1905 N". 103. Donderdag 31 Augustus. 92s,e jaargang. 49 FEUILLETON. Uit het leven mijner oude vriendin. GOESCHE Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjjg per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,25. Afzonderlijke common 5 cent. Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave- De prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regeiB 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj a irecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjj» slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwoljjk»- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a 1,berekend. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent por regel. KONINGINNEFEEST. Betreffende de aan te brengen straat- versieringen wordt bekend gemaakt le. dat met het aanbrengen van de versieringen mag worden begonnen op 6 September a.s., terwijl alles moet ver wijderd en alle pleinen en straten in den vorigen toestand teruggebracht moeten zjjn op 20 September d. a. v 2e. dat de wagens, die deelnemen aan den optocht, met inbegrip van hun last, niet breeder mogen zjjn dan 2.50 M. en niet hooger dan 4 M.; 3e. dat in verband daarmede de palen voor eventueele versiering geene mindere straatbreedte mogen overlaten dan 2.80 M., terwijl zjj niet mogen worden ge plaatst in de straatgoten 4e. dat de middelopening der eere- pcorten minstens 2.80 M. breed en min stens 4.50 M. hoog moet zijn. Goes, 30 Augustus 1905. Burgemeester en Wethouders van Goes, D. D. VAN DEN BOUT, L. B. De Secretaris, G. A. HAJENIUS. De Kinderwetten. Tot nu toe waren verwaarloosde, mis handelde en verlaten kinderen in Neder land nog geen afzonderlijk voorwerp van Staatszorg. Misdaden tegen kinderen wor den, voor zoover zij aaü het licht kwamen en onder de bepalingen der strafwet vielen, op de gewone wijze berecht. Met de eigenlijk verwaarloosde kinderen be moeide de Staat zich nietzij mochten vrjjeljjk opgroeien tot volwassenen, mis dadigers of niet, tenzij zij het geluk hadden reeds in hun jeugd eene zoodanige strafbare handeling te plegen, dat de rechter hunne plaatsing in een Rijks opvoedingsgesticht kon bevelen. Philantropon, die zich het lot van ver waarloosde kinderen aantrokken, werden in hun pogingen belemmerd door de be palingen op de voogdij en de vaderlijke macht. Niet alleen toch konden de kin deren tegen den wil der ouders niet aan hunne macht worden ontrukt, ook al werden zjj door hen verwaarloosd, of erger, op den weg der misdaad geleid, maar men stond ook machteloos als een ontaarde vader of moeder het kind, dat men soms jarenlang verpleegd had en dat men reeds hoopte voor goed gered en terecht gebracht te hebben, kwam opeischen op den leeftijd, waarop hij of zij meende er voordeel van te kunnen trekken of hot geheel ten eigen bate te kunnen exploiteeren. Nu zal dit alles anders worden. Binnenkort zullen namelijk in ons land de zoogenaamde Kinderwetten" worden ingevoerddrie wetten, die tezamen één geheel vormen en waarvan de be doeling is des wetgevers strenge, maar ook beschermende hand uit te doen strek ken over het kind. Reeds lang waren zij in voorbereiding en als wij de personen noemen moeten, die aan deze wetgeving den eersten stoot Door W. Heimbubg. Vertaling van mej. J. A. v. D. L. Ik zweeghet was mij niet mogelijk te zeggen dat hg zjjn woord gebroken had en dat moest ik toch, wilde ik de waarheid zeggen. Mevr. v. Bendeleben stond op en mg een kouden, verachte- ljjken blik toewerpend, verliet zij de kamer. »Het doet mij leed, Greetje, dat ik zulke dingen van je hooren