisseld, maar zonder gevolg. In 1546 zond Servetus aan Calejjn het handschrift van oen nieuw werk ter be 37 door GEORGE BARR. »De vorstin had vanavond een bespre king met den minister van financiën en dien van oorlog, en ik twjjfel niet of haar arm hoofd zal na de inspanning wel dood vermoeid zjjn. Het zjjn gewichtige moei lijkheden voor een dame," zei de graaf nadrnkkeljjk, terwgl hjj een oogenblik in de deuropening staan bleef. Toen hg die achter zich gesloten had, keken de Amerikanen elkaar lang en na denkend aan, terwgl zij een gevoel van respect voor den ouden man hadden, zooals zjj nog nooit voor iemand anders onder vonden. Zjj zitten vorduiveld in de klem," mom pelde Anguish. »Ik zeg je, Gren, nog nooit heeft iets mg zoo diep getroffen als de zorgen van dit meiBje en baar land. Een week geleden wist ik nog nauweljjks, dat Granstark bestond, maar nu zou ik er tranen voor kunnen storten." >Er schjjnt geen hulp voor haar te zjjn," meende Lorry peinzend. >Voor Granstark meen je?" »Ja natuurljjk meen ik dat, waar voor anders?" vroeg Lorry, die totaal oiet aan Granstark gedacht had. •Wat een zelfzuchtig hart heb je toch, ik geloof, dat je met plezier zoudt zien dat dit meisje haar volk, kroon en al oordeeling. Calvjjn liet hem door een derde antwoorden, dat hjj voortaan niets meer met hem te doen wilde hebben. Maar tezelfder tgd schreef hjj een brief aan zjjn vriend Farel, waarin o.a. deze veelbeteekenende woorden voorkwamen Als hg (o.l. ServetuB) te Genève kwam, zou ik nimmer dulden, dat hg levend terugkeerde." Herhaaldelijk verzocht Servetus om terugzending van het handschrift. Maar Calvjjn, hoe vaak ook gevraagd, stond het niet meer afhet kon hem een kos- teljjk wapen zjjn togen eeu gevaarljjken Servetus bezat echter een afsohrift en het werk kwam ter wereld en nog vóór het in den handel was gebracht, kreeg Calvjjn een exemplaar. Hevig was hij verontwaardigd. Hg zou wraak nemen. Spoedig kwam hg den drukker op het spoor. Door een vriend, Gnillaume Trie, te GeDöve, liet hjj nu een brief schrjjven naar Lyon, waarin werd gezegd, dat een zekere Michael Villeneuve een zeer gods- lasterljjk geschrift had lateu drukken. Ten bewjjze werden er titel, inhoudsop gave en een viertal bladen van het nog niet in den handel gebrachte werk bij- gevosgd (26 Feb. 1553). De ontvanger van den brief snelde naar den Groot- Inquisiteur, Servetius werd gevangen genomen, maar moest worden losgelaten. Wat nu Uit Viënne werd aan Trie geschreven om het geheele werk. Deze wist echter iets beters hjj zond het hand- Bchrift en bovendien twee dozjgn brie ven door Servetus eigenhandig geschreven. Trie had die stukken natuurljjk van Cal vjjn. In een dier brieven schreef Servetus o. a. dat hg zjjn naam in dien van Vil leneuve had veranderd. De afloop was nu te voorzien. Servetus werd voor de tweede maal gevat, her- haaldeljjk ondervraagd en hg zou den brandstapel niet ontgaan zijn, als het hem niet gelakt was den kerker te ont vluchten (7 April 1553). Eenigen tijd zwierf hij nog in 't zuiden van Frankrgk rond, tot bjj besloot, over Zwitserland naar Italië te reizen. Zijn weg liep over Genève. Zaterdag 12 Augustus kwam hjj er aan. Den volgendeD dag woonde bij den dienst in do kerk bjj. Hier werd hjj echter herkend en weldra fluisterde men elkaar toe»Michael Servetus is in de kerk." Calvjjn vernam het. Dadeljjk ver wittigde hij de politie, die Servetus on- middelljjk in hechtenis nam. Nu moest er een aanklager zjjn. De Geneefsche wet eischte echter, dat ook de aanklager mee in de gevangenis ging en