IS Art. 44. i)c trappen in woningen moeten binnenwerks ten ininste 80 c.M. breed zijn. Trappen, die in bijzondere gevallen voor meer dan eetie woning dienst doen, moeten binnenwerks ten minste 1.10 M. breed zijn. De portalen en gangen in woningen moeten ten minste 0.90 M. breed en ten minste 2.20 M. hoog zijn. Is er in de woningen, behalve het portaal een gang, dan kan, wat het portaal betreft, volstaan worden met een opper vlakte van 1.20 M2. Wanneer geen gang aanwezig is in een woning moei bij de toegang van buiten een portaal zijn van ten minste 1.40 M2. oppervlakte, na aftrek van alle betimmering. In bijzondere gevallen kunnen bovenstaande maten zooveel grooter of kleiner bepaald worden als Burgemeester en Wet houders dit noodig achten. Se Afdeeling. Voorschriften van het geheel of voor een gedeelte vernieuwen van gebouwen. Art. 45. De artikels 4, 5, 6, 7 le en 2e lid, 9, 12 tot en rnet 44 zijn ook van toepassing bij het geheel of gedeeltelijk ver nieuwen van bestaande gehouwen. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verleenen aan het voldoen aan een of meer dezer voorschriften. In dit geval gelden de door hen te stellen nadere eisehen. Art. 46. Ten aanzien van de vernieuwing van een gedeelte van eeu gebouw zijn alleen die voorschriften van toepassing, die met het te vernieuwen gedeelte verband houden.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1905 | | pagina bijlage 18