moet", begon de baron weer. »Ik kan nu veel, wat mij anders duister was, verklaren: je afkeer van dominé Renner, je verward uitzicht bjj Ruths verlovingmaar het is niet mooi van Eberhardt, dat hij vergat hoe na gij mg stondt, en dat hg jou behan delde als een knap kameniertje en niet als de vriendin mijner dochter. Dat was niet netjes van hem. Je ziet welke treu rige gevolgen dat nu heeft". »Neem mg niet kwaljjk papa", zei Eberhardt, »maar n zjjt op weg, hard en onverdiend te veroordeelen. Ik heb nooit aan juffr. Siegesmund gedacht in dien zin, als u het schjjnt op te vatten. Mar- garetha was mijne verloofde", hier beefde zijne stem even, »en ik zou haar even zeker getrouwd hebben ais ik nn Ruth tot mjjne vrouw genomen heb, als mij geen dingen verteld waren geworden, die ik zoo zwak was te gelooven en die hebben gegeven, dan noemen wjj in de eerste plaats den liberalen minister Van der Kaay, die in Mei 1897 de voorstellen indiende tot wijziging van de bepalingen betreffende de ouderlijke machtden liberalen minister Cort van der Linden, van wien do thans ingevoerde wetten meest het maaksel zijn den heer mr. J. A. Levy, die bij de debatten over de begrooting van Justitie in 1893 een ern stig woord deed hooren over de nood zakelijkheid, om wjjziging te brengen in onze bepalingen ten opzichte van jeugdige misdadigersden heer Rethaan Macaré, die in 1896 sprak over de bescherming van kinderen en de wenschelijkheid van versterking eenerzjjds en breideling van de ouderlgke macht anderzijds. Van de vereenigingen noemen wij in de eerste rij de Maatschappij tot Nnt van 't Algemeen, die in haar 110e alge- meene vergadering een voorstel aannam, waarbij aan het Hoofdbestuur werd op gedragen, eene commissie te benoemen tot het uitbrengen van verslag over de vragen »Wat wordt in Nederland door over heid, stichtingen, vereenigingen of bij zondere personen, zoowel stoffalijk al6 zedelijk, gedaan ten bate van kinderen, wier opvoeding door de daartoe geroe penen, hetzij stoffjlijk, hetzij zedelijk, wordt verwaarloosd en Behoort meer te worden gedaan? Zoo ja, wat De Maatschappij trok op hare begroo ting oene som van f2000 uit tot dekking der kosten vallende op dat onderzoek, enz. Die Commissie, bestaande uit de heeren mr. J. A. Levy, P. H. Hugen- holtz Jr., jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré en Th. Nolen, de laatste rapporteur, heeft hare bevindingen neergelegd in een in 1898 door de Maatschappij uit gegeven lijvig rapport, dat stellig met groote belangstelling zal worden gelezen, door ieder, die belang stelt in het onder worp, wat eigenlijk ieder behoorde te doen. Ook de Volksbond, vereeniging tegen drankmisbruik, trok zich de zaak aan en gaf in 1896 oen belangrjjk rapport uit over onze wetgeving ten opzichte van de ontzetting uit de ouderlgke macht. Al deze personen en corporaties mogen er zich op beroemen den stoot te hebben gegeven aan het ontstaan der Kinder wetten of daarop invloed te hebben uit geoefend. En het doet ons goed, dat de drang meest van liberale zjjde is ge komen. We spraken boven van drie wetten. Oor spronkelijk waren er vier, en dit vierde ontwerp handelde over den rechtstoestand van die verschoppelingen der rechtsorde, de natuurlijke kinderenhet schafte o.a. het beruchte Napoleontische verbod van onderzoek naar het vaderschap af, maar is blijven liggen en zal later nog wel eens ter tafel komen. Van de drie overblijvende wetten be handelen twee het strafrechtelijk gedeelte, de 6traf en de berechting van jeugdige misdadigers, en een regelt het burger