daar bleef, tot de schuld of de onschuld van den be klaagde was gebleken. In 't laatste geval werd den aanklager dezelfde straf opge legd, die anders de beklaagde zou moeten ondergaan. In plaats van Calvijn trad nu diens bediende Nicolaas de la Fontaine als aan klager op. Maar de ware aanklager was en bleef Calvjjn, en dat deze niet heel zachtmoedig gestemd was, bleek uit een brief aan Farel. »Ik hoop", zoo schreef Calvjjn, »ik hoop, dat Servetus ter dood veroordeeld wordt." Reeds den volgenden Maandag (14 het andere verloor, opdat jij aanspraken zou kunnen doen gelden riop Anguiih half boos, half schertsend uit. •Spreek zoo niet, Harry, spreek zoo niet. Ik moet toostemmen, dat ik in mjjn hart een stille hoop waarnam, het zelf zuchtige, hartelooze verlangen, dat jjj geraden hebt, maar ik zal daar niet aan toegeven." Toen gingen zjj naar bed. Anguish sliep dadeljjk in. Lorry eerst na eenige aren, waarin hg het beslnit nam, zjjn best te doen meer van de aangelegen heden der Granstarkers en het hart hunner vorstin te weten te komen. HOOFDSTUK XIII. Van den Maneschijn en van een Kloosteb. Twee dagen verstreken, waarin vreugde en droefheid zich voor Lorry afwisselden. Van de gevolgen van den slag, die Dannox hem gegeven bad, herstelde bjj spoedig, dank zjj zjjn jong en krachtig gestel. Qjj zag herhaaldelijk de vorstin, nog meer echter gravin Dagmar en maakte kennis met eenige heeren en dames, die hem totaal onverschillig waren, behalve wanneer zjj over hun meisjesachtige vorstin spraken. De atmosfeer in het slot scheen onder een druk te verkeeron, die alle onbevan gen vrooljjkheid buitensloot. De vorstin was niet in staat haar onrust geheel te verbergen. Haar lach, haar opgewekt gesprek, haar groote tegenwoordigheid van geest en haar trots waren niet bjj machte doii zoo vaak voorkomenden moeden blik in Aug.) vergaderde de Raad en weldra bleek, dat do la Fontaine niet tegen den geleerden Servetus was opgewassen. Nu trad Calvjjn in het krijt. Hevige diBpulen volgden, tot de Raad eindeljjk besloot, do zaak schrifteljjk te behande len Servetus c-n Calvjjn mochten hun gevoelen schrifteljjk uiteenzetten, waarna alle stukken aan de Zwitsersche godge leerden ter beoordeeling zouden gezonden worden. Aldus geschiedde. Calvijn zorgde er intusschon voor, dat zjjne godgeleerde vrienden in de Zwitser- sehe kerken do noodige inlichtingen ont vingen. Onvollodig en eenzjjdig echter. WaDt niet hot geheele boek van Servetus werd hun gezonden, neon slechts eenige uit hun verband gerukte zinsneden. In October kwamen eindeljjk de ant woorden uit Zwitserland. Wel werd er gezegd, dat Servetus den dood verdiende, maar eenstemmig verklaarden toch de Zwitsers, dat hjj govaarljjke ketterijen voorstond, b.v. op het stuk der Drie- eenheid. Donderdag 26 Oct. bepaalde de Raad, dat Servetus •om zijne groote dwalingen en godslasteringen" levend verbrand zou worden. Reeds den volgenden dag zou het vonnis voltrokken worden. De droeve dag kwam. Aan Farel was de laak opgedragen, Servetus naar den brandstapel te geleiden. •Jezus, Zoon van den eeuwigen God, erbarm U mijnermet die woorden aanvaardde Servetus den tocht. Niet aldus," zei Farel»gjj moet bidden: Jezus, gij eeuwige Zoon van God!" Tot zelfs in de allerlaatste ure vielen dus de gveraars den armen martelaar hard De brandstapel stond gereed en Servetus werd aan den paal gebonden. Maar hot groene hout wilde niet vatten en oen half nur lang leed de ongelukkige de ontzetteDdste pjjnen. Sfcroo en droog rjjshout moesten nog gehaald worden om de kwjjnende