ii
Bestaande beerputten, in slecliten toestand verkeerende,
mogen niet hersteld, doch moeten door het tonnenstelsel
worden vervangen.
De privaten in bestaande woningen moeten van licht- of
luchtramen of ventilatiekokers voorzien zijn van voldoende
grootte, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders.
Drinkwater.
Art. 53.
Voor elke woning moet gelegenheid zijn een voldoende
hoeveelheid water te bekomen dat voor de gezondheid der
bewoners onschadelijk is.
Indien aan Burgemeester en Wethouders of de Gezondheids
commissie blijkt dat hieraan niet voldaan is, kunnen zij eisehen
dat aan het bepaalde in art. 39 dezer verordening wordt
voldaan.
Brandgevaar.
Art. 54.
Schoorsteenen, rookgeleidingeu en stookplaatsen moeten zich
in zoodanigen toestand bevinden dat zij niet tot brandgevaar
aanleiding geven.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het verder ge
bruik daarvan te verbieden totdat naar hun oordeel op af
doende wijze in de gebreken is voorzien.
Voorkoming van vochtigheid.
Art. 55.
Burgemeester en Wethouders kunnen ten opzichte van de
maatregelen ter voorkoming van vochtigheid in bestaande
woningen in elk geval bijzondere eisehen stellen en de naleving
daarvan vorderen.
Art. 50.
De daken en muren van bestaande woningen mogen geen
water doorlaten en behoorlijk zijn aangestreken of beschoten.
Buitendeuren en ramen van woningen als bedoeld in het
eerste lid, moeten in zoodanigen staat verkeereu, dat zij, geslo
ten zijnde eeue voldoende afsluiting der buitenlucht vormen.