1905 N". 103.
Donderdag 31 Augustus.
92s,e jaargang.
49 FEUILLETON.
Uit het leven
mijner oude vriendin.
GOESCHE
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjg per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,25.
Afzonderlijke common 5 cent.
Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave-
De prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regeiB 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bjj a irecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjj»
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwoljjk»- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a 1,berekend.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent por regel.
KONINGINNEFEEST.
Betreffende de aan te brengen straat-
versieringen wordt bekend gemaakt
le. dat met het aanbrengen van de
versieringen mag worden begonnen op
6 September a.s., terwijl alles moet ver
wijderd en alle pleinen en straten in den
vorigen toestand teruggebracht moeten
zjjn op 20 September d. a. v
2e. dat de wagens, die deelnemen aan
den optocht, met inbegrip van hun last,
niet breeder mogen zjjn dan 2.50 M. en
niet hooger dan 4 M.;
3e. dat in verband daarmede de palen
voor eventueele versiering geene mindere
straatbreedte mogen overlaten dan 2.80
M., terwijl zjj niet mogen worden ge
plaatst in de straatgoten
4e. dat de middelopening der eere-
pcorten minstens 2.80 M. breed en min
stens 4.50 M. hoog moet zijn.
Goes, 30 Augustus 1905.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
D. D. VAN DEN BOUT, L. B.
De Secretaris,
G. A. HAJENIUS.
De Kinderwetten.
Tot nu toe waren verwaarloosde, mis
handelde en verlaten kinderen in Neder
land nog geen afzonderlijk voorwerp van
Staatszorg. Misdaden tegen kinderen wor
den, voor zoover zij aaü het licht kwamen
en onder de bepalingen der strafwet
vielen, op de gewone wijze berecht. Met
de eigenlijk verwaarloosde kinderen be
moeide de Staat zich nietzij mochten
vrjjeljjk opgroeien tot volwassenen, mis
dadigers of niet, tenzij zij het geluk
hadden reeds in hun jeugd eene zoodanige
strafbare handeling te plegen, dat de
rechter hunne plaatsing in een Rijks
opvoedingsgesticht kon bevelen.
Philantropon, die zich het lot van ver
waarloosde kinderen aantrokken, werden
in hun pogingen belemmerd door de be
palingen op de voogdij en de vaderlijke
macht. Niet alleen toch konden de kin
deren tegen den wil der ouders niet aan
hunne macht worden ontrukt, ook al
werden zjj door hen verwaarloosd, of
erger, op den weg der misdaad geleid,
maar men stond ook machteloos als een
ontaarde vader of moeder het kind, dat
men soms jarenlang verpleegd had en
dat men reeds hoopte voor goed gered
en terecht gebracht te hebben, kwam
opeischen op den leeftijd, waarop hij of
zij meende er voordeel van te kunnen
trekken of hot geheel ten eigen bate te
kunnen exploiteeren.
Nu zal dit alles anders worden.
Binnenkort zullen namelijk in ons land
de zoogenaamde Kinderwetten" worden
ingevoerddrie wetten, die tezamen
één geheel vormen en waarvan de be
doeling is des wetgevers strenge, maar
ook beschermende hand uit te doen strek
ken over het kind.
Reeds lang waren zij in voorbereiding
en als wij de personen noemen moeten,
die aan deze wetgeving den eersten stoot
Door W. Heimbubg.
Vertaling van mej. J. A. v. D. L.
Ik zweeghet was mij niet mogelijk
te zeggen dat hg zjjn woord gebroken
had en dat moest ik toch, wilde ik de
waarheid zeggen. Mevr. v. Bendeleben
stond op en mg een kouden, verachte-
ljjken blik toewerpend, verliet zij de
kamer.
»Het doet mij leed, Greetje, dat ik
zulke dingen van je hooren moet", begon
de baron weer. »Ik kan nu veel, wat mij
anders duister was, verklaren: je afkeer
van dominé Renner, je verward uitzicht
bjj Ruths verlovingmaar het is niet
mooi van Eberhardt, dat hij vergat hoe
na gij mg stondt, en dat hg jou behan
delde als een knap kameniertje en niet
als de vriendin mijner dochter. Dat was
niet netjes van hem. Je ziet welke treu
rige gevolgen dat nu heeft".
