1905 N". 101.
Zaterdag 26 Augustus.
92sle jaargang.
FEUILLETON.
Uit liet leren
mijner oude vriendin.
GOESCHE
De uitgave dozer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prgi per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f
Afzonderlijke nommeiü 5 cent.
Inzonding van advep&entiën vóór 2 uirsn op den dag der
uitgave.
COURANT.
De prjj» der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels k f l,berekend.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
DE JAARMARKT
of kermis zal dit jaar aanvangen op
Dinsdag 29 Augustus a. s. en ein
digen op Dinsdag 5 September
d. a. v*
Met bet opslaan der kramen enz. mag
worden aangevangen, behoudens onvoor
ziene omstandigheden, des VrijdagBvóór
het begin, en alles moet van de plaats
zijn vervoerd des Vrijdags n& het eindi
gen der kermis.
De aanvragen om plaatsen moeten vóór
den hierboven vermelden aanvang der
jaarmarkt vrachtvrjj en met opgaaf der
benoodigde oppervlakte in Noderlandsche
maafcbenaming°d, gerichr wordeD aan den
marktmeester, geschiedende de toelating
tot wederopzegging toe, ook gedurende
de kermis.
Goes, den 11 Augustus 1905.
Burgemeester en Wethouders van-Goes,
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
G. A. HAJENIUS.
Buitenland.
Lord Curzon.
De quaestie van Oorlog of Vrede in
Oost-Azië heeft in de laatste dagen zoo
geheel en al de aandacht in beslag ge
nomen, dat er betrekkelijk weinig notitie
is genomen van het heengaan van lord
Curzon als onderkoning van Engelscb-
Indië.
Als onderkoning is hjj buitengewoon
lang in functie geweest en heeft hg de
zeldzame eer genoten van herbenoemd
te worden. Toch was het geen geheim,
dat de Engelscbe Regoering met dezen
onderkoning heel wat te stellen had.
Want hij had een heel onaf han kelp ken
geest en was meer politicus dan stad
houder hij volgde zjjn eigen buiten-
landscho politiek. Die vertrouwde de
Regeering echter ten volle aan hem toe
en lord Curzon heeft zich vooral bezig
gehouden met het vermeerderen van den
EngelBchen invloed in Afghanistan, aan
de Per8ische Golf en in Thibet.
Het is dan ook niet deze zijne neiging
voor de buiteniandsche politiek geweest,
die de oorzaak van zijn ontslag is geweest.
Evenmin heeft de Regeering het verwijt
overgenomen, dat lord Curzon niet genoeg
aandacht aan den biDDenlandschen toestand
besteedde en niet krachtig genoeg optrad
tegen pest en hongersnood. Zjjn ontslag
heeft hg te danken aan den nagver, die
er al langen tgd tussehen den opperbevel
hebber, lord Kitchener, en hem heeft
47
Door W. Heimburg.
Vertaling van mej. J. A. v. d. L.
Ik was den heelen dag onrustig, maar
vatte eindelijk moed en vroeg aan Katrien
Katrien, van morgen zei je dat je allang
geweten hadt dat hg niet gelukkig was met
zijne vrouw, wat weet je daar dan van
»Kind, dat weten de musschen op het
dak'*, begon de oude, »het geheele dorp
is er vol van. Het mooie is er al gauw
af geweest, maar ik wilde je er niets
van zeggen, daar ik vooruit wist dat je
goed hart en je oude liefde oogenblikkeljjk
vlam vatten zouden. De jonge vrouw
moet al kort na het huwelgk, nog vóór
de wittebroodsweken om waren, haar
man allerlei vreemde verlangens van haar
kenbaar gemaakt hebben. Zjj kon het in
die kleine garnizoensplaats niet gewoon
worden en wilde toen dat haar man den
soldatenrok aan den kapstok zou hangen
eü met haar naar Ween en gaan. Dat
heeft op 't slot een heftig tooneel ge
geven, vertelde Lisette mg. De luitenant
moot gezegd hebben dat hg met hart en
ziel militair was en zjj had geweten wat
Mi was toen zjj hem genomen hadhij
bleef militair. De jonge vrouw had toen
gescholden en gedreigd en ten laatste
gesmeekt, maar hg was niet van zjjn
besluit af te brengen geweest, en zeide
dat de vrouw zich gelukkig gevoelen
moest, in den stand waarin haar man
haar gebracht had. Mevr. de barones
had eerst medelgden gehad met het wan
hopig voorkomen harer dochter, en den
baron voorgesteld, Eberhardt hun land
goed over te dragen en zelve zich uit
alle bezigheden terug te trekken.
