14
Indien liet noodig blijkt te zijn, moeten de schoorsteenen
buitendaks voldoende door ijzerwerk worden verbonden en
geankerd, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders.
Burgemeester en Wethouders kunnen, indien zij dit niet in
strijd achten met de openbare veiligheid, 11a verhoor van de
directie der brandweer, vergunning geven om van de voor
schriften, in dit en het vorig artikel vervat, af te wijken.
Art. 32.
Het is verboden bakovens, schoorsteeuen of stookplaatsen
)C stellen of te herstellen anders dan onder toezicht vanwege
Burgemeester en Wethouders en anders dan brandvrij en in
brandvrije materialen of gewelven van steen of ijzeren roosters
of platen zoodanig dat het roet op onbrandbare materialen
nedervalt.
Art. 33.
Het is verboden schoorsteenen te bouwen tegen een scheids
muur van een aangrenzend gebouw, indien de scheidsmuur
eene mindere dikte heeft dan 16 c.M., tenzij tegen dien
scheidsmuur over de geheele breedte en hoogte van het te
bouwen werk een muur wordt aangezet ter dikte van het
ontbrekende.
Art. 34.
Het is verboden tegen een bakoven, schoorsteen of stook
plaats houten binten of balken te stellen, tenzij tusschen het
einde van het houtwerk en de genoemde inrichtingen een
muurwerk overblijve van minstens 11 c.M. dikte.
Houten rookkappen of ventilatiekokers en dergelijken mo
gen op schoorsteeupijpen niet worden aangebracht of hersteld.
Art. 35.
Alle houtwerken, in de onmiddellijke nabijheid van stook
plaatsen of rookgeleidingeu aangebracht, moeten daarvan worden
afgescheiden door plaatijzer.
Art. 30.
Voor het opvullen van ruimten tusschen vloeren en plafonds
in woningen mogen geen houtkrullen of andere licht brand
bare stollen worden gebruikt.