»Neem mg niet kwaljjk papa", zei
Eberhardt, »maar n zjjt op weg, hard en
onverdiend te veroordeelen. Ik heb nooit
aan juffr. Siegesmund gedacht in dien
zin, als u het schjjnt op te vatten. Mar-
garetha was mijne verloofde", hier beefde
zijne stem even, »en ik zou haar even
zeker getrouwd hebben ais ik nn Ruth
tot mjjne vrouw genomen heb, als mij
geen dingen verteld waren geworden,
die ik zoo zwak was te gelooven en die
hebben gegeven, dan noemen wjj in de
eerste plaats den liberalen minister Van
der Kaay, die in Mei 1897 de voorstellen
indiende tot wijziging van de bepalingen
betreffende de ouderlijke machtden
liberalen minister Cort van der Linden,
van wien do thans ingevoerde wetten
meest het maaksel zijn den heer mr.
J. A. Levy, die bij de debatten over de
begrooting van Justitie in 1893 een ern
stig woord deed hooren over de nood
zakelijkheid, om wjjziging te brengen in
onze bepalingen ten opzichte van jeugdige
misdadigersden heer Rethaan Macaré,
die in 1896 sprak over de bescherming
van kinderen en de wenschelijkheid van
versterking eenerzjjds en breideling van
de ouderlgke macht anderzijds.
Van de vereenigingen noemen wij in
de eerste rij de Maatschappij tot Nnt
van 't Algemeen, die in haar 110e alge-
meene vergadering een voorstel aannam,
waarbij aan het Hoofdbestuur werd op
gedragen, eene commissie te benoemen
tot het uitbrengen van verslag over de
vragen
»Wat wordt in Nederland door over
heid, stichtingen, vereenigingen of bij
zondere personen, zoowel stoffalijk al6
zedelijk, gedaan ten bate van kinderen,
wier opvoeding door de daartoe geroe
penen, hetzij stoffjlijk, hetzij zedelijk,
wordt verwaarloosd en
Behoort meer te worden gedaan?
Zoo ja, wat
De Maatschappij trok op hare begroo
ting oene som van f2000 uit tot dekking
der kosten vallende op dat onderzoek,
enz. Die Commissie, bestaande uit de
heeren mr. J. A. Levy, P. H. Hugen-
holtz Jr., jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré
en Th. Nolen, de laatste rapporteur,
heeft hare bevindingen neergelegd in
een in 1898 door de Maatschappij uit
gegeven lijvig rapport, dat stellig met
groote belangstelling zal worden gelezen,
door ieder, die belang stelt in het onder
worp, wat eigenlijk ieder behoorde te
doen.
Ook de Volksbond, vereeniging tegen
drankmisbruik, trok zich de zaak aan en
gaf in 1896 oen belangrjjk rapport uit
over onze wetgeving ten opzichte van de
ontzetting uit de ouderlgke macht.
Al deze personen en corporaties mogen
er zich op beroemen den stoot te hebben
gegeven aan het ontstaan der Kinder
wetten of daarop invloed te hebben uit
geoefend. En het doet ons goed, dat de
drang meest van liberale zjjde is ge
komen.
We spraken boven van drie wetten. Oor
spronkelijk waren er vier, en dit vierde
ontwerp handelde over den rechtstoestand
van die verschoppelingen der rechtsorde,
de natuurlijke kinderenhet schafte o.a.
het beruchte Napoleontische verbod van
onderzoek naar het vaderschap af, maar
is blijven liggen en zal later nog wel
eens ter tafel komen.
Van de drie overblijvende wetten be
handelen twee het strafrechtelijk gedeelte,
de 6traf en de berechting van jeugdige
misdadigers, en een regelt het burger
rechtelijk deel, de belangrijke wjjzigin-
gen in de ouderlgke macht en voogdij,
mg onze verbintenis deed verbreken, daar
zij mij niet waardig scheen te zijn."
»Uwe verloofde vroeg de baron, alsof
hg niet begrijpen kon wat daar zoo
rustig gezegd werd.