rechtelijk deel, de belangrijke wjjzigin- gen in de ouderlgke macht en voogdij, mg onze verbintenis deed verbreken, daar zij mij niet waardig scheen te zijn." »Uwe verloofde vroeg de baron, alsof hg niet begrijpen kon wat daar zoo rustig gezegd werd. »Dat heb ik gezegd", antwoordde Eberhardt. »Zjj was mjjne verloofde en de brieven zijn, om zoo te zeggen, vol komen gerechtigd." Hoort gij, papaatje, zjjee verloofde", lachte Ruth, op haar verwonderden vader toetredend, terwijl ik over alle leden, bevend mg krampachtig aan eene stoel leuning vast klemde. Trots al mgne schaamte kwam er een gevoel als van ontwakend geluk over mij. »Zie nu eens, is het üiet jammer dat dit niet doorge gaan is U hadt dan aan uwe bekenden, uwe nicht, mevr. v. Eberhardt, geboren Siegismund, kunnen voorstellen." »Geen spot!" viel Eberhardt toornig in. »Kom mee, juffr. Siegismund, het is hier geen plaats voor u. Ga naar huis, en vergeet de beleedigingen, die men u hier aangedaan heeft." Hg nam mjjn arm, en leidde mij naar de deur, die hg voor mij opende. Als in een zwaren, benauwden droom, wandelde ik naar huis. Donkere wolken dreven door het luchtruim, een zoele wind streelde mgne wangen, en in de heldere plekken aan de lucht blonk hier en daar, als een vriendeljjk oog, eene kleine ster. En daarginds op het slot streden zjj ver der, die menschen, die niet met elkander leven konden, en beproefden de ketenen te verbreken, die hen aan elkander ver bonden. Die éóne, omdat zij onstandvas tig en jjdel was, alleen voor de vreugde bestemd om de kinderen aan ondeug delijke invloeden te onttrekken en ze onder afdoende bescherming te stellen. Dit laatste onderwerp is algemoener en dus van moer direct belang voor de burgers. De beide groote nieuwigheden uit het civiel-rechfcelijk gedeelte der wetten zijn de ontzetting en de ontheffing van de ouderlgke macht. Vroeger kon, zooals we boven zeiden, een vader, die zjjn kind verwaarloosde of het liet opgroeien voor galg en rad, bijna niet door den rechter worden bereikt. Hield de ontaarde vader zich slechts buiten het bereik der straf wet, dan was zijn verderfelijke maebt onaantastbaar, alleen als hjj wegens be paald schandelijke dingen werd veroor deeld, dan kon hij, als bgkomeode straf, uit zijn macht over het kind, en dan nog maar tijdelijk, worden ontzet. Dit laatste middel echter was haast erger dan de kwaal, want het arme schaap, dat een tgdlang betere schutse had gevonden voor nood en ellende, kon na afloop van den termijn van ontzetting weer opgeéischt worden door den ouder, die misschien in dien tijd nog niet beter was geworden. Ook was de geheelo regeling een keten aan het been van vele vereenigingen, die beproefden zich het lot van schuldige of onschuldige kinderen aan te trekken. Kwam op een kwaden dag eon kinder- beul zijn spruit terugvragen, geen ver eeniging ter wereld was machtig genoeg om het schaap binnen baar beschermonde muren te houden. Wij behoeven daarover niet verder uit te weidenieder kent wel gevallen van deze soort, waarbij hij de handen ineen sloeg van verbazing over de slechte wet, die zoo iets toestond. De nieuwe wet nu bent de ontzetting niet als straf, maar als maatregel in het belang van het kind. Zij kan gevraagd worden door den anderen ouder, door verwanten tot den vierden graad, door den voogdgraad en eindelijk door het Openbaar Ministerie. Natuurlijk heeft do wet een omschrij ving moeten geven van de gevallen, waarin de ontzetting kan plaats hebben, maar deze omschrijving is zoo ruim ge nomen, dat des rechters handen niet al te zeer