vlam aan te wakkeren. Nog eenmaal verzamelde Servetus al zjjne kracht on met geweldige stem riep hg »0 Jezus, Zoon des eeuwigen Gods, erbarm u mjjner 1" (27 Oct. 1553). Het was zjjn laatste kreet. Zoolang de archieven van Genève ge sloten bleven, was het voor de onder zoekers moeiljjk, de ware toedracht der zaak te weten te komen. Sedert echter die archieven ontsloten en honderden stukken en brieven nauwkeurig onder zocht zjjn, is ook in deze duistere zaak licht gekomen. In 1877 hebben drie ge leerden Tolliu te Maagdenburg, Willes in Engeland en Roget in Genève, onaf hankelijk van elkaar, alle stukken onder zocht en eenstemmig veroordeelen zjj het gedrag van Calvjjn. Dit staat vastCalvjjn heeft de ver achtelijke rol van aanbrenger vervuld, toen hjj Servetus als den Bchrjjver van het kettersche boek aan de Inquisitie te Vienne bekend maakteCalvijn heeft vertrouwelijke brieven van Servetus op verraderlijke wijze in harden van de Inquisitie gespeeld; Calvjjn heeft den haar oogen te verbergen. Telkens was Lorry van plan met baar te spreken over hetgeen de graaf hem verteld had en zoo te hooren hoe zjj over die zaak dacht. Hjj dacht er over, of zjj, die toch maar een meisje was, don vollen omvang van den toestand kende, die haar en haar volk te wachten stond. Zekere teedere angst weerhield hem met haar over iets te spreken, dat haar het leven moeilijk maakte, want al was hg niet bang, dat zjj 't niet goed zon opnemen, toch kon hjj de gedachte niet verdragen, haar dappere, kalme beschrjj- ving van den toestand te moeten aan- hooron. Gravin Dagmar vertelde Lorry, als zjj niet door den al tgd om haar heen zwervenden Angnish in beslag genomen werd, enkele bijzonderheden van het particulier leven der vorstin, en moedigde die vertrouwelijkheid aan, hoe weinig opgewekts er ook in was. Terwgl er naast de groote fontein militaire parade was, vertelde de jonge, levendige gravin aan Lorry een geschiede nis, die zjjn hart zoo wild deed kloppen, dat woede, haat, liefde en een gevoel van hulpeloosheid hem in een toestand brachten, die hg niet kon onderdrukken. Hjj zou naar de vorstin hebben willen snellen om zjjn leven te geven, als daarmede het hare bad kunnen redden. Maar hjj had haar een belofte gedaan, die hjj niet dadeljjk weer vergeten mocht. »Misschien heeft zjj niet eens graag dat ik het u vertel, Mr. Lorry, want zg beschouwt u als den besten aller vluchteling, die niets misdreef, in Genèye laten govangen nomen Calvjjn heeft willekeurig ingegrepon in hot proces on den beklaagde den bjjstand van eonen advocaat doen onthouden. Calvjjn eindelijk heeft niet onduideljjk te kennen gegeven, dat persoonlijke wraak hem dreef. Hjj toch verklaarde, »dat bij, als Servetus slechts een schaduw van bescheidenheid had betoond, bem niet zoo ten doode zou hebben vervolgd." GOES, 22 Aug. 1906. In eene gisterenavond alhier ge houden buitengewone vergadering der workliedenvereoniging »Eigen Hulp", werd met groote meerderheid van Btem- men verworpen een voorstel lot wjjziging van 't reglement, betreffende het uitkeeren van f 30 bjj overljjden van buitonge- wonen aard. Door verwerping van dit voorstel zal dus de uitkeering big ven zooals zg altjjd waser werd echter nogal eenige discussie gevoerd over dit punt, waarvoor deze vergadering uit sluitend was uitgeschreven. De opkomst der leden was niet groot er waren slechts een 40-tal aanwezig. Aan den heer Kolff van Oostorwijk is op verzoek eervol ontslag verleend als lid en secretaris der Gezondheidscom missie, die haar zetel heeft te Kruiningen. Driewegen* In