»Dat heb ik gezegd", antwoordde
Eberhardt. »Zjj was mjjne verloofde en
de brieven zijn, om zoo te zeggen, vol
komen gerechtigd."
Hoort gij, papaatje, zjjee verloofde",
lachte Ruth, op haar verwonderden vader
toetredend, terwijl ik over alle leden,
bevend mg krampachtig aan eene stoel
leuning vast klemde. Trots al mgne
schaamte kwam er een gevoel als van
ontwakend geluk over mij. »Zie nu eens,
is het üiet jammer dat dit niet doorge
gaan is U hadt dan aan uwe bekenden,
uwe nicht, mevr. v. Eberhardt, geboren
Siegismund, kunnen voorstellen."
»Geen spot!" viel Eberhardt toornig
in. »Kom mee, juffr. Siegismund, het is
hier geen plaats voor u. Ga naar huis,
en vergeet de beleedigingen, die men
u hier aangedaan heeft." Hg nam mjjn
arm, en leidde mij naar de deur, die hg
voor mij opende.
Als in een zwaren, benauwden droom,
wandelde ik naar huis. Donkere wolken
dreven door het luchtruim, een zoele wind
streelde mgne wangen, en in de heldere
plekken aan de lucht blonk hier en daar,
als een vriendeljjk oog, eene kleine ster.
En daarginds op het slot streden zjj ver
der, die menschen, die niet met elkander
leven konden, en beproefden de ketenen
te verbreken, die hen aan elkander ver
bonden. Die éóne, omdat zij onstandvas
tig en jjdel was, alleen voor de vreugde
bestemd om de kinderen aan ondeug
delijke invloeden te onttrekken en ze
onder afdoende bescherming te stellen.
Dit laatste onderwerp is algemoener en
dus van moer direct belang voor de
burgers.
De beide groote nieuwigheden uit het
civiel-rechfcelijk gedeelte der wetten zijn
de ontzetting en de ontheffing van de
ouderlgke macht. Vroeger kon, zooals we
boven zeiden, een vader, die zjjn kind
verwaarloosde of het liet opgroeien voor
galg en rad, bijna niet door den rechter
worden bereikt. Hield de ontaarde vader
zich slechts buiten het bereik der straf
wet, dan was zijn verderfelijke maebt
onaantastbaar, alleen als hjj wegens be
paald schandelijke dingen werd veroor
deeld, dan kon hij, als bgkomeode straf,
uit zijn macht over het kind, en dan nog
maar tijdelijk, worden ontzet. Dit laatste
middel echter was haast erger dan de
kwaal, want het arme schaap, dat een
tgdlang betere schutse had gevonden voor
nood en ellende, kon na afloop van den
termijn van ontzetting weer opgeéischt
worden door den ouder, die misschien in
dien tijd nog niet beter was geworden.
Ook was de geheelo regeling een keten
aan het been van vele vereenigingen, die
beproefden zich het lot van schuldige of
onschuldige kinderen aan te trekken.
Kwam op een kwaden dag eon kinder-
beul zijn spruit terugvragen, geen ver
eeniging ter wereld was machtig genoeg
om het schaap binnen baar beschermonde
muren te houden.
Wij behoeven daarover niet verder uit
te weidenieder kent wel gevallen van
deze soort, waarbij hij de handen ineen
sloeg van verbazing over de slechte wet,
die zoo iets toestond.
De nieuwe wet nu bent de ontzetting
niet als straf, maar als maatregel in het
belang van het kind. Zij kan gevraagd
worden door den anderen ouder, door
verwanten tot den vierden graad, door
den voogdgraad en eindelijk door het
Openbaar Ministerie.
Natuurlijk heeft do wet een omschrij
ving moeten geven van de gevallen,
waarin de ontzetting kan plaats hebben,
maar deze omschrijving is zoo ruim ge
nomen, dat des rechters handen niet al
te zeer gebonden zijn door de doode letter.
Misbruik van macht, grove verwaarloozing
der opvoeding, slecht levensgedrag en
veroordeeling wegen3 eenige strafbare
feiten, in al die gevallen mag de rechter
.de ouderlgke banden van het kind afslaan
en het voor goeddat wil zeggen tot
de meerderjarigheid, aan betere toever
trouwen.