gebonden zijn door de doode letter. Misbruik van macht, grove verwaarloozing der opvoeding, slecht levensgedrag en veroordeeling wegen3 eenige strafbare feiten, in al die gevallen mag de rechter .de ouderlgke banden van het kind afslaan en het voor goeddat wil zeggen tot de meerderjarigheid, aan betere toever trouwen. Een zwak punt echter blijft altijd juist dit laatste. Men heeft het te onzent niet aangedurfd, om de kinderen, naar bet voorbeeld in Frankrjjk, kort en goed onder de bescherming der overheid te stellen. De kantonrechter zal dus, zijn beide ouders ontzet, een voogd moeten benoemen. Is er geen vereeniging, die zich het kind wil aantrekken, dan moet de kantonrechter een keuze d >en en zijn eenig wapen daarbij is, dat niemand een opgedragen voogdij mag weigeren, wan neer men niet een geldige reden van en het genot in de wereld geschapen scheen te zijn, omdat zij een hart bezat, dat zelfs door de liefde vqor haar kind niet aan haren man verbonden was, dien man, dien zij eens vurig begeerd had, en om wien te bezitten, zjj geen middel te verfoeilijk geacht had en van wien zij zich nu tot eiken prjjs wilde losmaken om vrjj te zjjn. En die andere, die, zooals ik dadelijk gevoeld had, niet vergeten kon, die zijne eerste liefde niet uit zijn hart had kunnen verbannen, hoewel hij het ernstig beproefd had. In al mijn ver driet was bet toch een zoete troost, die mij bjjna al bet treurige en onaangename deed vergeten, dat hij op mjjne zgde was geweest. »Katrien", zei ik, toen ik bg haar kwam en een stroom van tranen kwam uit mgne oogen, »nu geloof ik dat alles uit is iusschen do bewoners van het slot en mij. Ruth, die mij altijd belasterde, heeft nu ook tweedracht gezaaid tusschen hare ouders en mg". Katrien zweeg, het scheen alsof zjj eerst iets antwoorden wilde, maar zij zeide niets het was misschien ook beter, daar zjj wel licht bitter zou geweest zjjn. Den anderen morgen ging ik naar mevr. v. Bendele ben om haar alles te vertellen en toch zooveel mogeljjk Ruth te sparen. Het moest alles opgehelderd wordenzg moch ten op het slot niet denken, dat ?g hunne weldaden aan eene onwaardige besteed hadden. Ik had ook aan Hanna geschre ven, haar verhaald hoe alles gekomen was en haar gesmeekt mjj bij hare moe der te helpen rechtvaardigen. Het was een moeiljjke gang, dien ik verschooning heeft. Do voornaamste van die redenen is, dat er bloedverwanten in het arrondissement zjjn, die de voogdij in de eerste plaats kunnen waarnemeD, als zjjnde deze een familieiast. Tot dezen zal de rechter dus met zijn benoemings recht zich het eerst richten. Maar zoo zelfzuchtig is helaas de mensch van hoden dat men mag vreezen verwanten aan te treffen, die opzetteljjk niet zullen kikken over gevallen van verwaarloozing in de familie, omdat zjj het anders zien aankomeo, dat de ongewenschte last dor voogdjj op hun schouders terecht komt. Laten we hopen, dat dit wat al te zwart ingezien is. De uit hun macht ontzette ouders moeten natuurljjk bijdragen in do kosteD van onderhoud en opvoeding der kinderen, of liever, die komen goheel te hunnen laste. Roods gedurende het onderzoek naar gevallen van verwaarloozing kan do rechtbank de kinderen aan den voogdg raad toevertrouwen. En deze is het ook, die later zorgt, dat de uitkeering der ouders voor hunner kinderen nooddruft prompt en regelmatig binnen komt. Straf is hier de hand van het recht. Geheel buitengewone rechtsmiddelen kont het den voogdgraad in dezen toe. Heeft de kan tonrechter eerst de wekeljjksclip, maan- delgksche of driemaandeljjksche uitkee ring