Dat had de baron en ook Eberhardt
evenwel geweigerd, de eerste omdat hij
nog te jong was om niets te doen te
bestaan.
Voor twee zulke naturen was Iadië te
klein. En al bad Curzon veel voor door
zjjn hooge geboorte, Kitchener beschouwde
men sedert de dagen van Zuid-Afrika als
redder uit den nood, als den man, die
in staat zou zijn het leger in Indië zoo
te reorganiseeren, dat Engeland daar aan
gevaarljjke aanvallen het hoofd zou kun
nen bieden.
In den strijd tussehen Kitchener en
Curzon heeft laatstgenoemde aan het
kortste eind getrokken. Hij meende, dat
hg wel in staat zou zijn, om bjj de Re
geering in het moederland door te zetten,
dat hij door middel van een hem toege
daan lid van den militairen raad voor
het onderkoningschap een soort toeziende
voogdij over Kitchener kreeg.
De Regeering heeft dat echter niet
willen doen. Zjj heeft tot eiken prjjs
Kitchener willen handhaven en zoo ten
slotte zelfs een man als Curzon opgeofferd.
Het Presidentschap In Frankrijk.
President Loubet heeft eenige keeren
reeds openljjk verklaard dat hij, wanneer
do tgd van zijn presidentschap om is,
dat is in Februari a.s., geen herbenoe
ming wenscht. Dit is het sein geweest
.voor personen om reeds candidaten voor
dit hooge ambt op den voorgrond te
schuiven. Nu reeds zijn genoemd de
heeren Fallières, voorzitter van den Se
naat, Doumer, president vaa de Kamer,
Combes, oud minister-president en Ber-
teaux, minister van Oorlog. De candidaat
welke de meeste kans schjjnt te hebben
is de heer Fallières. Doch zjjn mandaat
eindigt in Januari en het is .lang niet
zeker dat de kiezers hem weer mot hun
vertrouwen zullen vereeren. Dat kan een
aanmoediging worden voor de intrigues
van de mededingers. Daarbjj komt, dat
de Kamer in April ontbonden zal wor
den, dus twee maanden slechts na de
verkiezing van ,den nieuwen President.
En nu is de vraag opgeworpen, of 'het
wel aangaat, dat eene Kamer die op het
punt. staat ontbonden te worden, en haar
macht te verliezen, Dog eerst eens stemt
voor bet hoofd van den Staat. De ver
kiezing zal dan weinig of geen prestige
geven aan den gekozene. Zal meu nu de
Presidentsverkiezing verdagen of de ont
binding der Kamer uitstellen Die vraag
wordt geopperd zonder voorloopig be
antwoord te worden. Maar zjj geeft reeds
aanleiding tot vele polemieken in de
Noorwegen.
Nu er niet spoedig in bevestigenden zin
beslist is door den Koning van Zweden
om een prins uit het huis Bernadotte
hebben, de laatste omdat hg den dienst
niet verlaten wilde. Ten laatste, meende
mevr. v. Bondeleben, dat de opgewonden
stemmingder jonge vrouw, toe te schrjjven
was, aan den toestand waarin zjj zich
bevond, en dat het wel beter worden zou,
als zjj maar eerst een kleine in den arm
hield. Nu heeft zjj een schat van een
jongen, zooals Lisette zegt, maar 't is
toch nog het oude leven eu 't is niet
te zeggen wat er nog van komen zal.
Ik houd vol wat ik gezegd heb de straf
bljjft niet nit, er leeft een rechtvaardig
God."
Met gevouwen handen zat ik daar en
stelde mij voor, welke huiseljjke tooneelen
Eberhardt, al met zjjne schoone, ruste-
looze en exentrieke vrouw doorleefd zou
hebben. Arme, arme Wilhelm dacht ik.
