1905 N". 101. Zaterdag 26 Augustus. 92sle jaargang. FEUILLETON. Uit liet leren mijner oude vriendin. GOESCHE De uitgave dozer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prgi per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f Afzonderlijke nommeiü 5 cent. Inzonding van advep&entiën vóór 2 uirsn op den dag der uitgave. COURANT. De prjj» der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels k f l,berekend. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. Bij dit no. behoort een bijvoegsel. DE JAARMARKT of kermis zal dit jaar aanvangen op Dinsdag 29 Augustus a. s. en ein digen op Dinsdag 5 September d. a. v* Met bet opslaan der kramen enz. mag worden aangevangen, behoudens onvoor ziene omstandigheden, des VrijdagBvóór het begin, en alles moet van de plaats zijn vervoerd des Vrijdags n& het eindi gen der kermis. De aanvragen om plaatsen moeten vóór den hierboven vermelden aanvang der jaarmarkt vrachtvrjj en met opgaaf der benoodigde oppervlakte in Noderlandsche maafcbenaming°d, gerichr wordeD aan den marktmeester, geschiedende de toelating tot wederopzegging toe, ook gedurende de kermis. Goes, den 11 Augustus 1905. Burgemeester en Wethouders van-Goes, DE KONING KOOIJ. De Secretaris, G. A. HAJENIUS. Buitenland. Lord Curzon. De quaestie van Oorlog of Vrede in Oost-Azië heeft in de laatste dagen zoo geheel en al de aandacht in beslag ge nomen, dat er betrekkelijk weinig notitie is genomen van het heengaan van lord Curzon als onderkoning van Engelscb- Indië. Als onderkoning is hjj buitengewoon lang in functie geweest en heeft hg de zeldzame eer genoten van herbenoemd te worden. Toch was het geen geheim, dat de Engelscbe Regoering met dezen onderkoning heel wat te stellen had. Want hij had een heel onaf han kelp ken geest en was meer politicus dan stad houder hij volgde zjjn eigen buiten- landscho politiek. Die vertrouwde de Regeering echter ten volle aan hem toe en lord Curzon heeft zich vooral bezig gehouden met het vermeerderen van den EngelBchen invloed in Afghanistan, aan de Per8ische Golf en in Thibet. Het is dan ook niet deze zijne neiging voor de buiteniandsche politiek geweest, die de oorzaak van zijn ontslag is geweest. Evenmin heeft de Regeering het verwijt overgenomen, dat lord Curzon niet genoeg aandacht aan den biDDenlandschen toestand besteedde en niet krachtig genoeg optrad tegen pest en hongersnood. Zjjn ontslag heeft hg te danken aan den nagver, die er al langen tgd tussehen den opperbevel hebber, lord Kitchener, en hem heeft 47 Door W. Heimburg. Vertaling van mej. J. A. v. d. L. Ik was den heelen dag onrustig, maar vatte eindelijk moed en vroeg aan Katrien Katrien, van morgen zei je dat je allang geweten hadt dat hg niet gelukkig was met zijne vrouw, wat weet je daar dan van »Kind, dat weten de musschen op het dak'*, begon de oude, »het geheele dorp is er vol van. Het mooie is er al gauw af geweest, maar ik wilde je er niets van zeggen, daar ik vooruit wist dat je goed hart en je oude liefde oogenblikkeljjk vlam vatten zouden. De jonge vrouw moet al kort na het huwelgk, nog vóór de wittebroodsweken om waren, haar man allerlei vreemde verlangens van haar kenbaar gemaakt hebben. Zjj kon het in die kleine garnizoensplaats niet gewoon worden en wilde toen dat haar man den soldatenrok aan den kapstok zou hangen eü met haar naar Ween en gaan. Dat heeft op 't slot een heftig tooneel ge geven, vertelde Lisette mg. De luitenant moot gezegd hebben dat hg met hart en ziel militair was en zjj