Een zwak punt echter blijft altijd juist
dit laatste. Men heeft het te onzent niet
aangedurfd, om de kinderen, naar bet
voorbeeld in Frankrjjk, kort en goed
onder de bescherming der overheid te
stellen. De kantonrechter zal dus, zijn
beide ouders ontzet, een voogd moeten
benoemen. Is er geen vereeniging, die
zich het kind wil aantrekken, dan moet
de kantonrechter een keuze d >en en zijn
eenig wapen daarbij is, dat niemand een
opgedragen voogdij mag weigeren, wan
neer men niet een geldige reden van
en het genot in de wereld geschapen
scheen te zijn, omdat zij een hart bezat,
dat zelfs door de liefde vqor haar kind
niet aan haren man verbonden was, dien
man, dien zij eens vurig begeerd had,
en om wien te bezitten, zjj geen middel
te verfoeilijk geacht had en van wien zij
zich nu tot eiken prjjs wilde losmaken
om vrjj te zjjn. En die andere, die, zooals
ik dadelijk gevoeld had, niet vergeten
kon, die zijne eerste liefde niet uit zijn
hart had kunnen verbannen, hoewel hij
het ernstig beproefd had. In al mijn ver
driet was bet toch een zoete troost, die
mij bjjna al bet treurige en onaangename
deed vergeten, dat hij op mjjne zgde was
geweest.
»Katrien", zei ik, toen ik bg haar kwam
en een stroom van tranen kwam uit mgne
oogen, »nu geloof ik dat alles uit is
iusschen do bewoners van het slot en mij.
Ruth, die mij altijd belasterde, heeft nu
ook tweedracht gezaaid tusschen hare
ouders en mg".
Katrien zweeg, het scheen alsof zjj eerst
iets antwoorden wilde, maar zij zeide niets
het was misschien ook beter, daar zjj wel
licht bitter zou geweest zjjn. Den anderen
morgen ging ik naar mevr. v. Bendele
ben om haar alles te vertellen en toch
zooveel mogeljjk Ruth te sparen. Het
moest alles opgehelderd wordenzg moch
ten op het slot niet denken, dat ?g hunne
weldaden aan eene onwaardige besteed
hadden. Ik had ook aan Hanna geschre
ven, haar verhaald hoe alles gekomen
was en haar gesmeekt mjj bij hare moe
der te helpen rechtvaardigen.
Het was een moeiljjke gang, dien ik
verschooning heeft. Do voornaamste van
die redenen is, dat er bloedverwanten in
het arrondissement zjjn, die de voogdij
in de eerste plaats kunnen waarnemeD,
als zjjnde deze een familieiast. Tot dezen
zal de rechter dus met zijn benoemings
recht zich het eerst richten. Maar zoo
zelfzuchtig is helaas de mensch van
hoden dat men mag vreezen verwanten
aan te treffen, die opzetteljjk niet zullen
kikken over gevallen van verwaarloozing
in de familie, omdat zjj het anders zien
aankomeo, dat de ongewenschte last dor
voogdjj op hun schouders terecht komt.
Laten we hopen, dat dit wat al te zwart
ingezien is.
De uit hun macht ontzette ouders
moeten natuurljjk bijdragen in do kosteD
van onderhoud en opvoeding der kinderen,
of liever, die komen goheel te hunnen
laste. Roods gedurende het onderzoek
naar gevallen van verwaarloozing kan
do rechtbank de kinderen aan den voogdg
raad toevertrouwen. En deze is het ook,
die later zorgt, dat de uitkeering der
ouders voor hunner kinderen nooddruft
prompt en regelmatig binnen komt. Straf
is hier de hand van het recht. Geheel
buitengewone rechtsmiddelen kont het den
voogdgraad in dezen toe. Heeft de kan
tonrechter eerst de wekeljjksclip, maan-
delgksche of driemaandeljjksche uitkee
ring vastgesteld, dan kan bg weigering
op staanden voet tot de executie van de
goederen der ouders worden overgegaan.