»De baron en de barones wilden het
natuurlijk wel graag, dat Ruth zich met
den knappen neef verloofde", vervolgde
Katrien. »In haar eerste huwelijk moet
het evenwel ook al raar gegaan zjjn, daar
wordt ten minste van alles over gemom
peld. De koetsier, die haar na den plotse-
lingen dood van graaf Sateroski naar
hier heeft gereden, moet daar het een en
ander-over gebabbeld hebben. Nu, de
baron heeft hem den anderen dag ook al
teruggezonden, maar in een paar uren
kan iemand al veel zeggen, en dat hoort
men dan pas later. Maar ik heb niets
gezegd, hoorde menschen praten zoo
veel wat ze niet verantwoorden kunnen,
maar zoo maar uit de lucht grjjpen kan
men dat toch ook niet."
Dezen koer kon ik nu bjjna niet wach
ten tot den bepaalden tgd om naar het
slot te gaan, ik moest weten of Rath
werkeljjk naar Weenen was. En 't was
zoo, zjj was weg, en mevr. v. Bendeleben
was al eens naar de stad geweest om
naar haar kleinkind te zien.
>Het is aandoenlijk Eberhardt er mee
bezig te zien", zeide zjj»als hg geen
dienst heeft zit hg den geheelen dag
thuis. Ik wou wel, dat Ruth iets van
zijn huiseljjken aard had, maar die is in
op den Noorweegschen troon te plaatsen,
begint men er in Noorwegen over te
redeneeren of het eigenlijk in de gegeven
omstandigheden niet boter zou zijn de
Republiek uit ie roepen. Dat men zjjn
meening in deze niet onder stoelen od
banken steekt, bewjjst hetgeen het Üageblat
van Christiania hierover schrijft
»Een koningschap is bjj ons een zuiver
poppenspel gewordeD, waaraan wjj ont
wassen zjjn en dat geen aantrekkings
kracht meer heeft. Voor de monarchie is
er een zekere eerbied voor wat voornaam
is noodig. Maar wat voornaams is er aan
een koning bjj ons Het is niet to ont
kennen, dat hier te lande de eerbied voor
het gezag zoozeer ondermijnd is, dat geen
verloren glans, geen hol ceremonieel het
meer op kan houden. Voor mannen hebben
wjj achting, maar niet voor purper noch
diadeem. Komt er hier een vreemde vorst,
dan zal hij zich te midden van ons voelen
als een vreemde vogel, als een kalkoen
in den hoenderhof, en terugverlangen
naar zijn hoog voorname betrekkingen.
Hij die koning bjj ons wezen zal, moet
zjjn persoonlijkheid afleggen. Maar het,
zjjn persoonljjkheden die wjj noodig heb
ben en persoonlijkheden hebben wjj ge
noeg. Waarom zullen wjj in 't buitenland
vorsten achterna loopen, terwijl wij zelf
mannen hebben? Een president, voorzien
van do bevoegdheid van een president
in de Vereenigde Staten of Zwitserland,
zou het gezonken aanzien van de uit
voerende macht weer op de been kunnen
helpen. Aan een president zal men do
teugels wel toevertrouwen, maar nooit
zal men het wagen ze een koning of de
door een koning gekozen overheid in
handen te geven."
GO E S 25 Aug. 1905.
In eene Woensdagavond alhior door
de typografen gehouden vergadering is
tot stand gekomen eene vereeuiging, welke
de naam werd gegeven van »Sfceunt
elkander". Het bestuur werd als volgt
gekozen W. J. Boogerd, voorz., A. v. d.
Boogaard, seer., J. L. P. Snoep, ponningm.,
en W. Siepman on J. Touw, commissa
rissen. Voor lid moet men den leeftjjd
van 16 jaar bereikt hebben.
De veelbesproken circulaire, door
het Departement van Marine aan burge
meesters gezonden, met verzoek die aan
de schoolhoofden uit te reiken en waarin
leerlingen worden aangezocht dienst te
nemen bij de Marine, is in den Baar-
lemschen Gemeenteraad ter sprake ge
bracht.
