Bijvoegsel van de (Joesclie Courant van
Zaterdag 2 Juni 1906, no. 65.
LANDWEER.
Vergoeding en ontheffing voor kostwinners.
In verband met de bij openbare kennisgeving gedane op
roeping onder de wapenen van landweerplichtigen voor de in
dit jaar te houden oefeningen ingevolge artikel 11 der Land-
weerwet, brengen Burgemeester en Wethouders der gemeente
Goes bij deze ter openbare kennis, dat bij de wet van 27
April 1906 (Staatsblad no. 78) de Landweerwet is aangevuld
met een nieuw artikel nopens het toekennen van vergoeding
aan de achterblijvende familiebetrekkingen van dienstplichtigen
der Landweer en het verleenen van ontheffing van den wer-
kelijken dienst tot deelneming aan vorenbedoelde oefeningen.
Het nieuwe artikel luidt
Art. 15 bis.
Indien blijkt, dat ten gevolge van het verblijf onder de
wapenen of in werkelijken dienst van een dienstplichtige bij
de Landweer, door het gezin, waartoe deze behoort of waarin
hij is opgenomen, of door den persoon of de personen, in
wiens of in wier levensonderhoud hij voorzag of hielp voorzien,
zonder zijne aanwezigheid niet of niet voldoende in eigen
onderhoud kan worden voorzien, dan wordt aan dat gezin,
aan dien persoon of aan die personen, naar door Ons te stellen
regelen, voor eiken dag, dien de dienstplichtige onder de
wapenen of in werkelijken dienst is, op hun verzoek uit 's Rijks
kas eene vergoeding toegekend van ten hoogste een gulden en
vijftig centtenzij door Onzen Minister van Oorlog aan Ons
wordt voorgesteld, den dienstplichtige van den werkelijken
dienst te ontheffen en deze ontheffing door Ons wordt verleend.
De uitbetaling der vergoeding geschiedt naar voorschriften
van Onzen Minister van Oorlog.
Vergoeding, als in het eerste lid bedoeld, wordt niet toe
gekend voor den tijd dien de dienstplichtige vrijwillig, krach
tens artikel 18 onder de wapenen is.