de laatst gehouden raadsvergadering werd o.a. besloten, oen nieuw uurwerk in den toren san te schaf fen. Dit is zeer zeker niet vóór den tgd, het oude uurwerk is totaal versleten en liet zich soms eenige dagen niet hooren. Voorts zal er een ziekenbarak gemaakt worden, die dienst zal doen bij besmet telijke ziekten als cholera, pokken enz. Wissenkerke. In de raadsvergade ring van j.l. Maandag waren alle leden tegenwoordig uitgenomen het lid J. C. Schippers, zonder kennisgeving. Onder de ingekomen stukken komen voor goedkeuring wjjziging heffen kaai-, haven- en liggeld en kennisgeving ont vangst (dus goedkeuring) der verorde ningen tot wjjziging politie- en brand weerverordeningen begrooting post- en telegraafkantoor te Kortgene ad f 640, waarin deze gemeente moet betalen f70. Naar aanleiding eener opmerking van Gód. Staten dat de rente der te sluiten leening uit de gewone middelen en niet uit de geleende som zelve moet gekweten worden, wordt het daartoe in de vorige vergadering genomen betrekkeljjk besluit in overeenstemming met die opmerking gewgzigd. Daarop wordt overgelegd do rekening 1905 van het Burgerl. armbest. waaruit bljjkt dat de ontvangsten f1149,065 de uitgaven f 935,67 en het goed slot alzoo f213,395 bedragen. En uit de daarop voorgedragen begrooting big kt dat voor 1907 ontvangsten en uitgaven worden geraamd op f1078,395 met eene subsidie uit de gemeentekas van f825. Rekening en begrooting worden onveranderd goed- Eveneens wordt voorloopig onveranderd goedgekeurd de rekening der gemeente met eene ontvangst van f23855,195, eene uitgaaf van f21554,835 en alzoo een goed slot van f2300,36. Overgolegd en aan geboden wordt daarop de gemeente-be grooting voor 1907 die bjj do raadsleden zal worden rondgezonden. Daarna wordt de vergadering geschorst. Bjj do heropening deelt de voorzitter mede, dat oninbaar zullen worden ver klaard over 1905 L. en E. van der Moero Pzoons, Bamen voor f 1,785, wegens armoede der zoons en omdat de vador niet voor ben bo'alen wil. Voorts deelt de voorzitter nog mede dat wegens schilderwerk in de hulpkerk te Kamperland door kerkvoogden is ver zocht in dien tgd de openb. school voor godsdienstoefening der N. H. Kerk te mogen gebruiken, wat unaniem wordt toegestaan. Bij de daarop volgende rondvraag wor den de volgende opmerkingen te berde gebracht lo. vraagt dhr. Meulenberg of er geen einde aan dient gemaakt te worden dat er in den mestput van Jeroen aan den achterweg allerlei licht brandbaar vuil geworpen wordt, wat lang niet ongevaar lijk is met het oog op kinderen, die daar wel eens met brandende lucifers spelen. De voorzitter zegt daarnaar te zullen laten zien, doch merkt op dat de politie niet overal tegenwoordig kan zijn. 2o. wjjst dhr. de Looff op den stank,' die uitgaat van den half gedichten vjjver in de Kerkstraat en vraigt of daar geen einde aan gemaakt kan wordon. De Voorzitter zegt dat daar oen be- schoeiïog zal worden geplaatBt doch dat het open gedeelte water big ven moet voor geval van brand, waarop do heeren Van Damme en de wethouder Van der Maas den voorzitter beduiden dat met dat water niet gespoten zou kunnen worden wegens den vuilen droes. De eerste geeft daarom in overweging den gobeelen vjjver te dempen en er een flinken welput te plaatsen, zooals door den voorzitter ook in 't begin der demping was beloofd. >En zoo er geen welput mogeljjk iö", merkt dhr. Nieuwdorp op, »maakt er dan een flinken zinkput". De Voorzi'ter zegt te zullen overwegen. 