Mr. Thiol deelde mede, dat de indruk
van dat rondzenden bjj velen was, dat
de hoofden verplicht waren te bevorderen
het voldoen van de kinderen aan het in
de drukte van de WeenenBche conversatie
geheel verstrikt. Als gravin Sateroski was
zjj omringd door eene kleine hafhouding,
en zjj kan zich nu niet gemakkelijk voe
gen naar de positie eener offieiersvrouw.
Ik hoop dat Eberhardt zich nog eeDS zal
laten overhalen om don dienst vaarwel
te zeggen, daar wjj toch bet plan koes
teren, om hem het landgoed te geven.
Een zoon hebben wij niet, en Ruth is
de oudste, en daarbij Eberhardt een neef
van ons. Als zjj zich nu zoolang nog
maar wat inhield."
»Hebt u al bericht van haar uit Wee
nen vroeg ik.
»Ja, Eberhardt beeft een brief gekre
gen, maar er stond zeer weinig in. 7ij
schrjjft alleen over die erfenisaangelegen
heid, die echter voor haar niet best schjjnt
uitgevallen te zjjn een neef van de oude
gravin Sateroski, eenige zoon van haren
eenigeo broeder, dien zjj altjjd zeer lief
had de jonge prins Bodresky, is eenige
erfgenaam van al haar rijkdommen. Maar
ik vind dat nu zoo erg niet, want Ruth
is toch rijk, door het vermogen dat haar
eerste man haar heeft nagelaten. Ik be
grijp niet hoe zjj op de gedachte kw^m,
dat hare schoonmoeder, de Saterosfeis
nog iets vermaken zou, daar toch al de
bezittingen, oorspronkeljjk van haar af
komstig waren, en zjj toch eerder zou
denken aan haar eigen familie, dan aan
het geslacht der Sateroekis. Deze bezaten
niets anders dan hun oud-adelljjken naam,
zelfs het paleis in Weenen, waar de
Sateroskis verbljjf hielden, was eigendom
der Bodreskys en de familiebezittingen
der eerBten, waren zwaar belast. Door het
vermogen dat prinses Bodreski, graaf Sa
teroski, bjj haar huwelgk met hem, aan
bracht, is de gerechtelgke verkoop niet
doorgegaan. Maar daar haar man haar een
belangrjjk kapitaal heeft nagelaten, begrjjp
ik nu niet, hoe Ruth nog meer verwachten
kan. Ik vind dat zjj tevreden kan zijnzjj is
van huis uit vermogend, is met Eberhardt
getrouwd, die ook aanzienljjke bezittingen
heeft
do circulaire gevraagde.
Bjj stelde de vraag of de schoolhoofden
daartoe bevoegd waren. Volgons zjjn inzien
geenszins. Zij hebben zich met die zaak
Diet in te laten, daar het niet op hun
weg ligt, om, buiten do ouders om,
de leerlingen een beroepskeuze te laten
doen.
Indien het schoolhoofd van zjjn kin
deren dit probeerde, zon hjj bem danig
de ooren wasschen.
Een onderwjjzer mocht, volgens zjjn
inzien, geen kind raden, om, alleen door
even zjjn handteekeniDg te zetten, een
verbintenis aan te gaan die hot van zgn
14e tot zgn 24e jaar bond.
Hij wilde daarom weten of den hoofden
last was gegeven tot bevordering der
dienstneming dan wel, of zjj volkomen
vrjj waren de circulaire naar believen
naast zich neer te leggen.
Willen zjj er wèl aan voldoen, dan
hebben zjj in ieder geval eerst de ouders
te laten komen.
De burgemeester verklaarde, de zaak
niet te hebben beschouwd in het licht,
door mr. Thiel gegeven, doch pressie
was niet uitgeoefend.
Hg en de wethouder van onderwijs
deden uitkomen, dat de schoolhoofden
volkomen vrij zgn om al dan niet aan
het verzoek te voldoen.
Er zal dan, dunkt on6, ook wel geen
schoolhoofd gevonden worden, die eene
andere meaning is toegedaan. Ook hebben
wij te goeden dunk van de hoofden der
scholen, om te gelooven dat een hunner,
zonder de ouders hierin te kennen, leer
lingen zouden overhalen tot het dienst-
nemen bij de Marine of tot het kiezen
van welk ander baantje ook.