had geweten wat Mi was toen zjj hem genomen hadhij bleef militair. De jonge vrouw had toen gescholden en gedreigd en ten laatste gesmeekt, maar hg was niet van zjjn besluit af te brengen geweest, en zeide dat de vrouw zich gelukkig gevoelen moest, in den stand waarin haar man haar gebracht had. Mevr. de barones had eerst medelgden gehad met het wan hopig voorkomen harer dochter, en den baron voorgesteld, Eberhardt hun land goed over te dragen en zelve zich uit alle bezigheden terug te trekken. Dat had de baron en ook Eberhardt evenwel geweigerd, de eerste omdat hij nog te jong was om niets te doen te bestaan. Voor twee zulke naturen was Iadië te klein. En al bad Curzon veel voor door zjjn hooge geboorte, Kitchener beschouwde men sedert de dagen van Zuid-Afrika als redder uit den nood, als den man, die in staat zou zijn het leger in Indië zoo te reorganiseeren, dat Engeland daar aan gevaarljjke aanvallen het hoofd zou kun nen bieden. In den strijd tussehen Kitchener en Curzon heeft laatstgenoemde aan het kortste eind getrokken. Hij meende, dat hg wel in staat zou zijn, om bjj de Re geering in het moederland door te zetten, dat hij door middel van een hem toege daan lid van den militairen raad voor het onderkoningschap een soort toeziende voogdij over Kitchener kreeg. De Regeering heeft dat echter niet willen doen. Zjj heeft tot eiken prjjs Kitchener willen handhaven en zoo ten slotte zelfs een man als Curzon opgeofferd. Het Presidentschap In Frankrijk. President Loubet heeft eenige keeren reeds openljjk verklaard dat hij, wanneer do tgd van zijn presidentschap om is, dat is in Februari a.s., geen herbenoe ming wenscht. Dit is het sein geweest .voor personen om reeds candidaten voor dit hooge ambt op den voorgrond te schuiven. Nu reeds zijn genoemd de heeren Fallières, voorzitter van den Se naat, Doumer, president vaa de Kamer, Combes, oud minister-president en Ber- teaux, minister van Oorlog. De candidaat welke de meeste kans schjjnt te hebben is de heer Fallières. Doch zjjn mandaat eindigt in Januari en het is .lang niet zeker dat de kiezers hem weer mot hun vertrouwen zullen vereeren. Dat kan een aanmoediging worden voor de intrigues van de mededingers. Daarbjj komt, dat de Kamer in April ontbonden zal wor den, dus twee maanden slechts na de verkiezing van ,den nieuwen President. En nu is de vraag opgeworpen, of 'het wel aangaat, dat eene Kamer die op het punt. staat ontbonden te worden, en haar macht te verliezen, Dog eerst eens stemt voor bet hoofd van den Staat. De ver kiezing zal dan weinig of geen prestige geven aan den gekozene. Zal meu nu de Presidentsverkiezing verdagen of de ont binding der Kamer uitstellen Die vraag wordt geopperd zonder voorloopig be antwoord te worden. Maar zjj geeft reeds aanleiding tot vele polemieken in de Noorwegen. Nu er niet spoedig in bevestigenden zin beslist is door den Koning van Zweden om een prins uit het huis Bernadotte hebben, de laatste omdat hg den dienst niet verlaten wilde. Ten laatste, meende mevr. v. Bondeleben, dat de opgewonden stemmingder jonge vrouw, toe te schrjjven was, aan den toestand waarin zjj zich bevond, en dat het wel beter worden zou, als zjj maar eerst een kleine in den arm hield. Nu heeft zjj een schat van een jongen, zooals Lisette zegt, maar 't is toch nog het oude leven eu 't is niet te zeggen wat er nog van komen zal. Ik houd vol wat ik gezegd heb de straf bljjft niet nit, er leeft een rechtvaardig God." Met gevouwen handen zat ik daar en stelde mij