3o. dringt dhr. Van Damme aan op toezicht op den drinkwaterput voor men- Bchen aan 't einde vaD 't Fransche pad, alwaar secreetbakken worden uitgespoeld. De voorzitter zegt, dat de politie niet op elk punt der gemeente kan zjjn, doch zal er op doen letten. 4o. wijst dhr. Nieuwdorp er op dat de putten in de straat naar 't kerhof, bij 't z.g. Londen niettegenstaande de belofte van den voorzitter nog niet ver beterd zjjn. De voorzitter meent dat 't niet zoo erg is, doch dhr. Nieuwdorp houdt vol. 5o. wijst dezelfde erop dat het grind op 't havenplein zoo verspreid wordt, dat voor ander goed geen plaats over- Bchiet. De voorzitter zegt daarvan nog niet te hebben gehoord, doch dhr. Nieuwdorp verzekert de waarheid er van en schrijft dat toe aan de lossers, die hot grind maar neergooion om het kwjjt te zjjn. mannen," zei de gravin, die onder de hoede van vorstin Yetive de Engelsche taal geleerd had. Maar zij gaf toe aan haar wenschen om dezen sterken, hulpvaardigen man hit lot van haar vorstin te vertellen, het scheen haar zelfs verlichting te geven. Volgens hetgeen de hofdame vertelde, scheen het van de vorstin af te hangen, of Granstark voor smaad en vernietiging bevrjjd zon big ven. Prins Lorenz, de zoon van den vorst van Axphain, was zeer verliefd op haar. Daarom had de onde vorst haar enkele maanden voor den terugkeer naar Gran stark een voorstel gedaan dat zoo tege moetkomend en vriendeljjk was, dat aan do oprechtheid niet viel tetwjjfelen. Hg wilde de nitbetaling van de oorlogsschat ting nog tien jaar uitstellen, opdat zjj beter aan haar verplichting zou kunnen voldoen. Ook zou van die laatste tien jaar geen rente betaald behoeven te worden. Maar aan dit grootmoedig voorstel was een voorwaarde vastgeknoopt, dat was het huweljjk der vorstin van Granstark met zjjn zoon. Zij kon haar land redden als zjj zich opofferde en haar leven larg ongelukkig wilde zjjn. De vorstin had den afgezant van den naburigen vorst, die haar alle voordeelen duideljjk uitoenzette, weggezonden met d? boodschap, dat hot voorstel zorgvuldig in overweging zou worden genomen, en aan haar adel en ministerie voorgelegd, aan wier beslissing zjj zich onderwerpen zou. Adel en ministerie hadden echter eenstemmig geweigerd hun jonge vorstin op te offeren en het volk was het daar mee eens De vorstin had evenwel niet good ge vonden die boodschap naar Axphain over te brengen, vóór zjj een uitweg gevonden had om bet land te reddenM en had een gezantschap gezonden naar den prins van Dawsbergen. Zjju gebied lag ten Zuiden van Granstark. De gezanten verzochten prins Gabriël voor de staatsschuld borg te bljjven. Gabriël was evenzoo van liefde vervuld voor de bekoorlijkheden der jonge vorstin, deed dadeljjk aanzoek om baar hand en beloofde vjjftien jaar lang twin tig millioen gavoos te leenen, als zjj hem aannam, wel is waar onder beding van een tamelijk hooge rente. De gekwelde vorstin had een afschuw van Gabriël en in vergeljjking met bem scheen Lorenz nog lang zoo erg niet. Gabriël waB verwoed over haar weigering. Zjjn verliefdheid Bteeg tot een Boort van razernjj en vandaag was hg zelf gekomen en had met een knieval om baar toe stemming gesmeekt. Hjj had de verschrikte maar niet toe geeflijke vorstin verklaard, dat hg haar hebben wilde of anders de geheele wereld zou doen ontstellen. En zoo was de vorstin van Granstark, eens Miss Guggenslocker, in de moeiljjkBte positie, waarin ooit eene vrouw kon verkeeren. •Heeft zij al een besluit genomen vroeg Lorry, toen de gravin ophield met haar verhaal. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1906 | | pagina 1