Is de ouder ergens in oene bezoldigde
betrekking, op eene simpele kennisgeving
van den Raad is de werkgever vorplicbt
aan den voogdijraad van het door den
ouder verdiende loon te betalen, desnoods
tot het volle bedrag van het verdiende
loon. Alleen door geheel veranderde om
standigheden kan de uitkeering vermiu-
derd, maar natuarljjk ook wel vermeer
derd worden. En het eenig lichtpunt
voor den ouder is, als hjj beter wordt
of is geworden, de voor hem bestaande
mogeljjkheid om in de macht over zjjn
kinderen, na een zeer nauwkeurig onder
zoek, te worden herstek.
Geheel iets anders dan de ontzetting
is de ontheffing van de ouderlgke macht.
Reeds de naam duidt aan, dat hier iets
anders, iets der ouders minder onwaar
digs wordt bedoeld. Er kunnen inder
daad gevallen zjjn, waarin het don ouders
niet aan goeden wil en bedoeling ont
breekt, waar het hun nochtans onm< g -
lijk is, voor hun kinderen te zorgen ge
lijk het behoort. Men zal zeggen, dat
dan dergeljjke het goed meenende, maar
zwakke lieden wel geheel vrg willig hun
kinderen aan sterkeren en beteren kon
den toevertrouwen. Doch het gevaar be
stond dan juist weer hierin, dat de hel
derziendheid vau deze ouders in wat het
belang der kinderen medebracht, later
plaats maakte, vooral als de kindoren
grooter waren, voor nog Bcherperen kijk
op bun, der ouderen, eigen belang en
dan stond weer de opvoeder machteloos.
Daarom heeft men in de wet de onthef
fing gebracht, een maatregel om met toe
stemming der ouders zeiven, hun voor
goed de macht te ontnemen. Op eigen
houtje kunnen de ouders dit echter niet
dien morgen deed, en mgn hart klopte
geweldig, toen ik mij door Johan liet
aandienen. Hg kwam met ontsteld gelaat
terug »Neem mij toch niet kwaljjk juffr.
Greetje, maar mevr. de barones en mevr.
v. Eberhardt zjjn bezig met koffers pak
ken, daar zjj op reis gaan en nu kunnen
zij uhier bleef hjj steken, en zag
mg bedroefd aan.
»Kan ik mevrouw niet spreken
»Neen, over een paar uur willen zjj
al vertrekken
»Vraag dan of mjjnheer de baron ge
legenheid heeft, Johan", zei ik, mgne
tranen terugdringend.
Mjjnheer de baron die is ook
binnoD, bjj de dames."
»Vraag het toch, Johan
»Het spijt mjjnheer de baron, maar
bij moet juist naar Wiesenau", meldde
Johan mjj, toen hg terug kwam.
»Vaarwel, Johan zei ik. »Dan zal
ik hier wel niet meer komen." Ik keerde
mij langzaam om en ging de breede trap
af. Door eene openstaande deur van de
vestibule zag ik op het binnenplein den
reiswagen staan. Hij werd opgepoetst,
en Lisette stond er bjj, en praatte met
den koetsier. Ik boorde haar zeggen
>dezen keer ga ik mee, dat zal nog een
pretje worden."
De traDen stroomden mij over de
wangen, toen ik het huis verliet, over
het voorplein schreed, en b"t park door
liephet was mg bjjna zoo te moede,
alsof ik voor de tweede maal mgn vader
verloor.
Ik was er diep bedroefd om, dat zg,
die ik zoo lief had, mjj niet> zien wilden,
doen. De eisch tot ontheffing moet uit
gaan van den voogdgraad of van het Open
baar Ministerie en deze lichamen hebben
dus over de wenschelgkbeid in elk af-
zonderljjk geval hun woordje te spreken.
De ouder echter moet het goedvinden
de ontheffing neemt nooit hèt karakter
van ontzetting aan.
Een nieuwe instelling der wot is de
Voogdgraad, waarvan we boven spraken,
één in ieder arrondissementeen college
van respectabele menschen, dat een soort
van oppertoezicht zal houden over alle
zaken, die minderjarigen betreffen. Deze
raad kan ontheffing en ontzetting vragen,
de kinderen kunnen hem voorloopig wor
den toevertrouwd, hg oefent toezicht uit
op de gestichten-voogdjj. Zelf-voogdjj
heeft deze raad nooit.