voor, welke huiseljjke tooneelen Eberhardt, al met zjjne schoone, ruste- looze en exentrieke vrouw doorleefd zou hebben. Arme, arme Wilhelm dacht ik. »De baron en de barones wilden het natuurlijk wel graag, dat Ruth zich met den knappen neef verloofde", vervolgde Katrien. »In haar eerste huwelijk moet het evenwel ook al raar gegaan zjjn, daar wordt ten minste van alles over gemom peld. De koetsier, die haar na den plotse- lingen dood van graaf Sateroski naar hier heeft gereden, moet daar het een en ander-over gebabbeld hebben. Nu, de baron heeft hem den anderen dag ook al teruggezonden, maar in een paar uren kan iemand al veel zeggen, en dat hoort men dan pas later. Maar ik heb niets gezegd, hoorde menschen praten zoo veel wat ze niet verantwoorden kunnen, maar zoo maar uit de lucht grjjpen kan men dat toch ook niet." Dezen koer kon ik nu bjjna niet wach ten tot den bepaalden tgd om naar het slot te gaan, ik moest weten of Rath werkeljjk naar Weenen was. En 't was zoo, zjj was weg, en mevr. v. Bendeleben was al eens naar de stad geweest om naar haar kleinkind te zien. >Het is aandoenlijk Eberhardt er mee bezig te zien", zeide zjj»als hg geen dienst heeft zit hg den geheelen dag thuis. Ik wou wel, dat Ruth iets van zijn huiseljjken aard had, maar die is in op den Noorweegschen troon te plaatsen, begint men er in Noorwegen over te redeneeren of het eigenlijk in de gegeven omstandigheden niet boter zou zijn de Republiek uit ie roepen. Dat men zjjn meening in deze niet onder stoelen od banken steekt, bewjjst hetgeen het Üageblat van Christiania hierover schrijft »Een koningschap is bjj ons een zuiver poppenspel gewordeD, waaraan wjj ont wassen zjjn en dat geen aantrekkings kracht meer heeft. Voor de monarchie is er een zekere eerbied voor wat voornaam is noodig. Maar wat voornaams is er aan een koning bjj ons Het is niet to ont kennen, dat hier te lande de eerbied voor het gezag zoozeer ondermijnd is, dat geen verloren glans, geen hol ceremonieel het meer op kan houden. Voor mannen hebben wjj achting, maar niet voor purper noch diadeem. Komt er hier een vreemde vorst, dan zal hij zich te midden van ons voelen als een vreemde vogel, als een kalkoen in den hoenderhof, en terugverlangen naar zijn hoog voorname betrekkingen. Hij die koning bjj ons wezen zal, moet zjjn persoonlijkheid afleggen. Maar het, zjjn persoonljjkheden die wjj noodig heb ben en persoonlijkheden hebben wjj ge noeg. Waarom zullen wjj in 't buitenland vorsten achterna loopen, terwijl wij zelf mannen hebben? Een president, voorzien van do bevoegdheid van een president in de Vereenigde Staten of Zwitserland, zou het gezonken aanzien van de uit voerende macht weer op de been kunnen helpen. Aan een president zal men do teugels wel toevertrouwen, maar nooit zal men het wagen ze een koning of de door een koning gekozen overheid in handen te geven." GO E S 25 Aug. 1905. In eene Woensdagavond alhior door de typografen gehouden vergadering is tot stand gekomen eene vereeuiging, welke de naam werd gegeven van »Sfceunt elkander". Het bestuur werd als volgt gekozen W. J. Boogerd, voorz., A. v. d. Boogaard, seer., J. L. P. Snoep, ponningm., en W. Siepman on J. Touw, commissa rissen. Voor lid moet men den leeftjjd van 16 jaar bereikt hebben. De veelbesproken circulaire, door het Departement van Marine aan burge meesters gezonden, met verzoek die aan de schoolhoofden uit te reiken en waarin leerlingen worden aangezocht dienst te nemen bij de Marine, is in den Baar- lemschen