vastgesteld, dan kan bg weigering op staanden voet tot de executie van de goederen der ouders worden overgegaan. Is de ouder ergens in oene bezoldigde betrekking, op eene simpele kennisgeving van den Raad is de werkgever vorplicbt aan den voogdijraad van het door den ouder verdiende loon te betalen, desnoods tot het volle bedrag van het verdiende loon. Alleen door geheel veranderde om standigheden kan de uitkeering vermiu- derd, maar natuarljjk ook wel vermeer derd worden. En het eenig lichtpunt voor den ouder is, als hjj beter wordt of is geworden, de voor hem bestaande mogeljjkheid om in de macht over zjjn kinderen, na een zeer nauwkeurig onder zoek, te worden herstek. Geheel iets anders dan de ontzetting is de ontheffing van de ouderlgke macht. Reeds de naam duidt aan, dat hier iets anders, iets der ouders minder onwaar digs wordt bedoeld. Er kunnen inder daad gevallen zjjn, waarin het don ouders niet aan goeden wil en bedoeling ont breekt, waar het hun nochtans onm< g - lijk is, voor hun kinderen te zorgen ge lijk het behoort. Men zal zeggen, dat dan dergeljjke het goed meenende, maar zwakke lieden wel geheel vrg willig hun kinderen aan sterkeren en beteren kon den toevertrouwen. Doch het gevaar be stond dan juist weer hierin, dat de hel derziendheid vau deze ouders in wat het belang der kinderen medebracht, later plaats maakte, vooral als de kindoren grooter waren, voor nog Bcherperen kijk op bun, der ouderen, eigen belang en dan stond weer de opvoeder machteloos. Daarom heeft men in de wet de onthef fing gebracht, een maatregel om met toe stemming der ouders zeiven, hun voor goed de macht te ontnemen. Op eigen houtje kunnen de ouders dit echter niet dien morgen deed, en mgn hart klopte geweldig, toen ik mij door Johan liet aandienen. Hg kwam met ontsteld gelaat terug »Neem mij toch niet kwaljjk juffr. Greetje, maar mevr. de barones en mevr. v. Eberhardt zjjn bezig met koffers pak ken, daar zjj op reis gaan en nu kunnen zij uhier bleef hjj steken, en zag mg bedroefd aan. »Kan ik mevrouw niet spreken »Neen, over een paar uur willen zjj al vertrekken »Vraag dan of mjjnheer de baron ge legenheid heeft, Johan", zei ik, mgne tranen terugdringend. Mjjnheer de baron die is ook binnoD, bjj de dames." »Vraag het toch, Johan »Het spijt mjjnheer de baron, maar bij moet juist naar Wiesenau", meldde Johan mjj, toen hg terug kwam. »Vaarwel, Johan zei ik. »Dan zal ik hier wel niet meer komen." Ik keerde mij langzaam om en ging de breede trap af. Door eene openstaande deur van de vestibule zag ik op het binnenplein den reiswagen staan. Hij werd opgepoetst, en Lisette stond er bjj, en praatte met den koetsier. Ik boorde haar zeggen >dezen keer ga ik mee, dat zal nog een pretje worden." De traDen stroomden mij over de wangen, toen ik het huis verliet, over het voorplein schreed, en b"t park door liephet was mg bjjna zoo te moede, alsof ik voor de tweede maal mgn vader verloor. Ik was er diep bedroefd om, dat zg, die ik zoo lief had, mjj niet> zien wilden, doen. De eisch tot ontheffing moet uit gaan van den voogdgraad of van het Open baar Ministerie en deze lichamen hebben dus over de wenschelgkbeid in elk af- zonderljjk geval hun woordje te spreken. De ouder echter moet het goedvinden de ontheffing neemt nooit hèt karakter van ontzetting aan. Een nieuwe instelling der wot is de Voogdgraad, waarvan we boven spraken, één in ieder arrondissementeen college van respectabele menschen, dat een soort van oppertoezicht zal houden over alle zaken, die minderjarigen betreffen. Deze raad kan ontheffing