Ook de voogdjj door vereenigingen,
weeshuizen enz., gevoerd is beter gere
geld. De kinderen worden door den rech
ter aan de vereeniging of stichting toe
vertrouwd, de laatste wordt dus wettig
voogd. Daarbij is het toezicht over haar
geregeld geworden. De toeziende voogd
blijft in zjjn ambt; hjj mag eens per
week het kind bezoeken. De voogdijraad
en de officier van justitie hebben te
allen tjjde vrjjen toegang.
Ten slotteook de vrouw is op dit
gebied, waarop zjj zoo volkomen thuis
behoort, beter gekend. Zjj kan voogdes
worden, ook over andere dan haar eigen
kindereD. Zg zal in de verhooren van
bloedverwanten stem in het kapittel mo
gen hebben.
Tot zoover wat bet civicl-recbteljjke
gedeelte van de nieuwe wetten betreft.
Buitenland.
IN EEN JAAR TIJD3.
Dezer dagen was het een jaar geleden,
dat in het verre Oosten de zware kanon
nen dreunden rondom de stellingen van
Li-a-o-jang, en dat de Japansche in
fanteristen als onverschrokken duivels
bun vreeselgke aanvallen doden op de
Russische scharen. Een jaar was het ge
leden, dat de kans op de overwinning
keerde enj duidelijk begon te werden aan
het in gespannen verwachting sta» end Eu
ropa, dat Rusland vers'agen zou worden.
En geleidelijk aan is de bewondering
voor de soldatendeugden van Japan ver
mengd geworden met een zwakke vrees
voor de opkomende zon, zinnebeeld van
het Rjjk van den Mikado. Slag op slag
werd door de zonen van dat Rijk gewon
nen, met de grootste zekerheid werden
de plannen uitgevoerd, met de meeste
scherpzinnigheid en de beste voorberei
ding samengesteld in Tokio, en voor kort
zette de volslagen vernietiging 'an Rus-
lande weermacht ter zee de kroon op
het werk.
En Europa en Amerika zagen toe en
dachten na.
Zjj dachten na over wat de beteekenis
moest zijn van die krachtige ontwikkeling
van Japan en de houding der Cbineezen,
zoo nu en dan aan het licht komende,
gaf een aanwjjzing voor de oplossing van
het probleem. En toen werd moeite ge-
dat zjj mg behandelden alsof ik een mis
daad begaan had, en ik bet huis niet
meer mocht binnentreden, dat mjj zoolang
een thuis was. Hoeveel bitters had het
leven toch voor mg. Al mgne hoop had
ik nu nog op den baron gevestigd maar
toch, het was de dochter, die mg aan
klaagde, en het was bjjna een misdaad,
dat ik, slechts een burgermeisje, het ge
waagd had mgne oogen op te heffen tot
den neef uit het oud-adeljjk huis.
Wie bleef mij nu nog over Twee oude,
moede oogen waren het eenige dat mjj
nog gebleven wassloten die zich, voor
altjjd, dan was ik alleen, moederziel al
leen. Ik knielde bjj het graf mgner ou
ders, en verborg het gelaat in het groene
klimop; hoe was het mogeljjk dat er nog
meer leed over mg komen kon
Ik schreef nog eens aan den baron,en
vroeg om een kort onderhoud. Hij ant
woordde mg met een klein briefje. >Het
is beter", schreef hij, »dat wjj elkander
vooreerst niet zien, en dat er over de
laatste gebeurtenissen eenig gras groeit.
Ik hob tegenwoordig veel leed te dragen,
en niet minder over mgne ongelukkige
dochter, dan over n, die ik zeer liefhad.
Mgne vrouw is met Ruth Daar Zwitser
land, en wjj zijn in boosheid van Eber
hardt gescheiden."
»Hoe is het mogeljjk, dat zelfs ouders
zoo verblind kunnen zjjn", stamelde ik,
toen ik de weinige regels doorgevlogen
had. Nu gaf ik het maar op, mjjzelf te
rechtvaardigen, ik werd toch niet geloofd.
Wordt vervolgd.)