Gemeenteraad ter sprake ge bracht. Mr. Thiol deelde mede, dat de indruk van dat rondzenden bjj velen was, dat de hoofden verplicht waren te bevorderen het voldoen van de kinderen aan het in de drukte van de WeenenBche conversatie geheel verstrikt. Als gravin Sateroski was zjj omringd door eene kleine hafhouding, en zjj kan zich nu niet gemakkelijk voe gen naar de positie eener offieiersvrouw. Ik hoop dat Eberhardt zich nog eeDS zal laten overhalen om don dienst vaarwel te zeggen, daar wjj toch bet plan koes teren, om hem het landgoed te geven. Een zoon hebben wij niet, en Ruth is de oudste, en daarbij Eberhardt een neef van ons. Als zjj zich nu zoolang nog maar wat inhield." »Hebt u al bericht van haar uit Wee nen vroeg ik. »Ja, Eberhardt beeft een brief gekre gen, maar er stond zeer weinig in. 7ij schrjjft alleen over die erfenisaangelegen heid, die echter voor haar niet best schjjnt uitgevallen te zjjn een neef van de oude gravin Sateroski, eenige zoon van haren eenigeo broeder, dien zjj altjjd zeer lief had de jonge prins Bodresky, is eenige erfgenaam van al haar rijkdommen. Maar ik vind dat nu zoo erg niet, want Ruth is toch rijk, door het vermogen dat haar eerste man haar heeft nagelaten. Ik be grijp niet hoe zjj op de gedachte kw^m, dat hare schoonmoeder, de Saterosfeis nog iets vermaken zou, daar toch al de bezittingen, oorspronkeljjk van haar af komstig waren, en zjj toch eerder zou denken aan haar eigen familie, dan aan het geslacht der Sateroekis. Deze bezaten niets anders dan hun oud-adelljjken naam, zelfs het paleis in Weenen, waar de Sateroskis verbljjf hielden, was eigendom der Bodreskys en de familiebezittingen der eerBten, waren zwaar belast. Door het vermogen dat prinses Bodreski, graaf Sa teroski, bjj haar huwelgk met hem, aan bracht, is de gerechtelgke verkoop niet doorgegaan. Maar daar haar man haar een belangrjjk kapitaal heeft nagelaten, begrjjp ik nu niet, hoe Ruth nog meer verwachten kan. Ik vind dat zjj tevreden kan zijnzjj is van huis uit vermogend, is met Eberhardt getrouwd, die ook aanzienljjke bezittingen heeft do circulaire gevraagde. Bjj stelde de vraag of de schoolhoofden daartoe bevoegd waren. Volgons zjjn inzien geenszins. Zij hebben zich met die zaak Diet in te laten, daar het niet op hun weg ligt, om, buiten do ouders om, de leerlingen een beroepskeuze te laten doen. Indien het schoolhoofd van zjjn kin deren dit probeerde, zon hjj bem danig de ooren wasschen. Een onderwjjzer mocht, volgens zjjn inzien, geen kind raden, om, alleen door even zjjn handteekeniDg te zetten, een verbintenis aan te gaan die hot van zgn 14e tot zgn 24e jaar bond. Hij wilde daarom weten of den hoofden last was gegeven tot bevordering der dienstneming dan wel, of zjj volkomen vrjj waren de circulaire naar believen naast zich neer te leggen. Willen zjj er wèl aan voldoen, dan hebben zjj in ieder geval eerst de ouders te laten komen. De burgemeester verklaarde, de zaak niet te hebben beschouwd in het licht, door mr. Thiel gegeven, doch pressie was niet uitgeoefend. Hg en de wethouder van onderwijs deden uitkomen, dat de schoolhoofden volkomen vrij zgn om al dan niet aan het verzoek te voldoen. Er zal dan, dunkt on6, ook wel geen schoolhoofd gevonden worden, die eene andere meaning is toegedaan. Ook hebben wij te goeden dunk van de hoofden der scholen, om te gelooven dat een hunner, zonder de ouders hierin te kennen, leer lingen zouden overhalen tot het dienst- nemen bij de Marine of tot het kiezen van welk