en ontzetting vragen, de kinderen kunnen hem voorloopig wor den toevertrouwd, hg oefent toezicht uit op de gestichten-voogdjj. Zelf-voogdjj heeft deze raad nooit. Ook de voogdjj door vereenigingen, weeshuizen enz., gevoerd is beter gere geld. De kinderen worden door den rech ter aan de vereeniging of stichting toe vertrouwd, de laatste wordt dus wettig voogd. Daarbij is het toezicht over haar geregeld geworden. De toeziende voogd blijft in zjjn ambt; hjj mag eens per week het kind bezoeken. De voogdijraad en de officier van justitie hebben te allen tjjde vrjjen toegang. Ten slotteook de vrouw is op dit gebied, waarop zjj zoo volkomen thuis behoort, beter gekend. Zjj kan voogdes worden, ook over andere dan haar eigen kindereD. Zg zal in de verhooren van bloedverwanten stem in het kapittel mo gen hebben. Tot zoover wat bet civicl-recbteljjke gedeelte van de nieuwe wetten betreft. Buitenland. IN EEN JAAR TIJD3. Dezer dagen was het een jaar geleden, dat in het verre Oosten de zware kanon nen dreunden rondom de stellingen van Li-a-o-jang, en dat de Japansche in fanteristen als onverschrokken duivels bun vreeselgke aanvallen doden op de Russische scharen. Een jaar was het ge leden, dat de kans op de overwinning keerde enj duidelijk begon te werden aan het in gespannen verwachting sta» end Eu ropa, dat Rusland vers'agen zou worden. En geleidelijk aan is de bewondering voor de soldatendeugden van Japan ver mengd geworden met een zwakke vrees voor de opkomende zon, zinnebeeld van het Rjjk van den Mikado. Slag op slag werd door de zonen van dat Rijk gewon nen, met de grootste zekerheid werden de plannen uitgevoerd, met de meeste scherpzinnigheid en de beste voorberei ding samengesteld in Tokio, en voor kort zette de volslagen vernietiging 'an Rus- lande weermacht ter zee de kroon op het werk. En Europa en Amerika zagen toe en dachten na. Zjj dachten na over wat de beteekenis moest zijn van die krachtige ontwikkeling van Japan en de houding der Cbineezen, zoo nu en dan aan het licht komende, gaf een aanwjjzing voor de oplossing van het probleem. En toen werd moeite ge- dat zjj mg behandelden alsof ik een mis daad begaan had, en ik bet huis niet meer mocht binnentreden, dat mjj zoolang een thuis was. Hoeveel bitters had het leven toch voor mg. Al mgne hoop had ik nu nog op den baron gevestigd maar toch, het was de dochter, die mg aan klaagde, en het was bjjna een misdaad, dat ik, slechts een burgermeisje, het ge waagd had mgne oogen op te heffen tot den neef uit het oud-adeljjk huis. Wie bleef mij nu nog over Twee oude, moede oogen waren het eenige dat mjj nog gebleven wassloten die zich, voor altjjd, dan was ik alleen, moederziel al leen. Ik knielde bjj het graf mgner ou ders, en verborg het gelaat in het groene klimop; hoe was het mogeljjk dat er nog meer leed over mg komen kon Ik schreef nog eens aan den baron,en vroeg om een kort onderhoud. Hij ant woordde mg met een klein briefje. >Het is beter", schreef hij, »dat wjj elkander vooreerst niet zien, en dat er over de laatste gebeurtenissen eenig gras groeit. Ik hob tegenwoordig veel leed te dragen, en niet minder over mgne ongelukkige dochter, dan over n, die ik zeer liefhad. Mgne vrouw is met Ruth Daar Zwitser land, en wjj zijn in boosheid van Eber hardt gescheiden." »Hoe is het mogeljjk, dat zelfs ouders zoo verblind kunnen zjjn", stamelde ik, toen ik de weinige regels doorgevlogen had. Nu gaf ik het maar op, mjjzelf te rechtvaardigen, ik werd toch niet geloofd. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1905 | | pagina 1