Bljjkens aanschrijving van don mi
nister van financiën, dd. 17 dezer, zgn
er maatregelen genomen ter bevordering
eener goede eireulatie van Nederlaodsche
pasmunt. Op de kantoren van de ont
vangers der directe belastingen is dien
tengevolge voortaan pasmunt verkrjjgbaar
tegen bankpapier of specie.
Borsele. Aan de Woensdag gehou
den herstemming voor lid van den ge
meenteraad hebben 145 van de 158 kiezers
deelgenomen 8 biljetten waren van on
waarde, zoodat 137 geldige stemmen zgn
uitgebracht. Daarvan verkregen de heeren
B. De Vos en L. van de Wal resp. 78
en 64 stemmen. De beer B. de Vos is
mitsdien gekozen tot lid van den Raad.
Het bevorderen
van een goeden geest in het Leger.
Wjj hebben in ons vorig nommer ter
loops gesproken over een circulaire van
Plotseling zweeg nu mevrouw v. Ben
deleben, alsof zij reeds te veel gezegd
had. Zjj was ook nog nooit zoo vertrou
welijk met mij geweest, en moest er wel
grooie behoefte aan hebben har hart eens
voor iemand nit te storten. Het scheen
mg toe dat zij onrustig was, en dat een
innerljjke angst haar kwelde.
Ik bracht het gesprek op Hanna, maar
na een paar woorden over den laatsten
brief dien zjj van haar ontvangen had,
trad Ruth weer op den voorgrond.
»Je kunt niet begrjjpen, Groetje", be
gon zjj opnieuw, »hoe iDnig leed het mg
doet, dat het tussehen Wilhelm en Ruth
niet is, zooais bet eigeDljjk zgn moet
tussehen zulke jonggetrouwde menschen.
Ik ben voor mezelf overtuigd, Ruth ge
noeg gewaarschuwd te hebben, toen Eber
hardt zoo onverwacht aanzoek om haar
deedik heb haar gezegd dat zjj zich
niet gelukkig zou gevoelen in de nederige
positie van offieiersvrouw. Maar zjj lachte
mjj uit, en beweerde dat zjj bem nu
eenmaal lief had, en ik haar daarin maar
haar gang moest laten gaan. In stilte
waren wjj big, dat zij Eberhardt wilde,
en wjj hadden er den besten moed op.
Maar er was nog geen jaar verloopen,
of zjj vond baar levenswijze niet om uit
te houden, en Eberhardt volstrekt niet
bjj baar passendzelfs bet kind verveelt
haar. O, wat moet er van worden 1"
Ik hoorde met versteend gelaat toe;
het was dus toch waar, wat de menschen
vertelden, en ik ook zelf oogeDblikkelgk
gevoeld had, toen ik het jonge paar voor
't eerst ontmoette. Mjjne gedachten vlogen
naar Eberhardtik zag hem eenzaam
zitten aan het bedje van zgn kind, met
zgn droef gelaat. Wat voor kwellingen
moest hg wel doorstaan, als bjj aan zjjne
vrouw dacht 1
»Nu wil ik Ruth niet geheel alleen
de Bcbuld geven," vervolgde mevr. v.
Bendeleben, terwjjl zjj een traan weg
veegde, »Eberhardt is geen hartstochtelijk
minnaar, die steeds aan hare voeten ligt
en haar aanbidt, zooals zij het van haai
den minister van Oorlog, Staal, aan de
inspectonrs der wapens en chefs van
dienstvakken. Deze circulaire is thanB
in haar geheel in de groote bladen op
genomen en luidt als volgt
Ik heb de eer, Mjjne Heeren, bet na
volgende ter uwer kennis te brengen.
De discipline eischt dat er gezag zjj
van boven en gehoorzaamheid van beneden.
Zal het gezag op deD goeden grond
slag berusten dan moet de drager er
van zgn recht op gehoorzaamheid niet
uitsluitend ontleenen al kan bjj het
voor de wet aan zgn rangbij moet
bjj zijn ondergeschikten dat vertrouwen,
de toegenegenheid en die toewjjding trach
ten op te wekken, welke bij hen, onaf
hankelijk van wetteljjken dwang, de be
geerte en den drang in bet leven roepen
om zgn bevelen met do uiterste inspan
ning van hun wil en van hun beste
krachten ten uitvoer te brengen.