ander baantje ook. Bljjkens aanschrijving van don mi nister van financiën, dd. 17 dezer, zgn er maatregelen genomen ter bevordering eener goede eireulatie van Nederlaodsche pasmunt. Op de kantoren van de ont vangers der directe belastingen is dien tengevolge voortaan pasmunt verkrjjgbaar tegen bankpapier of specie. Borsele. Aan de Woensdag gehou den herstemming voor lid van den ge meenteraad hebben 145 van de 158 kiezers deelgenomen 8 biljetten waren van on waarde, zoodat 137 geldige stemmen zgn uitgebracht. Daarvan verkregen de heeren B. De Vos en L. van de Wal resp. 78 en 64 stemmen. De beer B. de Vos is mitsdien gekozen tot lid van den Raad. Het bevorderen van een goeden geest in het Leger. Wjj hebben in ons vorig nommer ter loops gesproken over een circulaire van Plotseling zweeg nu mevrouw v. Ben deleben, alsof zij reeds te veel gezegd had. Zjj was ook nog nooit zoo vertrou welijk met mij geweest, en moest er wel grooie behoefte aan hebben har hart eens voor iemand nit te storten. Het scheen mg toe dat zij onrustig was, en dat een innerljjke angst haar kwelde. Ik bracht het gesprek op Hanna, maar na een paar woorden over den laatsten brief dien zjj van haar ontvangen had, trad Ruth weer op den voorgrond. »Je kunt niet begrjjpen, Groetje", be gon zjj opnieuw, »hoe iDnig leed het mg doet, dat het tussehen Wilhelm en Ruth niet is, zooais bet eigeDljjk zgn moet tussehen zulke jonggetrouwde menschen. Ik ben voor mezelf overtuigd, Ruth ge noeg gewaarschuwd te hebben, toen Eber hardt zoo onverwacht aanzoek om haar deedik heb haar gezegd dat zjj zich niet gelukkig zou gevoelen in de nederige positie van offieiersvrouw. Maar zjj lachte mjj uit, en beweerde dat zjj bem nu eenmaal lief had, en ik haar daarin maar haar gang moest laten gaan. In stilte waren wjj big, dat zij Eberhardt wilde, en wjj hadden er den besten moed op. Maar er was nog geen jaar verloopen, of zjj vond baar levenswijze niet om uit te houden, en Eberhardt volstrekt niet bjj baar passendzelfs bet kind verveelt haar. O, wat moet er van worden 1" Ik hoorde met versteend gelaat toe; het was dus toch waar, wat de menschen vertelden, en ik ook zelf oogeDblikkelgk gevoeld had, toen ik het jonge paar voor 't eerst ontmoette. Mjjne gedachten vlogen naar Eberhardtik zag hem eenzaam zitten aan het bedje van zgn kind, met zgn droef gelaat. Wat voor kwellingen moest hg wel doorstaan, als bjj aan zjjne vrouw dacht 1 »Nu wil ik Ruth niet geheel alleen de Bcbuld geven," vervolgde mevr. v. Bendeleben, terwjjl zjj een traan weg veegde, »Eberhardt is geen hartstochtelijk minnaar, die steeds aan hare voeten ligt en haar aanbidt, zooals zij het van haai den minister van Oorlog, Staal, aan de inspectonrs der wapens en chefs van dienstvakken. Deze circulaire is thanB in haar geheel in de groote bladen op genomen en luidt als volgt Ik heb de eer, Mjjne Heeren, bet na volgende ter uwer kennis te brengen. De discipline eischt dat er gezag zjj van boven en gehoorzaamheid van beneden. Zal het gezag op deD goeden grond slag berusten dan moet de drager er van zgn recht op gehoorzaamheid niet uitsluitend ontleenen al kan bjj het voor de wet aan zgn rangbij moet bjj zijn ondergeschikten dat vertrouwen, de toegenegenheid en die toewjjding trach ten op te wekken, welke bij hen, onaf hankelijk van wetteljjken dwang, de be geerte en den drang in bet leven roepen om zgn bevelen met do uiterste inspan ning van hun wil en van hun beste krachten ten uitvoer te brengen. Als een van de meest werkdadige middelen om daartoe te geraken is wel te beschouwendat de meerdere doe blgken van zijn vertrouwen in, van zijn genegenheid voor, van zijn toewijding aan zgn ondergeschikten. Een chef moet vertrouwen hebben in zgn ondergeschikten. Natuurlijk geen blind vertrouwen. Een tactiolle contröle bljjft steedB geboden. Maar een chef zal nooit tot een goede inwerking op zjjn minderen en tot het vestigen van een goede discipline gera ken, als hg begint met te wantrouwen een ieder die lager in rang of jonger is dan hjj. Van wantrouwen mag eerst dan sprake zijn wanneer de ondergeschikte door zgn handelingen zijn aanspraak of vertrouwen heeft; verbeurd. De wjjze waarop een chef met zgn jongeren en ondergeschikten omgaat, en waarop bij hen opleidt, doet werken en laat werken, moet onderling vertrouwen wekken en voorts in den jongere een ge past zelfvertrouwen kweeken, dat. hij noo dig heeft om komende voor de ver vulling van een zelfstandige opdracht., of voor het geval dat hg op eigen initiatief zal hebben te handelen niet te kort te schieten in zijn taak. De tegenwoordigheid en de inwerking van een chef mogen nooit verlammend, drukkend of onderdrukkend op zgn on dergeschikten werken. "WAt van hem uit gaat moet opwekken t( t het hoogste en tot het be6te. Overtu g ngen mogen niet worden opgedrongen door een eenvoudig machtwoord van den meerdere de goede vormen en de goede toon moeten ook bjj meeningBverschil en bjj terechtwijzing 6teed8 worden gehandhaafd krenkende bejegening moet worden vermeden. Waar het op bandelen aankomt, daar moet een kort, duideljjk bevel van den man schjjnt te verlangen. Bjj is na zjjn huwelgk stil en stroef geworden, en komt dikwjjls barsch tegen hare wenschen in, hoewel hg den meesten tgd wel geljjk heeft. Zjj is door haren eersten man ver wend, daar hij voor zijn schoone vrouw als een slaaf bukte, en de pantoff 1 kuste. En nu mist zij bjj Eberhardt deze schijn bare onderworpenheid en die gestadige bewondering, zelfs ook van hare luimen en grillen, daar bjj als een ernstig man het leven anders opvat dan een edelman, door wiens aderen nog bet lichtzinnige Poolsche bloed stroomt. Ik geloof dat bot verwende kind deze lekkernij volstrekt onontbeerlijk iszjj kan het niet zetten dat haar man haar niet iederen morgen en iederen avend weer opnieuw zijne liefde verklaart, en dat ligt nu juist niet in 't karakter van Eberhardt. Ik wou dat zjj maar weer thuis was 1" Maar het duurde nog lang eer d*ze wensch vervuld werd. November ging voorbjj met haar storm en regen, en De cember brak aan met heldere, koude da gen, en nog steeds was d- jonge vrouw in Weenen. »Mjjne bekenden willen mg Diet laten gaan", schreef zjj aan hare moeder. »Ik wil er dan nu ook maar eens gebrirk van maken, wie weet of ik er ooit weer kom. Prins Bodresky is een aardige man, hg heeft mg gedurende mgn verbljjf hier het paleis der Sateroskis ten gebruike afgestaan. Ik woon nu weer in mjjne oude kamerB en als ik 's morgens ontwaak is het precies alsof alles, wat ik later door leefd heb, een droom geweest is. Die bedwelmende tgd, waarin ik nog de ge vierde gravin Sateroski was, omzweeft mg hier in deze ruimte als een wolk en doet mg soms urenlang vergeten, dat in een kleine, morsige, Duitsche garnizoens plaats plichten mjj wachten aan het ver vullen waarvan ik alleen met angst en tegenzin denk. De vrjjheid is toch zoo verrukkeljjk en ik ben nog zoo jong." Wordt vervolgd)*

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1905 | | pagina 1