Als een van de meest werkdadige
middelen om daartoe te geraken is wel
te beschouwendat de meerdere doe
blgken van zijn vertrouwen in, van zijn
genegenheid voor, van zijn toewijding
aan zgn ondergeschikten.
Een chef moet vertrouwen hebben in
zgn ondergeschikten. Natuurlijk geen
blind vertrouwen. Een tactiolle contröle
bljjft steedB geboden.
Maar een chef zal nooit tot een goede
inwerking op zjjn minderen en tot het
vestigen van een goede discipline gera
ken, als hg begint met te wantrouwen
een ieder die lager in rang of jonger is
dan hjj. Van wantrouwen mag eerst dan
sprake zijn wanneer de ondergeschikte
door zgn handelingen zijn aanspraak of
vertrouwen heeft; verbeurd.
De wjjze waarop een chef met zgn
jongeren en ondergeschikten omgaat, en
waarop bij hen opleidt, doet werken en
laat werken, moet onderling vertrouwen
wekken en voorts in den jongere een ge
past zelfvertrouwen kweeken, dat. hij noo
dig heeft om komende voor de ver
vulling van een zelfstandige opdracht., of
voor het geval dat hg op eigen initiatief
zal hebben te handelen niet te kort
te schieten in zijn taak.
De tegenwoordigheid en de inwerking
van een chef mogen nooit verlammend,
drukkend of onderdrukkend op zgn on
dergeschikten werken. "WAt van hem uit
gaat moet opwekken t( t het hoogste en
tot het be6te. Overtu g ngen mogen niet
worden opgedrongen door een eenvoudig
machtwoord van den meerdere de goede
vormen en de goede toon moeten ook bjj
meeningBverschil en bjj terechtwijzing
6teed8 worden gehandhaafd krenkende
bejegening moet worden vermeden.
Waar het op bandelen aankomt, daar
moet een kort, duideljjk bevel van den
man schjjnt te verlangen. Bjj is na zjjn
huwelgk stil en stroef geworden, en komt
dikwjjls barsch tegen hare wenschen in,
hoewel hg den meesten tgd wel geljjk
heeft. Zjj is door haren eersten man ver
wend, daar hij voor zijn schoone vrouw
als een slaaf bukte, en de pantoff 1 kuste.
En nu mist zij bjj Eberhardt deze schijn
bare onderworpenheid en die gestadige
bewondering, zelfs ook van hare luimen
en grillen, daar bjj als een ernstig man
het leven anders opvat dan een edelman,
door wiens aderen nog bet lichtzinnige
Poolsche bloed stroomt. Ik geloof dat bot
verwende kind deze lekkernij volstrekt
onontbeerlijk iszjj kan het niet zetten
dat haar man haar niet iederen morgen en
iederen avend weer opnieuw zijne liefde
verklaart, en dat ligt nu juist niet in 't
karakter van Eberhardt. Ik wou dat zjj
maar weer thuis was 1"
Maar het duurde nog lang eer d*ze
wensch vervuld werd. November ging
voorbjj met haar storm en regen, en De
cember brak aan met heldere, koude da
gen, en nog steeds was d- jonge vrouw
in Weenen.
»Mjjne bekenden willen mg Diet laten
gaan", schreef zjj aan hare moeder. »Ik
wil er dan nu ook maar eens gebrirk
van maken, wie weet of ik er ooit weer
kom. Prins Bodresky is een aardige man,
hg heeft mg gedurende mgn verbljjf hier
het paleis der Sateroskis ten gebruike
afgestaan. Ik woon nu weer in mjjne oude
kamerB en als ik 's morgens ontwaak is
het precies alsof alles, wat ik later door
leefd heb, een droom geweest is. Die
bedwelmende tgd, waarin ik nog de ge
vierde gravin Sateroski was, omzweeft
mg hier in deze ruimte als een wolk en
doet mg soms urenlang vergeten, dat in
een kleine, morsige, Duitsche garnizoens
plaats plichten mjj wachten aan het ver
vullen waarvan ik alleen met angst en
tegenzin denk. De vrjjheid is toch zoo
verrukkeljjk en ik ben nog zoo jong."
Wordt vervolgd)*